Meise

Zitting van 18 12 2023

Van 19.40 uur tot 22

Aanwezig:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Jorn Lathouwers, schepen;

Paul Aerts en Peter Carriere, raadsleden;

 

schepen Ruben Algaba verlaat de vergadering vanaf punt 13.

schepen Ruben Algaba vervoegt de vergadering vanaf punt 14.

 

Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Goedkeuring notulen

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 20 november 2023 goed.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 1 onthouding (Sonja Becq)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Gemeentelijke Holding NV - in vereffening: buitengewone algemene vergadering op 22 december 2023

MOTIVERING

Feiten en context

De uitnodiging van 9 oktober 2023 van de Gemeentelijke Holding NV-in vereffening voor de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die zou plaatsvinden op maandag 13 november 2023 om 14.00 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel.

Op deze buitengewone algemene vergadering van 13 november 2023 werd het aanwezigheidsquorum niet bereikt waardoor een nieuwe buitengewone algemene vergadering wordt bijeengeroepen, die zal plaatsvinden op 22 december 2023 om 14.00 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel en dezelfde agenda omvat:

  1. Aanname van een nieuwe tekst van statuten teneinde deze in overeenstemming te brengen met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
  2. Volmacht voor de coördinatie van de statuten.
  3. Volmacht aan de vereffenaars tot uitvoering van de genomen beslissingen.
  4. Volmacht voor de formaliteiten.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

De volmacht diende, ingevuld en ondertekend, tegen 15 december 2023 de Gemeentelijke Holding NV-in vereffening te bereiken op het adres: Gemeentelijke Holding NV-in vereffening, Kunstlaan 56 B4C, 1000 Brussel.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De agenda van de buitengewone algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding NV-in vereffening van 22 december 2023 goed te keuren.

Artikel 2

Jonathan De Valck te mandateren om deze vergadering bij te wonen en zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen tijdens de vergadering van het gemeenteraad van 18 december 2023.

Artikel 3

De Gemeentelijke Holding NV-in vereffening zal van deze beslissing in kennis worden gesteld.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 9 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Karine Métens en Billie Kawende)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Kennisname van het schrijven van het Agentschap Binnenlands Bestuur: Klacht tegen gemeente Meise - trajectcontroles

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Kennisname schrijven Agentschap Binnenlands Bestuur: Klacht tegen gemeente Meise - hernummering Stoeterijstraat

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Princiepsbeslissing jobstudenten 2024

MOTIVERING

Feiten en context

Dankzij een uitbreiding van het contingent studentenarbeid kan een student in 2023 en 2024 600u per jaar (in plaats van 475u per jaar) worden tewerkgesteld met toepassing van een solidariteitsbijdrage.

FOD WASO stelt dat er een onverenigheid is tussen enerzijds het statuut van student en anderzijds het statuut van werkzoekende wat betekent dat een vrije werkzoekende die ingeschreven is bij de VDAB niet als student kan tewerkgesteld worden.

De RSZ staat wel toe dat studenten die afgestudeerd zijn en nog niet ingeschreven zijn bij de VDAB tijdens de maanden juli, augustus en september vakantiewerk verrichten.

Tijdens de vakantiemaanden juli, augustus en september 2024 zullen personeelsleden afwezig zijn ingevolge het verlenen van de wettelijke jaarlijkse vakantie. Verschillende diensthoofden en ploegbazen hebben gevraagd om opnieuw jobstudenten te werk te stellen in de maanden juli, augustus en september 2024.

De jobstudenten worden tewerkgesteld met een studentenovereenkomst. De weddeschaal moet worden vastgesteld.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen en artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten - Titel VII: De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten.

De arbeidswet van 16 maart 1971.

De wet van 28 juli 2011 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van de sociale zekerheid.

Het koninklijk besluit van 13 december 2016 tot wijziging van artikel 17 bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels voor wat betreft de studentenarbeid en de flexi-jobs in de horecasector.

Het koninklijk besluit van 14 juli 1995 waarbij sommige categorieën studenten uit het toepassingsgebied van Titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten worden gesloten.

Het koninklijk besluit van 19 december 2022 tot wijziging van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 27 december 2022.

De beslissing van de gemeenteraad van 16 oktober 2023, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

Het arbeidsreglement zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 20 mei 2019 en aangepast in de raadszittingen van 25 maart 2020, 22 februari 2021, 21 juni 2021, 20 december 2021, 25 april 2022, 21 juni 2022, 25 april 2022 en 16 januari 2023.

Advies/argumentatie

Om de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen, is het aangewezen om jobstudenten aan te stellen:

        de bibliothecaris vraagt in juli en augustus 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        het diensthoofd onthaal, burgerzaken en sociale dienst vraagt in juli en augustus 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        de uitvoerende diensten vragen 1 jobstudent voor één maand (juli OF augustus) (bediende);

        de diensten omgeving vragen in juli, augustus en september 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        de directie van de Akademie voor Muzische Kunsten vraagt om voor 42 uren jobstudenten in de maand september (bediende) aan te stellen;

        de dienst bestuursadministratie vraagt om 175 uren jobstudenten aan te stellen (bediende) - aanstelling Plantentuin;

        de teamcoördinator beleven en samenleven vraagt om 680 uren jobstudenten aan te stellen in het zwembad als redder (bediende);

        de verantwoordelijken poetdienst vragen om in de maand juli 175 uren jobstudenten aan te stellen en in de maand augustus 170 uren jobstudenten (arbeider);

        de ploegbaas groendienst vraagt om in juli 1050 uren jobstudenten aan te stellen en in de maand augustus 1020 uren jobstudenten (arbeider);

        de ploegbazen openbare werken vragen om in juli 350 uren jobstudenten aan te stellen en in de maand augustus 340 uren jobstudenten (arbeider);

        de ploegbaas gebouwen vraagt om in juli 350 uren jobstudenten aan te stellen en in de maand augustus 340 uren jobstudenten (arbeider).

In geval er meerdere kandidaten zijn, worden kandidaten weerhouden op basis van volgende ordeningscriteria:

        leeftijd

        positieve beoordeling van een eerdere tewerkstelling bij lokaal bestuur Meise als jobstudent

        bloed- en/of aanverwanten van personeelsleden

        ervaring 

        opleiding.

Financiële gevolgen

De financieel directeur dient de financiële haalbaarheid te tonen.

BESLUIT

Artikel 1

Volgend contingent van jobstudenten wordt in 2024 aangesteld:

        voor de bibliotheek in juli en augustus 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        voor de dienst onthaal, burgerzaken en sociale dienst in juli en augustus 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        voor de uitvoerende diensten 1 jobstudent voor één maand (juli OF augustus) (bediende);

        voor de diensten omgeving in juli, augustus en september 1 jobstudent telkens voor één maand (bediende);

        voor de Akademie voor Muzische Kunsten voor 42 uren jobstudenten in de maand september (bediende);

        voor de dienst bestuursadministratie (Plantentuin) 175 uren jobstudenten (bediende);

        voor het zwembad 680 uren jobstudenten als redder (bediende);

        voor de poetsdienst in de maand juli 175 uren jobstudenten en in de maand augustus 170 uren jobstudenten (arbeider);

        voor de groendienst in juli 1050 uren jobstudenten en in de maand augustus 1020 uren jobstudenten (arbeider);

        voor de dienst  openbare werken in juli 350 uren jobstudenten en in de maand augustus 340 uren jobstudenten (arbeider);

        voor de dienst gebouwen in juli 350 uren jobstudenten en in de maand augustus 340 uren jobstudenten (arbeider).

Artikel 2

De jobstudenten aan te stellen met de toepassing van de solidariteitsbijdrage. De student een verklaring te laten ondertekenen (verklaring op eer) dat men op het moment van de tewerkstelling als student nog niet is ingeschreven bij de VDAB alsook dat men door het uitvoeren van de job de opgelegde maximumprestaties als jobstudent van 600 uur niet zal overschrijden.

Artikel 3

De jobstudenten als arbeider moeten minimaal 17 jaar worden in het jaar van tewerkstelling.

De jobstudenten als bediende moeten minimaal 18 jaar worden in het jaar van tewerkstelling.

Artikel 4

De bezoldiging wordt voor de jobstudenten vastgesteld op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde barema's zoals voorzien in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

De jobstudenten tewerkgesteld als arbeider ontvangen een loon volgens schaalnummer E1 met 0 jaren geldelijke anciënniteit, zonder haard- of standplaatsvergoeding.

De jobstudenten tewerkgesteld als bediende ontvangen een loon volgens schaalnummer D1 met 0 jaren geldelijke anciënniteit, zonder haard- of standplaatsvergoeding. Deze bedragen dienen gekoppeld te worden aan spilindex 138,01.

Deze vergoedingen zullen automatisch aangepast worden aan de weddenschaalherzieningen en indexaanpassingen, zoals deze van toepassing zijn voor het overheidspersoneel.

Artikel 5

De individuele aanstelling van de jobstudenten zal gebeuren door de algemeen directeur.

In geval er meerdere kandidaten zijn, worden kandidaten weerhouden op basis van volgende ordeningscriteria:

        leeftijd

        positieve beoordeling van een eerdere tewerkstelling bij lokaal bestuur Meise als jobstudent;

        bloed- en of aanverwanten van personeelsleden;

        ervaring;

        opleiding.

Artikel 6

Een oproep zal gebeuren door een bericht omhoog te hangen in de verschillende locaties en door publicatie van een artikel op de sociale media van lokaal bestuur Meise, op intranet en op de website.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Aanpassing meerjarenplan 2020-2025: herziening 2023/2

MOTIVERING

Feiten en context

Het initiële meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2019.

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2020/1 - werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 20 juli 2020. Het resultaat van de jaarrekening 2019 van gemeente en OCMW werd hierin verwerkt.

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2020/2 - werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van  14 december 2020. Het budget voor 2020 werd gewijzigd en de kredieten voor 2021 werden vastgesteld.

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2021/1 - werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 15 november 2021. Het budget voor 2021 werd gewijzigd en de kredieten voor 2022 werden vastgesteld.

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2022/1 - werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 21 november 2022. Het budget voor 2022 werd gewijzigd en de kredieten voor 2023 werden vastgesteld.

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2023/1 - werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 17 juli 2023. Het budget voor 2023 werd gewijzigd en de kredieten voor 2024 werden vastgesteld.

Het meerjarenplan wordt nu voor een zesde maal herzien.

Deze herziening 2023/2 van het meerjarenplan omvat in hoofdzaak:

        Het opnieuw vaststellen van de kredieten voor 2024 wat impliceert dat ook de budgetgegevens voor het boekjaar 2026 worden opgenomen in het meerjarenplan

        Bijsturing van de actieplannen en acties ingevolge een aangepaste planning, een verdere detaillering van de financiële gegevens of een meer gedetailleerde raming van de beoogde projecten

        Bijsturing van het budget voor de financiering van de investeringsuitgaven op basis van de aanbestedingsprijzen voor GBS De Leertuin, aanleg fietspaden Drijpikkelstraat, sportsite Den Dries

        Bijsturing van de uitgaven en ontvangsten voor de GAS5-inbreuken die de initiële raming, opgenomen in AMJP 2023/1 drastisch overschrijden

        Opname van de nodige investeringsbudgetten voor het project KERN en de aankoop van  gronden in het Tussenveld.

De vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan herziening 2023/2 behoort tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad.

Juridische gronden

Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur: de gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

Artikel 41 §1 3° van het decreet lokaal bestuur: de volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de gemeenteraad toevertrouwd: het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen deel 2 Titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

Advies/argumentatie

Overwegende dat het beschikbaar budgettair resultaat positief is en de autofinancieringsmarge positief is in 2025.

Minstens een keer per jaar dient het meerjarenplan te worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.

De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, van het decreet lokaal bestuur maar de financiële nota zal altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren beschrijven.

Een aanpassing van het meerjarenplan zal minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota omvatten. De wijzigingen aan de strategische nota zijn naast het meerjarenoverzicht (zie bijlage) ook terug te vinden in het document doelstellingenboom (zie bijlage). In de doelstellingenboom is een duidelijk overzicht opgenomen met de wijzigingen van de strategische nota ten opzichte van de oorspronkelijke strategische nota. De wijzigingen werden aangebracht in het groen. In de strategische nota wordt zoals bepaald in artikel 8, tweede lid van het BVR BBC van 30 maart 2019 gerapporteerd op niveau van de actieplannen.

Het decreet over het lokaal bestuur heeft een specifieke wijze van goedkeuren opgesteld voor het aanpassen van het meerjarenplan 2020-2025. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen, onder meer in de financiële nota en toelichting, zijn opgenomen als bijlage.

BESLUIT

Artikel 1

Het deel van de gemeente van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2023/2 - bevattende de strategische nota, de financiële nota en de toelichting vast te stellen.

Artikel 2

De kredieten voor 2024 opnieuw vast te stellen.

Artikel 3

Het deel van het OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2023/2 - goed te keuren.

Artikel 4

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2023/2 - wordt in zijn geheel vastgesteld.

Artikel 5

Het geconsolideerd financieel evenwicht van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - herziening 2023/2 - vast te stellen.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 9 stemmen tegen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Karine Métens en Billie Kawende)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Centraal kerkbestuur: jaarrekening 2022 - advies

MOTIVERING

Feiten en context

De gecoördineerde jaarrekening 2022 van de verschillende kerkfabrieken van de gemeente Meise werd ingediend door het Centraal Kerkbestuur Meise op 30 oktober 2023.

Gelet op het detailoverzicht per kerkfabriek:

 

 

 

 

De gemeenteraad moet advies verlenen over deze jaarrekening.

Juridische gronden

Het decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Advies/argumentatie

Overwegende dat zowel het exploitatie- als het investeringsresultaat positief is voor alle kerkfabrieken;

Overwegende dat dit resulteert in een vermindering van de gevraagde toelagen voor het boekjaar 2024;

Overwegende dat op basis van de beschikbare gegevens geen anomalieën worden vastgesteld in de jaarrekeningen 2022 van de verschillende kerkfabrieken;

wordt aan de gemeenteraad voorgesteld gunstig advies te verlenen over de gecoördineerde jaarrekening 2022 van het centraal kerkbestuur.

Financiële gevolgen

De gevraagde exploitatie- en investeringstoelagen 2024 voor de verschillende kerkfabrieken, opgenomen in het meerjarenplan 2020 - 2025, worden hierdoor gunstig beïnvloed.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad geeft een gunstig advies omtrent de gecoördineerde jaarrekening 2022 van het centraal kerkbestuur Meise.

Artikel 2

Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en het centraal kerkbestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Centraal kerkbestuur: advies coördinatie budgetwijziging 2023 en coördinatie budget 2024

MOTIVERING

Feiten en context

Het ontwerp van gecoördineerde budgetwijziging 2023 en het gecoördineerd ontwerp van budget 2024 van de verschillende kerkfabrieken van de gemeente Meise, werd voor advies overgemaakt door het Centraal Kerkbestuur Meise op 27 november 2023.

Het advies van het aartsbisdom Mechelen-Brussel is op heden nog niet beschikbaar.

Het ontwerp van gecoördineerde budgetwijziging 2023 is enkel een technische wijziging in functie van de samenvoeging van de acht kerkfabrieken naar twee (Meise en Wolvertem). De gevraagde exploitatietoelage 2023 blijft behouden op €237.699,73 conform het goedgekeurde meerjarenplan.

Gelet op het detailoverzicht budget 2024 per kerkfabriek:

 

 

 

 

De voorgestelde exploitatietoelagen 2024 passen binnen het gemeentelijk meerjarenplan.

In het initieel meerjarenplan 2020-2025 werd voor 2024 een exploitatietoelage van €366.739,45 goedgekeurd, terwijl de gevraagde exploitatietoelage voor 2024 nu €256.312,60 bedraagt.

De raad is bevoegd om advies te geven omtrent de budgetwijziging 2023 en het budget 2024.

Juridische gronden

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Het decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 40 en 41.

Advies/argumentatie

Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente op 2 maart 2020;

Gunstig advies voor het ontwerp van gecoördineerde budgetwijziging 2023 en het ontwerp van coördinatie budget 2024.

Financiële gevolgen

In de aanpassing van het gemeentelijk meerjarenplan 2023 herziening 2 zijn voldoende kredieten voorzien in het budget 2023 en de volgende jaren.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/64900000/07900 - exploitatietoelagen kerkfabrieken

GE/64900000/07900 - exploitatietoelagen kerkfabrieken

 

€ 237.699,73  (2023)

 

€256.312,60 (2024)

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad geeft GUNSTIG advies voor het ontwerp van gecoördineerde budgetwijziging 2023 van het Centraal Kerkbestuur.

Artikel 2

De gemeenteraad geeft GUNSTIG advies voor het ontwerp van gecoördineerd budget 2024 van het Centraal Kerkbestuur.

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing via het digitaal loket lokaal besturen over te maken aan het Centraal Kerkbestuur, het aartsbisdom Mechelen en de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Aanstelling advocaten voor juridisch advies en vertegenwoordiging in specifieke materies voor lokaal bestuur van Meise (01 februari 2024 - 31 januari 2026) - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Aanstelling advocaten voor juridisch advies en vertegenwoordiging in specifieke materies voor lokaal bestuur van Meise (01 februari 2024 - 31 januari 2026)” werd een bestek met nr. 2023244 opgesteld door de aankoopdienst van lokaal bestuur Meise.

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (Juridische diensten inzake burgerlijk recht), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw;
* Perceel 2 (Juridische diensten inzake fiscaal recht, in bijzonder gemeentelijke belastingreglementen), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw;
* Perceel 3 (Juridische diensten inzake omgevingsrecht), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw;
* Perceel 4 (Juridische diensten inzake administratief recht), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw;
* Perceel 5 (Juridische diensten inzake arbeidsrecht en sociale zekerheid), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw;
* Perceel 6 (Juridische diensten specifiek voor de sociale dienst van het Ocmw), raming: € 16.528,93 excl. btw of € 20.000,01 incl. 21% btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 99.173,58 excl. btw of € 120.000,06 incl. 21% btw.

Percelen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 worden afgesloten voor een duur van 24 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

De huidige opdracht wordt gesloten door middel van een raamovereenkomst met meerdere deelnemers waarbij alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald. De deelnemers zullen niet opnieuw in mededinging gesteld worden.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 89, § 1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van € 750.000,00 niet) en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024 op budgetcode 61500000/01100 en in het budget van de volgende jaren.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

61500000/01100 - ______________

______________

 125.000,00

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2023244 en de raming voor de opdracht “Aanstelling advocaten voor juridisch advies en vertegenwoordiging in specifieke materies voor lokaal bestuur van Meise (01 februari 2024 - 31 januari 2026)”, opgesteld door de aankoopdienst van lokaal bestuur Meise, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 99.173,58 excl. btw of € 120.000,06 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 61500000/01100 en in het budget van de volgende jaren.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

AC - Instap Raamcontract Server en Storage - Provincie Vlaams-Brabant - Simac - Goedkeuring afroep

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad verleende in zitting van 20 november 2023 goedkeuring aan de gunning en lastvoorwaarden van de opdracht “AC - Instap Raamcontract Server en Storage - Provincie Vlaams-Brabant - Simac - Perceel 2 (Klassieke server en storage infrastructuur)” aan Simac nv, Arthur De Coninckstraat 5 te 3070 Kortenberg tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023237.

Het betreft een gezamenlijke opdracht waarbij gemeente Meise optrad in naam van Ocmw Meise bij de gunning van de opdracht.

Overwegende dat een afroep voor een bedrag van € 223.287,89 excl. btw of € 270.178,35 incl. 21% btw geplaatst moet worden bij de dienstverlener Simac nv, Arthur De Coninckstraat 5 te 3070 Kortenberg.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 24100000/01194-INVESTERING-U.

Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 21 november 2023.  De financieel directeur verleende een visum met nr.2023279 op 22 november 2023.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

24100000/01194 Investeringsproject

______________

 441.278,24

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan afroep 1 (vernieuwen serverinfrastructuur) van Simac nv, Arthur De Coninckstraat 5 te 3070 Kortenberg voor de opdracht “AC - Instap Raamcontract Server en Storage - Provincie Vlaams-Brabant - Simac - Perceel 2 (Klassieke server en storage infrastructuur)” voor een bedrag van € 223.287,89 excl. btw of € 270.178,35 incl. 21% btw.

Artikel 2

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 24100000/01194-INVESTERING-U.

Artikel 3

De factuur en de afroep worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Beslissing over de aanleg van een gemeenteweg en de wijziging van voetweg 50

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor een nieuwe verkaveling ingediend namens MESO STUDIEBUREAU BVBA met als contactadres Jan Mulsstraat 132 bus 201 te 1853 Grimbergen voor percelen gelegen langsheen de Hoefkantweg zn te 1860 Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F.

De omgevingsaanvraag heeft als voorwerp het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw, waarvan 5 loten voor open bebouwing en 6 loten voor halfopen bebouwing, met aanleg van nieuwe wegenis.

Het projectgebied situeert zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Hoefkantweg, te 1860 Meise. Het voorziet de aansluiting van 11 loten via een nieuwe infrastructuuraanleg van een doodlopende weg met op het einde een keerpunt.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat tevens het gedeeltelijk verplaatsen van de voetweg nummer 50 gelegen tussen de te creëren loten 10 en 11, zoals aangeduid op het rooilijnplan. Onder deze voetweg bevindt zich een Aquafin-leiding waarvoor een erfdienstbaarheidszone gevestigd is ten voordele van Aquafin. De huidige voetweg nummer 71 blijft behouden.

Het omgevingsdecreet, in het bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:

Ҥ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt."

Het omgevingsbesluit, in het bijzonder artikel 47, bepaalt dat:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit stelt:

“Art. 47. Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

Huidige beslissing betreft enkel de gevolgen van de aanleg van een nieuwe gemeenteweg en de gedeeltelijke verplaatsing van de ligging van voetweg nummer 50 tussen de toekomstige loten 10 en 11 die voorwerp uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag, zoals aangeduid op het bijgevoegde rooilijnplan.

Om de te ontwikkelen percelen te kunnen ontsluiten, is het noodzakelijk dat er nieuwe wegenis wordt aangelegd.

De, volgens de bepalingen van de overeenkomst die door de uitvoerende dienst werd opgemaakt en tevens ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd, aangepaste en nieuw aan te leggen weg zal na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan de gemeente om deze op te nemen in het openbaar domein.

Er werd een openbaar onderzoek omtrent de omgevingsvergunningsaanvraag gevoerd van 14 september 2023 tot 13 oktober 2023. Er werden negen bezwaren ontvangen.

Juridische gronden

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de bepalingen van artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het gemeentewegendecreet stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening wordt gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Artikel 12 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat in afwijking van artikel 11 de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

Op het perceel van de nieuwe verkaveling bevindt er zich tussen lot 10 en lot 11 een voetweg nummer 50, vandaag te benoemen als "gemeenteweg".  Deze voetweg werd in 1957 deels verplaatst zoals aangeduid op onderstaand uittreksel van de Atlas der Buurtwegen (kaartblad nummer 6, geel = deel af te schaffen, rood = nieuw aan te leggen).


Deze nieuwe ligging van voetweg nummer 50 wordt nu, ingevolge de omgevingsvergunningsaanvraag, opnieuw aangepast met een gedeeltelijke verplaatsing tussen punt A en B, aangeduid met een rode lijn op de onderstaande luchtfoto. De aanpassing voorziet de toegang tot een RWA-bekken.


Door de verplaatsing neemt de afstand tussen punt A en B met circa 6 meter toe ten opzichte van de bestaande bedding van de voetweg aangegeven in de Atlas der Buurtwegen. Deze aanpassing heeft geen impact op het gebruik van de voetweg, noch op de veiligheid van de weggebruiker: het nieuwe tracé wordt niet extra belast met gemotoriseerd verkeer, de rooilijnbreedte blijft dezelfde, het verschil in afstand is minimaal.

Momenteel is de ligging van voetweg nummer 50 ter hoogte van de verkaveling niet zichtbaar op het terrein en in gebruik als akkerland. Slechts het gedeelte gelegen in het verlengde van voetweg nummer 71 wordt effectief gebruikt als voetweg en heeft een belangrijke verbindingsfunctie richting de Potaardestraat. Het projectvoorstel herstelt het tracé van voetweg nummer 50 terug in ere en voorziet een open bedding toegankelijk voor de zwakke weggebruiker binnen de eigendomsstructuur van de verkaveling.

 

 



In het kader van het algemeen belang wordt het opportuun geacht om de voetweg opnieuw te realiseren in waterdoorlatende materialen in de op het rooilijnplan aangegeven bedding van voetweg nummer 50.

Dit betekent een start voor de heropwaardering van het fijnmazig voetwegennetwerk in Sint-Brixius-Rode. Aansluitend zal het lokaal bestuur van Meise zich inzetten om de resterende bedding van de voetweg nummer 50 vrij te maken zodat de verbinding richting de 's Herenweg en Papenmeuter wordt hersteld.

Het tracé van de naastgelegen voetweg nummer 71 blijft integraal behouden in zijn huidige vorm. Deze zorgt voor de verbinding tussen de kerk, de Potaardestraat en de woonwijk aan de Berthoutstraat. De bestaande rooilijn van deze voetweg heeft in de Atlas der Buurtwegen binnen de contour van de verkaveling  een breedte van 1,65 meter, welke niet wordt gewijzigd en dus geen deel uitmaakt van deze besluitvorming. Bijgevolg wordt het netwerk van trage wegen in stand gehouden.

Voor de ontsluiting van de percelen in de verkaveling wordt, in het verlengde van de huidige Hoefkantweg, een nieuwe weg aangelegd met achteraan een keerpunt. De verkaveling vormt een laatste invulling van de wooninbreiding in het centrum van Sint-Brixius-Rode. Ze bevindt zich aan de rechterzijde in het verlengde van de bestaande Hoefkantweg. De percelen gelegen aan de overzijde van de verkaveling worden allen ontsloten via de Broekstraat. De ontworpen wegenis hypothekeert geenszins de ontsluiting van enig perceel in dit binnengebied. Er wordt ook een uitwijkstrook voorzien om het passeren van andere weggebruikers in tegengestelde richting toe te laten. Langsheen de weg worden acht door iedereen te gebruiken parkeerplaatsen aangelegd.

De rijweg wordt aangelegd in een verharding van grijze en antraciete betonstraatstenen (elleboogverband), opgesloten door een boordsteen type IID1. In totaal zullen er 8 publieke parkeerplaatsen voorzien worden. Deze parkeerplaatsen worden aangelegd in hetzelfde materiaal als de bermstrook, namelijk grasbetontegels. Aangezien de wegenis een beperkte breedte heeft, wordt er een uitwijkstrook voorzien met een lengte van 15,83 meter. Een deel van de bestaande rijweg in asfalt wordt heraangelegd in asfalt met als toplaag type APT-C en als onderlaag type APO-A opgesloten door een prefab straatgoot van het type IIE2.

De toegankelijkheidsnormen in de wegenis worden gerespecteerd. De inrichting en inrichtingsmaterialen sluiten aan bij een woonerf: een gelijkgrondse inrichting met verschillende materialen van onder andere het type klinkerwerk, betonstraatstenen, grasbetontegels, etc. De gebruiksfunctie zal vertaald worden in de verschillende materialen en/of kleuren die worden toegepast. Deze aanleg vertaalt zich in leefkwaliteit.

Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentewegendecreet geeft de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. In casu wordt één gemeenteweg in het project gewijzigd en één aangelegd. Door de voorgestelde wijzigingen slechts te beoordelen voor zover deze gelegen zijn op eigendom van de aanvrager dienen er ook geen compenserende vergoedingen betaald te worden.

De eerste projectversie werd aan een openbaar onderzoek onderworpen van 17 juli 2023 tot en met 15 augustus 2023. Naar aanleiding van de ontvangen bezwaren tijdens het eerste openbaar onderzoek heeft de aanvrager besloten om een gewijzigde projectversie in te dienen: projectversie 2. Dit heeft geleid tot het opnieuw inwinnen van de adviezen en de organisatie van een tweede openbaar onderzoek van 14 september 2023 tot en met 13 oktober 2023. De projectversie 1 komt met de projectversie 2 zonder voorwerp.  De evaluatie van het dossier betreft de plannen, documenten, ingediende adviezen en bezwaren over projectversie 2.

Tijdens het openbaar onderzoek over projectversie 2 ontving het college 9 bezwaarschriften. Aan elk bezwaarschrift werd een nummer toegekend van 1 tot 9. De bezwaarschriften handelen zowel over de aanleg van de wegenisinfrastructuur, de voetwegen, de onvolledigheid van de plannen als stedenbouwkundige aspecten. De bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op de ontworpen wegenisinfrastructuur en de aangrenzende voetwegen worden in deze beslissing beoordeeld. De bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op het stedenbouwkundig aspect van het project worden door het college beoordeeld in de besluitvorming over de omgevingsvergunningsaanvraag. Hieronder volgt een chronologische opsomming van de ontvangen bezwaarschriften (tekst bezwaarschrift is in kleur aangeduid).

Bezwaarschrift nummer 1

1.A.De verkavelingsplannen die voorliggen houden te weinig rekening met de aanwezige ecosystemen en de reeds bestaande wateroverlast problematiek.

Op de plannen van de verkavelingsaanvraag kan je zien dat er nauwelijks rekening gehouden wordt met de bomen die langs het smalle pad staan.  Dat smalle pad dat nu mogelijk maakt dat bomen en hagen verder groeien zal plaats maken voor een bredere weg. 
De aanleg van de weg, de bijhorende nutsvoorzieningen en de extra woningen in de aangevraagde nieuwe verkaveling zullen extra verharding van de boven- en ondergrond meebrengen.
Het beschadigen van het wortelgestel is dus onvermijdelijk maar zou tot een minimum beperktmoeten worden. De verdwijning van de prachtige oude Es zou een zware opdoffer zijn voor de beschermende ecosystemen op deze locatie.
Als de gemeente Meise het echt meent en een bomenvisie wil ontwikkelen zoals ze beweert en we kunnen lezen op de website van de gemeente en in de enquête van RLBK Brabantse Kouters, dan zou alles in het werk gesteld moeten worden om deze en andere markante en bijzonder nuttige bomen te beschermen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het smalle pad waarnaar verwezen wordt in het bezwaar betreft het tracé van de voetweg nummer 71 dat een aangename verbinding maakt voor fietsers/voetgangers tussen het dorp van Sint-Brixius-Rode, zijnde van aan de kerk, tot de Potaardestraat.

 


Het plan met de bestaande toestand geeft de ligging van de voetweg nummer 71 weer met de lijnvormige groenstructuur die wordt gevormd op de rechtergelegen aangrenzende percelen langsheen de voetweg gezien van de kerk naar de Potaardestraat.




Ofschoon de Atlas der Buurtwegen aangeeft dat het tracé van de voetweg nummer 71 ter hoogte van de verkaveling zich op de percelen bevindt van de betrokken eigenaars bij de verkaveling wordt het tracé van de voetweg nummer 71 in zijn bestaande toestand behouden. Noch aan de aanleg van het pad, noch aan het tracé van de voetweg nummer 71 wordt een aanpassing gedaan. De verkavelingscontour bevindt zich verder weg van het tracé van de voetweg nummer 71. De tussenruimte wordt ingezaaid met gras en gras/bloemenmengsel. Er is dan ook helemaal geen sprake van een verbreding van voetweg nummer 71. Voor de verduidelijking wordt onderstaand ingezoomd op een relevant deel van het verkavelingsplan.

 


De aanplantingen op de aanpalende percelen werden wel degelijk meegenomen in het ontwerp en hebben net geleid dat er zich tussen de nieuwe rooilijn (start verkavelingscontour zijde tracé voetweg nummer 71) en de aanleg van de wegenis nog een tweede groene bufferruimte wordt gevormd. In deze groenstrook zullen 3 grachten aangelegd worden dewelke zullen dienen als infiltratie- en buffersysteem voor het hemelwater afkomstig van de nieuwe wegenis en de nieuwe woningen. Het overige gedeelte van de groenstrook wordt hier voorzien in ingezaaid gras en gras/bloemenmengsel. Tussen de nieuwe wegenis en de grachten worden 9 bomen en 30 schaduwtolerante inheemse lage heesters aangeplant.  De lage heesters worden aangeplant om de bestaande groene tunnel te versterken. Ofschoon de eigendomsrechten van de eigenaars van de gronden binnen deze verkaveling niet geschonden kunnen worden door aanwezige beplantingen op aanpalende eigendommen werd de bescherming van deze lineaire groenstructuur bij de voorbesprekingen van het ontwerp zeker meegenomen. De ontworpen gracht in de bufferstrook wordt gedeeltelijk ingebuisd en omgelegd ter hoogte van de landschappelijk waardevolle beplanting. Er wordt geen enkel infrastructuurwerk voorzien onder de kruinen van de bomen op aanpalende eigendommen.

 


Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

1.B.  De aanleg van de weg, de bijhorende nutsvoorzieningen en de extra woningen in de aangevraagde nieuwe verkaveling zullen extra verharding van de boven- en ondergrond meebrengen.
De kans op nog meer wateroverlast zou dan enkel toenemen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De wegeniswerken in de verkaveling omvatten de aanleg van een straat met doodlopend karakter en keerpunt. De aanleg van verharding neemt inderdaad toe maar wordt tot het strikt noodzakelijke herleid en wordt zo aangelegd dat het hemelwater op de verharding aan de randen en in de bufferstrook wordt gebufferd en ter plaatse kan infiltreren.  Op het verkavelingsplan nieuwe toestand staan 11 loten voor eengezinswoningen getekend. De oppervlakte van niet waterdoorlatende wegverharding bedraagt 870 m². Tussen de rijweg en de rooilijn ter hoogte van de loten, wordt de bermstrook aangelegd in waterdoorlatende grasbetontegels.

In de verkaveling wordt een DWA aangelegd en een grachtensysteem dat overstort op de bestaande RWA-riolering gelegen bij de voetweg nr. 71. In de grachten wordt zowel geïnfiltreerd als gebufferd.


RWA

De in rekening te brengen oppervlakte voor de infiltratievoorziening bedraagt dan conform de GSV:

Totaal aangesloten verharde oppervlakte oppervlakte m²

- Ondoorlatende wegverharding      870 m²

- Dakoppervlakte kavels (80m² per kavel)     880 m²

TOTAAL 1750 m²

Het infiltratie/buffersysteem bestaat uit 4 grachten die een totale buffercapaciteit hebben van 69 850 liter en een totale infiltratieoppervlakte van 197,92 m². Zowel het volume als de infiltratieoppervlakte zijn gedimensioneerd conform de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening. De grachten worden niet dieper gelegd dan 80 cm-mv. Het bodempeil van de laagst gelegen gracht bevindt zich op 27,55 m-TAW. Het overstortpeil bevindt zich telkens 20 cm onder het maaiveld. Het overstort naar de RWA-leiding bevindt zich op 28,15 m-TAW of 20 cm-mv. De doorvoer naar de collector van Aquafin bevindt zich op 28,05 m-TAW of 30 cm-mv. De RWA wordt aangesloten op de collector van Aquafin. Dit is een betonnen leiding met diameter 800 mm.

Ter hoogte van het project ligt een zandleembodem met drainageklasse c. De infiltratiecapaciteit bedraagt 7,89 x 10-7 m/s of ca. 2,84 mm/u; dit is de laagst gemeten waarde. Er wordt een veiligheidsfactor 2 toegepast. De hoogst gemeten grondwaterstand (op 24/01/2018) ligt op 1,15 m-mv. Indien er enkel wordt ingezet op infiltratie, is er reeds overstort bij een T1,39. Daarom wordt gekozen voor een combinatie van infiltratie en buffering. Wanneer er zowel infiltratie als bufferzone met vertraagde afvoer wordt voorzien, kan er volgens het Sirio-model ca. 61 % worden geïnfiltreerd. Er is 1 % doorvoer. De overige 38% is hergebruik. Er is slechts overstortwerking bij een T100.

Het voorstel voorziet voldoende waterbuffering en infiltratieruimte om het hemelwater op te vangen. Dit werd bevestigd in het advies van Aquafin van 21 augustus 2023 met referte P23006499.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

1.C. Anderzijds houden de plannen voor de verkaveling en in het bijzonder de nieuwe straat onvoldoende rekening met mobiliteit en veiligheid. De inrichting van de smalle straat en het aantal nieuwe woningen en daarbij horende voertuigen zal problemen meebrengen. Zowel voor het ruimen van huisvuil als voor politie en brandweerdiensten is de toegang tot de straat en het manoeuvreren in de straat bijzonder moeilijk volgens de huidige plannen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De rijweg wordt aangelegd in een verharding van grijze en antraciete betonstraatstenen (elleboogverband), opgesloten door een boordsteen type IID1. In totaal zullen er 8 publieke parkeerplaatsen voorzien worden. Deze parkeerplaatsen worden aangelegd in hetzelfde materiaal als de bermstrook, namelijk grasbetontegels. De verharding werd teruggedrongen tot het strikt noodzakelijke. Dit betekent dat de rijweg van de wegenis voor de 11 eengezinswoningen een verharde breedte heeft van 4,20m met daarnaast een strook van 1m breed in waterdoorlatende grasbetontegels. Daarnaast wordt er nog een uitwijkstrook, eveneens in grasbetontegels, voorzien met een lengte van 15,83 meter. Een deel van de bestaande rijweg in asfalt wordt heraangelegd in asfalt met als toplaag type APT-C en als onderlaag type APO-A opgesloten door een prefab straatgoot van het type IIE2. De nieuwe infrastructuur voorziet aan het straateinde een keerpunt met een breedte van 11,20m verhard + 1m in betongrastegels en een lengte van 14m verhard.

 


De brandweer concludeerde op 12 september 2023 met referte TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 dat het ontworpen keerpunt en de breedte van de wegenis voldoende groot is voor de interventievoertuigen om op een snelle manier de eengezinswoningen langsheen deze infrastructuur te bereiken. Met enige realiteitszin kunnen we stellen dat een wegenis die bereikbaar is voor een interventievoertuig van de brandweer, ook bereikbaar is voor een vuilniskar.

De breedte van de nieuw aan te leggen weg zorgt er enerzijds voor dat de bereikbaarheid van de woningen voldoende verzekerd wordt en anderzijds – door deze niet breder aan te leggen- dat de snelheid van de weggebruikers afgeremd zal worden, hetgeen de verkeersveiligheid zeker ten gunste komt.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Bezwaarschrift nummer 2

2.A. Uit het nieuwe herwerkte plan blijkt nogmaals dat er onvoldoende garantie bestaat dat de waardevolle oude bomen en hagen op de reeds bebouwde percelen grenzend aan de historische voetweg het na de geplande ingrepen zullen overleven. Juist deze bomen en hagen zijn een uiterst belangrijk gegeven en maken al zeer lang deel uit van het mooie dorpslandschap en karakteristieke beeld van de Hoefkantweg. Hun nut en waarde werd door ons en andere inwoners van Meise al voldoende toegelicht in de eerder ingediende bezwaren.

Het is bewonderenswaardig dat de gemeente in samenwerking met Regionaal Landschap Brabantse Kouters werkt aan een bomenbeleidsplan voor Meise. Wij rekenen erop dat de lopende enquête, waaraan wij, overtuigd van het nut van dergelijke bevragingen, graag onze medewerking hebben verleend tot nuttige resultaten zal leiden. En dat het werk niet beperkt zullen blijven tot het inventariseren van en wat extra aandacht voor bomen in lanen of openbare pleintjes.

Ook waardevolle bomen in privé bezit in heel de gemeente Meise zijn het waard om geïnventariseerd en opgevolgd te worden gezien hun grote nut, niet alleen voor de eigenaars, maar voor heel de gemeenschap. Gepaste deskundige aanbevelingen en ondersteuning bij de boomverzorging dienende tot bescherming en behoud van deze bomen zijn meer dan wenselijk. Vooral ook als een teken van aanmoediging en respect voor de jarenlange toewijding waarmee de eigenaars hun beplanting en groenvoorziening verzorgd hebben en de kosten die zij hiervoor hebben gemaakt.Ons lijkt het niet meer dan logisch dat de gemeente Meise alles in het werk stelt opdat de meer dan 100 jaar oude es (een levend monument?) en de beplanting in zijn entourage in de Hoefkantweg gezond en wel verder zou kunnen groeien.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder bezwaaronderdeel 1.A.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Bezwaarschrift nummer 3

3.A. Uit de nieuwste plannen blijkt opnieuw een verwaarlozing van de landelijkheid van de omgeving en van de bestaande aanplantingen.

Op het recentste plan, werd de bomenrijkdom met een minimale groene wolk ingekleurd. De stammen van de honderdjarige es en van de vele beuken in de beukenhaag werden niet ingetekend. De kruinen van de opstaande bomen reiken tot 9.5 m van de kern van de stammen. Op het plan, nauwelijks gedeeltelijk tot over de wadi's ingekleurd; in realiteit, tot over de straat, tot tegen de voortuintjes van de overburen. Dit is een uiterst belangrijk gegeven, vermits de geplande aanleg van de straat met riolering, graafwerken impliceert die het wortelbestand van deze bomen fataal zal raken en tot het afsterven van de bomen zal leiden.

De vergunning verlenende overheid kan in haar beoordeling deze toestand en bedreiging niet opnemen.

Op de percelen staan in de beukenhaag (afgebeeld door een fijn streepje op de plannen) 16 beuken, evenals een es (hoogte 15 - 20 m) met een leeftijd van 100-120 jaar. Enkele van de beuken hebben dezelfde hoogte. Deze haag en bomenrij vormen waardevolle kenmerkende landschappelijke elementen en versterken de landelijkheid van dit gebied.

Door de inplanning van een gracht dicht bij de voetweg en op ca. 2 m van de hoogstammige bomenrij, is het een zekerheid dat het wortelbestand van deze bomen - in het bijzonder van de uiterst waardevolle es - in levensbedreigende mate wordt beschadigd. Ook zullen de bomen aanzienlijk ingesnoeid moeten worden om de weg berijdbaar te maken. Een dergelijke gracht was niet voorzien in de plannen van december 2022. Het regenwater kan opgevangen worden door een riool die onder de straat langs de kant van de huizenrij kan aangelegd worden. Het is een goed idee naast de weg, een haag en een groene strook in te plannen. De aanleg van een gracht daarentegen is onaanvaardbaar.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat divers fotomateriaal met de weergave van de bestaande toestand van de lineaire groenstructuur op de percelen die grenzen aan de verkaveling.



Het normenboek voor omgevingsvergunningsaanvragen voor het verkavelen van gronden stelt dat het verkavelingsplan onder meer de inplantingsplaats van de individuele hoogstammige bomen of de rand van de bebossing weergeeft voor de bestaande toestand binnen de verkaveling en voor de onmiddellijke omgeving zijnde binnen een perimeter van 10m van het goed, met aanduiding van de percelen, de inplanting van de bestaande bebouwing, type en functie van de aanwezige constructies en de vermelding van het gebruik van de percelen.

De weergave van de “minimale groene wolk” zoals beschreven in het bezwaarschrift, geeft samen met de verschillende foto’s bij de aanvraag van de aanwezige groenstructuren langsheen voetweg nummer 71 en het document met de luchtfoto VA_VP_B_1.pdf een duidelijk beeld van de bestaande toestand. De informatie op de plannen bestaande toestand (VA_VP_B_1.pdf  en VA_VP_B_2.pdf) voldoet aan hetgeen opgenomen werd in het normenboek voor omgevingsvergunningsvragen voor het verkavelen van gronden. Het waardevol gegeven van de lineaire groenstructuur wordt niet betwist en werd zeker ter harte genomen in het ontwerp. De aanleunende voetweg nummer 71 wordt dan ook in zijn bestaande toestand behouden.

Wat het bezwaarschrift betreft met betrekking tot de aanleg van de grachten wordt enerzijds verwezen naar de evaluatie onder het bezwaaronderdeel 1.A., anderzijds aangevuld met het hierna volgende: De ontworpen grachten ter hoogte van de groenstructuur bevinden zich op meer dan 2 m van de inplanting van groenstructuren. Ter hoogte van de hoogstammige es waarnaar verwezen wordt in het bewaarschrift is geen gracht maar louter een buis aangelegd onder zachte helling als verbinding tussen de uit elkaar gelegen infiltratiegrachten.

 



 

Op hogervermeld lengteprofiel zijn de verbindingen tussen de grachten weergegeven. Deze bevinden zich vrij dicht onder maaiveldniveau om de infiltratiecapaciteit in de grachten maximaal te houden. Deze verbindingen bevinden zich ter hoogte van het hoogstammig groen op minimum 5,1m en 7m afstand van de rechtergelegen tracégrens van voetweg nummer 71 gezien van de kerk richting Potaardestraat. De inplanting van de groenstructuren bevindt zich nog verder van de voetweg op de private aangrenzende percelen. Waar parallel aan lineair groen een infiltratiegracht aanwezig is, bedraagt de afstand minimum 3,10m.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

3.B. Het aantal woningen werd van 14 naar 11 herleid. Vermits de verkaveling in een landelijk gebied is gesitueerd, is dit aantal nog te groot vermits de ruimte tussen de bebouwbare zones een beplanting van bomen en struiken aangepast aan de landelijkheid van de omgeving, onmogelijk maakt.

De ruimte voor de woningen dreigt één grote steenvlakte te worden in functie van opritten naar de garages en parkings voor auto's. Daar is dus evenmin ruimte voor een aangepaste beplanting.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

3.C. Een parking in de omgeving van deze 11 woningen is niet ingepland. Een kleine strook met stationeringsmogelijkheid lost het parkeerprobleem niet op. We kunnen er vanuit gaan dat de ruimten voor de woningen bij de koppelwoningen integraal en bij de alleenstaande woningen grotendeels, door parkeervakken zullen ingenomen worden. Gelet op de bijna totale afwezigheid van openbaar vervoer in de omgeving, moet per woning met quasi zekerheid, op twee auto's gerekend worden. Twee auto's kunnen niet in de garage en evenmin in de strook naast het huis geplaatst worden. De permanente aanwezigheid van een rij geparkeerde auto's en de onmogelijkheid van gepaste aanplantingen zijn niet te verzoenen met het landelijk karakter van dit gebied. De geplande verkaveling betekent een aanslag op de landelijkheid van dit gebied en van de kern Sint-Brixius.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De ruime kavels met een achteruitbouwstrook van minimum 7 meter bieden de mogelijkheid tot de opvang van de private parkeerbehoefte à rato van 2 wagens per gezin. Het ontwerp voorziet 8 publieke parkeerplaatsen voor de bezoekers. Wanneer er minder voorzieningen worden genomen voor gemotoriseerd verkeer, zal het gebruik van gemotoriseerd verkeer ontmoedigd worden en het gebruik van de zachte mobiliteit hierdoor worden aangemoedigd. In een landelijk karakter mag de zachte mobiliteit primeren op de harde mobiliteit.

De stelling over de totale afwezigheid van openbaar vervoer wordt niet gevolgd: De buslijnen 260 en 534 van vervoersmaatschappij De Lijn kennen hun halte op amper 227,35 meter wandelafstand van het einde van de bestaande wegenis. Binnen een zone tot 300 meter loopafstand van een bushalte wordt ca. 50% meer reizigers verwacht, stelt een onderzoek van de universiteit Gent.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

3.D. We verzetten ons uitdrukkelijk tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het te groot aantal woningen en de uitgraving van een gracht die de overlevingskansen van de bestaande waardevolle beplantingen naast de Hoefkantweg ernstig bedreigen. Er is in onze landelijke gemeente reeds veel wateroverlast en teveel betonnering. Het water komt vanuit de velden naar de huizen toegestroomd. De voetweg staat veel onder water bij zware regenbuien, zeer onlangs nog opgemerkt.

Werd hier rekening gehouden met het sinds 2 jaar verplichte 'Blue Deal'? Heeft Meise een hemelwater — en droogteplan klaar? Bij plotse en hevige regenval kan de bodem het water moeilijker vasthouden wat kan leiden tot overstromingen. Vlaanderen is bovendien extra kwetsbaar voor zowel watertekort als wateroverlast omdat onze regio dichtbevolkt is, overbouwd en vol verharde gebieden en de regen stroomt massaal weg via riolen en grachten. En we weten allemaal dat de klimaatverandering nog veel hevigere regenbuien zal meebrengen. Dus stop de betonnering. Deze verkaveling druist in tegen de ingeroepen betonstop : stoppen met bouwen in landelijk gebied en hoger bouwen in stedelijk gebied.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden onder de bezwaaronderdelen 1.A., 1.B. en 3.A. De ontworpen infiltratiegrachten kaderen binnen de verplichte ‘Blue Deal’ en de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het voorstel voorziet voldoende waterbuffering en infiltratieruimte om het hemelwater op te vangen en ter plaatse in de bodem vast te houden. Dit werd bevestigd in het advies van Aquafin van 21 augustus 2023 met referte P23006499.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

3.E. Tevens verzetten we ons tegen de aflevering van een vergunning omdat de voorgelegde plannen - net zoals deze bij eerdere openbaar onderzoeken — doelbewust misleidend zijn opgesteld, door de minimale inkleuring van de bomenrij en hagen in het voorgelegde plan.

We behouden ons het recht voor na dit bezwaarschrift nog aanvullende bezwaren in te dienen. We verklaren het bijgevolg niet, zoals op het formulier wordt voorgedrukt, als zijnde volledig.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden onder de bezwaaronderdelen 3.A. en 4.D.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Bezwaarschrift nummer 4

Met uw aangetekende brief dd. 13.09.23 bracht u ons op de hoogte van de heropening van het openbaar onderzoek over de omgevingsvergunningsaanvraag voor een verkaveling langs de Hoefkantweg.

Tot onze verrassing en deze van velen, vernemen we met uw aangetekende brief dd. 13.09.23 dat in de loop van de procedure, voor een beslissing van het schepencollege, inzake het tweede verzoek tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor het project Hoefkantweg, het openbaar onderzoek wordt heropend. Dit kan niet anders dan tot verwarring leiden bij de bevolking en in het bijzonder van diegenen die in het kader van het eerste openbaar onderzoek een bezwaarschrift hebben neergelegd en de vraag oproept of de reeds ingediende bezwaren al dan niet meegenomen worden bij de besluitvorming over de vergunningsaanvraag.

Vermits er geen essentiële verschillen zijn tussen het plan 1 en plan 2, zou het van wijsheid getuigen mocht het schepencollege de eerder ingebrachte bezwaarschriften meenemen voor de beoordeling van de nu lopende vergunningsaanvraag.

In de historiek die door de plannenmaker aan dit dossier is toegevoegd, worden we getroffen door de melding van het aantal bezwaren dat zou zijn neergelegd tijdens het tweede openbaar onderzoek waarover door het schepencollege nog geen beslissing was genomen.

Bij nader onderzoek stellen we vast dat de aanvullende en vervangende documenten die worden ingebracht en die de aanleiding zijn tot de heropening van het openbaar onderzoek, het derde, inhaken op de bezwaren die voor het openbaar onderzoek dat op 15.08.23 werd afgesloten, zijn neergelegd.

4.A. We tekenen bezwaar aan tegen de voorgelegde plannen omdat de AANWEZIGE AANPLANTINGEN op de aanpalende percelen de realisatie ervan niet toelaten.

Het aantal en de inhoud van de bezwaarschriften waren de plannenmaker klaarblijkelijk bekend en het zal hem getroffen hebben dat in diverse bezwaarschriften het ontbreken van de bomenrij op ons perceel en dit van de buren als een intentionele poging tot misleiding wordt aangeklaagd, te meer daar de gebruikte luchtfoto, zoals in het eerste voorgelegde dossier, een winterfoto is en hierop deze bomenpartij niet of nauwelijks te bespeuren valt. Wat een vals beeld geeft van de realiteit, wat de plannenmaker goed uitkomt. Het is ons niet duidelijk gemaakt wie de keuze van de gebruikte luchtfoto's heeft gemaakt. Bevreemdend is wel dat voor het eerste én het tweede openbaar onderzoek telkens een winterfoto werd gebruikt.

Het voorgelegd plan is eens te meer misleidend wat betreft de aanwezige aanplantingen en hun impact op de omgeving. Deze wordt nu eindelijk (h)erkend, maar geminimaliseerd. De bomenpartij is nochtans zeer markant aanwezig, door de overhang over de weg —tot 9.5m - en het veld en ook omdat ze quasi allen — een esdoorn, een es en 14 beuken in de haag zijn geworteld en bijgevolg vanop de Hoefkantweg kunnen gedetecteerd worden. Wat de aanwezige bomenpartij betreft: het gaat om een monumentale es (hoogte 15-20 m, stamomtrek 285 cm, kruinstraal 9.5 m, wortelgestel doormeter 28.5 m ) en 14 hoogstammige beuken in de beukenhaag van het overliggende perceel, Broekstraat 17, en een esdoorn in de haag van het perceel Broekstraat 19. Bovendien zijn er nog enkele bomen die zich op enkele meters van de haag bevinden, een monumentale notelaar en twee kerselaars.

Wat onmiddellijk opvalt bij het bekijken van het nieuwe verkavelingsplan, is de intekening van een groene wolk in het gebied waarin zich de bomen bevinden waarnaar in onze en andere bezwaarschriften bij de eerdere openbare onderzoeken werd verwezen. Het lijkterop dat de plannenmaker de aanplantingen van de overliggende percelen eindelijk heeft ontdekt. De inhoud van de bezwaarschriften ingediend bij het tweede openbaar onderzoek heeft hem hierbij beslist geholpen... De intekening hiervan ontbrak zowel op plan 2 als op plan 1, spijts onze opmerkingen terzake in ons eerste bezwaarschrift bij plan 1. De 'groene wolk' voldoet echter niet aan de eis tot individuele intekening van alle opstaande hoogstammige aanplantingen in de zone grenzend aan het verkavelingsgebied. De plannenmaker weet nochtans hoe het moet; zie naar de boomintekening op de percelen aan de kop van de verkaveling.

Deze bomen verdienen meer dan een 'groene wolk' en beslist meer dan een foutieve, misleidende wolk die een vals beeld geeft — eens te meer — van de opstaande aanplantingen en hun impact op de omgeving. Een 'groene wolk' kan slechts gebruikt worden voor de intekening van struikgewas. De

'wolk' op het voorliggende plan heeft een willekeurige vorm die niet beantwoordt aan de kruinen van de opstaande boomaanplantingen. De plannenmaker is wettelijk verplicht de talrijke hoogstammige bomen individueel met stam en kruinomvang op het plan in te tekenen; een verplichting die de plannenmaker beslist niet onbekend is maar eens te meer, niet vervult.

Wat de impact van de opstaande hoogstammige bomen betreft, moeten we doen opmerken dat de kruinen tot 9.5 m over de voetweg, de wadi-zone en de geplande straat reiken. Dit blijkt niet uit het plan waarop de impact van de bomen in wolkvorm wordt afgebeeld. Op de zomerluchtfoto van Geopunt is de aanwezigheid van deze bomenpartij zeer duidelijk merkbaar. Deze zone werd terecht opgenomen in de Boswijzer van het Agentschap Natuur en Bos. Het is dan ook meer dan bevreemdend dat de plannenmaker deze markant aanwezige bomenpartij in het verleden heeft genegeerd en deze op dit plan minimaliseert.

De boomkruinen is één zaak, belangrijk; het wortelgestel van deze bomen is een andere, nog belangrijker. Uit de studies die door de universiteit van Wageningen werden uitgevoerd en waarvan de resultaten werden gepubliceerd, blijkt dat de straal van de boomvariëteiten die op de overliggende percelen voorkomen een wortelgestel hebben dat 2 tot 3 x de kruinstraal inneemt. In concreto betekent dit 28.5 m (9.5 x 3) voor wat de es betreft. Voor de 14 beuken en de esdoorn is dit nauwelijks minder.

Die vaststelling heeft zware gevolgen voor de verkavelingsplannen. Dit betekent dat binnen de zone van 28.5 m van de boomstammen - de hagen - geen graafwerken mogen uitgevoerd worden; geen graafwerken voor de wadi's, ook niet voor de straat- en rioolaanleg.

Dit betekent niet meer of niet minder dan dat over een afstand van 70-80 m, door de nabijheid van de hoogstammige bomenrij geen straat kan aangelegd worden en dat er bijgevolg geen sprake kan zijn van de realisatie van een verkaveling zoals voorgesteld in het plan dat het voorwerp uitmaakt van het lopend openbaar onderzoek.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder het bezwaaronderdeel 1.A.

De bezwaarelementen met betrekking tot het wortelgestel van de es, beuken binnen de lineaire groenstructuur, inzonder “Die vaststelling heeft zware gevolgen voor de verkavelingsplannen. Dit betekent dat binnen de zone van 28.5 m van de boomstammen - de hagen - geen graafwerken mogen uitgevoerd worden; geen graafwerken voor de wadi's, ook niet voor de straat- en rioolaanleg.

Dit betekent niet meer of niet minder dan dat over een afstand van 70-80 m, door de nabijheid van de hoogstammige bomenrij geen straat kan aangelegd worden en dat er bijgevolg geen sprake kan zijn van de realisatie van een verkaveling zoals voorgesteld in het plan dat het voorwerp uitmaakt van het lopend openbaar onderzoek.”

Op onderstaande luchtfoto’s werden op een aantal plaatsen binnen de markante lineaire groenstructuur geelgekleurde constructiepunten aangebracht met daarrond een blauwgekleurde cirkel met een diameter van 28,5m waarbinnen zoals in het bezwaar aangegeven het wortelgestel van de hoogstammige bomen zich zouden bevinden en geen graafwerken zouden mogen plaatsvinden:



 



 

De woningen Broekstraat 10, 17 en 19, respectievelijk opgericht in 1970 (verbouwing 2000), 1977 en 1993 bevinden zich binnen deze perimeter. Gelet op het aangegeven 100-200 jarig bestaan van minstens de es bij de woning met nummer 17 kunnen we vaststellen dat deze ondanks de uitgraving van funderingen voor de woning(en) en de terrassen rondom in zijn bestaan niet werd bedreigd.

De contour van de verkaveling bevindt zich in het woongebied maar heeft doorheen de jaren een actief landbouwgebruik gekend. Onderstaande foto’s bij het dossier geven een zicht op het gebruik:



Enkel het tracé van de voetweg nummer 71 werd op de site van de omgevingsvergunningsaanvraag niet bewerkt. Dit betekent dat de gronden met landbouwmachines werden bewerkt tot een afstand van circa 2m van de rechter tracégrens van voetweg nummer 71 gezien van de kerk richting Potaardestraat. Bewerking van landbouwgrond veroorzaakt veranderingen in de bodemstructuur waaronder verdichting van de bodemlagen. Landbouwers trekken deze verdichtingen van tijd tot tijd los of breken deze open met een diepwoeler zodanig dat de bodemstructuur terug wordt geoptimaliseerd: een belangrijke randvoorwaarde voor de opbrengst. Dit is bij het landbouwgebruik op deze akker niet anders geweest. De werkdiepte van een diepwoeler ligt tussen de 60cm tot 80cm naargelang het type machine. Deze bewerking die meermaals werd toegepast tot op 2 meter afstand van de lineaire waardevolle groenstructuur heeft zoals op de fotoreportage bij de aanvraag   vaststelbaar geen vat gehad op de glorie van de bomen. De gedeelten van de twee inbuizingen ontworpen met een lichte helling als overloop tussen een hoger gelegen infiltratiegracht en een lager gelegen gracht worden ingeplant ter hoogte van de hoogstammige bomen op respectievelijk 5,6m en 7 m van de rechter tracégrens van voetweg nummer 71 gezien van de kerk richting Potaardestraat. Deze overlopen bevinden zich tussen circa 20cm en 50cm onder maaiveldniveau.
De maximale inzet op de infiltratiegrachten en de inrichting van de bufferstrook tussen de voetweg nummer 71 en de wegenisinfrastructuur resulteert in een scenario waarbij de wegenis maximaal van de lineaire groenstructuur wordt weggeschoven. Met enige zin voor realiteit kan men stellen dat de werkdiepte voor de aanleg van de infrastructuur van de verkaveling evenmin een impact zal veroorzaken op het wortelgestel van de hoogstammige bomen welke zijn ingeplant op de aangrenzende percelen. De graafwerken voor de ontworpen infrastructuur bevinden zich binnen dezelfde graad van impact als de jarenlange bewerking van de gronden met een landbouw diepwoeler.

Ofschoon dit eerder een burgerlijke aangelegenheid betreft, waar bij betwisting de Vrederechter bevoegd is, is het aangewezen te wijzen op de rechten en verplichtingen van de oude artikelen 35 tot 37 van het Veldwetboek en de artikelen 3.133 en volgende van het Nieuw Burgerlijk Wetboek. In die zin oordeelde het Grondwettelijk Hof in de beroepsprocedure tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 2 en 31 van de wet van 4 februari 202 houdende boek 3 ”Goederen” van het Burgerlijk wetboek (artikelen 3.133 en 3.134 en opheffingsbepaling van het Veldwetboek) op 21 oktober 2021 dat “… het feit dat een eigenaar de takken of wortels laat doorgroeien op zijn perceel slechts een eenvoudig gedogen is dat niet kan leiden tot een verkrijgende verjaring overeenkomstig artikel 2232 van het Burgerlijk Wetboek (art. 3.18 van dit voorstel).”

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.B. We tekenen bezwaar aan tegen de voorgelegde plannen omdat de BRANDVEILIGHEID van het verkavelingsgebied niet is verzekerd.

Een tweede heikel punt is de verzekering van de brandveiligheid van het verkavelingsgebied. Betekent de bomenrij pal tegen het verkavelingsgebied een niet te nemen hinderpaal, de brandveiligheid is een nog bezwarender punt. We stellen vast dat eindelijk om het advies van de brandweer werd gevraagd. Reeds in ons bezwaarschrift bij het eerste openbaar onderzoek hadden we hierop aangedrongen. Het advies van de brandweer is immers beslissend voor de verkavelbaarheid van dit gebied. Dat dringend verzoek om een adviesaanvraag bij de brandweer was ingegeven door de vaststelling van de bereikbaarheidsbeperkingen met een flessenhals in de toegangsweg tot het verkavelingsgebied.

We stellen vast dat het advies van de brandweer samengevat wordt met 'volledig gunstig'. Die samenvatting stemt echter helemaal niet overeen met de inhoud van het advies. Wie die aanduiding in het dossier heeft ingebracht, is niet duidelijk. We kunnen ook niet concluderen of dit al dan niet kwaadwillig is gebeurd, maar roept wel vraagtekens op. Dit is een zo ernstig punt — het gaat om de brandveiligheid van heel de buurt! — dat het hoogst wenselijk is dit uit te spitten.

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig, wat totaal anders is dan 'volledig gunstig. We moeten doen opmerken dat de voorwaarden die door de brandweer worden gesteld, niet vervuld zijn én, erger nog, niet kunnen vervuld worden. Dit zowel wat betreft de bereikbaarheid van het verkavelingsgebied als wat betreft de aanleg van het door de brandweer als voorwaarde gestelde, draaipunt.

Bij onderzoek te velde blijkt dat wat de toegankelijkheid van het terrein betreft aan de voorwaarden die door de brandweer worden gesteld, niet is voldaan, daar de toegang over het hele traject vanaf de kop aan de 's-Herenweg de door de brandweer voorgeschreven breedte van 4m niet wordt gehaald. Bijgevolg, is voor wat de brandweer betreft, het terrein onbereikbaar. Ten overvloede, de opgelegde vrije hoogte van 4 m wordt niet over de hele trajectlengte verzekerd; zie hierover onze opmerkingen in verband met de impact van de opstaande hoogstammige bomenrij. Over een afstand van circa 40 ml is deze vrije hoogte niet aanwezig. Voor de brandweer is dit een voorwaarde en die niet is vervuld.

Deze vaststellingen doen veronderstellen dat het advies van de brandweer zonder onderzoek ter plaatse en louter op basis van het voorgelegde, foutieve plan, is afgeleverd. Bij een plaatsbezoek zou de brandweer vastgesteld hebben dat de toegankelijkheid niet beantwoordt aan de geldende normen en zou bijgevolg een afwijzend, een negatief advies hebben afgeleverd.

De normen van bereikbaarheid zijn strikt en aan die normen, die in het advies worden bevestigd, wordt in dit dossier niet voldaan.

Bovendien stelt de brandweer als voorwaarde, de aanleg van een draaipunt aan de staart van de verkaveling; een draaipunt met een buitendiameter van 30 m. Dit draaipunt, kan met de voorliggende inplanning van de woningen onmogelijk gerealiseerd worden. Hierdoor worden tenminste 2 percelen en woningen getroffen.

Na kennisname van het advies van de brandweer, de vaststelling ter plaatse dat aan de normen voor de bereikbaarheid niet wordt voldaan, dat de vrije hoogte niet is verzekerd en dat bovendien het opgelegde draaipunt in het huidige plan niet kan gerealiseerd worden, kan niet anders dan besloten worden, de aangevraagde vergunning te weigeren.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder bezwaaronderdeel 1.C.

De brandweer verduidelijkt op 17 november 2023 naar aanleiding van de ontvangen bezwaren hun advies van 12 september 2023 met referte TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 als volgt:

Er zijn inzake brandbeveiliging geen specifieke wetten, verordeningen, normen of voorschriften van toepassing op openbare wegen.

Ons advies/richtlijn bepaalt de minimale eisen waaraan de wegenis in nieuwe woonverkavelingen, moet voldoen om de brandbestrijding en de evacuatie op een vlotte wijze te laten verlopen en om de interventies van de brandweer te vergemakkelijken.

Deze richtlijn dient bij voorkeur ook gehanteerd te worden bij de beoordeling van de heraanleg van de openbare weg bij eventuele wegenwerken. 

Betreffende ons advies d.d. 12/09/2023 aangaande dossier OMV20230808633 – V2 , brandpreventiedossier 2022/00148 doc.003 kan ik U bevestigen dat het keerpunt en de toegang van de verkaveling voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in ons advies.

Wij bevestigen U ook dat de voorwaarde uit het voorgaande advies d.d. 19/07/2023 , brandpreventieadvies 2022/00148 doc.002 niet betekent dat er een keerpunt dient te worden aangelegd met een diameter van 30m maar wel dat het brandweervoertuig voldoende ruimte dient te hebben om, al maneuvrerend (vooruit én achteruit), te keren.

Gezien het om ééngezinswoningen gaat, mogen verbredingen door verhardingen zoals grasdallen hierbij in rekening genomen worden. De draaistralen worden hierbij als leidraad meegegeven.

Enkel niet ééngezinswoningen moeten voldoen aan de minimale eisen inzake brandveiligheid, opgenomen in de basisnormen ( K.B. 07/07/1994 en wijzigingen), hier zouden de draaistralen wel van toepassing zijn.

Dit werd aangetoond door het studiebureau met onderstaande simulatie :

 


Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.C.. We tekenen bezwaar aan tegen de voorgelegde plannen omdat deze plannen VORMGEBREKEN vertonen en inhoudelijk indruisen tegen de bouwinstructies van de Vlaamse overheid en tegen de gemeentelijke bouwscan .

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

4.D. Uit het verder onderzoek van de vergunningsaanvraag blijkt dat er in generlei mate tegemoet gekomen wordt aan de bezwaren die we in ons bezwaarschrift d. d. 8.8.23 hebben geformuleerd. Buiten de vaststelling van de procedurefout in verband met de niet-mededeling van de organisatie van een tweede openbaar onderzoek aan alle aanpalende eigenaars, blijven alle bezwaren onverkort gelden.

We voegen ons bezwaarschrift d. d. 8.8.23 toe aan dit bezwaar en beschouwen het als een essentieel onderdeel van ons huidig bezwaarschrift.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor het tweede openbaar onderzoek werd dezelfde procedure gevolgd als voor het eerste openbaar onderzoek: Alle eigenaars van een aangrenzend perceel aan de verkavelingscontour werden per aangetekende zending op de hoogte gebracht van het tweede openbaar onderzoek. De aankondiging werd tijdig gepubliceerd op de website van de gemeente en tijdig ter plaatse op de site met een geel affiche aangekondigd. De plaatsing van de gele affiche met betrekking tot het openbaar onderzoek werd uitgevoerd door de gemeentelijke uitvoerende dienst.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.E. We bevestigen bij deze gelegenheid nogmaals en zeer uitdrukkelijk dat we het bezwaarschrift van onze buren (gegevens worden weggelaten), integraal onderschrijven en dat dit als een essentieel deel van ons bezwaarschrift te beschouwen is.

In dat bezwaarschrift worden de volgende punten aangevoerd ter fundering van het bezwaar:

  1.    Het verkavelingsgebied is niet gelegen aan een uitgeruste weg en komt volgens de normen van de Vlaamse richtlijnen van de verkavelingsstop niet voor verkaveling in aanmerking.
  2.    De vergunningsaanvraag staat haaks tegenover de richtlijnen vervat in de gemeentelijke bouwscan van de bouwmeester
  3.    Het huidig statuut van de toegangsweg tot het terrein laat autoverkeer niet toe en maakt daardoor verkaveling en woningbouw onmogelijk.
  4.    Op het verkavelingsgebied rusten vooralsnog niet gepreciseerde anomalieën.
  5.    De verplichte informatie over de rechtstoestand van de toegangsweg tot het verkavelingsgebied ontbreekt.
  6.    Het plan van de vergunningsaanvraag vertoont onaanvaardbare gebreken.
  7.    Het plan van de vergunningsaanvraag vertoont vormgebreken.
  8.    De omgevingsvergunningsaanvraag is onvolledig is en bevat niet de informatie die door het normenboek wordt opgedragen.
  9.    De brandveiligheid van het terrein is niet verzekerd door gebrek aan bereikbaarheid voor de brandweer door fysieke en juridische obstakels en onbruikbaarheid van de straat door het ontbreken van een draaipunt.
  10. De geplande straatbreedte is niet werkbaar.
  11. De dienstverlening van de huisvuilophaling kan niet verzekerd worden door de problemen van toegankelijkheid van het terrein en door het ontbreken van een draaimogelijkheid.
  12. De geplande verkaveling behelzen ingrepen die de dood betekenen voor het rijke bomenbestand op de overliggende percelen.
  13. Door de toelating tot kelderbouw en de daarvoor noodzakelijke bronbemaling, dreigt schade voor de opstaande woningen.

We onderschrijven al deze bezwaarpunten die in het bezwaarschrift van (persoonsgegevens worden weggelaten) worden geformuleerd en onderbouwd.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 7.A.,7.B.,7.C.,7.D.,7.E.,7.F.,7.G.,7.H.,7.I.,7.J.,7.K.,7.L.,7.M.

4.F. Tot slot:

De realisatie van het voorgelegde plan betekent het doodvonnis voor de bomenpracht langs de Hoefkantweg. Dat is een prijs die wij noch de gemeenschap bereid zijn te betalen. De teloorgang van deze bomenpracht zou onze levenskwaliteit voor de jaren die ons nog resten in die mate schaden dat we ons nu en in de toekomst verzetten tegen alle plannen die tot dat resultaat zouden kunnen leiden. Bovendien zou deze teloorgang leiden tot een aanzienlijke waardevermindering van ons patrimonium. Ook dat kunnen we niet aanvaarden.

We vragen u met aandrang om het aanvraagdossier te bekijken in het licht van het behoud van het landelijke karakter van onze woonkern en alleen ingrepen toe te staan die het behoud van deze landschappelijk en ecologisch waardevolle site garanderen.

Om alle voorgaande redenen tekenen we zeer uitdrukkelijk bezwaar aan tegen de verlening van een vergunning in dit dossier.

We herhalen ons verzoek om alle bezwaarschriften die bij het vorige, tweede, openbaar onderzoek werden ingebracht, bij de beoordeling van de huidige vergunningsaanvraag in aanmerking te nemen.

We durven rekenen op de wijsheid van het schepencollege om in dit dossier de belangen van de gemeenschap — die ook de onze zijn - te behartigen en de vergunning te weigeren.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden opgenomen onder het bezwaaronderdeel 4.A.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Bezwaarschrift nummer 5, 6 en 9 hebben dezelfde inhoud:

5-6-9.A. Brandweer eisen

a. Het ontwerp beantwoordt niet aan de eisen van de brandweer.   Deze kan niet draaien op het einde, er is onvoldoende draaicirkel hiervoor.  En de breedte aan de bocht van de hoefkantweg is 3,3 m (geen vereiste 4m)!  De totale weg tot aan de verkaveling zou met alle maten dienen worden opgenomen, dit is vandaag niet het geval.

 

 


b. Het loket vermeldt trouwens ‘volledig gunstig’ daar waar het advies ‘voorwaardelijk gunstig’ is, dit is dus een misleidende foutieve vermelding op het loket.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 1.C., 4.B. en 7.A. De hogervermelde luchtfoto met de aanduiding 3,3m op de weg betreft de bestaande verharde Hoefkantweg (voetweg nummer 71) op een gedeelte gelegen buiten de contour van de verkaveling. Dit element heeft geen betrekking op de aanleg van de nieuwe wegenisinfrastructuur binnen deze projectaanvraag.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.B. Dit geldt ook voor de andere openbare diensten (vb leegmaken rioolputten, strooidiensten, Incovo etc). Weet dat Incovo op vandaag al achteruit moet rijden in de straat omdat ze niet kunnen draaien -> dit zal dus nog gevaarlijker worden door geen zicht op voetgangers en fietsers daar waar de straat 3,3 m is in de bocht net voor nr 2 en nr 3.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder bezwaaronderdelen 1.C. en 4.B.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.C. In de verklarende nota staat dat de voetweg volledig behouden blijft, dit is niet het geval:  de groenstrook die nu voorzien is tussen het keerpunt en de voetweg is veel te smal. Er kan geen groen aangeplant worden op zo een smalle strook, de funderingen van de nieuwe weg zal dat niet toelaten. Juist op de plaats waar veel maneuvers zullen plaats vinden is er GEEN buffer voorzien tov de zwakke weggebruiker op de voetweg. De groenzone moet over de volledige lengte van de bestaande voetweg met dezelfde breedte doorlopen om de zwakke weggebruiker te beschermen. De nieuwe rooilijn kan dan ook gewoon doorlopen. 

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het smalle pad waarnaar verwezen wordt in het bezwaar betreft het tracé van de voetweg nummer 71 dat een aangename verbinding maakt voor fietsers/voetgangers tussen het dorp van Sint-Brixius-Rode zijnde van aan de kerk tot de Potaardestraat.

Ofschoon de Atlas der Buurtwegen aangeeft dat het tracé van de voetweg nummer 71 ter hoogte van de verkaveling zich op de percelen bevindt van de betrokken eigenaars bij de verkaveling, wordt het tracé van de voetweg nummer 71 in zijn bestaande toestand behouden. Noch aan de aanleg van het pad, noch aan het tracé van de voetweg nummer 71 wordt geraakt. De contour van de verkaveling bevindt zich verder weg van het tracé van de voetweg nummer 71. De tussenruimte wordt ingezaaid met gras en gras/bloemenmengsel.

Voor het beeldmateriaal en meer verduidelijking wordt verwezen naar de evaluatie onder bezwaaronderdeel 1.A).

Voor het bezwaaronderdeel met betrekking tot de groenstrook ter hoogte van het keerpunt wordt verwezen naar de evaluatie onder bezwaaronderdeel 7.D.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.D. Deze weg is op vandaag verboden voor zwaar verkeer: dat heeft zo zijn reden na schade aan het wegdek, de onveiligheid en schade aan mijn woning de laatste jaren met name barsten in muren en vloerplaten alsook het continu kapot rijden van de groenaanleg.  Hoe kunnen dergelijke werken voor zowel verkaveling als bouwwerken voor woningen, met ingang langs de Hoefkantweg doorgaan:

  1.    Zonder verdere schade aan het wegendek
  2.    Zonder verdere schade aan mijn woning,  die al schade heeft geleden omwille van deze voorafgaande situaties met het zwaar verkeer tijdens Frank Verstraeten zijn bedrijfsactiviteiten als huurder in Hoefkantweg 3. 
  3.    In een weg dat ter hoogte van mijn woning 3,3 meter breedte is!  Ik ga er van uit dat u de breedte van vrachtwagens u gekend is ?
  4.    Zonder dat vrachtwagens zich ergens kunnen draaien ?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De uitvoering van de infrastructuren zullen inderdaad tijdelijk vrachtwagens op de Hoefkantweg genereren maar dit is tijdelijk en is van toepassing op elk infrastructuurwerk of nieuwbouwwoning. Er wordt voorafgaandelijk aan de werken een staat van het aanleunend wegpatrimonium opgemaakt. Wanneer er zich schade ingevolge de werken aan het wegdek zouden voordoen, zal de aannemer deze moeten herstellen. Ook voor wat betreft de aanpalende eigendommen, kan een –bij voorkeur tegensprekelijke- plaatsbeschrijving voorafgaand aan de start en na uitvoering van de werken opgemaakt worden zodat eventuele schade kan verhaald worden op grond van de bepalingen van de artikelen 1382 en volgende van het Oud Burgerlijk Wetboek.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.E. Het ontwerp houdt enkel rekening met het maximaliseren van de aantal bouwpercelen en niet met de gevolgen hiervan

a) Een weg die op vandaag 5 woningen telt uitbreiden met 11 betekent dat er 3,2 keer meer verkeer komt door de weg

b) Er werd ook geen circulatieplan opgemaakt voor:

        i. Tijdens de werken

1) Van de verkaveling

2)Tijdens de bouw van de huizen

         ii. Na de voltooiing van de verkaveling

1) Voor de Hoefkantweg 

2) En de omgeving: het verkeer in invalsweg ‘de Plasstraat’ (enkel voor lokaal verkeer) naar en van de kerk zal hierdoor toenemen. Deze capaciteit is reeds op haar limiet door de lintbebouwing dat de gemeente de laatste jaren liet plaatsvinden, om nog de veiligheid van fietsers (geen fietspad) niet te vergeten.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het normenboek bepaalt voor een omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden met schaalgrootte van 11 bijkomende eengezinswoningen binnen een op het gewestplan afgebakende woonzone op een boogscheut van de kerk in een dorpskern nergens de opmaak van circulatieplannen. Verdichting in een dorpskern ter vrijwaring van het agrarisch gebied en groengebieden wordt ondersteund. Het wonen in een dorpskern veronderstelt enige toegankelijkheid voor een nog mogelijke invulling met woontypologieën in harmonie met de identiteit van de dorpskern. De dorpskern van Sint-Brixius-Rode wordt gevormd door de Hoekstraat, Broekstraat, Plasstraat, Hoefkantweg en s’Herenweg. Het dorp kent een lage dichtheid. Het project voorziet 11 vrijstaande eengezinswoningen binnen een verkavelingscontour van circa 96 aren. Dergelijke bijkomende dichtheid geeft inderdaad wat meer mobiliteitsbewegingen van en naar de Hoefkantweg maar is niet van deze grootorde dat deze een normaal te verdragen hinder voor een bewoner van een woning in de kern gaat overstijgen. De bestaande infrastructuur in de kern en de Hoefkantweg zijn voor de mobiliteit van deze 11 bijkomende gezinnen voldoende uitgerust. Mocht dit niet het geval zijn, zou het bestaand woonpatrimonium in deze kern ook op de dag van vandaag niet voldoende toegankelijk zijn. Het weggabarit van de Plasstraat is beperkt maar dit is een historisch gegeven. De Plasstraat vormt de verbinding tussen de Vilvoordsesteenweg en de dorpskern Sint-Brixius-Rode en kronkelt zich als het ware doorheen een open landschapsstructuur. De weg verkeert in een goede staat. Deze identiteit wil het bestuur behouden en werkt op heden snelheidsbeperkend. Het project betreft de mobiliteit van 11 bijkomende gezinnen.

Om de tijdelijke hinder tijdens de werken van de verkaveling en tijdens de bouw van de huizen te beperken, kunnen – indien nodig – ook tijdelijk verkeersbeperkende maatregelen getroffen worden.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.F. Volgens de MER is er geen impact op het milieu.  De impact van het inplantingsplan houdt onvoldoende rekening met:

a. De huidige groenzones: reeks bomen langs de Hoefkantweg (zijde Broekstraat) en op korte afstand van de nieuwe gracht en weg.  Deze worden nu als een groene wolk aangeduid.  Ik zou op zijn minst alle details per boom verwachten vb qua diameter, leeftijd etc.

b. met de gekende wateroverlast bij hevige regenval.  De gracht  zal mogelijk enkel het water van de wegverharding opvangen maar zal onvoldoende zijn voor de wateroverlast daar ! Het is zelfs onverantwoord van de gemeente om verharding in deze zone te laten plaatsvinden.

c. de werken van Aquafin hebben mij 6 maanden stadswater gekost vooraleer terug over voldoende putwater te beschikken voor het voeren van de dieren.  Het onderbreken van de waterader in de Hoefkantweg zal hier opnieuw tijdelijke of permanente impact op hebben.  Wie gaat dit vergoeden?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 1.A., 1.B, 4.A. De projectie van het onderbreken van de waterader bij een totaal ander project (Aquafinwerken) uit het verleden op de aanleg van infrastructuur voor een kleinschalige verkaveling is een veronderstelling en de inhoud van het bezwaar handelt niet over het infrastructuurontwerp op zich.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.G. Het landelijk karakter van Sint-Brixius-Rode en de adviezen van de Vlaamse bouwmeester worden compleet genegeerd.  Daar getuigt ook de continue lintbebouwing van in ’s Herenweg.  Ook het eerder beschermd zicht rond de kerk werd door de gemeente Meise opgedoekt. Wat is het beleid van de gemeente Meise rond het landelijk karakter van Sint-Brixius-Rode en waarom gaat dit in tegen deze adviezen ? 

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

5-6-9.H. We spreken hier over een nieuwe verkaveling in een woongebied dat niet gelegen is aan een uitgeruste weg.  Naar mijn weten is dit in strijd met de bouwshift wetgeving.   Wat betekent de bouwstop voor de Gemeente Meise ?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

5-6-9.I. De Hoefkantweg is een ”weg” en omvat 5 woningen en is tegelijk een verbindingsweg voor voetgangers en fietsers. De Hoefkantweg heeft een wandel en fietsfunctie want is met name een verbindingsweg tussen het dorp en de school in Papenmeuter, jeugdlokalen, Den Droes en het enige postbus in de omgeving.  Er zal 3,2 keer meer verkeer zijn door de 11 bijkomende woningen.  Met de zwakke weggebruiker en de veiligheid daarvan werd ter weinig rekening gehouden.  Dit geldt ook voor de toename van het verkeer in de Plasstraat.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden dienaangaande opgenomen onder bezwaaronderdeel 1.A.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

5-6-9.J. Ik begrijp niet dat ik een 3de bezwaarschrift moet indienen en nog steeds geen antwoorden krijg op bovenstaande vragen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Naar aanleiding van de ontvangen bezwaren tijdens  het eerste openbaar onderzoek heeft de aanvrager besloten om een gewijzigde aanvraag in te dienen. Derhalve werd de eerste aanvraag zonder voorwerp en werd de hele procedure hernomen. De bezwaarschriften ontvangen naar aanleiding van vorige openbare onderzoeken worden dan ook niet meer beoordeeld.

 

Ik zie uw feedback graag tegemoet omtrent :

        Feedback brandweer nadat zij correct zijn ingelicht over de details van het verkavelingsplan en de toegang er naartoe !Dit werd behandeld onder de bezwaaronderdelen 1.C,4.B en 7.A.

        Het circulatieplan : Dit werd behandeld onder de bezwaaronderdelen 5-6-9 E.

        Feedback andere openbare diensten : Deze werden gevraagd advies te verlenen bij de projectaanvraag.

        De wettelijke onderbouwing in kader van de nieuwe bouwshift: dit onderdeel zal behandeld worden bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

        De gegarandeerde veiligheid van fietsers en wandelaars.:dit onderdeel werd beoordeeld onder de bewaaronderdelen 1A en 1C.

        Uw beleid rond het landelijk karakter van het dorp Sint-Brixius-Rode:dit onderdeel zal behandeld worden bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

        Bij uitvoering de garantie van een ontegensprekelijke staat van bevinding van de weg, mijn woning binnen en buiten.  Ik eis zowel voor de verkaveling als van elke bouwheer die werken zullen uitvoeren een onafhankelijke expertise met ontegensprekelijke staat van bevinding van mijn goed die paalt aan de weg.  U dient dit bijgevolg op te nemen in de vergunning, zoniet zal ik de gemeente aansprakelijk stellen voor alle geleden schade van alle werken als gevolg van de toekenning van deze verkaveling en toekomstige bouwvergunningen. : Het opleggen van voorwaarden in een omgevingsvergunning heeft tot doel het aangevraagde vergunbaar te maken zodat verenigbaarheid kan worden bereikt met stedenbouwkundige voorschriften, verkavelingsvoorschriften of de goede ruimtelijke ordening. Het opmaken van een plaatsbeschrijving houdt geen verband met eisen van een goede ruimtelijke ordening en kan dan ook niet als voorwaarde in de vergunning worden opgelegd.

Bezwaarschrift nummer 7

7.A. Het advies van de brandweer is VOORWAARDELIJK gunstig en NIET volledig gunstig zoals vermeld staat op het loket. Dit is onjuiste informatie.


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het advies waarnaar wordt verwezen is het advies dat de brandweer uitbracht op projectversie 1 van de omgevingsvergunningsaanvraag. De aanvrager heeft gedurende de procedure een projectversie 2 ingediend waarmee projectversie 1 zonder voorwerp kwam. Naar aanleiding van de indiening van projectversie 2 werden opnieuw adviezen ingewonnen en een tweede openbaar onderzoek gehouden. Het advies dat de brandweer uitbracht op 12 september 2023 met referte TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 voor projectversie 2 is van toepassing op deze omgevingsvergunningsaanvraag. De adviesverlener vult de gegevens over het verstrekt advies op het omgevingsloket zelf in.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.B. In het advies van de brandweer staat vermeld :

Te treffen maatregelen :

 Het keerpunt moet voldoende groot zijn. Een keerpunt dient geschikt te zijn voor het keren van een brandweervoertuig (min. 11m – 3 assen – draaistralen van 11m/15m). Deze mogelijkheid dient aangetoond te worden, getekend op de plannen. “

“ 7.1 Voorwaardelijk gunstig

Het onderwerp voldoet niet aan de specifieke brandveiligheidsvoorschriften. Aan de voorgelegde plannen moeten aanpassingen en aanvullingen gedaan worden tot naleving van alle bepalingen zoals die zijn opgenomen in de van toepassing zijnde reglementering en met bijzonder aandacht voor de opmerkingen zoals die zijn geformuleerd in dit brandweerverslag. Uiterlijk op het moment van de ingebruikname, moet voldaan zijn aan alle bepalingen opgenomen in dit brandpreventieverslag en in de van toepassing zijnde reglementering. “

Om goed te kunnen begrijpen wat het voorwaardelijk advies van de brandweer juist inhoudt, maakt onderstaande tekening visueel duidelijk wat –overeenkomstig het advies- de aller minimaal vereiste manoeuvreerruimte voor de brandweer zou moeten zijn.


De rode lijnen zijn de door de brandweer gevraagde draaicirkels van 11.00m en 15.00m. Het grijs ingekleurde vak is de voorgestelde nieuwe wegenis. De blauw gestippelde lijnen zijn de voorgestelde rooilijnen. De tekening maakt 100% duidelijk dat de brandweer NOOIT kan draaien binnen de rooilijnen van het verkavelingsontwerp. De op het verkavelingsplan aangeduide rooilijnen zijn uiteraard fundamenteel in het ontwerp : ze duiden de grens aan tussen wat publiek en privé-domein is. Om conform te zijn aan het brandweeradvies, zullen de rooilijnen dus moeten aangepast worden en dit dient zeer precies en duidelijk in het verkavelingsplan bepaald te worden. Het huidige verkavelingsplan kan daarom zelfs voorwaardelijk niet worden goedgekeurd.

Verder vereist het brandweerverslag ook een minimale weg-breedte van 4.00m. Daar wordt naar onze mening aan het begin van de nieuwe weg ook niet aan beantwoord. Op het plan staan er geen maten die de 4.00m aantonen. Op geopunt.be (zie knipsel in punt 8) alleszins kan ter hoogte van Hoefkantweg 4 en 5 tussen de rooilijnen 4.60m gemeten worden. Op basis daarvan kan momenteel niet anders dan gesteld te worden dat de weg aan het begin van het verkavelingsontwerp onmogelijk 4.00m kàn zijn zelfs. Dit komt er op neer dat het hele verkavelingsplan hiermee staat of valt …. of althans voorafgaandelijk over een afwijking op de brandweerschriften dient te beschikken. Bij ons weten dient zo’n afwijking aangevraagd te worden bij Binnenlandse zaken. Onderstaand uittreksel uit het verkavelingsontwerp maakt één en ander duidelijk. 

 


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de motiveringsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 1.C. en 4.B.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.C. Het normenboek voor omgevingsvergunningsaanvragen voor het verkavelen van gronden vraagt VERPLICHT aan te leveren informatie:

-De inplantingsplaats van de individuele hoogstammige bomen of de rand van de bebossing (aard van het bos is opgenomen in het boscompensatieformulier).

Deze info ontbreekt nog steeds op de plannen, de ontwerper heeft nu wel een contourlijn van het bestaande groen aangeduid maar deze contourlijn is naar onze mening niet ingemeten want komt zeker niet overeen met de realiteit. Wetende dat de wortelstructuur van een hoogstam minimaal overeen komt met zijn kruindiameter, is het nodig dat die kruin correct ingemeten wordt en dat op basis daarvan ook voorwaarden gesteld worden aan werkzaamheden die onder de kruin gepland worden. In de tekening hieronder (enkel om een visueel beeld te krijgen ) kan je zien waarom dit in het normenboek als VERPLICHT staat gevraagd.


De zone die op de schets in het groen is ingekleurd is de minimale zone waar GEEN graafwerken mogen gebeuren ter bescherming van de bestaande bomen. Omdat het hier onder andere gaat over een waardevolle Es zijn we wat opzoekingswerk gaan doen. 

We citeren :

“…Voor de es geldt ; omvang wortelstelsel is gemiddeld 3 keer de omvang van de kroon. Zijn tactiek werkt want het kunnen enorme bomen worden …”. 

De licht groene zone is de omvang van het wortelbestand van de Es. Om deze waardevolle boom te beschermen mag er niet geraakt worden aan zijn wortelbestand.

Ook voor een juist advies voor de brandweer is deze zone zeer belangrijk want onder de bestaande bomen is er GEEN vrije doorgangshoogte van 4.00m zoals gevraagd in het brandweerverslag.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de motiveringsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 1.A., 2.A. en 4.A.

Het normenboek vermeldt de inplanting van hoogstammige bomen: de aanduiding waar deze zich bevinden. Dit impliceert niet de opmeting en intekening van de kruinen en het wortelgestel van de hoogstammen.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.D. De aangeduide groenstrook ter hoogte van het keerpunt van de ingediende omgevingsaanvraag is veel te smal (aangeduid op de tekening hieronder met oranje arcering).

Aangezien er geen breedtemaat te vinden is op het inplantingsplan zou ik durven denken dat dit gaat over een strookje groen van ongeveer 50cm. Een groenstrook van 50cm gelegen tussen 2 verharde wegen daar kan volgens ons geen groen groeien. Zie onderstaand detail ter verduidelijking.

Ook is dit juist de plaats waar er de meeste verkeersbewegingen zullen plaats vinden. Alle bezoekers zullen zich op het keerpunt moeten draaien en juist daar is er GEEN groenbuffer voorzien met de bestaande voetweg. Met andere woorden zien we daar een probleem t.o.v. de zwakke weggebruiker op de voetweg. De wagens zullen daar ook de voetweg gebruiken om hun maneuver uit te voeren. Op de schets hebben we ter verduidelijking de draaicirkel van een wagen getekend (aangeduid met de rode stippellijn). Wij vinden dan ook dat de groenzone over de volledige lengte van de voetweg zou moeten doorgetrokken worden met dezelfde breedte. Alleen op die manier kan de groenzone een buffer vormen tussen de zwakke weggebruiker en het verkeer van de nieuwe verkaveling.



Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De groenstrook waarnaar verwezen wordt in het bezwaar betreft de aanleg van grasbetontegels die in eerste instantie een infiltrerende functie vervullen voor het hemelwater en in deze niet de functie van flankerend groen. De ontworpen breedte is inderdaad 50cm. De oppervlakte van het voorziene keerpunt is ruimschoots voldoende voor het draaien van het gemotoriseerd verkeer van de bezoekers. Een afsluiting met 5 katafootpaaltjes voorzien van reflectoren zou de hypothese dat er mogelijks een beweging tot op de voetweg zou kunnen worden gemaakt, wegnemen.

Dit bezwaaronderdeel wordt gunstig geëvalueerd. De plaatsing van de katafootpaaltjes zal mee opgenomen worden in de overeenkomst met de verkavelaar.

7.E. De vuilniswagen zal elke week 270m achteruit moeten rijden (zie afbeelding hierboven). Het is duidelijk dat de bestaande rijweg en voetweg NIET uitgerust zijn om een aansluiting te geven tot een nieuwe verkaveling van 11 wooneenheden. Daarboven zijn de toegangswegen naar onze Dorpskern met name de Plasstraat ook veel te smal! Ik fiets bijna dagelijks langs de plasstraat van en naar mijn werk, minstens 1 keer per week word ik bijna van de weg gereden. Extra wooneenheden zal dit alleen maar erger maken. 


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De brandweer concludeerde op 12 september 2023 met referte TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 dat het ontworpen keerpunt en de breedte van de wegenis voldoende groot zijn voor de interventievoertuigen om op een snelle manier de eengezinswoningen langsheen deze infrastructuur te bereiken. Met enige realiteitszin kunnen we stellen dat een wegenis die toegankelijk is voor een interventievoertuig van de brandweer, ook toegankelijk is voor een vuilniskar.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.F. Volgens het normenboek met specifieke normen voor de verkavelingsplannen moet het tracé van de toegangsweg tot de verkaveling met vermelding van de rechtstoestand op het inplantingsplan vermeld staan. Dit ontbreekt in deze aanvraag zowel op het plan bestaande toestand als op het plan nieuwe toestand. Op onderstaande afbeelding hebben we de voetweg aangeduid . De blauwe pijl is het eerste deel van de voetweg en de groene pijl is het tweede deel van de voetweg.

 


In de verklarende nota staat geschreven dat het terrein toegankelijk is via een doodlopende weg en de voetweg nr.71. Dit is NIET JUIST. Het terrein is enkel toegankelijk via de voetweg nr.71 (zie afbeelding punt 8). Een voetweg -zoals het woord het al zegt- is een weg voor voetgangers, exclusief voor voetgangers (bij uitbreiding ook voor fietsers).  In casu echter wordt er minstens in een deel van de bestaande voetweg gemotoriseerd verkeer georganiseerd, gemotoriseerd verkeer dat er vandaag niet is. Er kan dus GEEN aansluiting gemaakt worden vanuit een voetweg naar een nieuwe verkaveling.

Uittreksel uit verklarende nota :

 


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

 


Het bovenstaand plan bestaande toestand (document VA_VP_B_2.pdf) bij de officiële projectversie 2 vermeldt en duidt op het plan het tracé aan van de aanpalende weg met Hoefkantweg (voetweg nummer 71).

Op het plan nieuwe toestand (document VA_VP_N_2) vindt men dezelfde vermelding terug Hoefkantweg (voetweg nummer 71) met de realisatie van de bestrating in grijskleurige tinten. Er wordt wel degelijk op de plannen aangegeven dat de Hoefkantweg wordt gevormd door voetweg nummer 71.De vermelding van de toegankelijkheid via een doodlopende weg in de verklarende nota wil niet zeggen dat de doodlopende weg niet het tracé van voetweg nummer 71 bevat. Zeker als men weet dat de plannen bij de omgevingsaanvraag de Hoefkantweg duiden als voetweg nummer 71. Fysiek op het terrein vormt de Hoefkantweg (voetweg nummer 71) voor het autoverkeer een doodlopende weg. De woordkeuze in de verklarende nota is dan ook niet zo vreemd.




 


Luchtfoto Hoefkantweg (voetweg nr 71) met gele markering stop toegankelijkheid wagen

 


 


De Hoefkantweg, zijnde voetweg nummer 71, biedt reeds toegang voor een aantal woningen, namelijk Hoefkantweg 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Deze woningen vinden hun toegang via de voetweg 71. De panden met huisnummers 2, 4 en 6 betreffen nieuwbouwwoningen die respectievelijk in 1993, 1992 en 1982 werden opgericht. Het reeds jaren reëel gebruik van de Hoefkantweg, strookt niet met de stelling in het bezwaarschrift. Het stellen dat de Hoefkantweg ingevolge zijn statuut van voetweg nummer 71 enkel toegankelijk zou mogen zijn voor voetgangers en ingevolge het aangrenzend woongebied niet zou kunnen bouwrijp worden gemaakt, wordt dan ook niet ondersteund.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.G. Op het uittreksel van de basiskaart geopunt.be (afbeelding hieronder) zien we dat er op dit moment anomalieën aanwezig zijn op de te ontwikkelen grond. Deze moeten eerst worden geregulariseerd alvorens er een nieuwe aanvraag in deze zone kan worden goedgekeurd. 


 

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het bezwaarschrift vernoemt ‘anomalieën’ maar zonder enige specificatie. Het is dan ook niet mogelijk dit bezwaaronderdeel te evalueren.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.H. De Hoefkantweg is een in de Atlas der Buurtwegen opgenomen buurtweg of voetweg (beide woorden zijn in de regelgeving synoniem van mekaar) met nummer 71 (zie uittreksel hieronder)


Ook in de praktijk is de Hoefkantweg een populaire, frequent gebruikte weg voor en door zachte weggebruikers : ze biedt een aangename en veilige, autovrije verbinding tussen de kerk en de Potaardestraat. Net wat een voetweg behoort te zijn dus.

Tot op heden is er in het kader van het (nieuwe) Decreet Gemeentewegen bij ons weten over deze voetweg nog geen nieuwe gemeenteraadsbeslissing genomen die het statuut ervan zou wijzigen, wat inhoudt dat de planmatige gegevens zoals op de ‘Atlas’ weergegeven, tot op heden van tel zijn.  Zoals blijkt uit het uittreksel van de Atlas hierboven, kennen de met blauwe en groene pijl aangeduide delen van de voetweg het statuut voetweg -lees enkel bedoeld voor ‘voetgaand’ verkeer-  daar waar het deel dat met paarste pijl is aangeduid eerder als standaard-weg -lees voor gemengd verkeer- kan beschouwd worden.

De rooilijnen waartussen het paarse deel van de Hoefkantweg zich situeert heeft ook in de praktijk een maatvoering (+/- 8m) die nog enigszins gemengd verkeer ‘verdraagt’ (de woningen die erdoor bereikt worden zijn momenteel zeer beperkt in aantal). De rooilijnen waartussen het blauwe deel van de Hoefkantweg zich situeert heeft deels een rooilijnbreedte van ongeveer 8m en naar het einde toe een rooilijnbreedte van ongeveer 4.6m, wat uiteraard veel te smal is om op vlak van voetgangersveiligheid ook maar enigszins verantwoord genoemd te kunnen worden, laat staan in functie van nog 11 woningen méér. 


uittreksel geopunt.be : ‘basiskaart (grb) administratief perceel grens’ (blauw ‘punt’ betreft hoefkantweg 10, ons perceel)

Bovendien dient te worden geconstateerd dat de grond van het met groene pijl aangeduide deel van de voetweg zelfs helemaal NIET tussen 2 rooilijnen vervat is, maar eigendom is van de aanpalende percelen . Het door voetgangers gebruikt deel van het groen aangeduide deel van de Hoefkantweg is m.a.w. een publieke erfdienstbaarheid ten aanzien van gebruikers van de voetweg; t.t.z. ten aanzien van voetgangers en bij uitbreiding ook fietsers maar alleszins NIET ten aanzien van auto’s.

Het voorliggend ontwerp misbruikt minstens een deel van die eigendom voor gemotoriseerd verkeer als toegang tot, verbinding met, de verder voorziene wegenis van het ontwerp….

Samenvattend dient te worden geconstateerd dat :

1) het verkavelingsontwerp en in het bijzonder het blauw aangeduide deel van de bestaande wegenis waar het ontwerp gebruik van maakt, houdt een grote bedreiging in voor de algemene, publieke voetgangersveiligheid. Moest dit ontwerp doorgang vinden, zal elk van de talloze passanten die de Hoefkantweg vandaag, rustig en onbezorgd gebruiken, dit ondervinden.

Het verkavelen van de gronden die onderwerp van dit ontwerp zijn, behoeft voorafgaandelijk m.a.w. minstens twee publieke, gemeentelijke, initiatieven : het statuut van de Hoefkantweg dient te worden aangepast en de rooilijnbreedte van minstens het blauwe deel ervan dient drastisch te worden vergroot.

Voor zover de gemeente zou overwegen om via het Decreet Gemeentewegen alsnog het statuut voor een deel van de voetweg nr.71 te wijzigen, dan behoort ze dat te doen volgens de doelstellingen en principes van dit decreet.  Hierin is o.a. bepaald dat :

        artikel 3 en 4 (hierna letterlijk weergegeven): ‘….zo moet er gewerkt worden aan een veilig wegennet op lokaal niveau, en aan de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen…

        artikel 6 (letterlijke weergave) : ‘…De procedure omvat een voorlopige vaststelling, participatie en een definitieve vaststelling…

We verwachten dan ook niet minder dat de gemeente bij een eventueel initiatief tot statuutswijziging van de voetweg nr .71, daar de participatie van haar bevolking bij betrekt en dat ze de doelstellingen en principes van het decreet respecteert.

De verbreding van de rooilijnbreedte van het blauwe gedeelte van de Hoefkantweg vervolgens, is ons inziens enkel mogelijk mits een publieke onteigening door de gemeente van de panden Hoefkantweg huisnummers 4 en 5, dan wel via een privatieve verwerving ervan, heraanleg en verbreding van de wegenisaanleg (met fatsoenlijk voetpad en fietspad) waarna dit alles publiek dient gemaakt te worden (overdracht aan de gemeente).

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het bezwaar refereert naar de rooilijnbreedte van de voetweg nummer 71 en geeft een schematische opdeling weer in functie van de breedte van de voetweg (zie onder paarse deel circa 8m breed; blauwe deel versmalt van 8m naar 4,6m toe; het groene deel ter hoogte van de verkavelingscontour 1,65m).


In het bezwaar wordt terecht gesteld dat tot zolang er geen wijziging van de voetweg nummer 71 is goedgekeurd, de planmatige gegevens zoals op de ‘Atlas der Buurtwegen’ weergegeven, van tel zijn.

Hieronder zoomen we in op de plaatselijke opname van voetweg nummer 71 in de Atlas der Buurtwegen. Voor het paars, blauw en groen aangeduid tracé op de bovenstaande kaart is geen wijziging gekend, dus de tracébreedte en erfdienstbaarheid zoals opgenomen in de Atlas is van toepassing.


Hieruit kunnen we afleiden dat de recentere nieuwbouwwoningen met de huisnummers 2 (opbouwjaar 1993), 4 (opbouwjaar 1990) en 6 (opbouwjaar 1982) zich bevinden in het met blauw afgebakende gedeelte dat volgens de Atlas identiek is qua breedte, statuut van erfdienstbaarheid aan het gedeelte dat in het bezwaar werd aangeduid in het groen. De redenering van de bezwaarindiener gaat dan ook niet op dat ‘de gronden gelegen aan de groen afgebakende zone met een publieke erfdienstbaarheid ten aanzien van voetgangers en bij uitbreiding ook fietsers maar alleszins NIET ten aanzien van auto’s’ niet als verkavelingsproject zouden kunnen worden aangewend. Althans niet als men weet dat het blauw aangeduide gedeelte voor de woningen Hoefkantweg 2, 3, 4, 6 destijds evenzeer toegankelijk werden gemaakt voor de wagen in functie van het bouwrijp maken van deze percelen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat deze toegankelijkheid voor wagens reeds meer dan 30 jaar bestaat en er derhalve toepassing kan gemaakt worden van het verjaringsprincipe.

Het projectvoorstel voorziet binnen de verkavelingscontour een gescheiden infrastructuur voor het autoverkeer ten behoeve van de 11 gezinnen waarvan het tracé grotendeels geflankeerd met bufferend groen en het gebruik van de voetweg nummer 71 voor de voetgangers volledig gescheiden van de infrastructuur voor autoverkeer kan verlopen. Het in het bezwaar opgenomen blauwe gedeelte behoort niet tot de contour van het verkavelingsproject. Het project maakt hier gewoon gebruik van een bestaande gemeenteweg met een gemengd gebruik voor autoverkeer, voetgangers en fietsers met in de Atlas een identiek statuut als het gedeelte parallel aan de contour van de verkaveling.

Voor de realisatie en wijziging van de gemeentewegen binnen het project wordt toepassing gemaakt van de procedure zoals opgenomen in het gemeentewegendecreet. De plannen dienaangaande werden tezamen met de andere stukken uit de omgevingsvergunningsaanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek. De bevolking heeft gedurende deze periode van bekendmaking opmerkingen kunnen inbrengen. De zaak van de wegen en de bezwaren dienaangaande worden geëvalueerd door de gemeenteraad zoals voorgeschreven door het decreet met betrekking tot de omgevingsvergunning en het gemeentewegendecreet.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.I. De gemeente Meise heeft een bouwmeesterscan laten uitvoeren voor zijn grondgebied. 

Daarin lezen we dat de verdichting vooral dient te gebeuren in de hoofdkernen Meise en Wolvertem en dat de deelkernen, zoals Sint-Brixius-Rode en Eversem, het landelijke karakter moeten bewaren.  De aangevraagde verkavelingsvergunning is in strijd met deze richtlijnen.  We gaan hier van 7 bestaande kavels naar 11 kavels. Onaanvaardbaar!

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

7.J. Bovendien geldt binnen de principes van de verkavelingsstop dat kavels gelegen in woongebied maar welke niet gelegen zijn aan een uitgeruste weg, wat hier het geval is, dat deze niet meer verder worden aangesneden voor nieuwe verkavelingen of groepswoningbouw.  Dit om de verstedelijkingsdruk een halt toe te roepen en niet bebouwde open ruimtegebieden te vrijwaren.  Concreet wil dat zeggen dat er geen nieuwe openbare of private wegen worden aangelegd naar gronden die nog nooit werden verhard of bebouwd.  

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft een stedenbouwkundig element en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

7.K.  De nieuwe voorgestelde straat heeft een breedte van ongeveer 4.00m uitgewerkt in klinkerverharding en een strook van ongeveer 1.00m grasbetontegels. Bij het achteruit rijden van de oprit zal de wagen telkens in de groenstrook terecht komen. Een breedte van 6.00m is ideaal om uit een parking te rijden. De voorgestelde groenzone die nu een minimum aan breedte heeft komt hierdoor onder druk te staan. De weinige en kleine bomen zullen hierdoor GEEN kans hebben om te groeien. In de beschrijvende nota lezen we dat de groenstrook wordt ingezaaid met gras. Gezien de problematiek met de biodiversiteit moet deze groenstrook anders worden aangeplant. Een groenplan is hier zeker nodig. De juiste aanplantingen en bomen zijn van groot belang. Doordat de bestaande hoogstammen op de aanpalende percelen ontbreken heeft men geen rekening kunnen houden met een juiste inplanting van de wadi (die zeker noodzakelijk is), het kan toch niet de bedoeling zijn dat de wortels van die bomen beschadigd zouden worden bij het graven van die wadi (zie schets punt 3).

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het wegenisontwerp voorziet een verhard rijweggabarit van 4,20m + 1 meter in waterdoorlatende grasbetontegels. Vijf van de 11 kavels hebben een perceelsbreedte aan de straat van meer dan 17m en voor de zes andere kavels is dit meer dan 11m. Tussen de bouwlijn van de woningen en de rooilijn van de straat hebben alle kavels een achteruitbouwstrook van 7m. Een wagen kan bij het verlaten van een kavel binnen deze beschikbare ruimte op een gemakkelijke manier afdraaien in de gewenste richting voor zijn vertrek.

Voor het bezwaarelement inzake het ontbreken van de locatie van het bestaand hoogstammig groen op de aanpalende percelen, de gekozen inplanting van de wadi’s versus de beschadiging van het wortelgestel van de hoogstammen op de aanpalende percelen wordt verwezen naar de motiveringsgronden dienaangaande opgenomen onder de bezwaaronderdelen 1.A. en 4.A.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

7.L. Ook lees ik in de verkavelingsvoorschriften dat er kelders zijn toegestaan, hiervoor moet voor elke woning een bronbemaling gebeuren om de grondwaterstand plaatselijk te verlagen. Dit kan nefast zijn voor het milieu en de omliggende gebouwen. Wie zal onze eventuele scheuren betalen?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel heeft geen betrekking op de aanleg van de wegenisinfrastructuur of de zaak der wegen in het algemeen en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

7.M. Het inplantingsplan van de aanvraag bevat volgende vormfouten:

Verplicht aan te leveren volgens normenboek voor het verkavelen van gronden :

 a)De inplantingsplaats van hoogstammige bomen van de percelen met kadastrale nummer s 243s, 242z, 242x, 238g en 231e worden niet aangegeven op het plan, zowel op het plan bestaande toestand als plan nieuwe toestand. (zie punt 3)

b)Het gebruik van de omliggende percelen wordt niet aangegeven op het plan.

c) Het tracé van de toegangswegen tot de verkaveling met de vermelding van de rechtstoestand.

d) Het is verplicht om op de tekeningen maten aan te duiden. (zie punt 2)

(bv dwarsprofiel 10 : geen enkele maat van de breedte van de heraangelegde weg, volgens ons een zeer belangrijke maat)

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

a) De zone waarbinnen de hoogstammige bomen zich bevinden op de naburige percelen werden in een groen gearceerde weergave geduid op de percelen met nummers 243s, 242z, 242x, 238g en 231e en dit zowel op het plan bestaande toestand als plan nieuwe toestand. De plannen geven ter hoogte van deze percelen eveneens een zicht op de plaatsen waar de takken van de hoogstammen over de perceelsgrens hangen op het eigendom van de aangelanden.

b) Het gebruik van de omliggende percelen dient weergegeven te worden in een zone van 10 meter vanaf de verkavelingscontour. Het gebruik wordt enerzijds bij de aanvraag geduid met een luchtfoto (document VA_VP_B_1.pdf), anderzijds op de plannen bestaande toestand met de aanduiding van de voetweg, de erfdienstbaarheidszone t.v.v. Aquafin, de gebouwen wanneer die aanwezig zijn, de aanduiding van de lineaire groenstructuur wanneer het een dichte lineaire beplanting is en de aanduiding van vrijstaande heersters. De documenten bij de aanvraag geven over het gebruik op de aanpalende percelen binnen de strook van 10 meter een voldoende duidelijk beeld voor de beoordeling van de projectaanvraag.

c) Voor dit bezwaarelement wordt verwezen naar de motiveringsgronden onder het bezwaaronderdeel 7.F.

d) De breedtematen zijn niet afleesbaar meegegeven op de dwarsdoorsneden. Dit is correct gesteld. De breedtematen voor de wegenis zijn dan wel aangeduid op het plan VA_VP_N_2.pdf bij de aanvraag waardoor zowel voor de burger als voor de vergunningverlenende overheid deze informatie gekend is. De administratie heeft het ontbreken van dit gegeven op de dwarsdoorsnede te beperkt bevonden om tot onvolledigheid van het dossier te leiden.


Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

BESLUIT:

Zowel als burger die opkomt voor het algemeen belang alsook als eigenaar die zich in zijn rechten geschaad ziet, is het verkavelingsplan voor ons totaal onaanvaardbaar. Deze ingediende omgevingsaanvraag zal op basis van alle voormelde punten moeten worden afgewezen. De voetweg nr.71 kan in haar huidige vorm GEEN toegang geven naar een nieuwe verkaveling ! 

We hebben over dit project overleg gepleegd met onze buren (….). Die besprekingen liggen aan de basis van het bezwaarschrift dat deze zullen neerleggen en dat we volledig onderschrijven. Met akkoord van deze eigenaars voegen we hun bezwaarschrift aan het onze en moet dit beschouwd worden als een integrerend deel ervan. Hun bezwaren zijn ook de onze, zoals onze bezwaren de hunne zijn.                                         

Bezwaarschrift nummer 8

Hiermee wens ik, op uw uitnodiging die uitgehangen is ter hoogte van de 'Pastorie' langs de Hoefkantweg en waarop mijn aandacht gevestigd werd door een wakkere burger, bezwaar aan te tekenen tegen de geplande verkaveling die het voorwerp uitmaakt van de hierboven vermelde Aanvraag van een Omgevingsvergunning.

lk wens zeer uitdrukkelijk bezwaar neer te leggen tegen de doorknipping van de historische voetweg Hoefkantweg over een afstand van 190 m, vanaf 'de Pastorie' tot bij de achtertuinen van de Berthoutstraat.

lk kan me niet verzoenen met de voorgelegde plannen waarbij de zwakke weggebruiker, voetganger of fietser, verplicht wordt over die strook gebruik te moeten maken van de geplande straat en deze te moeten delen met auto's en motoren, met de gevaren vandien.

lk wens zeer uitdrukkelijk dat de Hoefkantweg over zijn volledige lengte van bij het kerkje tot aan de Potaardestraat, ononderbroken, in zijn huidige bedding wordt gehandhaafd.

lk wens uw aandacht te vestigen op het feit dat deze weg intensief wordt gebruikt door schoolgaande kinderen en door de leden van de jeugdgroepen die hun heem hebben in den Droes en in de 'Pastorie', aan het begin en het einde van deze weg. Tevens wens ik uw aandacht te vestigen op het feit dat deze weg deel uitmaakt van het provinciaal fietspadennet en van de Eddy Merkxroute en eveneens door Natuurpunt in een wandelparcours is opgenomen.

Ook het landelijke groene effect van de indrukwekkende bomenrij komt daardoor te verdwijnen..héél jammer voor ons en de komende generaties ...

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het smalle pad waarnaar verwezen wordt in het bezwaar betreft het tracé van de voetweg nummer 71 dat een aangename verbinding maakt voor fietsers/voetgangers tussen het dorp van Sint-Brixius-Rode zijnde de kerk tot de Potaardestraat.

Ofschoon de Atlas der Buurtwegen aangeeft dat het tracé van de voetweg nummer 71 ter hoogte van de verkaveling zich op de percelen bevindt van de betrokken eigenaars bij de verkaveling wordt het tracé van de voetweg nummer 71 in zijn bestaande toestand behouden. Noch aan de aanleg van het pad, noch aan het tracé van de voetweg nummer 71 wordt geraakt. De verkavelingscontour bevindt zich verder weg van het tracé van de voetweg nummer 71. De tussenruimte wordt ingezaaid met gras en gras/bloemenmengsel.

Voor het beeldmateriaal en meer verduidelijking wordt verwezen naar de evaluatie onder bezwaaronderdeel 1.A).

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het voorgestelde rooilijnplan voor de verkaveling "Hoefkantweg" voor de kadastrale percelen gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de aanleg van de nieuwe wegenis in de verkaveling goed.

Artikel 3

De overeenkomst met betrekking tot de inrichting en overdracht van de wegenis dient binnen de 4 maanden na deze gemeenteraadsbeslissing door de verkavelaar ondertekend te worden.

Artikel 4

De rooilijnen worden gewijzigd op het perceel dat voorwerp uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag en eigendom is van de aanvrager zodat er geen waardevermeerdering of -vermindering van de gronden dient betaald te worden.

Artikel 5

De bezwaren met betrekking op het wegenisdossier of die kunnen in verband gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019 worden ongegrond verklaard met uitzondering van bezwaar genummerd onder 7D.

Artikel 6

Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

Artikel 7

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:

- wanneer de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de percelen gelegen langsheen de de Hoefkantweg te Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F niet wordt verleend of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;

- wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 6 stemmen tegen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Erwin De Clerck, Karine Métens en Billie Kawende), 3 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck en Veerle De Cuyper)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Verkavelingsvergunning  875 - Hoefkantweg - goedkeuring overeenkomst

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor een nieuwe verkaveling ingediend namens MESO STUDIEBUREAU BVBA met als contactadres Jan Mulsstraat 132 bus 201 te 1853 Grimbergen voor percelen gelegen langsheen de Hoefkantweg zn te 1860 Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F. De aanvraag heeft als voorwerp het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw met aanleg van nieuwe wegenis.

Deze overeenkomst is beperkt tot de voorwaarden waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid heeft. Voorwaarden met betrekking tot stedenbouwkundige aspecten behoren tot de bevoegdheid van het schepencollege en worden bijgevolg niet opgenomen in deze overeenkomst.

Het projectgebied situeert zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Hoefkantweg, te 1860 Meise. Het voorziet de aansluiting van 11 loten, 5 loten voor open bebouwing en 6 loten voor halfopen bebouwing, via een nieuwe infrastructuuraanleg van een doodlopende weg met keerpunt.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat tevens het gedeeltelijk verplaatsen van de voetweg nummer 50 gelegen tussen lot 10 en 11, zoals aangeduid op het rooilijnplan. Onder deze voetweg bevindt zich een Aquafin-leiding waarvoor er een erfdienstbaarheidszone gevestigd is ten voordele van Aquafin. De huidige voetweg nummer 71 blijft behouden.

Door de uitvoerende dienst werd een ontwerpovereenkomst opgesteld in verband met de aanleg van nieuwe wegenis en het toekomstig openbaar domein. Deze overeenkomst zal integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

De, volgens de bepalingen van de bijgevoegde overeenkomst, nieuw aan te leggen weg zal na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan het openbaar domein.

De omgevingsvergunningsaanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 14 september 2023 tot 13 oktober 2023. Er werden negen bezwaarschriften ingediend.

Juridische gronden

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) inzonderheid titel IV: milieueffect en veiligheidsrapportage en titel V: exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkende personen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd (Vlarem II).

De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25 januari 2002.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Gewestelijke hemelwaterverordening).

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

De omgevingsvergunningsaanvraag voorziet het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw in open en halfopen verband met de uitbreiding van de wegenis- en rioleringsinfrastructuur in het verlengde van de Hoefkantweg. Het perceel is momenteel een braakliggend terrein gelegen in woongebied aan voetweg nummer 71. De nieuwe straat heeft een doodlopend karakter met keerpunt en ligt volledig gescheiden van de bestaande voetweg nummer 71 die ongewijzigd blijft. De wegenis heeft een beperkte breedte en is daarom voorzien van een uitwijkstrook met een lengte van bijna 16 meter.

In de verkaveling wordt er zowel RWA als DWA riolering aangelegd en aangesloten op de bestaande Aquafin-collector. Voor de RWA riolering wordt gewerkt met buffer- en infiltratiegrachten.

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het gemeentewegendecreet stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening wordt gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Op het perceel van de nieuwe verkaveling bevindt er zich tussen lot 10 en lot 11 een voetweg nummer 50, vandaag te benoemen als "gemeenteweg", die gedeeltelijk verplaatst wordt en de toegang voorziet  tot een RWA-bekken.

De voetweg is momenteel niet meer zichtbaar op het terrein. In het kader van het algemeen belang is het opportuun om de voetweg opnieuw te realiseren met waterdoorlatende materialen zodat het tracé van de voetweg terug toegankelijk wordt voor de zwakke weggebruikers.


De ontsluiting van de verkaveling zal gebeuren langs de Hoefkantweg via een nieuw aan te leggen weg. De voorwaarden voor de aan te leggen wegenis en de overdracht na aanleg naar het openbaar domein van de gemeente werden opgenomen in een overeenkomst.

Om de veiligheid van zowel voetgangers als fietsers op voetweg 71 te waarborgen, zullen er tussen de voetweg en het einde van de nieuwe weg, inclusief de parkeerplaatsen, vijf katafootpalen met reflector worden geplaatst. Deze voorwaarde wordt bijkomend opgelegd naar aanleiding van de ontvangst van een bezwaarschrift in het kader van het openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag.

Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De ontwerpovereenkomst zoals opgesteld door de uitvoerende dienst wordt goedgekeurd en overgemaakt aan de aanvrager.

Artikel 2

De algemeen directeur en voorzitter van de gemeenteraad worden gevraagd deze overeenkomst namens het bestuur te ondertekenen.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 2 stemmen tegen (Thomas Goethals en Karine Métens), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Billie Kawende)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Aanpassing afsprakennota erosiecoördinator

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 24 juni 2010 een samenwerkingsovereenkomst en afsprakennota met betrekking tot de werking van een erosiecoördinator goed.

De gemeente ontving op 3 oktober 2023 een e-mail en schrijven waarin gemeld werd dat het uurtarief, dat sinds 2010 op 40 €/ uur staat, niet langer kan gehandhaafd blijven omdat het niet marktconform is. De provincie Vlaams-Brabant heeft beslist het uurtarief vanaf 1 september 2023 te verhogen naar 60€/ uur met een jaarlijkse verhoging van 2%.

De provincie verzoekt de gemeente dan ook de aangepaste afsprakennota goed te keuren. Aan de lopende samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de provincie wijzigt er niets.

Juridische gronden

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 betreffende de erosiebestrijding.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De gemeenteraadsbeslissing van 24 juni 2010 houdende samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator met de samenwerkingsovereenkomst en de afsprakennota.

Advies/argumentatie

Sedert de ondertekening kan de gemeente beroep doen op een erosiedeskundige voor het voorstellen en uitwerken van initiatieven rond erosiebestrijding.
De erosiecoördinator werd reeds ingezet voor erosiebestrijdingsmaatregelen langs de Eizelbeek, in Amelgem, voor de rioleringswerken in Oppem, in Sint-Brixius-Rode - Eversem enz.

Door de subsidiëring vanuit de Vlaamse overheid, is de inzet budgetneutraal, ook bij verhoging van het uurtarief. Ondertekening van de aanpassing is eigenlijk vanzelfsprekend (37 gemeenten uit Vlaams-Brabant ondertekenden de samenwerkingsovereenkomst): het belang van overstromingen en droogtestress  zal alleen maar toenemen, zodat de problematiek  de nodige aandacht dient te krijgen en de inzet van de erosiecoördinator is hierbij een zeer interessant hulpmiddel.

Financiële gevolgen

De inzet van de erosiecoördinator wordt gesubsidieerd aan 100 % zodat het voor de gemeente budgetneutraal is (wel voorfinanciering).

Het krediet is voorzien in het budget 2023 en voor het budget van 2024 wordt de verhoging van de uurprijs voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

03900/61500000

kosten inzet erosiecoördinator

€2704,31

BESLUIT

Artikel 1

De aangepaste afsprakennota horende bij de samenwerkingsovereenkomst erosiecoördinator van 24 juni 2010 goed te keuren.

Artikel 2

De ondertekende overeenkomst wordt terugbezorgd aan de provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen, Provincieplein 1, 3010 Leuven.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Verlenen van een recht van opstal aan Fiberklaar B.V.

MOTIVERING

Feiten en context

Fiberklaar bouwt, ontwerpt en beheert een open fibernetwerk en plant tegen 2028 1,5 miljoen woningen te voorzien van glasvezel. In Meise zou het gaan om 6147 woningen, waarvoor 3 POP's zouden moeten geplaatst worden.

Fiberklaar ging op zoek naar geschikte locaties voor de plaatsing van de POP's en stelt voor om deze te plaatsen in de Legerbosstraat 1 en op de hoek van de Tramlaan-Brouwerijstraat op gemeentelijke eigendom. Ze zijn nog op zoek naar een derde locatie in Meise.

Ze voorzien een grondoppervlakte van 4,64/2,44m voor het plaatsen van de POP container, omringd met 1m pad er rond.

Fiberklaar heeft een ontwerp van overeenkomst ter vestiging van een recht van opstal overgemaakt.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.

Advies/argumentatie

Op grond van het gunstig advies van de technische dienst en het advies van de dienst ruimtelijke ordening ging het college in zitting van 16 oktober 2023  principieel akkoord met de plaatsing van een POP door Fiberklaar op de hoek van de Tramlaan en de Brouwerijstraat en aan de Sint-Martenslinde en met het vestigen van recht van opstal op deze locaties. Na de opmaak van de precad's door Fiberklaar zal de overeenkomst ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

Het verlenen van een recht van opstal gedurende 99 jaar behoort, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur, tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Financiële gevolgen

Fiberklaar stelt voor het verlenen van een recht van opstal gedurende een periode van 99 jaar een éénmalige vergoeding van 5.000 Euro per perceel voor. De vergoeding zal geboekt worden op budgetsleutel GE/22000000/02000 (ontvangst-onbebouwde terreinen-gemeenschapsgoederen).

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met de vestiging van een recht van opstal door Fiberklaar op de percelen aan de Legerbosstraat 1 en op de hoek van de Tramlaan-Brouwerijstraat, kadastraal gekend onderMeise, 2 afdeling, nummer 23093F503 E P0000,  en  Meise, 1 afdeling, nummer 23050F193 F6 , telkens voor een oppervlakte van 29m². De ontwerpovereenkomst wordt goedgekeurd. De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd de overeenkomst en de latere notariële akte te ondertekenen.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Herinrichting site Sportschuur - Goedkeuring aangepaste raming

MOTIVERING

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 8 maart 2021 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Herinrichting site Sportschuur” toe te wijzen aan ANTEAGROUP NV, Roderveldlaan 1 te 2600 Berchem (Antwerpen).

In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2023204 opgesteld door de ontwerper, Anteagroup NV, Roderveldlaan 1 te 2600 Berchem (Antwerpen).

De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op € 746.579,83 excl. btw of € 903.361,59 incl. 21% btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 17 juli 2023 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

De aankondiging van opdracht 2023-529970 werd gepubliceerd op 18 juli 2023 en de errata met verbeterd bestek op 30 augustus 2023 op nationaal niveau.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 27 september 2023 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 25 januari 2024.

Er werden 5 offertes ontvangen :
- DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot (€ 1.399.686,78 excl. btw of € 1.693.621,00 incl. 21% btw);
- Hertsens Wegenwerken NV, Oeverkant 38 te 2070 Burcht (€ 941.010,16 excl. btw of € 1.138.622,29 incl. 21% btw);
- Aannemingsbedrijf Janssens L. NV, Boomsesteenweg 522 te 2610 Wilrijk (€ 1.058.573,38 excl. btw of € 1.280.873,79 incl. 21% btw);
- Sportinfrabouw NV, Essendonkbos 5 te 2910 Essen (€ 861.243,25 excl. btw of € 1.042.104,33 incl. 21% btw);
- Wulteputte Boudewijn BVBA, Zoomstraat 12 te 9160 Lokeren (€ 990.272,66 excl. btw of € 1.198.229,92 incl. 21% btw);

De ontwerper stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde Sportinfrabouw NV, Essendonkbos 5 te 2910 Essen tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van € 867.536,05 excl. btw of € 1.049.718,62 incl. 21% btw mits het verkrijgen van een visum na goedkeuring van de aangepaste raming.

De offerte van deze inschrijver is regelmatig, doch het gunningsbedrag excl. btw (€ 867.536,05) overschrijdt de goedgekeurde raming (€ 746.579,83) met 16,20%.

Juridische gronden

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de uitvoerende diensten om de aangepaste raming goed te keuren aangezien de prijzen verhoogd zijn als gevolg van de indexering.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 22000000/07420-IP 2-1-7 (actieplan 2-1) (actie 2-1-5).

Het noodzakelijke krediet is opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan 2023- herziening 2.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

22000000/07420 - Onbebouwde terreinen - gemeenschapsgoederen - Totaalproject Ten Dries - Actie: Herinrichten van de site achter de sportschuur tot park- en sportgebied

2-1-5

 279.785,02 in 2023

€ 760.000,00 in 2024

BESLUIT

Artikel 1

De aangepaste raming van € 867.536,05 excl. btw of € 1.049.718,62 incl. 21% btw voor de opdracht “Herinrichting site Sportschuur” wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De uitgave voor deze opdracht is gedeeltelijk voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 22000000/07420-IP 2-1-7 (actieplan 2-1) (actie 2-1-5).

Met 19 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 3 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck en Veerle De Cuyper)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Uitbreiding en renovatie GBS de Leertuin - Goedkeuring aangepaste raming

MOTIVERING

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 december 2021 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Uitbreiding en renovatie GBS de Leertuin” toe te wijzen aan ONTWERPATELIER PETER JANNES ARCHITECTEN BV BVBA, Koning Boudewijn-Laan 5 te 2250 Olen.

In het kader van deze opdracht werd een bestek opgesteld door de ontwerper, ONTWERPATELIER PETER JANNES ARCHITECTEN BV BVBA, Koning Boudewijn-Laan 5 te 2250 Olen.

De uitgave voor deze opdracht werd geraamd op € 6.505.635,40 excl. btw of € 6.895.973,52 incl. 6% btw.

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.

De gemeenteraad verleende in zitting van 19 juni 2023 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

De aankondiging van opdracht 2023/S 145-462784 werd gepubliceerd op 31 juli 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De aankondiging van opdracht 2023-530885 werd gepubliceerd op 26 juli 2023 op nationaal niveau.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 22 september 2023 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 180 kalenderdagen eindigt op 20 maart 2024.

Er werden 3 offertes ontvangen :
- TM Vanderstraeten - Execon, Bosstraat 54 bus 6 te 3560 Lummen (€ 7.530.597,74 excl. btw of € 7.982.433,60 incl. 6% btw);
- International Building Organisation, Steenweg op Blaasveld 56a te 2801 Heffen (€ 7.229.222,70 excl. btw of € 7.662.976,06 incl. 6% btw);
- NV Everaert-Cooreman, Kruisstraat 12 te 9290 Overmere (€ 7.558.669,60 excl. btw of € 8.012.189,78 incl. 6% btw);

De ontwerper stelde het verslag van nazicht van de offertes op waarin rekenkundige correcties, leemten, vergeten posten en aangepaste hoeveelheden werden verwerkt. De ontwerper stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde International Building Organisation, Steenweg op Blaasveld 56a te 2801 Heffen tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van € 7.723.420,29 excl. btw of € 8.186.825,51 incl. 6% btw mits het verkrijgen van een visum na goedkeuring van de aangepaste raming en na goedkeuring van de subsidies door AGION.

De offerte van deze inschrijver is regelmatig, doch het gunningsbedrag excl. btw (€ 7.723.420,29) overschrijdt de goedgekeurde raming (€ 6.505.635,40) met 18,72%.

Juridische gronden

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de uitvoerende diensten om de aangepaste raming goed te keuren.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023 en volgende jaren, op budgetcode 22100000/08000-IP 2-1-5 (actieplan 2-1) (actie 2-1-6).

Het noodzakelijke krediet is opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan 2023- herziening 2.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

22100000/08000 - Gebouwen - gemeenschapsgoederen - Gebouwen - scholen (masterplan scholen)

 

Investeringssubsidies (capaciteit + reguliere middelen

2-1-6

 1.000.000,00 in 2023

€ 5.500.000,00 in 2024

€ 4.600.000 in 2025

€ 3.500.000 in 2026

€ 6.150.000 (2023-2026)

BESLUIT

Artikel 1

De aangepaste raming van € 7.723.420,29 excl. btw of € 8.186.825,51 incl. 6% btw voor de opdracht “Uitbreiding en renovatie GBS de Leertuin” wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De uitgave voor deze opdracht is gedeeltelijk voorzien in het investeringsbudget van 2023 en volgende jaren, op budgetcode 22100000/08000-IP 2-1-5 (actieplan 2-1) (actie 2-1-6).

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Gemeentelijke basisscholen - Professionaliseringsbeleid - 2023-2024

MOTIVERING

Feiten en context

Zoals bepaald in het kwaliteitsdecreet dient elke school jaarlijks een professionaliseringsplan op te stellen.

Het professionaliseringsplan bevat de nascholingsbehoeften op niveau van de school en van de personeelsleden.

Juridische gronden

Het decreet van 27 maart 1991 over de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

Het kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Het protocol van akkoord van het ABOC van 20 oktober 2023.

De schoolraad heeft het professionaliseringsplan van de gemeentelijke basisscholen goedgekeurd op 21 november 2023.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het professionaliseringsplan, voor het schooljaar 2023-2024, van de gemeentelijke basisscholen goed te keuren.

Artikel 2

De directie van de gemeentelijke basisscholen hiervan in kennis te stellen.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Gemeentelijke basisscholen - Gebruik van het leerplan Leer Lokaal voor het gemeentelijk basisonderwijs

MOTIVERING

Feiten en context

Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen.

Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om eigen leerplannen te ontwikkelen en in te dienen of gebruik te maken van leerplannen die door derden worden ontwikkeld en ingediend.

De leerplannen zijn voor de onderwijsinspectie een aanvullend instrument om het kwaliteitsbeleid van een school te kaderen.

Het naleven van de reglementering over de leerplannen is een erkenningsvoorwaarde.
Een officiële school moet bovendien als erkenningsvoorwaarde de leerplannen volgen van ofwel OVSG, POV of het gemeenschapsonderwijs, ofwel eigen leerplannen ermee verenigbaar.

Een leerplan moet voldoen aan de volgende decretale en reglementaire criteria:
- het is beperkt in omvang;
- het laat voldoende ruimte voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen en geeft dit ook aan;
- het neemt alle door het Vlaams Parlement goedgekeurde ontwikkelingsdoelen voor het kleuteronderwijs en eindtermen voor het gewoon lager onderwijs letterlijk op waarbij transparant het onderscheid wordt gemaakt tussen welke doelen de eindtermen realiseren en met welke doelen de ontwikkelingsdoelen worden nagestreefd;
- het is in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder;
- het respecteert de goedgekeurde eindtermen en ontwikkelingsdoelen;
- het wordt in samenhang ingediend met andere leerplannen;
- het vermeldt de doelgroep;
- het vermeldt de administratieve benamingen van de leerlingengroepen voor wie het leerplan bestemd is;
- het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd (geeft samenhang weer met voorafgaande en volgende leerjaren):
- het leerplan vertoont consistentie met de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen;
- het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.

Het schoolbestuur houdt ook rekening met de volgende bijkomende criteria over het pedagogisch project van de scholen:
- de mate waarin het leerplan compatibel is met het open karakter (open staan voor alle leerlingen ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerling) van een school van het officieel gesubsidieerd onderwijs;
- de mate waarin het leerplan compatibel is met het eigen pedagogisch project;
- de mate waarin het leerplan compatibel is met de beginselverklaring neutraliteit van het gemeentelijk onderwijs;
- de mate waarin het leerplan de school kansen biedt om het curriculum af te stemmen op de eigen schoolcontext en visie (schooleigen curriculum);
- de mate waarin het leerplan vergezeld wordt van didactische toelichting die ondersteunend is voor de leraren.

OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam Leer Lokaal een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool met ingang van 1 september 2023.  Dit digitaal leerplan (online tool met achterliggende databank) bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen, maar het is ruimer dan dat.  Leer Lokaal bestaat namelijk uit een basisleerlijn, ondersteunende doelen, verdiepende doelen en uitbreidingsdoelen en vertrekt vanuit de zestien Europese sleutelcompetenties.

OVSG heeft Leer Lokaal ingediend bij de onderwijsinspectie.  De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht.  De Vlaamse Regering heeft Leer Lokaal definitief goedgekeurd.

Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeurs gebruik te maken van Leer Lokaal voor zijn gemeentelijke basisscholen.

Juridische gronden

Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 45 en artikel 62, 61, 9° en §2, 2°.

Het decreet lokaal bestuur van 23 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen.

Advies/argumentatie

Het schoolbestuur stelt na toetsing vast dat Leer Lokaal voldoet aan alle criteria en kiest daarom voor het gebruik van Leer Lokaal in zijn gemeentelijke basisscholen.

Zowel de vakorganisaties als de schoolraad worden hierover geïnformeerd.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het leerplan Leer Lokaal van het OVSG wordt gebruikt in de scholen van het gemeentelijk basisonderwijs, met name:
- de gemeentelijke basisschool 'De Leertuin'
- de gemeentelijke Fusieschool
- de gemeentelijke basisschool 'Klim Op'
- de gemeentelijke basisschool Sint-Brixius-Rode.

Artikel 2

De directie van de gemeentelijke basisscholen hiervan in kennis te stellen.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Quid BSO? - Toegevoegd punt

Roel Anciaux stelt volgende vraag:

Vraag

Het halen van het BSO is al een hele tijd onmogelijk ten gevolge van het stuurloos beleid van deze nieuwe meerderheid.

De jongste kronkel van dit bestuur is het betalen van 2.2 Miljoen euro voor het intrekken van de  - door dezelfde mensen genomen - beslissing om sociale woningen in Eversem te plaatsen.

OK…

Graag had ik dan geweten waar die o zo nodige sociale huurwoningen dan wel gaan komen.

De doelstellingen van het BSO blijven natuurlijk bestaan: het probleem van het onbetaalbaar wonen is met jullie jongste démarche natuurlijk niet opgelost. Tussenveld was immers geen dossier op zich (zoals een van jullie Schepenen totaal verkeerd schreef op de sociale media): het was een middel om een doel te bereiken. Dat doel blijft ook na deze beslissing bestaan.

Jullie gooien een stukje van een puzzel nu weg. Door welk ander stukje wordt dat vervangen.

Op welke plaats komen er dan wel sociale huurwoningen?


Vraag:

Ik wil een duidelijk overzicht van de plaats waar er binnen dit en enkele jaren dan wel sociale huurwoningen zullen komen en hoeveel er per locatie zullen komen. Voor alle duidelijkheid: dit aantal zou minstens 105 moeten zijn (in afwachting van de verhoging van het BSO dat er bij een nieuwe meting zit aan te komen).

Antwoord

Schepen Ruben Algaba antwoordt dat er tegen 1 januari 2025 voor het BSO 126 sociale huurwoningen moeten bijkomen ten opzichte van de nulmeting op 31 december 2007. 

De objectieven wat betreft sociale koopwoningen en sociale kavels werden bij het decreet van 14 oktober 2016 opgeheven. 

Sinds 2009 zijn er 27 bijkomende sociale huurwoningen gerealiseerd. 

Op 31 december 2018 diende de gemeente er nog 101 te realiseren. 

In 2022 moeten er nog 99 worden gerealiseerd. 

De oorzaak is gekend. Dit was de projectfiche.Door de blokkade op de site Tussenveld was het juridisch en praktisch onmogelijk om concrete initiatieven te nemen op andere plaatsen. 

Schepen Ruben Algaba is dan ook blij dat ze in deze legislatuur deze blokkade hebben kunnen opheffen en wil zich inspannen om het BSO te kunnen realiseren. 

Tijdens de gesprekken met de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting met betrekking tot Tussenveld, werd ook al gekeken naar mogelijke alternatieven. Er wordt gedacht aan:

15 entiteiten home Jan Van Gysel
20 entiteiten Sancta Maria
12 entiteiten Zerlegem Mankevos
20 entiteiten Hoppinpunt
12 entiteiten site OCMW
7 entiteiten site Ossegemstraat
Sint Martinus met een eerste fase van 40 entiteiten en een tweede fase van 30 entiteiten.

Dit zijn in eerste instantie 126 entiteiten. Het zijn er 156 indien de tweede fase van Sint Martinus er wordt bij gerekend. Begin volgend jaar wordt er een technische vergadering gepland om de timing en de realiseerbaarheid op deze sites te bekijken.
In tegenstelling tot een tijd geleden zijn we nu een sterke partner van de woonmaatschappij. 

Dit is een BSO mét een spreiding over de gemeente en dichter bij faciliteiten en openbaar vervoer.
Het maakt ons wel uit waar de sociale woningen komen. Schepen Ruben Algaba is blij dat ze deze moedige beslissing hebben genomen en zegt eindelijk verder te kunnen, weliswaar met maximale spreiding en maximaal behoud van open ruimte. 

Raadslid Sonja Becq stelt dat de percelen aan Hoppinpunt en de Ossegemstraat, niet aan de gemeente toebehoren. Zij stelt de vraag hoe men zich dan kan engageren om daar sociale woningen te voorzien. Zij vraagt ook of de procedures voor Sint Martinus zijn afgelopen en er aldus daar kan worden opgestart.

Schepen Ruben Algaba antwoordt dat de grond voor Hoppinpunt nog moet worden verworven. De Ossegemstraat zit in het contour van het RUP. Wat betreft Sint Martinus, is Vlabinvest eigenaar. Hierover is juridisch advies gevraagd, er dient te worden gekeken naar de situatie van vandaag.

Raadslid Roel Anciaux is van mening dat het belangrijkste is dat het BSO wordt gehaald. Er wordt 2,2 miljoen euro belastinggeld betaald. Het baart hem zorgen dat de gronden aan het Hoppinpunt en Ossegemstraat nog moeten worden aangekocht. Het kostenplaatje is niet 2,2 miljoen euro maar veel hoger. Er is in het meerjarenplan geen geld voorzien voor de aankoop van de gronden aan Hoppinpunt en de Ossegemstraat.

Schepen Ruben Algaba stelt dat de gronden niet noodzakelijk door het gemeentebestuur dienen te worden aangekocht. De Woonmaatschappij kan dit ook doen.

Tijdens de gesprekken met de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting werd ook al gekeken naar mogelijke alternatieven. Het aantal is veel hoger dan het te behalen BSO, ook al haalt men deze twee projecten eruit.

Raadslid Sonja Becq vraagt waar de 12 entiteiten aan het OCMW zullen gebouwd worden. Hierop wordt geantwoord dat er een nieuwbouw kan worden voorzien naast de serviceflats.

Raadslid Erwin De Clerck is van mening dat N-VA het volledige gegeven zelf heeft gecreëerd. Zij baseren zich nu op voortschrijdend inzicht maar tien jaar geleden was de problematiek in Tussenveld ook al gekend.

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Bindend sociaal objectief - Toegevoegd punt

Sonja Becq stelt volgende vraag:

Vraag

Via de pers moeten we vernemen dat het gemeentebestuur een akkoord zou hebben met de in Meise bevoegde huisvestingsmaatschappij om de gronden in Eversem, bestemd voor sociale huisvesting niet te bebouwen. 

Kan het gemeentebestuur ons meedelen : 

- Hoeveel sociale woningen moeten de gemeente tegen 2030 (oorspronkelijk 2025) in Meise bouwen volgens het binden sociaal objectief: hoeveel huur, hoeveel koop? 

- Hoeveel sociale huur- en/of koopwoningen werden er sinds begin van deze legislatuur reeds gerealiseerd? 

- Welke plannen heeft de gemeente om dit aantal decretaal verplichte sociale woningen in Meise te realiseren en tegen wanneer? Werden er hierover met de verkoper van de gronden in Eversem contractuele afspraken gemaakt? 

Antwoord

Dit punt werd besproken onder het voorgaand punt "Quid BSO?"

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Overzicht punten

Zitting 18 12 2023

Gewijzigde buslijnen die onze gemeente aandoen - Toegevoegd punt

Sonja Becq stelt volgende vraag:

Vraag

De Lijn past over het hele land de busroosters/routes aan. Blijkbaar ook in onze gemeente. 

Vanaf januari 2024 zouden de lijnen 250 en 251 (Londerzeel -Brussel) worden afgeschaft/hervormd naar de lijn R50  waarbij o.a. de haltes  ter hoogte van de Veilinglaan; ( belangrijk voor Rossem-Meuzegem ) niet meer bediend zullen worden. 

Ook de lijn Willebroek-Brussel vroeger lijn 260 nu R60 , wordt aangepast met als gevolg dat de bewoners van de Kapellelaan en omliggende hun op- en afstapplaats zien verdwijnen. 

- Op welke manier werd de gemeente betrokken bij deze beslissingen, resp. voor de lijn Londerzeel-Brussel en voor de lijn Willebroek -Brussel?

- Welke houding/standpunt nam de gemeente aan in deze besprekingen?

- Wat gaat de gemeente doen om de bewoners ter hulp te komen? 

Antwoord

Schepen Ruben Algaba antwoordt dat dit kadert in een actieplan dat de halte-infrastructuur van het openbaar vervoer tegen 2030 meer toegankelijk wil maken. Dat actieplan is opgenomen in het Vlaams regeerakkoord. Het plan kadert in de nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie van basisbereikbaarheid. Ook mensen met een beperking of ouderen die slecht te been zijn, moeten zich met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen. Het toegankelijk maken van haltes is cruciaal en vraagt een proactieve samenwerking met de lokale besturen. 

In Meise worden er van de 102 haltes in totaal 75 behouden.
Er zijn 2 x 2 haltes samengevoegd, 5 haltes verplaatst en 5 nieuwe haltes geplaatst. 18 haltes worden geschrapt, waarvan 6 door Basisbereikbaarheid. 

 Er werd door de Lijn bij de analyse rekening gehouden met: 

• de huidige omgeving  

• de afstanden tot vorige en volgende haltes  

• het aantal opstappers  

• de attractiepolen in de nabijheid  

• de ligging ten opzichte van kruispunten  

• de veiligheid van halte: i.f.v. bereikbaarheid, oversteekbaarheid, vlot op- en afstappen, enz.  

• de afstand tot de woningen.

Vaak werd in de analyse ook in het achterhoofd gehouden of een huidige of nieuwe locatie eventueel de mogelijkheid zou kunnen bieden om een toegankelijke halte aan te leggen, met schuilinfrastructuur. 

Op 19 juli 2021 werd dit masterplan goedgekeurd door het college en op 2 mei 2023 bekrachtigd door de huidige coalitie op de vervoerregioraad. 

Raadslid Marie Jeanne Thaelemans peilt naar de stand van zaken voor wat betreft de plaatsing van de haltes aan de Kardinaal Sterckxlaan en de drie hoppinpunten. Wat betreft de Kardinaal Sterckxlaan was er volgens raadslid Thaelemans de vraag gesteld om contact op te nemen met de landbouwer om er een halte in te planten. Zij stelt de vraag wat er met dit dossier is gebeurd. Schepen Ruben Algaba antwoordt dat er op korte termijn geïnvesteerd zal worden in een veiligere installatie en op lange termijn zal er een toegankelijke halte komen in het kader van de heraanleg van de Kardinaal Sterckxlaan.

Schepen Ruben Algaba stelt dat het hoppinpunt aan het Gemeenteplein on hold werd gezet. Voor wat betreft de haltes aan de Benelux en de carpoolparking is het wachten op de komst van de tram.

 

Publicatiedatum: 16/01/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.