Meise

Zitting van 16 05 2022

Van 19.30 uur tot 21

Aanwezig:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Karine Métens en Billie Kawende, raadsleden;

 

raadslid Paul Aerts verlaat de vergadering vanaf punt 5.

raadslid Paul Aerts vervoegt de vergadering vanaf punt 11.

 

Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Goedkeuring notulen

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 25 april 2022 goed.

STEMMING OVER VRAAG RAADSLID MARIE JEANNE THAELEMANS

Met 7 stemmen voor (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck), 16 stemmen tegen (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

STEMMING OVER HET BESLUIT

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Poolstok - algemene vergadering op 20 mei 2022

MOTIVERING

Feiten en context

Het schrijven van 22 april 2022 van Poolstok waarin de Raad van Bestuur de vertegenwoordiger van de gemeente Meise uitnodigt voor de algemene vergadering van Poolstok die plaatsvindt op vrijdag 20 mei 2022 om 11 uur in de MC Square, Philipssite 5 te 3001 Leuven en waar de volgende agendapunten worden besproken:

1. Samenstelling van het bureau van de vergadering
2. Uiteenzetting van het verslag van de Raad van Bestuur en van de commissaris m.b.t. het boekjaar 2021
3. Mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de commissaris m.b.t. het boekjaar 2021
4. Goedkeuring van de jaarrekening voor het boekjaar 2021
5. Bestemming van het resultaat
6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris voor het boekjaar 2021
7. Ontslagen en benoemingen
8. Goedkeuring van de bezoldigingen
9. Desgevallend: varia.

Aansluitend op de officiële agenda zal een terugblik op 2021 en een vooruitblik op 2022 worden gegeven.

Juridische gronden

Artikel 30 van de gecoördineerde statuten.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De agenda van de algemene vergadering van Poolstok van 20 mei 2022 wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De vertegenwoordiger, Ann Van den Broeck, wordt volmacht verleend om deze vergadering bij te wonen en wordt gemandateerd om haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen tijdens de gemeenteraad van 16 mei 2022.

Artikel 3

Poolstok zal van deze beslissing in kennis worden gesteld.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Havicrem - algemene vergadering op 15 juni 2022

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Meise is deelnemer van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Havicrem, opgericht op 10 juni 2003 en bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 26 september 2003, onder het nummer 03099363.

De agenda van de gewone algemene vergadering van Havicrem IGV die zal gehouden worden op woensdag 15 juni  2022 om 18u45 op de maatschappelijke zetel van de vereniging; Erasmuslaan 50, 1804 Eppegem (CARGOVIL) en volgende agendapunten omvat:

  1. Goedkeuring notulen AV 15.12.2021.
  2. Werking 2021 in cijfers: overzicht.
  3. Jaarrekening 2021: goedkeuring.

        Resultatenrekening en balans.

        Verslag bedrijfsrevisor.

        Verslag raad van bestuur.

        Kwijting aan bestuurders en de bedrijfsrevisor.

  1. Benoeming mandaat commissaris (bj 2022-2024).
  2. Benoeming nieuwe bestuurders.
  3. Varia.

De voorstellen van de Raad van Bestuur van Havicrem van 12 april 2022.

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de bepalingen van de artikels 432 en 454.

De artikels 32 en 33 van de gecoördineerde statuten van Havicrem.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De agendapunten van de algemene vergadering van Havicrem IGV dd. 15 juni 2022 worden goedgekeurd.

Artikel 2

De plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente Meise, Jaak Wouters (jaak.wouters@meise.be), is gemandateerd om de agendapunten van de algemene vergadering van Havicrem IGV op 15 juni 2022 goed te keuren.

Artikel 3

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Vaststellen van het zonaal politiereglement voor de politiezone K-L-M

MOTIVERING

Feiten en context

Op vraag van de korpschef werd in 2019 van start gegaan met de herwerking van de huidige algemene politiereglementen van de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone K-L-M. Doorheen de jaren waren er diverse verschillen opgetreden tussen de teksten hiervan bij de 3 gemeenten waardoor het voor de politiediensten niet makkelijk was naar handhaving toe.

Er werd een stuurgroep opgericht met de 3 burgemeesters, de 3 algemeen directeurs, de korpschef en enkele afgevaardigden van de politie en de milieu-ambtenaren van de 3 gemeenten. Binnen deze stuurgroep werden ook nog enkele werkgroepen opgericht met een specifiek thema.

De coronapandemie heeft er voor gezorgd dat dit dossier enige tijd heeft stilgelegen, maar in 2021 was dan uiteindelijk een ontwerp klaar. In eerste fase werden de teksten aangepast in de documentstructuur van het huidige reglement. In functie van leesbaarheid door de burgers werden deze teksten ingevoerd in een documentstructuur van het reglement van Koksijde (werd aangegeven door VVSG dat dit qua structuur een schoolvoorbeeld van reglement was). Uiteraard zijn de teksten zoals besproken op de stuurgroep behouden.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Het gemeentelijk algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement, laatst gewijzigd op 5 december 2018.

De collegebeslissingen van 7 maart 2022 en 2 mei 2022 houdende goedkeuring van het ontwerp politiereglement voor de politiezone K-L-M.

Advies/ argumentatie

Gunstig advies.

Net zoals er eind 2020 - begin 2021 een ééngemaakt zonaal reglement vanuit de brandweerzone werd goedgekeurd, werd ook een ééngemaakt politiereglement opgemaakt voor de politiezone K-L-M.

De ontwerpversie werd nagekeken en waar nodig bijgestuurd door de eigen diensten, door de juridische diensten van VVSG en Haviland.

De ontwerpversie werd  goedgekeurd door de 3 colleges van de politiezone K-L-M.

Het gunstig advies van de jeugdraad van 19 april 2022.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het zonaal politiereglement voor de politiezone K-L-M wordt vastgesteld.

Artikel 2

Het gemeentelijk algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement, laatst gewijzigd op 5 december 2018, wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het zonaal politiereglement.

Artikel 3

De korpschef van de politiezone K-L-M wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

Artikel 4

De gemeenten Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos worden van deze beslissing in kennis gesteld.

Artikel 5

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1e lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 6

Het zonaal politiereglement treedt in werking vanaf 1 juli 2022.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Vaststellen van het reglement voor gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes)

MOTIVERING

Feiten en context

Op vraag van de korpschef werd er door de drie gemeenten van de politiezone K-L-M een ééngemaakt zonaal politiereglement uitgewerkt.

Het huidige algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement van Meise, waarin o.a. het luik gemeentelijke administratieve sancties opgenomen is, wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe zonale politiereglement.

Juridische gronden

Artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

Artikelen 119 en 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad, gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

De wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet;

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de GAS;

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Het KB van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

De ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de GAS, ter vervanging van de omzendbrief OOP30bis;

Het gemeentelijk algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement, laatst gewijzigd op 5 december 2018.

Advies/argumentatie

De gemeente moet ten behoeve van de inwoners waken over de openbare orde, met name de openbare rust, de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, de openbare overlast en de zindelijkheid op de openbare wegen, op openbare plaatsen en in openbare gebouwen.

De GAS-wetgeving maakt het voor de gemeenten mogelijk om een eigen overlastbeleid uit te werken waarbij de overlast voor de bevolking met administratieve sancties kan bestraft worden.

De jeugdraad heeft op 19 april 2022 een gunstig advies uitgebracht.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het reglement voor gemeentelijke administratieve sancties (GAS-reglement) wordt vastgesteld.

Artikel 2

De korpschef van de politiezone K-L-M wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

Artikel 3

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1e lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 4

Het GAS-reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2022.

Met 15 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Afsluiten van een protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in geval van gemengde inbreuken

MOTIVERING

Feiten en context

De wet van 24 juni 2013 heeft een nieuwe categorie van gemengde inbreuken ingevoerd, namelijk overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren alsook overtredingen ten aanzien van het verkeersbord C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen.

Deze inbreuken blijven strafbaar in de wegverkeerswetgeving, maar tegelijkertijd wordt de mogelijkheid voorzien om deze inbreuken administratief af te handelen.

De gemeente moet hiertoe met het parket een protocolakkoord afsluiten.

Deze inbreuken moeten opgenomen worden in een politieverordening waarop een administratieve geldboete wordt bepaald zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014.

Juridische gronden

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS- wet);

Artikel 135,§2 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;

Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen;

Het gemeentelijk algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement, laatst gewijzigd op 5 december 2018.

Advies/argumentatie

Gunstig advies. Dit protocolakkoord werd besproken binnen de politiezone KLM.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Bijgevoegd protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in geval van gemengde inbreuken af te sluiten met het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde.

Artikel 2

De burgemeester en de algemeen directeur te machtigen om dit protocolakkoord te ondertekenen.

Artikel 3

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1e lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 4

Het protocolakkoord treedt in werking vanaf 1 juli 2022.

Met 15 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Oproep tot motie over het personeelstekort in de politiekorpsen Halle-Vilvoorde

MOTIVERING

Feiten en context

Overwegende dat:

- onze gemeente deel uitmaakt van het arrondissement Halle-Vilvoorde die een toenemende stedelijke druk vanuit Brussel ervaart en zijn bevolking zeer snel ziet toenemen.

- de stedelijke druk gaat gepaard met (bijkomende) criminele fenomenen, problemen van openbare orde, handhaving en gerechtelijke opvolging.

- de criminaliteitsgegevens en de huidige demografische evoluties in de regio doen de vraag naar kwalitatieve politiezorg spectaculair toenemen.

- al in 2019 werden er vanuit de burgemeesters van Halle-Vilvoorde duidelijke signalen gegeven aan de hogere overheden over het tekort aan politieambtenaren en hoofdinspecteurs in de politiezones van Halle-Vilvoorde.

- in Halle-Vilvoorde worden de personeelstekorten vastgesteld op alle aspecten van het politiewerk, o.a. ook bij de federale diensten ‘verkeer’ en bij interventie-eenheden.

- de vooruitzichten op de korte en op de middellange termijn zijn bijzonder onrustwekkend voor onze regio: er is een grote uitstroom van politieambtenaren te verwachten die onvoldoende gecompenseerd worden door nieuwe instroom.

- deze tekorten hebben een steeds grotere impact op de werking en de kwaliteit van de dienstverlening binnen onze politiezone en de andere zones van het arrondissement Halle-Vilvoorde.

- het tekort aan politieambtenaren is ook bij de federale korpsen van Halle-Vilvoorde een probleem.

- een aantal korpsen zijn genoodzaakt om politiekantoren ‘s nachts niet langer te bemannen, of hebben nachtpatrouilles moeten verminderen, of kunnen bepaalde basispolitietaken niet langer opnemen.

Gelet op:

- het feit dat alle 13 politiekorpschefs van de Halle-Vilvoordse politiezones middels een open brief aan de overheden de alarmbel luiden over de veiligheidstoestand in Halle-Vilvoorde en aandringen dringende actie om structurele uitdagingen voor de politiezones uit Halle-Vilvoorde aan te pakken.

- het feit dat onze gemeente ‘veiligheid’ en politieondersteuning voor haar inwoners uitermate belangrijk vindt.

- het feit dat de politiezones van Halle-Vilvoorde lagere federale dotatie ontvangen voor de organisatie van de lokale politie in vergelijking met andere politiezones.

- het feit dat de werkwijze voor zogenaamde ‘mobiliteiten’ erg nadelig is voor de korpsen van Halle-Vilvoorde aangezien ze door hun lokalisatie sneller ingeschakeld worden voor federale opdrachten.

- de diverse Brusselse premies die een aanzienlijk concurrentieel nadeel opleveren voor onze korpsen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad van 16 mei 2022 vraagt uitdrukkelijk dat de federale regering onmiddellijk actie onderneemt om de precaire veiligheidstoestand door een chronisch gebrek aan politieambtenaren in Halle-Vilvoorde aan te pakken en de open brief van de 13 korpschefs van Halle-Vilvoorde ter harte te nemen. Er moeten dringend maatregelen voor de korte en voor de langere termijn genomen worden.

Artikel 2

De gemeenteraad vraagt aan de federale regering om:

- dringend een oplossing uit te werken om het structurele concurrentienadeel van de korpsen in Halle-Vilvoorde ten gevolge van de betere verloning van politiemedewerkers in het aangrenzend Hoofdstedelijk Gewest weg te werken. Hierbij dient onderzocht of de invoering van een Randpremie voor politiemedewerkers uit Halle-Vilvoorde deze kloof kan wegwerken.

- een oplossing uit te werken voor de te lage dotatie van de politiezones voor Halle-Vilvoorde in verhouding tot de politiezones elders in het land.

- in te zetten op een versterkte rekrutering, kwantitatief en kwalitatief.

Artikel 3

De gemeenteraad vraagt aan het College van Burgemeester en Schepenen om via het burgemeestersoverleg Toekomstforum Halle-Vilvoorde gezamenlijk verdere stappen te zetten naar de federale overheid om de urgentie en de zwaarwichtigheid van onze veiligheidssituatie te benadrukken en te verduidelijken en vanuit de regio concrete voorstellen uit te werken om de problematiek aan te pakken.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Financiële kwartaalrapportering Q1-2022

MOTIVERING

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur, artikel 177, rapporteert de financieel directeur aan de algemeen directeur, het college en de gemeenteraad.

Overeenkomst de beslissing van de gemeenteraad van 17 januari 2022 inzake vaststelling van het begrip "dagelijks bestuur" moet het college op regelmatige basis rapporteren aan de gemeenteraad over de gedelegeerde bevoegdheden inzake daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en de interne kredietaanpassingen.

De rapportering over het eerste kwartaal 2022 moet voor kennisname aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Juridische gronden

Het decreet Lokaal bestuur, inzonderheid artikel 41, 8° en artikel 177.

Beslissing van de gemeenteraad van 17 januari 2022 inzake vaststelling van de definitie van het begrip "dagelijks bestuur" en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en de goedkeuring van interne kredietaanpassingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de financiële rapportering over het eerste kwartaal 2022.

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Digitalisering archief ruimtelijke ordening en leefmilieu (31 oktober 2022 - 31 december 2024) - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Digitalisering archief ruimtelijke ordening en leefmilieu (31 oktober 2022 - 31 december 2024)” werd een bestek met nr. 2022047 opgesteld door de aankoopdienst van  lokaal bestuur Meise.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 82.644,62 excl. btw of € 99.999,99 incl. 21% btw.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 26 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 89, § 1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van € 750.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

De digitalisering van de stedenbouwkundige en milieudossiers kadert enerzijds binnen de opstart van het Vastgoedinformatieplatform, anderzijds binnen het dienstverleningsconcept waarbij we de burger zo snel mogelijk op een correcte wijze willen informeren. Het ‘Vastgoedinformatieplatform’ is een initiatief van de gemeenten, in samenwerking met VVSG, vastgoedsector en de Vlaamse Regering. Digitaal Vlaanderen staat in voor de ontwikkeling van het platform en het operationeel beheer.

Het proces om informatie te verzamelen voor de verkoop van vastgoed is vandaag versnipperd en administratief tijdrovend. Stedenbouwkundige informatie, milieu informatie, informatie rond erfdienstbaarheden, enz. moeten nu nog vaak manueel worden opgezocht bij de verschillende administraties. Het Vastgoedinformatieplatform zal daar vanaf 2024 verandering in brengen.

Het Vastgoedinformatieplatform wordt een digitaal portaal waar de aanvrager van vastgoedinfo via één eenvoudige weg de benodigde data in het kader van een verkoop of langdurige verhuur kan opvragen. Het platform verzamelt dan alle data uit de beschikbare, aangesloten bronnen (centrale registers en gemeenten). Het lokaal bestuur krijgt via het platform een vraag om het dossier te vervolledigen en te controleren op de kwaliteit, waarna de info wordt afgeleverd aan de aanvrager (via PDF of rechtstreeks in het digitaal systeem van notaris/makelaar). De betaling en facturatie gebeurt eenvoudig via het platform.

Vanaf 2022 zal de basisversie in productie gaan voor een beperkt aantal pilootgemeenten en professionele aanvragers. Vanaf januari 2024 is het gebruik van het Vastgoedinformatieplatform decretaal verplicht voor alle gemeenten en voor zowel professionele aanvragers als voor burgers. De digitale inventarisering van alle stedenbouwkundige en milieudossiers is daartegen noodzakelijk.

De digitalisering van de dossiers zal de behandeling van aanvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur veel efficiënter kunnen laten verlopen. De burgers zullen sneller beschikken over een antwoord met de gevraagde digitale bijlagen.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenplanning.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

61032000 / 06000

5.2.1 Ontwikkelen van dienstverleningsconcept met oog op digitalisering

0 – wordt voorzien bij de aanpassing van de meerjarenplanning

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2022047 en de raming voor de opdracht “Digitalisering archief ruimtelijke ordening en leefmilieu (31 oktober 2022 - 31 december 2024)”, opgesteld door de aankoopdienst van lokaal bestuur Meise worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 82.644,62 excl. btw of € 99.999,99 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenplanning.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Instap raamovereenkomst diverse verzekeringen

MOTIVERING

Feiten en context

De huidige verzekeringspolissen van gemeente en OCMW vervallen tegen 31/12/2022. De gemeente kan als lid van Opdrachtencentrale vzw gebruik maken van hun expertise en instappen in de in rand vermelde raamovereenkomst voor de periode 2023-2026.

De afroep op deze overeenkomst wordt gedaan binnen de context van het bestaande generieke bestek. Gezien alle afroepers een eigen specifieke situatie hebben inzake verzekeringen, gelden de initieel vermelde premievoeten als richtsnoer. De inschrijver zal de inventarissen die gestaafd zijn door de nodige details (schadestatistieken, lijst gebouwen, voertuigen,…) aan de inschrijvers overmaken die op hun beurt een polisvoorstel en een premievoorstel zullen doen. Dit voorstel zal met de inschrijvers van de betrokken polissen worden besproken en eventueel worden aangepast binnen de mogelijkheden van de Wet.

De gemeente Meise en haar entiteiten zijn lid van Opdrachtencentrale en kunnen dus op gelijk welk tijdstip wettelijk instappen in de raamovereenkomst. De onderhavige goedkeuring geldt dus voor de deelname aan de raamovereenkomst. De gunning van de individuele polissen dient later bekrachtigd te worden wanneer de polissen definitief zijn opgesteld , begroot en aanvaard.

Op basis van deze raamovereenkomst zijn de percelen gegund aan de onderstaande dienstverleners:

        Perceel 1 (Burgerlijke Aansprakelijkheid): AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 2 (Arbeidsongevallen Administratief Personeel): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 4 (Brandverzekering): P&V Verzekeringen, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0402.236.531, Koningsstraat 151 te 1210 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 5 (Autoverzekering): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 6 (Dienstverplaatsingen persoonlijk voertuig): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw.

        Perceel 7 (Schoolverzekeringen): AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

Opdrachtencentrale vzw treedt op als aankoopcentrale voor alle leden bij de gunning van de opdracht.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41;

De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 38, § 1, 1° c) (voorafgaande onderhandelingen noodzakelijk wegens specifieke omstandigheden) en artikel 57, en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

 De gemeente Meise is ertoe gehouden verzekerd te zijn voor zijn personeel, gebouwen, voertuigen, ....

Opdrachtencentrale vzw, die optrad als aankoopcentrale bij de plaatsing van de opdracht handelt als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a en 7°a  van de Wet van 17 juni 2016 in opdracht van de gemeente Meise en haar entiteiten. Gezien niet alle leden-afnemers op hetzelfde moment konden afnemen wegens de vervaldag van de huidige polissen, wordt een lange inwerkperiode en/of transitie voorzien waardoor deze raamovereenkomst een duur van zes jaar heeft en geen vier jaar zoals voorzien in art. 43 van de Wet overheidsopdrachten 2016.

De gemeente legt zijn looptijd vast van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023, zijnde 1 jaar, verlengbaar met 3 keer 1 jaar tot een maximumperiode van 4 jaar.

Deze verlengingen moeten door het College van Burgemeester en Schepenen uitdrukkelijk worden beslist, omdat de prijzen voor de verlengingen en de formule inzake de prijsherziening niet gekend zijn op het moment van gunning van de basisopdracht. Deze verlengingen gebeuren naar de opdrachtnemer toe stilzwijgend. Bij niet-verlenging moeten de opzegtermijnen nageleefd worden.

De raming voor de uitgave voor de opdracht “Raamovereenkomst 2020-2026 met meerdere dienstverleners voor diverse verzekeringen ten voordele van de gemeente Meise en gerelateerde entiteiten die Opdrachtencentrale vzw sloot op basis van haar bestek OC20PM03 -Stad Oostende”, bedraagt 112.320 euro (gebaseerd op de voorgaande polissen) voor de duur van de overeenkomst maar kan wijzigen omdat de basiswaarden waarop de eenheidsprijzen van toepassing zijn op heden nog niet gekend zijn en pas ondubbelzinnig duidelijk zullen worden in de nabije toekomst. Voor diezelfde reden worden geen beperkingsbedragen toegepast op deze gunning.

De aankoopdienst stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht voor de periode van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023 (3 keer verlengbaar met telkens 1 jaar) als volgt af te roepen tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw voor zover er door de afroepende entiteiten geen afwijkingen zijn gevraagd in de specifieke polissen:

Burgerlijke aansprakelijkheid:- afroep op Perceel 1 (Burgerlijke Aansprakelijkheid): AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000Brussel,

Arbeidsongevallen: afroep op Perceel 2 (Arbeidsongevallen Administratief Personeel): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

Brandverzekeringen en gerelateerde: afroep op Perceel 4 (Brandverzekering): P&V Verzekeringen, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0402.236.531, Koningsstraat 151 te 1210 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

Verzekeringen voertuigenpark en verplaatsingen met persoonlijk voertuig: afroep op Perceel 5 (Autoverzekering) en Perceel 6 (Dienstverplaatsingen persoonlijk voertuig): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

Schoolverzekeringen: afroep op perceel 7: AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

Financiële gevolgen

Het krediet zal voorzien worden in het budget 2023 en de volgende jaren  op de specifieke budgetsleutels betreffende allerhande verzekeringen.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

61201000/verschillende beleidsitems

Burgerlijke aansprakelijkheid

--------

61200000/01000/01120

Arbeidsongevallen

-------

61202000/02000

autoverzekering (vloot)

-------

61202000/02000

dienstverplaatsingen persoonlijk voertuig

-------

61202000/01191

Brandverzekering

-------

61201000/08000

schoolverzekering

-------

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de deelname aan de opdracht “Raamovereenkomst 2020-2026 met meerdere dienstverleners voor diverse verzekeringen ten voordele van de Stad Oostende en gerelateerde entiteiten die Opdrachtencentrale vzw sloot op basis van haar bestek OC20PM03 - Stad Oostende”.

Artikel 2

Voornoemde opdracht te gunnen in het kader van een raamovereenkomst.

Artikel 3

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, treedt Opdrachtencentrale vzw op als aankoopcentrale in die zin dat ze leveringen en/of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, voor deze afroepen: gemeente Meise en haar entiteiten.

Artikel 4

Deze opdracht voor de periode van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023 (3 keer verlengbaar met telkens 1 jaar) te gunnen als volgt:

        Perceel 1 (Burgerlijke Aansprakelijkheid): AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 2 (Arbeidsongevallen Administratief Personeel): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 4 (Brandverzekering): P&V Verzekeringen, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0402.236.531, Koningsstraat 151 te 1210 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 5 (Autoverzekering): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

        Perceel 6 (Dienstverplaatsingen persoonlijk voertuig): Ethias nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.484.654, Prins Bisschopssingel 73 te 3500 Hasselt, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw.

        Perceel 7 (Schoolverzekeringen): AXA Belgium nv, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer BE 0404.483.367, Troonplein 1 te 1000 Brussel, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw;

 

Artikel 5

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in de opdrachtdocumenten van Opdrachtencentrale vzw. Er kan enkel afgeweken worden van de voorwaarden binnen de perken voorzien in het KB Uitvoering

Artikel 6

De uitgave voor deze opdracht moet als volgt worden voorzien in het exploitatiebudget van 2023:

- Perceel 1 (Burgerlijke Aansprakelijkheid) op budgetsleutels: 61201000 en verschillende

   beleidsitems.       

- Perceel 2 (Arbeidsongevallen Administratief Personeel) op budgetsleutel: 61200000/01000 en       01120.

- Perceel 4 (Brandverzekering) op budgetsleutels: 61202000/01191.

- Perceel 5 (Autoverzekering) op budgetsleutel: 61202000/02000.

- Perceel 6 (Dienstverplaatsingen persoonlijk voertuig) op budgetsleutel: 61202000/02000.

-  Perceel 7 (Schoolverzekeringen ) op budgetsleutel : 61201000/08000.

Artikel 7

Goedkeuring te verlenen aan de vast te leggen bedragen door middel van een individuele beslissing van zodra zowel de basiswaarden ondubbelzinnig duidelijk zijn als het exploitatiebudget 2023 is goedgekeurd.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

VS2021/265 - Gedeeltelijke verplaatsing en afschaffing van gemeenteweg nr 34

MOTIVERING

Feiten en context

Op 17 november 2021 werd door de aanvrager een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend. Het betreft een aanvraag tot het regulariseren en aanleggen van een recreatief terrein en het verplaatsen van een gemeenteweg (volgens de verantwoordingsnota).

Daar de aanvraag tot omgevingsvergunning ook een gedeeltelijke afschaffing en gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg omvat, dient de gemeenteraad zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein conform artikel 31§1 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Juridische gronden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

De beslissing van de gemeenteraad van 29 oktober 2009 met betrekking tot de vraag tot gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 34 en gedeeltelijke afschaffing van buurtweg nr. 34.

De beslissing van de Deputatie van 15 april 2010 tot gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 34  volgens ingediend plan.

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Adviezen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar verleende over de aanvraag volgend advies:

Beschrijving van de omgeving

Het goed waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen aan de Brussegemsesteenweg 25 te Meise. Het is gelegen ten zuidwesten van de deelgemeente Wolvertem. Deze gemeenteweg bestaat uit asfalt en is voorzien van de meest elementaire nutsvoorzieningen, zoals elektriciteit, verlichting, kabeldistributie, drinkwater en telefoon. Het goed ontsluit langs de Brussegemsesteenweg.

Het goed is gelegen in een landelijke omgeving, omgeven door weiden, akkerland en vrijstaande bebouwing. Deze bebouwingen kunnen als linten omschreven worden. Deze bebouwingen situeren zich voornamelijk ten zuidwesten en ten oosten van het goed.

Het bestaande goed bestaat momenteel uit een ruime woning met bijgebouwen. De gebouwen zijn gepositioneerd rond een binnenkoer die een verharde en niet verharde oppervlakte heeft. Palend aan deze cluster van gebouwen zijn er verhardingen, zwembad, waterpartijen en aangelegde tuin. De verhardingen situeren zich ten noorden van de cluster van gebouwen. De verhardingen zijn het verst van de omliggende woningen verwijderd. De gebouwen op het goed zijn ongeveer een 140 m gelegen van de Brussegemsesteenweg en situeren zich deels achter een bestaand woonlint van open bebouwing. Tussen de woningen vooraan aan de Brussegemsesteenweg en het goed is er een groenscherm opgetrokken. De gebouwen zijn via een privé-weg bereikbaar vanaf de Brussegemsesteenweg. Rond dit geheel van gebouwen bevinden zich weiden waar er dreven zijn aangelegd. Op de weiden bevinden zich enkel kleine constructies. De omgeving is volledig vertuind in functie van de woning.

Langs en door het domein loopt de gemeenteweg nr. 34. De gemeenteweg start aan de Brussegemsesteenweg (gemeenteweg nr. 13) en is een gedeelte van de toerit naar de woning van de aanvrager over een breedte van 6 m en een lengte van 47,26 m. Dit gedeelte is verhard in asfalt en openbaar domein. Voor de toegangspoort en net over de waterloop nr. 6.031 loopt de gemeenteweg nr. 34 naar rechts (parallel met de beek) tot aan de perceelsgrens. Vervolgens loopt de gemeenteweg nr. 34 langs de perceelsgrens. Aan punt D (voor aanduiding van de punten E, D, D, I C en G wordt verwezen naar de plannen van de aanvraag) wordt de voetweg ontdubbeld. Eén tracé (D-F-E) volgt de perceelsgrens, het andere tracé (D-E) loopt dwars door het terrein/weide/tuin. Vervolgens loopt de gemeenteweg nr. 34 langs de perceelsgrens tot aan de gemeenteweg nr. 15. De gemeenteweg nr. 34, vanaf het punt C tot A, is niet verhard en heeft een breedte van 3 m.

Het tracé E-D wordt langs weerszijden afgeschermd door 2 afsluitingen. Dit tracé van de gemeenteweg nr. 34 is eveneens niet verhard.

Beschrijving van de aanvraag

De aanvrager wenst de regularisatie aan te vragen van de volgende werken / handelingen (volgens de toelichtingsnota):

        Het wijzigen en aanleggen van een recreatief terrein: de aanvrager heeft doorheen de jaren rondom zijn domein een recreatief wandelpad aangelegd dat eigenlijk als alternatieve route diende voor traject met het korte tracé E-D dat was goedgekeurd als gemeenteweg in de zitting van deputatie van 15 april 2010. Voorliggende aanvraag heeft de bedoeling om de gemeenteweg te verleggen naar het recreatief wandelpad dat rondom het domein van de aanvrager ligt.

De gemeenteweg nr. 34 maakt de verbinding tussen de gemeenteweg nr. 13 of Brussegemsesteenweg en de gemeenteweg nr. 15. Vanaf de gemeenteweg nr. 13 is de gemeenteweg nr. 34 volgens de Atlas der Buurtwegen ingetekend in volle lijnen en heeft dit weggedeelte een breedte van 6,00 m. Op perceel 654a gaat de gemeenteweg over in een “voetweg”. De weg is belast met een publieke erfdienstbaarheid met een breedte van 3,00 m tot aan de kruising van gemeenteweg nr. 15. De tracés van de gemeenteweg nr. 34 werden bij besluit van de deputatie van 15 april 2021 goedgekeurd. De gemeenteweg nr. 34 waaraan men wijzigingen wenst door te voeren is gelegen op de percelen gekadastreerd onder sectie F nrs. 654a – 658b – 722 en de gewenste verplaatsing ter hoogte van de Brussegemsesteenweg komt op perceel 652m te liggen.

Toetsing van het project aan de geldende voorschriften :

De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het van kracht zijnde gewestplan. 

Artikel 4.4.4. van de VCRO stelt:

Ҥ 1. In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.

Voor niet van vergunningsplicht vrijgestelde handelingen die verbonden zijn met occasionele of hoogdynamische sociaal-culturele of recreatieve activiteiten, kan slechts een tijdelijke omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden afgeleverd, of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen onder de voorwaarde dat de betrokken handelingen slechts gedurende een specifieke periode of op bepaalde momenten aanwezig kunnen zijn.

Sociaal-culturele of recreatieve activiteiten waarvan de inrichtingen een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vereisen, kunnen slechts op occasionele basis worden toegestaan.

………..”

De handeling met betrekking tot het afschaffen, wijzigen en verplaatsen van een gemeenteweg, welke gelegen is in agrarisch gebied, is principieel niet in strijd met de voorschriften van het gewestplan. Immers deze gemeentewegen maken onderdeel uit van het agrarische landschap en vormen een netwerk in het agrarisch gebied van kleinschalige verbindingen. Deze kleinschalige verbindingen zijn door toedoen van de mensen ontstaan in de vorige eeuwen. In de Atlas der Buurtwegen werden deze buurt- en voetwegen (nu gemeentewegen) juridisch verankerd. Men kan een niet verharde gemeenteweg in agrarisch gebied ook beschouwen als een recreatieve strook die gebruikt wordt door wandelaars en fietsers voornamelijk in hun vrije tijd. Artikel 4.4.4. VCRO laat principieel toe dat gebieden (en dus ook stroken) een recreatieve medegebruik kunnen hebben voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen. Het afschaffen/verleggen/aanpassen van gemeentewegen brengen principieel de bestemming van agrarisch gebied niet in het gedrang.

In deze aanvraag wordt gevraagd om een gedeelte van de gemeenteweg nr. 34 te verplaatsen, een gedeelte aan te passen en een gedeelte af te schaffen. De eigendom waarop de gemeenteweg loopt heeft heden geen agrarische functie meer maar is een “agrarisch domein” die hoort bij een verbouwde hoeve. De percelen hebben geen agrarische functie meer. Immers in de toelichtingsnota van de aanvraag wordt gesteld dat de aanvrager doorheen de jaren zijn domein verder heeft aangelegd en hij aan de buitenzijde van zijn domein een breed wandelpad (tracé E-F-D) (nu al een gemeenteweg zie infra) heeft aangelegd en wordt door hem onderhouden. Dit pad (= tracé E-F-D en een onderdeel van de gemeenteweg nr. 34) wordt volgens de aanvrager dagelijks gebruikt door wandelaars, fietsers en joggers, maar ook door ruiters te paard en geniet van al deze bezoekers de voorkeur boven het tracé E-D (onderdeel van de gemeenteweg nr. 34) welke recht door zijn eigendom loopt. Hij stelt dat het pad (= tracé E-F-D) ook opgenomen is in het Wandelnetwerk “Brabantse Kouters”, een wandelnetwerk dat door de toeristische diensten op provinciaal niveau werd opgemaakt.

Het is duidelijk dat de aanvrager het tracé van de gemeenteweg E-D wenst te schrappen welke dwars door zijn eigendom loopt. Hij wil enkel het tracé E-F-D van de gemeenteweg behouden. Ook het tracé H-C-G van de gemeenteweg wenst hij te verleggen langs de rand van zijn eigendom. Hiervoor wordt geen specifieke motivering aangegeven maar het lijkt er op dat het dezelfde reden is, nl. het verleggen van een gemeenteweg welke dwars zijn eigendom loopt.

Dit zal evenwel er toe leiden dat het “agrarisch domein” bij de verbouwde hoeve zal “versterkt” worden. Het verleggen van de gemeenteweg nr. 34 komt principieel de agrarische functie van het bestemmingsgebied niet ten goede.

Alhoewel de aanvraag principieel in overeenstemming is met het gewestplan en de VCRO, zal het verleggen van de gemeenteweg nr. 34 de vertuining van de percelen die horen bij een zonevreemde woning/hoeve enkel versterken en bestendigen. Op basis hiervan kan deze aanvraag tot omgevingsvergunning niet worden goedgekeurd.

De aanvraag dient verder ook getoetst te worden aan de goede ruimtelijke ordening en het gemeentewegendecreet.

De aanvraag dient getoetst op haar verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening:

Het project wordt volgens het doelstellingenbesluit van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (Artikel 1.1.4.) getoetst aan de goede ruimtelijke ordening op basis van 4.3.1 §2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het goed is niet gelegen in een RUP, BPA of verkaveling. Volgens de gewestplanbestemming is het goed gelegen in agrarisch gebied.

     Functionele inpasbaarheid

Een netwerk van gemeentewegen die door recreanten gebruikt worden in een agrarisch gebied is functioneel inpasbaar in de structuur van dit landschap.

     Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit en zal geen bijkomende mobiliteit genereren. Het schrappen van het tracé E-D heeft wel een impact op het feit dat voetgangers langsom moeten gaan in plaats van de kortste weg te nemen. 

     Ruimtegebruik

Het af te schaffen tracé E-D van de gemeenteweg nr. 34 is heden nog steeds in gebruik door de voetgangers en recreanten. Dit blijkt duidelijk uit de bezwaren. Het afschaffen van het tracé zou het ruimtegebruik voor de recreanten in het agrarisch gebied verminderen. Verder wordt door het verplaatsen van de gemeenteweg nr. 34 tussen het tracé H-C-G onrechtstreeks voorgesteld om openbaar domein (eigendom van de gemeente Meise) over te brengen naar een particuliere eigenaar. Hierdoor vermindert de eigendom van de gemeente. Bovendien zijn er geen enkele initiatieven of gesprekken (in het verleden en heden) lopende waarbij de overdracht zou geregeld worden of waarbij deze grond zou verkocht worden aan de aanvrager.

     Bouwdichtheid

Niet van toepassing omdat het over een bestemmingswijziging en het verleggen van een gemeenteweg gaat.

     Visueel-vormelijke elementen

De visueel-vormelijke elementen zijn ook niet van toepassing daar het louter gaat om een bestemmingswijziging en het verleggen van een gemeenteweg. Bovendien worden er geen verhardingen aangelegd.

     Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag betreft geen werken aan een beschermd monument en is ook niet gelegen in de nabijheid of het gezichtsveld van een beschermd monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht, een beschermde archeologische zone of een beschermd cultuurhistorisch landschap.

     Bodemreliëf

Het reliëf wordt niet gewijzigd, net zomin als de bodemsamenstelling.

     Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het afschaffen van het tracé E-D en enkel het (gewijzigde) tracé E-F-D zonder bufferzone behouden zou fundamenteel ingaan tegen de beslissingen van de gemeenteraad van 31 januari 2008 en 29 oktober 2009. Er werd toen geoordeeld dat het tracé E-F-D te veel hinder zou opleveren naar de aanpalende percelen. De gemeenteraad nam op 29 oktober 2009 hieromtrent een volgend standpunt in bij de beantwoording van de bezwaren: “Indien de korte doorsteek als officiële verlegging wordt voorgesteld, stelt dit probleem zich niet meer. Overigens, de huidige aanvraag voorziet een dergelijke bufferzone aan de buitenkant van de grote omleiding, terwijl die zich momenteel aan de binnenkant bevindt en de huidige buffering aan de buitenkant inderdaad onvoldoende en inefficiënt is.” Indien dus het tracé E-D zou worden afgeschaft en het (gewijzigde) tracé E-F-D zonder bufferzone wordt goedgekeurd, dan komt het gebruiksgenot van de aanpalende percelen 656D en 656C in het gedrang en zal er voor deze percelen (en eigenaars) hinder zijn.

Voor het overige komt de veiligheid in het algemeen en de gezondheid niet in het gedrang.

     Inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4 VCRO

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

De aanvraag is dan ook niet in overeenstemming met de duurzaamheidsgedachte zoals verwoord in artikel 1.1.4 van de VCRO. Bij de afweging voor het wijzigen aan het wegennet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg nr. 34. Deze gemeenteweg nr. 34 wordt evenwel nog frequent gebruikt en dit blijkt uit de bezwaren. Bovendien dient er voor gezorgd te worden dat de behoeften van de toekomstige generaties niet in het gedrang worden gebracht. Er dient in dit geval openbaar domein verkocht te worden aan een particulier en door het afschaffen en verplaatsen van de gemeenteweg nr. 34 dient er een omweg gemaakt te worden en het netwerk voor recreanten verkleint. Behoeften voor de toekomst kunnen hierdoor in het gedrang komen. Bij het beoordelen van deze aanvraag zijn de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig ten opzichte van elkaar afgewogen.

     Algemeen besluit inzake de goede ruimtelijke ordening

Zoals hierboven aangetoond komt de goede ruimtelijke ordening in het gedrang door het gedeeltelijk afschaffen en gedeeltelijk verplaatsen van de gemeenteweg nr. 34.

In deze aanvraag zijn er geen nieuwe en bijkomende elementen voorhanden ten opzichte van de vroegere beslissingen om het standpunt omtrent de gemeenteweg nr. 34 vanuit de gemeente Meise te wijzigen en om het tracé E-D te schrappen. In het verleden werd geoordeeld dat het behouden van het tracé E-D in feite de goede ruimtelijke ordening is. Bovendien wordt ook het tracé H-C-G voorgesteld om te wijzigen in het tracé H-I. Hierdoor dient openbaar domein overgedragen te worden naar een particulier. Ook dit brengt de goede ruimtelijke ordening in het gedrang. Op basis hiervan kan deze aanvraag tot omgevingsvergunning niet worden goedgekeurd.

De aanvraag dient getoetst op haar verenigbaarheid met gemeentewegendecreet:

Sedert 1 september 2019 geldt het decreet van 3 mei 2019 houdende gemeentewegen en verwordt een bestaande buurt- of voetweg tot een gemeenteweg. Het gemeentewegendecreet belast de gemeente uitdrukkelijk met het beheer, inrichting en aanpassingen van de gemeentewegen. De deputatie heeft in deze geen bevoegdheid meer.

Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25 april 2014 stelt dat de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet houdende gemeentewegen d.d. 3 mei 2019 en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader. Heden is er nog geen gemeentelijk beleidskader voor de gemeentewegen in de gemeente Meise. Dus dienen de principes zoals vermeld in het decreet houdende gemeentewegen dd. 3 mei 2019 gehanteerd te worden.

De doelstelling, vermeld in het decreet houdende gemeentewegen dd. 3 mei 2019, is er om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Een geïntegreerd beleid dient gevoerd te worden welke gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. In deze optiek dient de aanvraag beoordeeld te worden. Bovendien moet bij het wijzigen van het gemeentelijk wegennet met de volgende principes rekening te worden gehouden:

  1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
  2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
  3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
  4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
  5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Op de gemeenteraad van 31 januari 2008 werd reeds gesteld dat enkel het tracé E-D een volwaardig alternatief was voor het verleggen van de toenmalige buurtweg nr. 34 tussen A-B-C. Er werden toen ook voorwaarden gesteld omtrent het tracé E-D. Op 15 april 2010 werd door de deputatie weliswaar het tracé E-D én het tracé E-F-D goedgekeurd nadat de gemeenteraad van 29 oktober 2009 een advies had gegeven. Indien het tracé E-D heden zou afgeschaft worden, dan valt men enkel terug op het bestaande goedgekeurde tracé E-F-D, welke als omleiding te grootschalig was om als enig alternatief voor het afgeschafte tracé A-B-C te fungeren. Het tracé E-D kwam toen duidelijk tegemoet aan de diverse bezwaren. De gemeente heeft zich steeds ingezet om het tracé E-D open te houden en om te laten voldoen aan de gestelde voorwaarden in de beslissing van de gemeenteraad van 31 januari 2008. Deze voorwaarden werden overgenomen in de beslissing van de gemeenteraad van 29 oktober 2009. Zelfs een procedure bij de vrederechter werd hiervoor in 2012 ingeleid. Het College van Burgemeester en Schepenen heeft op 15 juni 2020 het standpunt van de gemeenteraad van 29 oktober 2009 nogmaals bevestigd omtrent de handhaving van de voorwaarden die gesteld werden aan het tracé E-D. Op basis van de voorgaande beslissingen en standpunten, kan gesteld worden dat het openhouden van het tracé E-D met de gestelde voorwaarden van algemeen belang zijn. Bovendien is het duidelijk dat de aanvrager door de aanvraag tot omgevingsvergunning de gemeenteweg nr. 34 op de rand van zijn percelen wenst te leggen. De wandelaars en gebruikers dienen hierdoor over een stuk van de gemeenteweg nr. 34 een omweg te doen. Principieel is dit ook in strijd met het algemeen belang. Hierdoor kan het tracé E-D niet afgeschaft worden.

Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende moet gemotiveerd worden. Een dergelijke grondige motivering om het tracé af te schaffen of te verleggen is niet voorhanden gezien het standpunt van de gemeenteraad op 31 januari 2008 en 29 oktober 2009 en het standpunt van het College van Burgemeester en Schepenen op 15 juni 2020, 17 augustus 2020 en 9 november 2020. Er zijn geen nieuwe elementen aangereikt of in het dossier zijn geen nieuwe elementen terug te vinden die een verplaatsing grondig kunnen verantwoorden.

De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden in acht genomen en er wordt vastgesteld dat een verplaatsing en afschaffing hieraan geen afbreuk doet.

Het gemeentegrensoverschrijdend perspectief is in deze aanvraag niet aan de orde.

Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg. Deze gemeenteweg nr. 34 wordt evenwel nog frequent gebruikt en dit blijkt uit de bezwaren. Bovendien dient er voor gezorgd te worden dat de behoeften van de toekomstige generaties niet in het gedrang worden gebracht. Er dient in dit geval openbaar domein verkocht te worden aan een particulier en door het afschaffen en verplaatsen van de gemeenteweg nr. 34 dient er een omweg gemaakt te worden en het netwerk voor recreanten verkleint. Behoeften voor de toekomst kunnen hierdoor in het gedrang komen. Bij het beoordelen van deze aanvraag zijn de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig ten opzichte van elkaar afgewogen.

Uit het voorgaande kan dan ook geconcludeerd worden dat de wijzigingen aan de gemeenteweg nr. 34 de toets aan de voorwaarden van artikelen 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet niet doorstaat.

Conclusie

Er dient een ongunstig advies worden afgeleverd gezien de aanvraag niet voldoet aan de juridische bepalingen en niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Argumentatie

Overwegende dat het dossier omtrent gemeenteweg nr. 34, vroeger een voetweg nr. 34 en vooraan aan de Brussegemsesteenweg een buurtweg nr. 34, reeds een lange voorgeschiedenis heeft:

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 21 maart 2005: ontvangst aanvraag tot verplaatsing gemeenteweg nr. 34 en organisatie openbaar onderzoek;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 25 augustus 2005: na een eerste uitstel en op basis van de klachten ingediend tijdens het openbaar onderzoek, beslissing om dossier af te voeren en te onderhandelen over een korter traject; het dossier werd niet verder gezet en de procedure werd stopgezet;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 16 januari 2006: ontvangst aanvraag tot verplaatsing gemeenteweg nr. 34 en organisatie openbaar onderzoek;

        Besluit Gemeenteraad 27 april 2006: het dossier tot verplaatsing werd niet verder gezet;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 2 juli 2007: ontvangst aanvraag tot verplaatsing gemeenteweg nr. 34 en organisatie openbaar onderzoek;

        Besluit Gemeenteraad 31 januari 2008: goedkeuring van het toenmalige plan mits te voldoen aan 4 voorwaarden:

        a) de aanvrager creëert een kortere verbinding met buurtweg nr. 15 met een breedte van 1,65 m door een doorsteek te maken ter hoogte van perceel 654a-657 tot het zuidoostelijke punt van perceel 721;

        b) de vergunningsverkrijger neemt de nodige maatregelen opdat de voetgangers die gebruik maken van de onder a) vermelde verbinding niet de minste hinder kunnen ondervinden van de op de aanpalende landerijen aanwezige dieren;

        c) langs het onder a) vermeld gedeelte van de voetweg nr. 34 wordt geen haag of hout kant aangeplant, zodat het zicht op de hoeve bewaard blijft;

        d) de bestaande haag langs de huidige perceelsgrens wordt op maximaal 1,50 m gesnoeid en onderhouden;

Er kon echter tot geen akkoord gekomen worden met betrekking tot de voorgestelde grootschalige verkorting/verlenging en de gestelde voorwaarden met de eigenaar; het voorgelegde dossier werd niet verder gezet en de procedure werd stopgezet;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 25 mei 2009: ontvangst aanvraag tot verplaatsing gemeenteweg nr. 34 en organisatie openbaar onderzoek;

        Besluit Gemeenteraad 29 oktober 2009: beslissing met betrekking tot gedeeltelijke verplaatsing voetweg nr. 34 en gedeeltelijke afschaffing buurtweg nr. 34. Tijdens dit openbaar onderzoek werden talrijke bezwaren ingediend. De gemeenteraad ging akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nr. 34, naar het tracé A-E-D-C, zoals aangeduid op het plan behorende tot dit besluit onder volgende voorwaarden (artikel 1 van dit besluit):

        De doorsteek E-D wordt kwalitatief ingericht;

        Er wordt een veilige afsluiting geplaatst ter bescherming van de gebruikers van de doorsteek. De keuze kan gemaakt worden uit: bv. palen en ursusdraad, palen met ten minste 2 draden e.a., prikkeldraad wordt uitgesloten. Deze afsluiting mag onderbroken worden met een draaipoort om de aanvrager de mogelijkheid te bieden de beide weilanden te bereiken;

        De doorsteek wordt ingericht zonder gebruik van opgaande begroeiing;

        De inrichtingen ter belemmering van het gemotoriseerd verkeer ter hoogte van het begin- en eindpunt van de doorsteek (E en D) worden weggelaten ofwel dienen deze zodanig ingericht dat een fietser desnoods met de fiets aan de hand deze belemmering kan nemen;

        Voor de overige inrichtingen ter belemmering van het gemotoriseerd verkeer wordt de voorkeur gegeven aan het type met dwarsbalk, zoals voorgesteld;

        De aanvrager staat in voor het onderhoud van groenstructuren;

        Besluit Deputatie 15 april 2010: beslissing tot de voetweg nr. 34 en buurtweg nr. 34 van de Atlas van de Buurtwegen van Meise respectievelijk gedeeltelijk te verplaatsen en gedeeltelijk af te schaffen volgens het plan bijgevoegd bij de beslissing;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 10 mei 2010: kennisname besluit deputatie en bekendmaking beslissing.

Overwegende dat bij de toenmalige procedure van 2009-2010 de deputatie de eindbeslissing nam in het opheffen en verplaatsen van buurt- en voetwegen; dat de beslissing van de gemeenteraad een advies was in de beslissing van de deputatie; dat de deputatie zich nooit heeft uitgesproken over de tracés en de voorwaarden van de gemeenteraad van 29 oktober 2009 van de gemeente Meise.

Overwegende dat op het opmetingsplan, behorende bij de beslissing van 15 april 2010 van de deputatie, twee tracés worden aangegeven:

        tracé A-E-F-D-C: met een aanpassing ter hoogte van de groenbuffer ten opzichte van het voorstel van 2008 (het oorspronkelijke lange voorstel van de aanvrager);

        tracé A-E-D-C: dit werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 29 oktober 2009 (het voorstel van de gemeente Meise en de aanvrager).

Gelet op het feit dat dit opmetingsplan met de legende “nieuw te openen voetweg” aangaf dat er 2 duidelijk nieuwe tracés werden voorgesteld, nl. A-E-D-C en A-E-F-D-C; dat op basis van dit opmetingsplan van de landmeter blijkt dat er een aanvraag gebeurde voor deze twee tracés, met andere woorden de gemeenteweg nr. 34 werd voorgesteld om te ontdubbelen tussen de punten E en D.

Gelet op het feit dat in het besluit van de deputatie van 15 april 2010 vermeld wordt dat voor beide voorstellen een openbaar onderzoek werd gehouden; dat in de overwegende enkel vermeld wordt dat de gemeente Meise het korte tracé A-E-D-C voorstelt en dat dit tracé tegemoet komt aan de vele bezwaren uit het openbaar onderzoek van 2008 rond het voorstel voor het lange tracé A-E-F-D-C; dat in de overwegende en de motivering van de beslissing van de deputatie van 15 april 2010 er geen afweging wordt gemaakt tussen beide tracés; dat in de motivering over een mogelijke keuze tussen deze twee tracés niets vermeld wordt.

Gelet op het feit dat onder artikel 1 van de beslissing van de deputatie van 15 april 2010 uitdrukkelijk gesteld wordt “Voetweg nr. 34 en buurtweg nr. 34 van de atlas van de buurtwegen van Meise respectievelijk gedeeltelijk te verplaatsen en gedeeltelijk af te schaffen volgens het hierbijgaande plan opgemaakt door de landmeter”; dat in de beslissing aldus enkel expliciet naar het plan wordt verwezen; dat er geen melding wordt gemaakt dat één van de twee voorgestelde tracés wordt geschrapt of niet weerhouden.

Gelet op de voorgaande historiek en toelichting bij het besluit van de deputatie van 15 april 2010 kan enkel en alleen besloten worden dat beide tracés, nl. A-E-D-C en A-E-F-D-C door de deputatie op 15 april 2010 werden goedgekeurd en zodoende beide tracés het statuut van voetweg (nu gemeenteweg) nr. 34 hebben.

Gezien de uitvoering van de beslissing van de deputatie van 15 april 2010 aanvankelijk uitbleef, heeft de gemeente Meise bijkomende stappen gezet.

        september 2010: brief aanmaning tot realisatie doorsteek (of tracé) D-E;

        maart 2011: aangetekende brief herhaling verzoek tot realisatie doorsteek D-E;

        oktober 2011: aangetekende brief herhaling verzoek tot realisatie doorsteek D-E;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 5 december 2011: indien eind januari 2012 de doorsteek niet wordt gerealiseerd, wordt de lokale politie verzocht PV op te stellen en wordt bij de vrederechter een procedure ingeleid met het oog op de volledige openstelling volgens de beslissing van de deputatie;

        december 2011: aangetekende brief herhaling verzoek tot realisatie doorsteek D-E;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 20 februari 2012: opdracht aan politie tot opstellen PV en aanstelling raadsman;

        Besluit College van Burgemeester en Schepenen 26 november 2012: naleving voorwaarden: akkoord met beperktere rechtsplegingsvergoeding, vastleggen te storten bedrag, verzoek tot verbeteren passage ter hoogte van bosstrook;

        Vrederechter 6 december 2012: vonnis rechtbank: verklaring zonder voorwerp, enkel veroordeling verwerende partij tot kosten van het geding waarin inbegrepen rechtsplegingsvergoeding.

Gelet op de beslissing College van Burgemeester en Schepenen van 15 juni 2020 waarin wordt gesteld onder artikel 1:

        “De gemeente bevestigt het standpunt van de gemeenteraad van 29 oktober 2009 waarin deze de aanvrager de mogelijkheid geeft om de voetweg te onderbreken zodat beide weilanden kunnen bereikt worden.

        De gemeente bevestigt het goedgekeurde plan dat stelt dat de doorsteek een breedte moet hebben van 3 meter.

        De gemeente wenst de realisatie van een inrichting ter belemmering van het gemotoriseerd verkeer waarbij het mogelijk is dit als fietser te passeren volgens het systeem dat werd toegepast voor voetweg 50 (zie foto's).”

Onder artikel 3 wordt de eigenaar/aanvrager in kennis gesteld van deze beslissing en verzocht de nodige aanpassingen te realiseren.

Gelet op de beslissing College van Burgemeester en Schepenen van 17 augustus 2020 waarin wordt gesteld onder artikel 1:

“Het college neemt met betrekking tot de bijkomende gevraagde maatregelen volgend standpunt in:

punt 1 De gemeente bevestigt de beslissing van 15 juni 2020. De houten poorten ter verbinding van de weiden mogen behouden blijven. De poorten mogen natuurlijk niet op slot zijn.

punt 2: De eigenaar zal verzocht worden de huidige borden te verwijderen binnen de 14 dagen na verzending van de brief met de beslissing van het college en in overleg met de gemeente aangepaste borden te plaatsen.

punt 3: Dit standpunt werd eerder reeds ingenomen.

punt 4: De gemeente legt nergens hoogtebeperkingen op ten aanzien van hagen langs voetwegen. Belangrijk is dat de toegankelijkheid niet gehinderd wordt. De doorsteek moet, zoals opgelegd, wel vrij blijven van opgaande begroeiing.

punt 5: Doordat de doorsteek vrij moet blijven van opgaande begroeiing, is zicht op de kouter en voormalige hoeve gegarandeerd. Opleggen dat de haag of houtkant moet verwijderd worden, is buiten proporties. Anderzijds moet de passage door de houtkant (ter hoogte van E) wel steeds voldoende toegankelijk blijven.

punt 6: De plaatsing van camera's moet gebeuren in overeenstemming met de vigerende regelgeving. Er mag niet gefilmd worden op openbaar domein. De voetweg is een openbare erfdienstbaarheid van doorgang en mag bijgevolg niet in beeld komen. Eventuele beelden mogen niet gebruikt worden. De camera’s gericht op de voetweg moeten dus verwijderd worden.”

Onder artikel 3 wordt de eigenaar/aanvrager evenals diens raadsman in kennis gesteld van deze beslissing en verzocht de nodige aanpassingen, inclusief deze van de beslissing van 15 juni 2020, te realiseren en dit uiterlijk tegen 30 september 2020.

 

Gelet op de beslissing College van Burgemeester en Schepenen van 9 november 2020 waarin wordt gesteld onder artikel 1 en 2:

“Artikel 1

Aangezien de gemeente bevoegd is voor het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg, bevestigt ze hierbij nogmaals de eerdere beslissingen van de gemeenteraad van 29 oktober 2009 en de schepencolleges van 15 juni 2020 en 17 augustus 2020, om poortjes toe te staan ter hoogte van de doorsteek. Deze poorten dienen wel steeds open te zijn.

Artikel 2

De eigenaar/aanvrager wordt per aangetekend schrijven nogmaals gewezen op de verplichting om de breedte in overeenstemming te brengen met het plan van de provincie (dus 3,00 meter) en dat ook de inrichtingen ter belemmering van gemotoriseerd verkeer in overeenstemming dienen gebracht te worden met het goedgekeurde plan en de eerdere beslissingen.

De uitvoering dient uiterlijk op 31 december 2020 gerealiseerd te worden.

Indien de naleving niet, onvoldoende of niet tijdig gebeurt, zal de overtreding vastgesteld worden en artikel 34 van het gemeentewegendecreet toegepast.

De eigenaar/aanvrager wordt eveneens gewezen op het verbod om dieren te laten grazen of te laten loslopen die gebruikers van de voetweg kunnen hinderen. Indien dit toch het geval zou zijn, dient de doorgang onverwijld integraal uitgevoerd te worden overeenkomstig het plan dat door de deputatie werd goedgekeurd op 15 april 2010.”

Onder artikel 3 wordt de eigenaar/aanvrager evenals diens raadsman in kennis gesteld van deze beslissing en verzocht de nodige aanpassingen, inclusief deze van de beslissing van 15 juni 2020, te realiseren en dit uiterlijk tegen 30 december 2020.

Gelet op het feit dat op 2 februari 2021 een aanvraag voor een omgevingsvergunning werd ingediend door de aanvrager; het betreft een aanvraag tot het wijzigen en aanleggen van een recreatief terrein en het verplaatsen van een gemeenteweg (volgens de gegevens van het loket) en tot regularisatie voor het wijzigen en aanleggen van een recreatief terrein, en het kappen van enkele bomen en het verplaatsen van een gemeenteweg (volgens de verantwoordingsnota). Het dossier werd ingetrokken op 20 augustus 2021.

Gelet op het feit dat op 17 november 2021 een aanvraag voor een omgevingsvergunning werd ingediend door de aanvrager; het betreft een aanvraag tot het regulariseren en aanleggen van een recreatief terrein en het verplaatsen van een gemeenteweg (volgens de verantwoordingsnota).

Gelet op het feit dat de gemeenteweg nr. 34 zich situeert aan de Brussegemsesteenweg over een breedte van 6 m en een lengte van 47,26 m (met een oppervlakte van 2a 98ca); dat dit gedeelte openbaar domein is; dat het overige tracé een gemeenteweg is met een breedte van 3 m; dat deze gemeenteweg nr. 34 gelegen is op de eigendom van de aanvrager; dat het huidige tracé van deze gemeenteweg nr. 34 kan bepaald worden als het tracé G-C-H-D, D-E, E-A volgens het plan opgesteld door de landmeter; dat het tracé G-C-H-D, D-E, D-F-E, E-A werd bekomen door de beslissing van de deputatie van 15 april 2010.

Overwegende dat bij de aanvraag tot omgevingsvergunning 2 plannen aanwezig zijn met name een rooilijn- en opmetingsplan van de landmeter van 14 december 2020 (= plan landmeter) en een plan van Parallel architecten (in samenwerking met dlv) van 18 november 2021 (= plan architect). Daarnaast werden ook 3 terreinprofielen aangeleverd.

Overwegende dat de aanvrager via een aanvraag tot omgevingsvergunning een aantal belangrijke wijzigingen wenst door te voeren aan de gemeenteweg volgens het ingediende plan; dat het tracé G-C-H wordt afgeschaft en vervangen door het tracé I-H; dat het tracé D-E wordt afgeschaft en vervangen door het tracé D-F-E; dat via deze aanvraag ook een gedeelte van het openbaar domein van de gemeente Meise wordt overgedragen naar de privé-eigendom van de aanvrager.

Overwegende dat sedert 1 september 2019 het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen geldt en een bestaande voet- of buurtweg, een gemeenteweg is geworden; dat het decreet gemeentewegen de gemeente uitdrukkelijk belast met het beheer, inrichting en aanpassingen van de gemeentewegen.

Overwegende dat het plan landmeter geen correcte weergave is van de beslissing van de deputatie van 15 april 2010; dat het tracé E-F-D geen nieuw wegdeel is; dat het tracé E-F-D al een bestaand, goedgekeurd tracé is volgens de beslissing van de deputatie van 15 april 2010.

Gelet op de vergelijking van het plan deputatie en plan landmeter kan gesteld worden dat er principieel volgende wijzigingen worden aangevraagd:

        tracé H-C-G wordt gewijzigd/verplaatst ten opzichte van het plan deputatie en vervangen door het nieuw tracé H-I;

        tracé D-H wordt gewijzigd ten opzichte van het plan deputatie;  het tracé D-H heeft een andere ligging op het plan deputatie;

        tracé E-D wordt afgeschaft ten opzichte van het plan deputatie.

        tracé E-F-D wordt gewijzigd ten opzichte van plan deputatie; het tracé E-D-F heeft een andere ligging op het plan deputatie ten aanzien van de perceelsgrenzen. De hoeken van het plan landmeter zijn minder scherp ter hoogte van de hoekpunten van het kadastraal perceel en zijn ‘afgevlakt’. Het plan deputatie heeft voor dit gedeelte een brede voetweg met bufferzone voorzien terwijl op het plan landmeter deze bufferzone geschrapt wordt.

Gelet op het feit dat de aanvraag onder andere de gedeeltelijke wijziging, de gedeeltelijke verplaatsing en deels opheffing van de gemeenteweg nr. 34 omvat.

Overwegende dat artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 stelt dat de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein; dat dient rekening te worden gehouden met de doelstellingen en principes vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader.

Overwegende dat er heden nog geen gemeentelijk beleidskader is voor de gemeentewegen; dat de principes zoals vermeld in het decreet houdende de gemeentewegen d.d. 3 mei 2019 dienen gehanteerd te worden.

Gelet op de doelstelling, vermeld in het decreet houdende de gemeentewegen d.d. 3 mei 2019, om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen; dat een geïntegreerd beleid dient gevoerd te worden welke gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Overwegende dat bij beslissingen over het wijzigen van het gemeentelijk wegennet met de volgende principes rekening dient te worden gehouden:

1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Overwegende dat volgens het gewestplan Halle – Vilvoorde - Asse de gemeenteweg voor dit gedeelte ligt in agrarisch gebied.

Gelet op het feit dat de gemeenteweg nr. 34 de verbinding maakt tussen de gemeenteweg nr. 13 of Brussegemsesteenweg en de gemeenteweg nr. 15. Vanaf de gemeenteweg nr. 13 is de gemeenteweg nr. 34 volgens de Atlas der Buurtwegen ingetekend in volle lijnen; dat dit weggedeelte een breedte heeft van 6,00 m. Op perceel 654a gaat de gemeenteweg over in een “voetweg”. De weg is belast met een publieke erfdienstbaarheid met een breedte van 3,00 m tot aan de kruising van gemeenteweg nr. 15; dat de gemeenteweg nr. 34 waaraan men wijzigingen wenst door te voeren gelegen is op de percelen gekadastreerd onder sectie F nrs. 654A – 658B – 722; dat de gewenste verplaatsing ter hoogte van de Brussegemsesteenweg op het perceel 652M komt te liggen.

Gelet op het ongunstig advies van de Vlaamse Overheid, departement Landbouw & Visserij, ABCO – Omgeving – Vlaams-Brabant dd. 24 januari 2022.

Gelet op het openbaar onderzoek welke liep van 25 december 2021 tot en met 23 januari 2022 waarbij 3 bezwaren werden ingediend; dat deze bezwaren als volgt worden besproken:

Bezwaar 1, schriftelijk ingediend op 13 januari 2022

Onderdeel 1.

In het eerste onderdeel wordt een voorgeschiedenis gegeven omtrent de gemeenteweg nr. 34, vroeger een voetweg nr. 34 en vooraan aan de Brussegemsteenweg een buurtweg nr. 34, welke reeds werd opgenomen is dit besluit onder ‘argumentatie’. Op dit onderdeel van het bezwaar wordt niet ingegaan.

Onderdeel 2

Uit voorgaande mag duidelijk blijken dat het de aanvrager niet de bedoeling is van een recreatief terrein aan te leggen ten voordeel van de wandelaars welke voetweg 34 gebruiken temeer het aangevraagde tracé reeds werd aangelegd in 2007. Het betreft hem hier een regularisatie van bestaande infrastructuurwerken. Sinds 2007 hanteert aanvrager alle mogelijke middelen om de voetgangers te weren van de doorsteek E-D van voetweg 34. Zoals eerder vermeld maakt hij hiervoor gebruik van 4 opeenvolgende poortjes welke van doorsteek E-D een hindernissen parcours maken. Het permanent plaatsen van poortjes op een weg is een inbreuk op art. 38, Gemeentewegendecreet. Het is verboden de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en het beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken. In april 2020 sloot aanvrager de betreffende poortjes met kettingen en hangsloten! Gedurende meer dan 1 maand was de bewuste doorsteek volledig afgesloten. In de voorbije jaren heeft dit bij herhaling plaatsgevonden. Wanneer men voetweg 34 te Wolvertem intikt op Google zijn er meerdere publicaties van kranten terug te vinden waarin aanvrager wordt vermeld voor het afsluiten van voetweg 34. De grazende paarden en stieren (runderen) op voetweg 34 zijn eveneens een bewijs dat aanvrager met alle mogelijke middelen de voetgangers wil weren uit zijn domein.

Antwoord op dit onderdeel

Het doel van de aanvraag is duidelijk af te leiden op basis van de ingediende plannen en de begeleidende verantwoordingsnota. De afschaffing van onder andere het tracé E-D wordt effectief beoogd via de voorliggende aanvraag.

De lange voorgeschiedenis in dit dossier is gekend en hierboven uitvoering besproken. Eventuele acties aangaande de (pogingen tot) belemmering van de doorgang voor weggebruikers op het betreffend tracé maken deel uit van handhavingsprocedures en liggen niet voor in het aanvraagdossier tot omgevingsvergunning waarbij dient beslist te worden of er akkoord wordt gegaan met de gevraagde wijzigingen aan de gemeenteweg en het wijzigen en aanleggen van een recreatief terrein tussen de buurtweg nr.13 (Brussegemsesteenweg) en de buurtweg nr. 15 (Doornbaan). De diverse klachten en meldingen zijn genoteerd en behandeld in de zittingen van het College van Burgemeester en Schepenen op 15 juni 2020, 17 augustus 2020 en 9 november 2020.

Dit bezwaar omvat opmerkingen over de geschiedenis van het dossier en klachten over de (pogingen tot) belemmering van de doorgang voor weggebruikers op het betreffend tracé. Dit onderdeel is niet gegrond.

Onderdeel 3

In de motivatienota van aanvrager wordt gesuggereerd dat er geen waardevermeerdering zou zijn bij de verplaatsing van voetweg 34. Het mag klaar en duidelijk zijn dat een privédomein een merkelijke meerwaarde heeft indien het privédomein niet wordt verdeeld (doorkruist) door een gemeenteweg. De beweringen van de landmeter zijn dan ook onjuist.

Tijdens de huidige corona pandemie is duidelijk gebleken dat onze trage wegen (gemeentewegen) gretig worden gebruikt door duizenden voetgangers. Onze trage wegen zitten in een opmars en de burger wordt zich meer bewust van het belang van dergelijke voetwegen. Het zou dan ook onbegrijpelijk zijn indien het algemene nut van de vele voetgangers moet wijken voor het privébelang van de aanvrager.

Antwoord op dit onderdeel

In de beschrijvende nota van de aanvraag wordt gesteld dat bij het rooilijnplan geen berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerderingen dient te gebeuren omdat er geen overdracht is naar het openbaar domein. Het eigendomsstatuut is bij een gemeenteweg echter van geen belang (cf. art. 2.6° van het gemeentewegendecreet). Door de beëdigde landmeter-expert werd een schattingsverslag opgesteld waarbij wordt gemotiveerd dat de waardevermeerdering wordt geschat op nul euro, rekening houdend met: (1) de oppervlakten m.b.t. aanleg / opening, verplaatsing, opheffing van de betrokken gemeenteweg(en) zoals weergegeven op het plan opgesteld door ondergetekende op datum van 14 december 2020; (2) de grondwaarde voor de onbezwaarde oppervlakte; (3) de waardevermindering of waardevermeerdering ten gevolge van het vestigen of opheffen van een gemeenteweg die wordt geraamd op 90% van de volle waarde; (4) de toepassing van artikel 28, paragraaf 2 laatste lid waarbij wordt gesteld dat waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van het decreet worden geacht elkaar te neutraliseren; (5) de veronderstelling dat de zate van gemeenteweg 34 met betrekking tot traject G-C, thans nog aangeduid als openbaar domein, reeds is of zal worden verworven door de eigenaar of diens vennootschap.

De schatting van de beëdigd landmeter-expert, ingeschreven op het tableau, wordt niet in twijfel getrokken. Via de inschrijving op het tableau dient het werk van de landmeter-expert onafhankelijk, nauwkeurig en volledig te zijn (cf. kwaliteitseisen). Bij twijfel kan de gemeente zelf een landmeter-expert aanstellen voor de opmaak van een ‘tegenexpertise’.

Over het gebruik van de trage wegen kan voor deze site gesteld worden dat de functie van een buurt- of voetweg in oorsprong gericht was op een korte gemakkelijke verplaatsing voor de plaatselijke bevolking van bijvoorbeeld punt A naar een bepaald eindpunt B. De voetwegen werden vroeger veelvuldig gebruikt voor dagdagelijkse verplaatsingen te voet of per fiets tussen de woonplaats en de werkbestemming of winkelbestemming. Het gebruik van de tracés op de site hebben op de dag van vandaag een recreatieve invulling gekregen. Mensen maken gebruik van voetwegen om te wandelen in hun vrije tijd. De lengte van de voetweg speelt veel minder een rol maar eerder de groene aangename omkadering van de voetweg, de toestand van de voetweg (goede beloopbaar) en de gezonde lucht.

Het nieuw uitgetekend tracé dat buurtweg nr. 13 en nr. 15 met elkaar verbindt, blijft behouden. Het begin- en eindpunt wordt aldus niet gewijzigd. Als de plaatselijke bevolking zich op een snelle, gemakkelijke wijze per fiets of te voet wil begeven van de Brussegemsesteenweg naar de Merchtemsesteenweg kan dit alsnog via het traject Brussegemsesteenweg - Heidestraat - Merchtemsesteenweg. De weginfrastructuur van dit traject is goed uitgerust en wordt ook vaak gebruikt door wandelaars.

 

Bezwaar 2, digitaal ingediend op 16 januari 2022

Onderdeel 1.

De door de gemeente gevolgde procedure is in strijd met hoofdstuk 3. Aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen van het decreet houdende de gemeentewegen, in voege sinds 1 september 2019. Artikel 12 § 2 kan niet toegepast worden voor de gevraagde afschaffing, verplaatsing en nieuwe weg. De vermelde stedenbouwkundige handelingen hebben immers niets te maken met de gemeenteweg, de wijziging past niet in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. De motivatienota betreft quasi uitsluitend het afschaffen/verplaatsen van voetweg 34.

Als stedenbouwkundige handeling wordt hier aangehaald: een bestaand aangelegd recreatief terrein deels te regulariseren alsook een deel nieuw recreatief terrein aan te leggen.

Het omgevingsloket somt een aantal vormen van recreatieve terreinen op: golfterrein, voetbalterrein, tennisveld, zwembad…. Deze terreinen bevinden zich, wanneer ze voor publiek gebruik bestemd zijn, binnen de door het gewestplan of RUPs bepaalde recreatiegebieden, zeker niet in agrarisch gebied. Punt 7.1. van de motivatienota heeft als titel ‘Het aanleggen van een recreatief terrein’ – verderop is er voortdurend sprake van een recreatief wandelpad. Dit zijn 2 totaal verschillende begrippen. Een wandelpad voor publiek gebruik is geen recreatief terrein maar een gemeenteweg, tevens een trage weg, zoals gedefinieerd in het decreet gemeentewegen, artikel 2:

        6° gemeenteweg: een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond;

        10° trage weg: een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer;

Deze grasweg werd aangelegd in 2010, dus 12 jaar geleden, in het kader van het besluit van 15 april 2010 van de deputatie van Vlaams-Brabant, waarbij voetweg nr. 34 en buurtweg nr. 34 respectievelijk gedeeltelijk werden verplaatst en gedeeltelijk afgeschaft overeenkomstig het bijhorende rooilijnplan, dat sindsdien ook voor iedereen publiek raadpleegbaar is in de Atlas der Buurtwegen: http://docs.vl-brabant.be/gisdata/abw/WOL/Wijzigingen/Document/

Daarvoor is 12 jaar later helemaal geen regularisatie nodig.

Antwoord op dit onderdeel

De gemeente ontving op 17 november 2021 een aanvraag tot omgevingsvergunning met betrekking tot het regulariseren en aanleggen van een recreatief terrein en het verplaatsen van een gemeenteweg (volgens de verantwoordingsnota). Conform artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 dient dan ook de procedure gevolgd te worden, nl. deze van de omgevingsvergunning waarbij een beslissing van de gemeenteraad noodzakelijk is. De aanvraag tot regularisatie dient conform artikel 81 behandeld te worden.

Het aanvraagdossier wordt volledig en ontvankelijk verklaard na onderzoek conform artikel 19 of 38 van het omgevingsvergunningsdecreet. De gemeente doet daarbij nog geen beoordeling over de vergunbaarheid van de aanvraag.

De bezwaarindiener haalt aan dat motivatienota “quasi uitsluitend” het afschaffen/verplaatsen van voetweg 34 vermeld. Dit betekent dat er ook nog andere elementen gemotiveerd worden aangevraagd. Zo is bijvoorbeeld ook tracé H-I al aangelegd als ‘grasweg’. Er kan dus sprake zijn van een regularisatie. De functie van de trage weg, als een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer, is recreatief. De functionele verplaatsingen tussen A-G zijn quasi onbestaand gezien de verplaatsingen tussen woonplaats en werkplaats of voorziening (winkel,…) in deze niet te erkennen vallen. Er zijn binnen het tracé, waaronder tussen punten D-E bovendien grotendeels geen fietsverplaatsingen mogelijk. De functionele verplaatsingen zijn in de hedendaagse context, gezien de ligging buiten een kern, normaliter steeds gemotoriseerd en daarom niet meer van toepassing voor de voetweg nr. 34.

Het bezwaar is ongegrond.

Onderdeel 2.

De verplaatsing van het gedeelte H-C-G naar H-I zou eventueel kunnen, mits de autonome procedure wordt toegepast, overeenkomstig de algemene beginselen, vervat in de artikelen 8, 9, 10 en 11 van het decreet houdende de gemeentewegen, niet via artikel 12.

Heel wat gebruikers van deze gemeenteweg komen immers van of gaan naar het centrum van Wolvertem via de Brussegemsesteenweg en/of Heidestraat: voor hen is H-I korter en meer logisch. Voor wie van de Oude Oppemstraat komt, maakt het geen verschil. Een noodzaak is dit niet.

Antwoord op dit onderdeel

Met betrekking tot de procedure wordt verwezen naar onderdeel 1 van het bezwaar. Het verkort tracé H-I wordt aangevraagd. Dit onderdeel van het bezwaar is dan ook zonder voorwerp.

Onderdeel 3.

Op 15 april 2010 besliste de bestendige deputatie om voetweg/buurtweg nr. 34 te verplaatsen naar tracés A-E-F-D-C, inclusief de rechtstreekse verbinding E-D. De redenering van de aanvrager in de huidige motivatienota, als zou toen enkel het tracé A-E-D-C behouden zijn, en niet het tracé via punt F, is geenszins correct.

Antwoord op dit onderdeel

Het opmetingsplan, behorende bij de beslissing van 15 april 2010, geeft twee tracés aan, nl. tracé A-E-F-D-C en tracé A-E-D-C met de legende “nieuw te openen voetweg”. Beide tracés zijn bijgevolg goedgekeurd zoals vermeld in de argumentatie. De voorliggende aanvraag omvat de realisatie van een nieuw tracé tussen punt A en I. De opmerking die wordt gemaakt is voor de beslissing dus niet relevant.

Onderdeel 4.

Het eventueel afschaffen van het korte tracé E-D is geenszins toelaatbaar en in strijd met artikel 3 en 4 van het Decreet houdende de Gemeentewegen: is tegen het algemeen belang en kan niet afdoende gemotiveerd worden. Het is net dat tracé dat voorafgaand aan de beslissing van de deputatie op 15 april 2010 als uiterst essentieel werd beschouwd, gezien de gigantische omweg van het lange tracé. De redenering van de bezwaarindieners werd zowel door de gemeente als door de deputatie gevolgd en is heden ten dage nog steeds van toepassing.

Antwoord op dit onderdeel

De impact op het algemeen belang door de afschaffing van tracé E-D is uiterst beperkt. Zoals eerder gesteld heeft de gemeenteweg nr. 34 vooral, al dan niet uitsluitend, een recreatief doel. De afstand tussen E en D via F is ongeveer 350m lang. Een gigantische omweg is dus relatief, vooral gezien de recreatieve functie. De structuur, de samenhang en toegankelijkheid van de gemeentewegen blijven gevrijwaard. Het tracé H-I wordt door de bezwaarindiener ook aanvaard als goede alternatieve optie. De huidige en toekomstige behoefte aan zachte mobiliteit wordt niet gehypothekeerd. De verbinding tussen begin- en eindpunt blijft aanwezig. De veiligheid wordt door de afschaffing van het tracé D-E verhoogd voor wandelaars en fietsers. Bij iedere nieuwe aanvraag dient een nieuwe beslissing worden genomen. Het bezwaar is ongegrond.

Onderdeel 5.

De beweringen van de aanvrager omtrent het gebruik van beide tracés (E-D en E-F-D) zijn niet gefundeerd. Beide tracés zijn in gebruik.

Antwoord op dit onderdeel

Er wordt akte genomen van deze opmerking.

Onderdeel 6.

De aanvrager bemoeilijkt het gebruik van het korte tracé en heeft dit aangepast afwijkend van wat voorgeschreven werd volgens het rooilijnplan. De aanvrager heeft duidelijk ingrepen gedaan afwijkend van het rooilijnplan én allerlei hinderpalen gecreëerd opdat zo weinig mogelijk mensen dit tracé zouden gebruiken.

Antwoord op dit onderdeel

Hiertoe wordt verwezen naar het antwoord op onderdeel 2 van het eerste bezwaar. Eventuele klachten worden niet binnen deze procedure tot vergunningsaanvraag, maar afzonderlijk, behandeld. Dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond.

Onderdeel 7.

In onderdeel 1 is aangetoond dat Artikel 12 § 2 uit het gemeentewegendecreet niet kan toegepast worden voor deze gevraagde afschaffing, verplaatsing en nieuwe weg.

Onderdeel 2: de verplaatsing van het gedeelte H-C-G naar H-I zou eventueel kunnen, mits de autonome procedure wordt toegepast, maar is zeker geen noodzaak.

Onderdelen 3, 4, 5, en 6 zijn voldoende duidelijk opdat de gemeenteraad in géén geval de afschaffing van de korte verbinding E-D in overweging zou nemen, flagrant tegen het algemeen belang, en enkel ten behoeve van een privaat belang.

Antwoord op dit onderdeel

Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord op voorgaande onderdelen van het bezwaar. Dit onderdeel van het bezwaar wordt niet weerhouden en is ongegrond.

Bezwaar 3, digitaal ingediend op 20 januari 2022

Onderdeel 1.

De aanvraag past niet in het realiseren van de planologische bestemming van de gronden, zoals voorgeschreven in art. 12, §2 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019. De aanwezigheid van een gemeenteweg vormt immers geen hindernis voor het realiseren van deze bestemming van de gronden (de gronden zijn volgens het gewestplan ‘agrarisch gebied’), wel integendeel. Het is bovendien verre van duidelijk in hoeverre het voorwerp van de aanvraag zélf de bestemming ‘agrarisch gebied’ realiseert.

Antwoord op dit onderdeel

Door de goedgekeurde tracés te verkorten - cf. afschaffing D-E en het gedeelte langsheen de beek – wordt er ingezet op een efficiënter ruimtegebruik, met minder oppervlakte aan recreatieve terreinen. Het ongunstig advies van het departement Landbouw & Visserij verwijst naar een mogelijke oplossing binnen de opmaak van een RUP. Echter, de opmaak van een RUP heeft betrekking op de site aan de Lovegemstraat en niet deze aan de Brussegemsesteenweg.

Trage wegen zijn binnen alle bestemmingen mogelijk gezien deze logischerwijze de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang brengen. Dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond.

Onderdeel 2.

De vermelde stedenbouwkundige handelingen in de motiveringsnota van de aanvrager hebben niets te maken met de gemeenteweg, die vrijwel uitsluitend het opheffen en het verplaatsen van voetweg 34 beoogt:

        de ‘regularisatie’ van het aanleggen van een recreatief wandelpad: voor het aanleggen van een graspad waarbij géén verharding werd voorzien, noch aanzienlijke reliëfwijzigingen gebeurden was niet vergunningsplichtig;

        de ‘regularisatie’ van het aanleggen van een recreatief terrein: in de begeleidende nota, noch in de stukken in het omgevingsloket wordt niet geëxpliciteerd wélke stedenbouwkundige handelingen vergunningsplichtig zouden geweest zijn en die een aanpassing aan de wegenis (zoals vastgelegd in het meest recente rooilijnplan ervan, dd. 15.4.2010) zouden noodzakelijk maken, het enige werkelijke voorwerp is de aanleg van een recreatief onverhard wandelpad (zie hoger). 

Uit al het voorafgaande volgt dat artikel 12 § 2 niet kan gebruikt worden voor een eventuele opheffing of verplaatsing van de kwestieuze wegdelen.

Antwoord op dit onderdeel

Er wordt verwezen naar het antwoord op het onderdeel 1 van bezwaar 2.

Onderdeel 3.

De stukken in verband met de wijziging van de buurtweg nr. 1 (sic) zijn onvolledig. Het Gemeentewegendecreet van 3 mei 2019 schrijft immers ook voor dat een omgevingsvergunning enkel gecombineerd kan worden met de wijziging/verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg indien de aanvrager in het aanvraagdossier een rooilijnplan toevoegt. De vorm en inhoud van een dergelijk rooilijnplan worden beschreven in art. 16 van datzelfde decreet. Er dient te worden vastgesteld dat het “Rooilijnplan - Opmetingsplan” niet aan deze vereisten voldoet, omdat de berekening van de waardevermeerdering die de gronden ondergaan ten gevolge van de verplaatsing en de gedeeltelijke opheffing van de kwestieuze wegdelen, niet conform is met de wijze waarop deze overeenkomstig art. 28 van het decreet Gemeentewegen dient te gebeuren.

Volgende gebreken in de berekening vallen op te tekenen:

1. Er wordt een waardevermindering meegenomen die veroorzaakt zou worden door reeds gevestigde wegenis, met name door het tracé D-F-E. De aanvrager doet kennelijk enorm veel moeite om het door de Deputatie op 15.4.2010 aangenomen rooilijnplan voor te stellen als een soort keuzemenu tussen 2 wegdelen, nl. het kwestieuze tracé D-F-E en de rechtstreekse verbinding E-D. Nochtans staan beide wegdelen zonder enig onderscheid op het heersende rooilijnplan vermeld […] De ware bedoeling van het voorstellen van het tracé D-F-E als een nieuw weggedeelte is uiteraard om op artificiële wijze de berekening van de waardevermindering/waardevermeerdering te beïnvloeden, om zo de rekening exact op “nul” te doen uitkomen.

2. De waardevermeerdering/waardevermindering wordt enkel berekend voor de betrokken wegoppervlakte en niet voor de volledige percelen waarop de weg is gelegen. Het Grondwettelijk Hof stelt in het arrest van 7 oktober 2021 (https://www.constcourt.be/public/n/2021/2021-130n.pdf) aangaande het Decreet Gemeentewegen uitdrukkelijk als volgt onder punt B.20.2 (eigen onderlijning): “Uit de voormelde parlementaire voorbereiding kan worden afgeleid dat de vergoeding betrekking heeft op de meer- of minderwaarde van het perceel waarop de gemeenteweg gelegen is, en niet louter op de meer- of minderwaarde van de grondstrook die wordt ingenomen door de wijziging van de gemeenteweg. Daarnaast kan uit artikel 28, § 2, tweede lid, van het bestreden decreet alsook uit de in B.20.2 vermelde parlementaire voorbereiding worden afgeleid dat de decreetgever de bedoeling heeft dat de waardevermindering of -vermeerdering zo concreet mogelijk wordt vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden, waaronder onder andere de in artikel 28, § 2, tweede lid, opgesomde elementen.” Ook hier is het duidelijk dat de aanvrager de wérkelijke waardevermeerdering van de gehele percelen wenst te verhullen door de gehanteerde aanpak door de landmeter.

3. De waardeberekening is niet gebeurd door een door de gemeente aangestelde landmeter-expert, terwijl dit nochtans wel door art. 28 § 2 van het Gemeentewegendecreet wordt vereist.

Antwoord op dit onderdeel

Het dossier werd volledig verklaard.

Over de waardeberekening wordt verwezen naar onderdeel 3 van bezwaar 1. Er werd ook vanuit de gemeente Meise een landmeter-expert aangesteld om de mogelijke meerwaarde te berekenen. Deze werkwijze werd gehanteerd zodat de gemeente Meise zelf de meerwaarde kan laten berekenen en niet de opdrachtgever. Het schattingsverslag werd opgesteld door de beëdigd landmeter-expert op 10 augustus 2021. Het schattingsverslag wordt bij het gemeenteraadsbesluit gevoegd.

Onderdeel 3.

Het verplaatsen en opheffen van de gemeentewegen moet steeds worden getoetst aan de doelstellingen en afwegingsprincipes, beschreven in art. 3 en art. 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019. In kwestie is dit voor de voetweg 34 niet gebeurd. De hele motivatienota is louter en alleen geschreven vanuit het belang voor de aanvrager. De gemeenteraad zal zich in elk geval van een eigenstandige motivering moeten voorzien om het -gebrekkige- rooilijnplan te beoordelen.

Antwoord op dit onderdeel

Het dossier werd getoetst aan de doelstellingen en afwegingsprincipes, beschreven in de artikelen 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019. Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord op onderdeel 4 van het tweede bezwaar.

Onderdeel 4.

Ons inziens doorstaat de aanvraag deze toets van art. 3 en 4, Gemeentewegendecreet niet omdat:

1. Algemeen belang: Het is overduidelijk dat dit dossier louter de particuliere belangen van de aanvrager dient, zonder dat er sprake kan zijn van enig voordeel voor de weggebruikers.

2. Wijziging of opheffing is een uitzonderingsmaatregel: Er dient opgemerkt te worden dat wegdeel E-D reeds een verplaatsing is ten opzichte van de oorspronkelijke ligging van voetweg te Wolvertem. Het valt niet in te zien hoe een wegdeel dat pas 11 jaar geleden werd verplaatst, nu opnieuw verplaatst / opgeheven zou worden, zou passen in een ‘uitzonderingsmaatregel’.

3. Verkeersveiligheid: Het opheffen van het kwestieuze wegdeel E-D zorgt voor een aanzienlijke omrijfactor voor fietsers en wandelaars.

4. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief: Hoewel wegdeel E-D op zich geen deel uitmaakt van wandel- en fietsnetwerken, komt het wél voor op talrijke routeplanners. Het opheffen ervan verarmt het recreatieve aanbod in de streek.

5. Zorgvuldige belangenafweging: Het is duidelijk dat de aanvraag slechts de belangen van de aanvrager dient.

Antwoord op dit onderdeel

Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord op onderdeel 3 van het bezwaar en onderdeel 4 van het tweede bezwaar. Er is naast een particulier belang die de aanvraag doet, ook het algemeen belang door het voorzien van een veiliger, goed onderhouden en ingericht tracé tussen de punten A en I. De nieuwe stap in het wijzigen van het huidig tracé wordt ingegeven vanuit een optimaler gebruik door de zachte weggebruikers én een efficiënter gebruik van de weide dat doorsneden wordt door het tracé D-E. De vernoemde omrijfactor (cf. ca. 350m) is gelet op de inrichting ervan verkeersveiliger. Het recreatief aanbod op de site blijft bestaan, maar wordt effectief gewijzigd. Dit is het doel van de aanvraag.

Als conclusie kan gesteld worden dat de ingediende bezwaren ongegrond worden beschouwd.

Gelet op het feit dat bij deze aanvraag tot omgevingsvergunning plannen werden toegevoegd, een plan van de landmeter van 14 december 2020 (= plan landmeter) en een plan van Parallel architecten (in samenwerking met dlv) van 18 november 2021 (= plan architect).

Overwegende dat op 15 april 2010 door de deputatie het tracé E-D én het tracé E-F-D goedgekeurd werden nadat de gemeenteraad van 29 oktober 2009 een advies had gegeven.

Overwegende dat indien het tracé E-D op heden zou afgeschaft worden, men terugvalt op het bestaande goedgekeurde tracé E-F-D waarbij het algemeen belang niet wordt geschaad; terwijl er simultaan een oplossing wordt geboden aan een privaat belang.

Overwegende dat in wat aangevraagd wordt ten opzichte van het goedgekeurde plan van 15 april 2010 ook het tracé E-F-D-H onderhevig is aan een wijziging, het tracé E-D wordt afgeschaft en het tracé H-C-G wordt verplaatst naar H-I.

Gelet op het feit dat een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzonderingsmaatregel is die afdoende moet gemotiveerd worden; dat de motivatie bestaat uit het feit dat de functie van een buurt- of voetweg in oorsprong gericht was op een korte gemakkelijke verplaatsing voor de plaatselijke bevolking van bijvoorbeeld punt A naar een bepaald eindpunt B; de voetwegen werden vroeger veelvuldig gebruikt voor dagdagelijkse verplaatsingen te voet of per fiets tussen de woonplaats en de werkbestemming of winkelbestemming; het gebruik van de tracés op de site hebben op de dag van vandaag een recreatieve invulling gekregen; mensen maken gebruik van voetwegen om te wandelen in hun vrije tijd. De lengte van de voetweg speelt veel minder een rol maar eerder de groene aangename omkadering van de voetweg, de toestand van de voetweg (goede beloopbaar) en de gezonde lucht.

Gelet op het nieuw uitgetekend tracé dat buurtweg nr. 13 en nr. 15 met elkaar verbindt, blijft behouden; het begin- en eindpunt wordt aldus niet gewijzigd; als de plaatselijke bevolking zich op een snelle, gemakkelijke wijze per fiets of te voet wil begeven van de Brussegemsesteenweg naar de Merchtemsesteenweg kan dit alsnog via het traject Brussegemsesteenweg - Heidestraat – Merchtemsesteenweg; de weginfrastructuur van dit traject is goed uitgerust en wordt ook vaak gebruikt door wandelaars; de inrichting ervan verkeersveilig is en waarbij de huidige én toekomstige behoefte aan zachte mobiliteit niet wordt belemmerd.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek te beoordelen zoals hoger vermeld.

Artikel 2

Akkoord te gaan met de gedeeltelijke wijziging, de gedeeltelijke verplaatsing en deels opheffing van de gemeenteweg nr. 34 op basis van het plan van de landmeter van 14 december 2020 en het plan van Parallel architecten (in samenwerking met dlv) van 2 maart 2021, gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met ref. OMV_2021176674 (VS2021/265).

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentewegendecreet geeft de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Voor de gedeeltelijke wijziging, de gedeeltelijke verplaatsing en deels opheffing van de gemeenteweg nr. 34 dient door de eigenaar van de grond in kwestie een meerwaarde betaald te worden aan de gemeente ten bedrage van 3.598 euro.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 4 stemmen tegen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Thomas Goethals en Erwin De Clerck), 3 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck en Veerle De Cuyper)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Voorlopige straatnaam

MOTIVERING

Feiten en context

De noodzaak voor de herbenoeming van de straatnaam werd vastgesteld door het schepencollege in zitting van 4 april 2022 voor de volgende weg:

        Het gedeelte Schriekdreef in het verlengde van de Kerkstraat te Kapelle-op-den-Bos te herbenoemen naar Kerkstraat te Meise.

Het voorgestelde plan met de herbenoeming/hernummering werd aan de heemkundige kring Berla overgemaakt op 5 april 2022 met de vraag of ze akkoord kunnen gaan met de herbenoeming van dit gedeelte van de weg.

Na de voorlopige aanvaarding van de herbenoeming van de straatnaam door het schepencollege op 25 april 2022 en de gemeenteraad wordt een openbaar onderzoek (30 dagen) georganiseerd door de dienst ruimtelijke ordening.

Deze herbenoeming heeft als gevolg dat er een hernummering van de straat zal plaatsvinden.

Juridische gronden

Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen (B.S. 7 april 1977), gewijzigd bij:

        Het decreet van 1 juli 1987 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S. 1 september 1987.

        Het decreet van 4 februari 1997 tot wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S. 25 februari 1997.

        Het decreet van 29 november 2002 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, B.S 17 december 2002 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het toekennen of wijzigen van nieuwe namen aan openbare wegen en pleinen.

Advies/argumentatie

De heemkundige kring Berla heeft op 7 april meegedeeld geen bezwaren te hebben tegen het herbenoemen van de straatnaam Schriekdreef naar Kerkstraat:

Onze groep heeft vrij snel gereageerd en kwam tot een eensluidend advies dat er geen bezwaren lijken te zijn.
Iemand merkte ook op dat Meise waarschijnlijk een van de laatste gemeenten in Vlaanderen was waar nog geen Kerkstraat bestond, maar dat het misschien een uniek geval zou zijn door de verwijzing naar een kerk in een andere gemeente...

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad aanvaardt voorlopig de hieronder voorgestelde herbenoeming van de straatnaam:

        gedeelte Schriekdreef in het verlengde van de Kerkstraat te Kapelle-op-den-Bos te hernoemen naar Kerkstraat te Meise.

Artikel 2

De dienst ruimtelijke ordening start een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen waarbij alle betrokken aanwonenden (18+ en alle eigenaars woonachtig in België) worden aangeschreven.  Een bericht wordt aangeplakt aan het gemeentehuis en ter hoogte van de te herbenoemen straat.  Het bericht zal eveneens gepubliceerd worden op de gemeentelijke website.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Verdeling financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) voor jeugd

MOTIVERING

Feiten en context

Ingevolge het decreet van 19 juni 2020 houdende dringende maatregelen inzake de noodfondsen cultuur, jeugd, sport, media en lokale besturen en inzake de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie en het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2020 tot toekenning van steun aan culturele organisaties en kwetsbare kernspelers in het kader van het noodfonds, werd aan de gemeente Meise een bedrag van 201.420,91 euro toegekend.

Op voorstel van het college in samenspraak met de 3 sectoren (cultuur, jeugd en sport) werd door de gemeenteraad in zitting van 19 oktober 2020 de uitbetaling goedgekeurd van een eerste schijf van 100.710,46 euro - 50% van het ontvangen bedrag – gelijkmatig verdeeld over de drie raden. Dus 33% voor cultuur, 33% voor sport en 33% voor jeugd waarbij elke raad de fondsen verdeelde. Zo kon iedereen de meest acute putten delven.

Het saldo van 100.710,46 euro van het noodfonds zou volgens de beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021 in september 2021 verdeeld worden. Op 20 september 2021 besliste de gemeenteraad tot 'uitstel toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

Op 18 januari 2022 hadden de toekenningscommissie noodfonds en de financieel directeur overleg. Zij stellen voor om ook het resterende bedrag van het noodfonds gelijkmatig te verdelen over de drie betrokken raden, net zoals dit ook voor de eerste schijf gebeurde. Dus 33% voor cultuur, 33% voor sport en 33% voor jeugd waarbij elke raad de fondsen verder verdeelt aan de betrokken verenigingen.

De gemeenteraad nam in zitting van 21 maart 2022 een princiepsbeslissing over de toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen. De precieze verdeling van de toelagen van het noodfonds - deel 2 binnen elke raad (cultuur, jeugd, sport) dient in afzonderlijke beslissingen voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.

Juridische gronden

Het decreet van 19 juni 2020 houdende dringende maatregelen inzake de noodfondsen cultuur, jeugd, sport, media en lokale besturen en inzake de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, artikel 3.

Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2020 tot toekenning van steun aan culturele organisaties en kwetsbare kernspelers in het kader van het noodfonds.

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 40 en 41.

De beslissing van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 'vrije tijd: goedkeuring kader besteding middelen noodfonds'.

De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021 'vrije tijd: toekenning van de financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

De beslissing van de gemeenteraad van 20 september 2021 'vrije tijd: uitstel toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

De beslissing van de gemeenteraad van 21 maart 2022 'vrije tijd: Princiepsbeslissing over de toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen'.

Advies/argumentatie

De jeugdraad deed onderzoek naar de extra uitgaven en geleden verliezen door de jeugdwerkinitiatieven en vindt de verdeling volgens de werkingssubsidies geen goed idee.
De jeugdraad stelt daarom een alternatieve verdeling voor, waarbij 5 criteria voorop gesteld worden:
 - basisbedrag: 30%
 - ledenaantal: 15%
 - vaste kosten: 30%
 - geleden verliezen: 20%
 - extra kosten door corona: 5%

De jeugddienst kan zich in dit voorstel vinden.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2022.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/01900/64900000 - Overige administratieve dienstverlening - toegestane werkingssubsidies

5-5-1

100710,46 euro

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met verdeling van de middelen uit het noodfonds volgens het voorstel van de jeugdraad:

Chiro Meise

€ 6 642,42

BE96 0016 2548 7705

Chiro Eversheim m

€ 2 496,07

BE40 7995 3757 0463

Chiro Eversheim j

€ 2 283,57

BE40 7995 3757 0463

Chiro Eversheim p

€ 1 115,17

BE08 0689 0822 9013

Chiro Westrode

€ 3 947,40

BE54 001 0632 3897

Scouts Rode

€ 2 575,15

BE58 0011 8822 8879

Gidsen Rode

€ 1 855,50

BE58 0011 8822 8879

KAJ

€ 1 661,35

BE15 7340 3211 8830

JH Den Droes

€ 915,55

BE71 7330 2778 4769

JH Knodde

€ 3 469,36

BE24 7341 4604 6138

JH 't Sloefke

€ 6 608,61

BE06 7360 6078 5722

Artikel 2

Een afschrift van deze beslissing zal voor uitvoering gegeven worden aan de financieel directeur.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Verdeling financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) voor sport

MOTIVERING

Feiten en context

Ingevolge het decreet van 19 juni 2020 houdende dringende maatregelen inzake de noodfondsen cultuur, jeugd, sport, media en lokale besturen en inzake de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie en het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2020 tot toekenning van steun aan culturele organisaties en kwetsbare kernspelers in het kader van het noodfonds, werd aan de gemeente Meise een bedrag van 201.420,91 euro toegekend.

Op voorstel van het college in samenspraak met de 3 sectoren (cultuur, jeugd en sport) werd door de gemeenteraad in zitting van 19 oktober 2020 de uitbetaling goedgekeurd van een eerste schijf van 100.710,46 euro - 50% van het ontvangen bedrag – gelijkmatig verdeeld over de drie raden. Dus 33% voor cultuur, 33% voor sport en 33% voor jeugd waarbij elke raad de fondsen verdeelde. Zo kon iedereen de meest acute putten delven.

Het saldo van 100.710,46 euro van het noodfonds zou volgens de beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021 in september 2021 verdeeld worden. Op 20 september 2021 besliste de gemeenteraad tot 'uitstel toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

Op 18 januari 2022 hadden de toekenningscommissie noodfonds en de financieel directeur overleg. Zij stellen voor om ook het resterende bedrag van het noodfonds gelijkmatig te verdelen over de drie betrokken raden, net zoals dit ook voor de eerste schijf gebeurde. Dus 33% voor cultuur, 33% voor sport en 33% voor jeugd waarbij elke raad de fondsen verder verdeelt aan de betrokken verenigingen.

De gemeenteraad nam in zitting van 21 maart 2022 een princiepsbeslissing over de toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen. De precieze verdeling van de toelagen van het noodfonds - deel 2 binnen elke raad (cultuur, jeugd, sport) dient in afzonderlijke beslissingen voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.

Juridische gronden

Het decreet van 19 juni 2020 houdende dringende maatregelen inzake de noodfondsen cultuur,
jeugd, sport, media en lokale besturen en inzake de armoedebestrijding naar aanleiding van de
COVID-19-pandemie, artikel 3.

Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2020 tot toekenning van steun aan culturele organisaties en kwetsbare kernspelers in het kader van het noodfonds.

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 40 en 41.

De beslissing van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 'vrije tijd: goedkeuring kader besteding middelen noodfonds'.

De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021 'vrije tijd: toekenning van de financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

De beslissing van de gemeenteraad van 20 september 2021 'vrije tijd: uitstel toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen en voorschotregeling op de subsidies'.

De beslissing van de gemeenteraad van 21 maart 2022 'vrije tijd: Princiepsbeslissing over de toekenning van financiële middelen uit het noodfonds (deel 2) aan de gemeentelijke verenigingen'.

Advies/argumentatie

Binnen de sector sport werd een verdeling uitgewerkt (bijlage) gelijklopend aan de verdeling zoals het in december 2020 voor het eerste deel van het noodfonds gebeurde.

Deze verdeling is pro rata de verdeelsleutel als in 2020 met uitzondering van de intussen niet erkende sportverenigingen.

Het advies van de sportraad in zitting van 29 maart 2022.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2022.

BI

Actie

Beschikbaar budget

GE/01900/64900000

Overige administratieve

dienstverlening - toegestane

werkingssubsidie

5-5-1

100710,46 euro

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt volgende verdeling van het noodfonds voor sportverenigingen goed:

Badminton Wolvertem € 668,26

Badminton Meise €1.151,07

BOAS € 701,17

Relax Divers Meise € 947,18

Aquagym Meise  €1.168,19

FC Imde € 378,86

FC Wanhoop € 115,76

Gym Tonic € 263,10

Joggingclub Meelopers Meise € 736,67

Judo Mansio € 1821,97

KFC Meise € 4842,35

LRV St. Elooi Meise € 1062,93

Motorclub Meise € 410,44

Petanqueclub ’t Varkentje: € 305,19

Psychos Inlinehockey € 1040,55

Sporting Oppem € 405,17

Spova € 723,52

Tennisclub De Nekker € 526,20

Gym en Dans Wolvertem € 3607,05

VC Katastroof € 726,16

VC Knødde Meise € 2549,46

VC Wolvertem € 3725,54

Wandelclub Pasar Meise € 505,15

Visclub Neromhof € 231,52

Wandelclub Cracks Wolvertem € 655,11

Wandelclub 't Fluitekruid Wolvertem € 649,85

WTC Club 33 € 689,33

WTC Cycling Ladies € 336,77

WTC Eddy Merckxvrienden € 263,10

WTC De Fietsvrienden € 505,15

ZVK Cracks Wolvertem € 505,15

ZVK De Blokkers € 378,86

Zwemclub Aart € 2.141,54

Artikel 2

Een afschrift van deze beslissing zal voor uitvoering gegeven worden aan de financieel directeur.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

GROS: projectadvies en werkingsbudget 2022

MOTIVERING

Feiten en context

De Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit (GROS) is een adviesraad. Zij heeft tot taak het gemeentebestuur te adviseren met het oog op een zinvol gemeentebeleid voor ontwikkelingssamenwerking. Zij geeft ondermeer advies inzake de toekenning van subsidies aan projecten in de Derde Wereld.

Deze projecten werden op zaterdag 19 maart 2022 voorgesteld aan en goedgekeurd door het bestuur van de GROS. De projecten voldeden allen aan het projectreglement van de GROS. De gemeenteraad wordt verzocht het projectbudget 2022 van 45.000 euro aan GROS-Meise ter beschikking te stellen voor de verdeling aan de verenigingen, volgens de tabel per project in het bijsluitend dossier.

Aan de gemeenteraad wordt ook verzocht om de betaling van het werkingsbudget 2022 van 5000 euro  - inclusief het budget voor jongerensteun en noodhulp - aan GROS-Meise ter beschikking te stellen.

Juridische gronden

Oprichting GROS op 26 april 1984.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen verleend door de gemeenten.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Advies/argumentatie

Er worden in totaal 9 projecten ingediend door de actieve verenigingen uit Meise met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking.

Tijdens de jaarlijkse projectendag van zaterdag 19 maart 2022 werden alle projecten gepresenteerd, besproken en goedgekeurd.

Tijdens dezelfde vergadering wordt goedgekeurd om aan de gemeenteraad voor te stellen om het projectbudget 2022 van 45.000 euro aan de GROS-Meise ter beschikking te stellen voor de verdeling aan de verenigingen.

Daarnaast wordt een project voor 11.11.11 en voor wereldpartner, Zij aan Zij, gesteund. De keuze valt op een project uit India : "Vrouwen in de wereld".

Aan de gemeenteraad wordt ook verzocht om de betaling van het werkingsbudget 2022 van 5000 euro - inclusief het budget voor jongerensteun en noodhulp - aan de GROS-Meise ter beschikking te stellen. Het bestuur van de GROS heeft unaniem beslist dat het werkingsbudget niet wordt doorgestort naar de GROS, maar rechtstreeks naar noodhulp. De GROS wilt niet als tussenpersoon fungeren.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2022.

Budgetsleutel

 

Beschikbaar budget

64910000/0909

 

50.000

BESLUIT

Artikel 1

Het projectadvies en het werkingsbudget van de GROS 2022 goed te keuren.

GROS- Meise werkingsbudget:  5000 euro. Dit bedrag dient in 2022 volledig aan noodhulp te worden besteed. Op aanvraag van het bestuur van de GROS wordt dit rechtstreeks vanuit de gemeente gedaan en wilt de GROS niet als tussenpersoon fungeren.

Directe steun aan initiatieven in de Derde Wereld: projecten door plaatselijke groepen en partners in de Derde Wereld  - totaal 45.000 euro.

Benin-Aid vzw:  Alfabetisering katoentelers:                                                 4.714,3 euro

Benin-Aid vzw: Sensibilisering gezondheidszorg:                                          4.285,7 euro

Benin-Aid vzw: Bouw tomatenserre:                                                              3.857,1 euro

Blik op Afrika vzw: Start Oftalmologie:                                                            4.714,3 euro                           

Kinderen voor Kinderen: Doeltreffend onderwijs straatkinderen             4.714,3 euro

Oxfam Wereldwinkel vzw: steun aan cacaoboeren:                                     4.714,3 euro

Oxfam Wereldwinkel vzw: Steun aan jonge vrouwen:                                  4.285,7 euro

De andere leerling: Steun aan vrouwen voedselbereiding:                          4.714,3 euro

Groep Baobab vzw: Sanitaire installatie (droge toiletten):                            4.714,3 euro

Wereldpartner 11.11.11: Bijdrage nationaal project  2018:                         4.285,7 euro

Artikel 2

Deze sommen te verrekenen op budgetsleutel  64910000/0909.

Artikel 3

Voornoemde verenigingen vrij te stellen van de door wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen.

Artikel 4

Voor het overige werkingsbudget  (vorming, werkgroepen,...) dient het GROS in 2022 beroep te doen op de door hen opgebouwde financiële middelen.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 21/06/2022
Overzicht punten

Zitting 16 05 2022

Meise verbindt er zich toe om geen bomen te snoeien en te vellen tijdens de broedperiode van vogels en respecteert de snoeiperiode per boomsoort - Toegevoegd punt

Marie Jeanne Thaelemans stelt volgende vraag:

Op 28 april was de verwondering groot want onze gemeente begon bomen te snoeien in de Kleine Wouwer. Midden in de broedperiode van vogels!  Alsof er geen ander moment was om bomen waar vogels al nesten in maken te snoeien. Veel inwoners zijn dan ook verontwaardigd over deze gang van zaken.

In Vlaanderen en België begint het broedseizoen van vogels vanaf 15 maart tot en met 15 juli.

Ook de snoeiperiode van de bomen werd hier niet gerespecteerd. Vaak gaan bomen hierdoor dood.

Vraag aan de burgemeester:

Wie heeft die opdracht gegeven?

Waarom werd er opdracht gegeven om op 28 april laanbomen in de Kleine Wouwer te snoeien tijdens het broedseizoen en buiten de snoeiperiode voor deze bomen?

Vraag aan de schepen van leefmilieu:

Waarom heeft u de werken niet laten staken toen u er melding van kreeg?

Raadslid Marie Jeanne Thaelemans vraagt om onderstaand besluit te nemen:

Artikel 1

De gemeente Meise verbindt er zich toe om geen bomen meer de snoeien of te vellen tijdens het broedseizoen van vogels, nl. vanaf 15 maart tot 15 juli.

Artikel 2

Buiten deze periode kunnen er ook nog enkele vogelsoorten broeden (vb. uilen in februari)  daarom verbindt de gemeente Meise er zich toe om telkens voorafgaandelijk de plek waar bomen zullen gesnoeid of geveld worden, de omgeving te controleren op nesten alvorens over te gaan tot de uitvoering van de werken.  Als er nesten worden waargenomen, zullen de werken worden uitgesteld.

Artikel 3

De gemeente Meise verbindt er zich eveneens toe om de snoeiperiode van de verschillende boomsoorten te respecteren.

Antwoord

Schepen Jonathan De Valck zegt op het voorstel van raadslid Thaelemans niet te kunnen ingaan.
Het is zeer uitzonderlijk dat de gemeente bomen snoeit tijdens het broedseizoen. Dit proberen wij steeds te vermijden.

De werkopdracht voor het snoeien van de bomen in de Kleine Wouwer dateert eigenlijk van eind vorig jaar en werd herhaald in een werkopdracht van 21 februari 2022. Het was duidelijk de intentie om de bomen te snoeien voor de start van het broedseizoen. Door het vertrek van de vorige ploegbaas en problemen met de hoogtewerker konden de werken niet eerder gebeuren.

Snoeien van bomen tijdens het broedseizoen is op zich niet verboden, wel is het verboden om vogelnesten te vernietigen of te verstoren. Dit is uitdrukkelijk gesignaleerd aan de groendienst.

Schepen Jonathan De Valck verwijst naar de gemeenteraadsbeslissing van 18 oktober 2021. Daarin besliste de gemeenteraad om alle straatbomen te inventariseren en het onderhoud ervan via het softwareprogramma Dipla vast te leggen in een bomenbeheerplan. In het plan zal elke snoeibeurt worden ingepland buiten de periode van het broedseizoen. Voor alle straatbomen wordt een op maat gemaakte onderhoudsfrequentie en planning gemaakt die rekening houdt met de specifieke eigenschappen van de boom. Dit moet de groendienst toelaten om meer proactief te werk te gaan.

Raadslid Marie Jeanne Thaelemans stelt de vraag waarom er niet is ingegaan op de vraag om de werkzaamheden te staken. Schepen Jonathan De Valck antwoordt dat de werkzaamheden al te ver waren gevorderd. De werkopdracht was al gegeven, de belofte aan de burgers was gemaakt om de werken uit te voeren en kon niet meer worden stopgezet.

Begin 2021 is de vraag binnengekomen om te snoeien in de Kleine Wouwer. Toen kon het niet omdat er geen hoogtewerker was. Er is toen gesteld dat dit in het najaar 2021 zou gebeuren. In november 2021 is de werkopdracht opgemaakt, dit werd herhaald in februari 2022 omdat het nog niet uitgevoerd was. Op dat ogenblik kon men niet meer beslissen om de werken nog eens met zes maanden uit te stellen.

Roel Anciaux is van oordeel dat in de periode dat de werken konden en moesten worden uitgevoerd, de hoogtewerker wel beschikbaar was.

Schepen Jonathan De Valck stelt dat alle opdrachten worden gebundeld waarvoor een hoogtewerker nodig is. Dit betekent dat men niet continu een hoogtewerker ter beschikking heeft en niet stante pede alle opdrachten kan uitvoeren. Schepen De Valck heeft in de maand november 2021 de vraag gesteld om de werkopdracht in de Kleine Wouwer uit te voeren.

 

Publicatiedatum: 21/06/2022