Meise

Zitting van 24 06 2024

Van 19.35 uur tot 20.45

Aanwezig:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Christine De Cubber, Charlotte Meulemeester, Billie Kawende en Peter Carriere, raadsleden;

 

 

 

Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Goedkeuring notulen

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 27 mei 2024 goed. Raadslid Sonja Becq merkt bij haar vraag over de Rooststraat tijdens de vorige gemeenteraad op dat er dient rekening te worden gehouden met het éénrichtingsverkeer in de Sint-Annalaan.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Gemeentelijke Holding NV in vereffening - vergadering 26 juni 2024

MOTIVERING

Feiten en context

De uitnodiging voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening, die zal plaatsvinden op woensdag 26 juni 2024 om 14.00 uur in het Bluepoint Brussels Business Centre, A. Reyerslaan 80 te 1030 Brussel en volgende agenda omvat:

        Bespreking van de werkzaamheden van de vereffenaars over het boekjaar 2023.

        Bespreking van de jaarrekening over het boekjaar 2023.

        Bespreking van het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2023 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten.

        Bespreking van het verslag van de commissaris over de jaarrekening over het boekjaar 2023.

        Vraagstelling.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Artikel 17 van de statuten schrijft voor dat de vertegenwoordigers van de aandeelhouders hun volmachten minstens vijf dagen voor de vergadering op de zetel van de vennootschap doen toekomen, dus uiterlijk op 19 juni 2024.

Advies/argumentatie

Overeenkomstig de wettelijke regels terzake worden alle punten van de agenda louter ter kennisname meegedeeld aan de algemene vergadering. Zij worden dus niet ter stemming voorgelegd.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening van 26 juni 2024.

Artikel 2

Jonathan De Valck wordt volmacht verleend om deze vergadering bij te wonen.

Artikel 3

De gemeentelijk Holding NV in vereffening zal van deze beslissing in kennis worden gesteld.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 8 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Kennisname van het schrijven van het Agentschap Binnenlands Bestuur

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Rapportering over de opvolging organisatiebeheersing 2024

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Gemeentelijke tussenkomst in het energieverbruik 2022 voor verenigingen ingevolge de uitzonderlijke prijzen

MOTIVERING

Feiten en context

In navolging van de beslissing van de gemeenteraad van 20 november 2023 ontvingen we een schrijven van Chiro Meise en Chiro Westrode waarin zij het bestuur vragen om een tegemoetkoming in de kosten van het energieverbruik voor 2022. De prijzen zijn door de energiecrisis enorm gestegen. Het energieverbruik heeft voor de jeugdverenigingen een grote impact.

De gemeenteraad is bevoegd om een beslissing te nemen om een deel van de energiekosten ten laste te nemen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De gemeenteraadsbeslissing van 20 november 2023 punt 15 betreffende de tussenkomst in het energieverbruik 2022 voor 3 sportverenigingen, in het bijzonder artikel 4: Dezelfde oefening wordt gemaakt voor de andere verenigingen die afzonderlijk het energieverbruik dienen te betalen. Zij worden uitgenodigd om de energiefacturen van 2021 en 2022 te bezorgen.

De  Chiro Meise en Chiro Westrode zijn gehuisvest in niet-gemeentelijke gebouwen..

Advies/argumentatie

De uitzonderlijk hoge energieprijzen in 2022;

Overwegende dat dit een zware financiële last is voor bepaalde verenigingen;

Bij een tussenkomst in de kosten door de gemeente moet erover gewaakt worden dat de betrokken verenigingen gelijk behandeld worden;

De maatschappelijk waardevolle sociale functie die deze lokale verenigingen vervullen;

Het gaat om een tijdelijke, ongeziene stijging van de energieprijzen;

Deze lokale verenigingen worden disproportioneel sterk financieel getroffen  door de energiecrisis in vergelijking met andere Meisese verenigingen. Andere lokale verenigingen zijn doorgaans ingedekt door middel van de forfaitaire huurtarieven waarbij de energiekost is inbegrepen;

Indachtig dat het Lokaal Bestuur wil vermijden dat de verenigingswerking schade oploopt / beknot wordt door de zware financiële last van de energiecrisis;

Het is passend om de betrokken verenigingen deels te responsabiliseren voor hun (duurder) energieverbruik en daarom wordt voorgesteld om slechts gedeeltelijk tussen te komen in de meerkost van de energiecrisis;

De gemeenteraad wordt verzocht om de helft van de meerkost energieverbruik 2022 ten opzichte van het energieverbruik 2021 ten laste te nemen van de gemeente.
Met andere woorden: (Energiekost2022 min energiekost2021) gedeeld door 2 = tussenkomst gemeente

Berekening Chiro Meise:

(€ 4.958,40 - € 1.337,10) : 2 = € 1.810,65 te betalen  (tussenkomst)

Berekening Chiro Westrode:

(€ 1.444,50 - € 731,25) : 2 = € 356,63 te betalen (tussenkomst)

Financiële gevolgen

De tussenkomst in het energieverbruik zal worden uitgekeerd voor afrekening van het energieverbruik 2022.

De totale tussenkomst wordt geraamd op € 2.167,28.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/64900000/07500

 

€ 70.665,17

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad beslist, gelet op de uitzonderlijk hoge energieprijzen in 2022, de helft van de meerkost van het energieverbruik ten opzichte van 2021, ten laste te nemen.

Artikel 2

De volgende tussenkomsten worden uitgekeerd voor afrekening van het energieverbruik 2022:

Chiro Meise : € 1.810,65

Chiro Westrode: € 356,63

Artikel 3

De tussenkomsten zullen worden geboekt op budgetsleutel GE/64900000/07500.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Vaststelling van de aanpassing aan het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone

MOTIVERING

Feiten en context

Het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone, goedgekeurd in gemeenteraad van 17 mei 2021 moet gewijzigd worden op het vlak van invordering.

Deze wijziging heeft betrekking op de nieuwe wet "schulden van de consument" inzake de invordering van retributies voor de consument (niet voor de ondernemingen).  Deze heeft een belangrijke impact op de invorderingsprocedure en de administratieve kosten die aan de parkeerder bij wanbetaling mogen worden aangerekend.  Concreet moet de  eerste herinneringsbrief verplicht gratis zijn en daarna mag de totale invorderingskost tot aan het vredegerecht niet meer bedragen dan 20 euro.

Juridische gronden

Artikel 173 van de Grondwet.

Artikel 40 § 3 , artikel 41 ° 14, artikelen 177 en 369 van het Decreet over het lokaal bestuur.

Omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.

Artikelen 10/1 tot en met 10/03 decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Artikel 27 Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode);

Het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;

Het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 17 mei 2021 en gepubliceerd op de website op 25 mei 2021;

Advies/argumentatie

Als gevolg van de nieuwe wet "schulden van de consument" inzake de invordering van retributies moet het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone aangepast worden.  Deze aanpassing heeft enkel betrekking op artikel 7 "invordering en betaling".

De nieuwe wet trad in voege op 1 september 2023.

Financiële gevolgen

Het krediet wordt voorzien in het meerjarenplan.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/70200001/02200 - Inkomsten OPC: retributie parkeercontrole

_

732,50 €

BESLUIT

Artikel 1: 

Artikel 7 invordering en betaling van het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

   Gewijzigde tekst

Artikel 7

De eigenaar van het voertuig dat in aanmerking komt voor de betaling van de retributie ontvangt van de gevolmachtigde van de gemeente een uitnodiging tot betalen van de retributie op de voorruit van het voertuig. De retributie moet betaald worden overeenkomstig de richtlijnen vermeld op de betalingsuitnodiging.

De kosten voor het verzenden van aanmaningen en aangetekende zendingen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie. De kosten worden als volgt vastgesteld:

 

* verzending van een eerste aanmaning: 0€

* verzending van een tweede (aangetekende) aanmaning: 10€

* minnelijke invordering van de retributie door een gerechtsdeurwaarder: de kosten gemaakt door de deurwaarder

 

Artikel 7

Ingeval van niet-betaling van de retributie “tarief blauwe zone”, en van de retributie “parkeerbiljet zonder parkeertijdbeperking”, binnen de vooropgestelde acht dagen, wordt een aanmaningsprocedure opgestart.

 

De kosten voor administratie en het verzenden van aanmaningen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie. De kosten worden als volgt vastgesteld, per aangemaande retributie (alle tarieven/bedragen te indexeren):

Verzending van een eerste aanmaning : 0,00 EUR

Verzending van een tweede aanmaning : 10,00 EUR* + intresten**

Verzending van een derde aanmaning door Gerechtsdeurwaarder in geval van wanbetaling door onderneming: tarief voor het verzenden van een schuldvordering cfr. de gekozen procedure (advocaat/deurwaarder***)

Dagvaarding voor bevoegde rechtbank

*In geval van wanbetaling door een consument is deze aanmaning in toepassing van de wetgeving schulden van de consument (Boek XIX – Wetboek Economisch Recht (W.E.R.)), waarbij, per retributie, na de eerste (gratis) betaalherinnering en wachttermijn, een tweede ingebrekestelling wordt verstuurd met een bedrag voor aanmanings- en invorderingskosten volgens de maximale forfaitaire vergoeding in relatie tot het verschuldigd bedrag van de vordering, uitdrukkelijk bepaald in toepassing van het wettelijk plafond voorzien in ART XIX.4, 2° W.E.R. (m.n. schulden onder de 150,00 EUR: 20,00 EUR forfaitaire verhoging).

**Te vermeerderen met de verwijlintresten op de retributie vanaf de vervaldag overeenkomstig de Wet van 02/08/2022 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.  Deze intresten zijn in het geval van wanbetaling door een consument slechts verschuldigd vanaf het verstrijken van de wettelijk voorziene wachttermijn zoals aangeduid in de kosteloze herinnering.

***In geval van laatste minnelijke aanmaning door Gerechtsdeurwaarder wordt het tarief gehanteerd burgerlijke en handelszaken K.B. 30-11-1976 (niet limitatief o.a. aanmaning met dreiging – inlichting – postzegel – dossierkost - kwijtings-en inningsrecht ) én voor de gerechtelijke fase.

 

 

Artikel 2: Inwerkingtreding en bekendmaking

Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285, 286, inzonderheid § 1, 1° van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Het reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking ervan.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Vaststelling jaarrekening 2023

MOTIVERING

Feiten en context

Gelet op de cijfers en documenten m.b.t. de jaarrekening 2023 door de financieel directeur ingediend, met name de beleidsnota, de financiële nota, balans en resultatenrekening.

Het dienstjaar 2023 wordt voor de gemeente afgesloten met een beschikbaar budgettair resultaat van €9.494.098 en een autofinancieringsmarge van €7.121.643.

Het geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat 2023 (GE+OC) bedraagt €10.651.386 en de geconsolideerde autofinancieringsmarge 2023 (GE+OC) bedraagt €7.254.206.

De jaarrekening moet worden vastgesteld door de gemeenteraad.

Juridische gronden

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 260, artikel 262, artikel 285, §1, 1°, artikel 286, §1 en artikel 330.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het aandeel van het OCMW in de jaarrekening 2023 goed.

Artikel 2

De gemeenteraad stelt het aandeel van de gemeente in de jaarrekening 2023 vast.

Artikel 3

De gemeenteraad keurt de tussenkomst in de tekorten van het OCMW voor 2023 (€1.791.251) goed voor het meerjarenplan 2020-2025.

Artikel 4

De gemeenteraad stelt de geconsolideerde jaarrekening 2023 vast.

Artikel 5

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarverslag 2023.

Artikel 6

Deze beslissing overeenkomstig artikelen 285, 286 en 330 van het decreet Lokaal Bestuur bekend te maken en over te maken aan de toezichthoudende overheid.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 8 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Financiële kwartaalrapportering 2024

MOTIVERING

Feiten en context

Overeenkomstig het decreet Lokaal Bestuur, artikel 177, rapporteert de financieel directeur aan de algemeen directeur, het college en de gemeenteraad.

Overeenkomstig de beslissing van de gemeenteraad van 17 januari 2022 inzake vaststelling van het begrip "dagelijks bestuur" moet het college op regelmatige basis rapporteren aan de gemeenteraad over de gedelegeerde bevoegdheden inzake daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en de interne kredietaanpassingen.

De rapportering over het eerste kwartaal 2024 moet voor kennisname aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Juridische gronden

Het decreet Lokaal bestuur, inzonderheid artikel 41, 8° en artikel 177.

Beslissing van de gemeenteraad van 17 januari 2022 inzake vaststelling van de definitie van het begrip "dagelijks bestuur" en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en de goedkeuring van interne kredietaanpassingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de financiële rapportering over het eerste kwartaal 2024.

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Bestemming gelden jaarmarktcomité

MOTIVERING

Feiten en context

Het jaarmarktcomité Wolvertem werd ontbonden in maart 2023.  De tegoeden die op hun rekeningen stonden, werden inmiddels doorgestort aan de gemeente voor een totaal bedrag van 9.340,80 euro.

Het jaarmarktcomité verzoekt de gemeenteraad om de te bestemmen gelden te schenken aan goede doelen.

Zij stellen volgende goede doelen voor :

- Levedale vzw, De Biest 10 te 1861 Meise

- Chiro Eversheim Plus, Potaardestraat 3 te 1860 Meise.

Juridische gronden

De collegebeslissing van 20 maart 2023 betreffende de ontbinding van het jaarmarktcomité.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college en artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Het jaarmarktcomité Meise-Wolvertem werd op 18 maart 1983 opgericht voor onbepaalde duur.

De vereniging heeft tot doel, in opdracht van en in samenwerking met het gemeentebestuur van Meise, het organiseren van de jaarmarkt te Meise-Wolvertem.  Het vermogen van de vereniging moet worden aangewend voor dit doel.

Het jaarmarktcomité Wolvertem werd ontbonden in maart 2023.

Volgens artikel 6 van de statuten van het jaarmarktcomité moet , bij ontbinding van de vereniging om welke reden dan ook,  het vermogen van de vereniging worden overgemaakt aan het lokaal bestuur Meise.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2024.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/64900000/09110

GE/64900000/07500

 

6.564,17 €

70.665,17 €

BESLUIT

Artikel 1

Akkoord te gaan met het voorstel van het jaarmarktcomité Wolvertem om de te bestemmen gelden te schenken aan goede doelen.

Artikel 2

De goede doelen met de te schenken bedragen zijn:

- Levedale vzw, De Biest 10 te 1861 Meise voor een bedrag van 4.670,40 euro;

- Chiro Eversheim Plus, Potaardestraat 3 te 1860 Meise voor een bedrag van 4.670,40 euro.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Opstart van een buurtwerking in 2 kwetsbare wijken te Meise, nl. wijk De Vlieten Wolvertem en wijk Oppem ( 01/09/2021-31/08/2025) - Goedkeuring verrekening

MOTIVERING

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 2 augustus 2021 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Opstart van een buurtwerking in 2 kwetsbare wijken te Meise, nl. wijk De Vlieten Wolvertem en wijk Oppem ( 01/09/2021-31/08/2025)” aan Groep Intro vzw (Nationaal Secretariaat), Charles Parentéstraat 6 te 1070 Brussel tegen het nagerekende offertebedrag van € 288.000,00 incl. btw.

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 20211758.

De gemeenteraad verleende in zitting van 20 februari 2023 goedkeuring aan verrekening 1: prijsherziening vanaf 1 januari 2023 voor een bedrag in meer van € 24.325,29 excl. btw of € 29.433,60 incl. 21% btw.

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

 

Bijbestellingen

+

 9.198,00

Totaal excl. btw

=

 9.198,00

Btw

+

 1.931,58

TOTAAL

=

 11.129,58

Deze verrekening en de vorige reeds goedgekeurde verrekeningen overschrijden het bestelbedrag met 11,64%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu € 321.523,29 excl. btw of € 328.563,18 incl. btw bedraagt.

Motivering voor deze verrekening:
Naar aanleiding van meerdere recente klachten/opmerkingen van omwonenden  (o.a. via de huidige buurtwerking, gemeenschapswachten, ...) werd er vastgesteld dat er een aantal 'hangjongeren' zijn die voor zware overlast zorgen in Meise.  Het gaat niet om enkele losse feiten zoals vroeger maar om bijna dagelijkse hinderlijke activiteiten waardoor omwonenden ten einde raad zijn. Daarom werd er door het huidige bestuur de opdracht gegeven om deze problemen zo snel mogelijk aan te pakken.

Sinds een aantal jaren loopt er een project rond ‘algemene buurtwerking in 2 kwetsbare wijken te Meise’. Binnen dit project werd er nooit eerder specifiek ingezet om de problematiek 'hangjongeren' aan te pakken omdat er tot op heden geen noodzaak was. De situatie is echter zodanig gewijzigd dat er nu wel nood is om dit probleem, bij voorkeur zo snel mogelijk, op te lossen. 

Via de reeds bestaande buurtwerking is het mogelijk om hier extra op in te zetten. Er werd een plan van aanpak voorgelegd voor 'de uitbouw outreachende jongerenwerking Meise'. Het is de bedoeling om een extra jongerenwerker (0,2 VTE) in te schakelen die het plan van aanpak zoals beschreven in de offerte in bijlage zal uitvoeren voor een periode van 6 maanden. (einde huidige legislatuur)

Vermits het quasi onmogelijk is om een jongerenwerker voor 0,2 VTE voor een periode van 6 maanden aan te stellen via een andere partner, dan de huidige, werd er gekozen om dit als aanvullende opdracht toe te voegen aan de 'Opstart van buurtwerking in 2 kwetsbare wijken in Meise, nl. wijk De Vlieten Wolvertem en wijk Oppem (01/09/2021-31/08/2025). Dergelijke geïntegreerde aanpak is ook noodzakelijk omdat jongeren, ook deze uit de kwetsbare wijken, niet plaatsgebonden zijn maar zich verplaatsen over de gemeente.

Indien het project gunstig geëvalueerd wordt en het nog steeds noodzakelijk is, dient er door de nieuwe legislatuur beslist te worden of dit project al dan niet moet verder gezet wordt.

Voor deze verrekening wordt geen termijnverlenging toegekend.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 89, § 1, 1° (Sociale en andere specifieke diensten).

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

De gemeenschapswachten verlenen een gunstig advies. Immers, ondanks eerdere maatregelen zoals plaatsverbod en meer politiecontroles, escaleert het aantal meldingen sinds 2023 voor regelmatige overlast op bepaalde hotspots, los van de wijken. Deze overlast doet zich vooral ’s avonds & ‘s nachts voor, week & weekend. Outreachend werk kan een doorstart betekenen naar een oplossing voor dit type overlast over het hele grondgebied van de gemeente.

Financiële gevolgen 

De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 61032000/01710 en in het budget van de volgende jaren.

Er is geen visum van de financieel directeur vereist.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

61032000/01710 - Kosten brandbeveiliging

______________

 53.320,46 (op 28/05/2024)

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 2: uitbouw outreachende jongerenwerking Meise van de opdracht “Opstart van een buurtwerking in 2 kwetsbare wijken te Meise, nl. wijk De Vlieten Wolvertem en wijk Oppem ( 01/09/2021-31/08/2025)” voor het totaal bedrag in meer van € 9.198,00 excl. btw of € 11.129,58 incl. 21% btw (€ 1.931,58).

Artikel 2

De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 61032000/01710 en in het budget van de volgende jaren.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

AC - Raamovereenkomst MFC - Opdrachtencentrale Vera - Goedkeuring verrekening

MOTIVERING

Feiten en context

Gelet op het besluit van de deputatie van 29 april 2019 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “AC - Raamovereenkomst MFC - Opdrachtencentrale Vera - Perceel 1: multifunctionals en printers en multifunctioneel beheersysteem” aan CANON BUSINESS SERVICES NV, Berkenlaan 3 te 1831 Diegem tegen het nagerekende offertebedrag van € 254.585,12 excl. btw of € 308.048,00 incl. 21% btw;

Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019500;

Overwegende dat VERA Autonoom provinciebedrijf optreedt als aankoopcentrale voor de lokale besturen bij de gunning en de uitvoering van de opdracht;

Overwegende dat tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

HV in meer

 

 127.000,00

Totaal excl. btw

=

 127.000,00

Btw

+

 26.670,00

TOTAAL

=

 153.670,00

Overwegende dat deze verrekening het bestelbedrag overschrijdt met 49,89%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu € 381.585,12 excl. btw of € 461.718,00 incl. 21% btw bedraagt;

Gelet op de motivering voor deze verrekening:
Zowel in de samenleving als ook bij het plaatsen van overheidsopdrachten wordt het aspect 'duurzaamheid' als maar belangrijker. Als lokaal bestuur proberen wij dan ook om zo veel als mogelijk bij te dragen aan duurzaamheid in het algemeen.
In dit geval houdt dit, volgens ons lokaal bestuur, in dat goed werkende printers/scanners niet nodeloos worden vervangen door nieuwere exemplaren met dezelfde modaliteiten.

Daarom wordt er geopteerd om het bestaande contract met Canon zolang als technisch en financieel mogelijk uit te breiden (max 50% van de totale waarde van de opdracht). Daarom stelt de dienst ICT voor om het huidige contract te verlengen met 24 maanden op basis van art. 38/1.

Aangezien we de huidige printers d.m.v. een eenvoudige upgrade langer in dienst kunnen houden, is dit duurzamer en financieel meer interessant om het contract te verlengen i.p.v. te vernieuwen vermits dit zou impliceren dat alle huidige nog goed functionerende printers zouden vervangen worden door nieuwe printers.
Bij de opstart van het contract was het a priori technisch niet mogelijk om deze mogelijkheden exact in te schatten, vermits sommige technologie razendsnel evolueert en andere iets minder.

Overwegende dat de leverancier daarom een termijnverlenging van 730 kalenderdagen vraagt;

Overwegende dat de leverancier zich ertoe verbindt om geen schadevergoeding te eisen omwille van deze termijnverlenging;

Overwegende dat het diensthoofd ICT gunstig advies verleende.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 36, en in het bijzonder artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

De dienst financiën verleent een gunstig advies.

Financiële gevolgen

Overwegende dat de uitgave voor deze verrekening voorzien is in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode GE/61300000/01194   en in het budget van de volgende jaren.

Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 07 juni 2024 . De financieel directeur verleende een visum op 07 juni 2024.

 

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

GE/61300000/01194 - Huur en onderhoud installaties en aankoop materieel - ICT & GIS

 

 14.986,39

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “AC - Raamovereenkomst MFC - Opdrachtencentrale Vera - Perceel 1: multifunctionals en printers en multifunctioneel beheersysteem” voor het totaal bedrag in meer van € 127.000,00 excl. btw of € 153.670,00 incl. 21% btw (€ 26.670,00).

Artikel 2

De termijnverlenging van 730 kalenderdagen wordt goedgekeurd.

Artikel 3

De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het exploitatiebudget van 2019, op budgetcodes GEM/61410060/0110-2330-CBS (actie 1419/007/001/002/001) en GEM/61418000/0110-2335-CBS (actie 1419/007/001/002/001) en in het budget van de volgende jaren.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Vaststelling van het marktreglement

MOTIVERING

Feiten en context

Er zijn een aantal wijzigingen in de wetgeving met betrekking tot ambulante handel, namelijk:

Decreet van 3 maart 2023 tot wijziging van artikelen 1, 3, 6, 7, 8, 10bis, 12, 13, 14, 15 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 2003 betreffende de controletaak van de erkende ondernemingsloketten ter gelegenheid van de inschrijving van handels- of ambachtsondernemingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen, het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie en tot opheffing van het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van de vergoeding van de erkende ondernemingsloketten voor het beheer van de machtigingen van ambulante activiteiten en van de machtigingen van kermisactiviteiten.

Concreet gaat het om volgende wijzigingen:

        de belangrijkste wijziging is het afschaffen van de machtiging (“leurkaart”) voor ambulante (en kermis-) activiteiten;

        de termijn van definitieve opheffing van een standplaats per abonnement: minstens 6 maanden bij wijziging standplaats maar behoud abonnement en minstens 12 maanden bij definitief verlies van standplaats en abonnement.

Verder worden een aantal bijkomende aanpassingen doorgevoerd in het marktreglement:

        De wekelijkse markt vindt wel plaats wanneer hij samenvalt met Allerheiligen;

        De toewijzingsregels voor losse standplaatsen worden verfijnd;

        Voor de betalingsmodaliteiten wordt verwezen naar het belastingreglement op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten en het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein.

        Er zijn voorwaarden opgenomen voor de plaatsing van sta-tafels;

        De redenen voor schorsing of opzegging van het abonnement door de gemeente worden verder verfijnd.

Juridische gronden

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitvoering en de organisatie van ambulante activiteiten.

Het decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikelen 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

Het besluit van de Vlaamse regering van 21 april 2017 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitvoering en de organisatie van ambulante activiteiten.

Het decreet van 3 maart 2023 tot afschaffing van de voorafgaande machtiging voor de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten en tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De gemeenteraadsbeslissing van 18 juni 2023 waarin het bestaande marktreglement werd vastgesteld.

De algemene politieverordening politiezone K-L-M, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 16 mei 2022, in het bijzonder artikel 21 betreffende de voorwaarden voor organisatie en deelname aan openbare markten.

Het zonaal reglement houdende maatregelen ter preventie van brand en ontploffing bij evenementen van de brandweerzone Vlaams-Brabant West, vastgesteld in gemeenteraadszitting van  14 december 2020.

Advies/argumentatie

Naast het toepassen van de recente wetgeving met betrekking tot het afschaffen van de leurkaart en de termijn voor definitieve opheffing van een standplaats per abonnement, scheppen we meer duidelijkheid in de toewijzingsregels voor losse standplaatsen.

Allerheiligen is commercieel gezien een goede marktdag, de wekelijkse markt zal in de toekomst plaatsvinden als Allerheiligen op een zaterdag valt.

Voor de betalingsmodaliteiten wordt verwezen naar het belastingreglement op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten en het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein;

Er zijn voorwaarden opgenomen voor de plaatsing van sta-tafels, met de bedoeling om hierover meer duidelijkheid te scheppen.

De redenen voor schorsing of opzegging van het abonnement door de gemeente worden verder verfijnd.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gecoördineerde versie van het marktreglement, zoals toegevoegd in bijlage, vast te stellen.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Juridische gronden

        Wetvan25juni1993betreffendedeuitoefeningendeorganisatievanambulanteen kermisactiviteiten;

        KoninklijkBesluit(KB)van24september2006betreffendedeuitoefeningende organisatie van ambulante activiteiten;

        Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikelen 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993betreffendedeuitoefeningendeorganisatievanambulanteenkermisactiviteiten;

        Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 21 april 2017 houdende de wijziging van diversebepalingenvanhetkoninklijkbesluitvan24september2006betreffendede uitvoering en de organisatie van ambulante activiteiten.

 

Juridische gronden

        Wetvan25juni1993betreffendedeuitoefeningendeorganisatievanambulanteen kermisactiviteiten;

        KoninklijkBesluit(KB)van24september2006betreffendedeuitoefeningende organisatie van ambulante activiteiten;

        Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikelen 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993betreffendedeuitoefeningendeorganisatievanambulanteenkermisactiviteiten;

        Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 21 april 2017 houdende de wijziging van diversebepalingenvanhetkoninklijkbesluitvan24september2006betreffendede uitvoering en de organisatie van ambulante activiteiten.

        Decreet van 3 maart 2023 tot afschaffing van de voorafgaande machtiging voor de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten en tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten;

        Besluit van de Vlaamse regering van 22 september 2023.

 

Artikel 1: Gegevens van openbare markten

Omwille van de verplaatsing van de markt kan door de handelaars geen schadevergoeding geëist worden van de gemeente.

Indien zaterdag een wettelijke feestdag is, gaat het marktgebeuren gewoon door. De marktdag valt wel weg wanneer Allerheiligen, Kerstmis of Nieuwjaar samenvallen met de marktdag. Het college van burgemeester en schepenen beslist in dit geval om de markt al dan niet op een andere dag te laten doorgaan. Het zoneplan van standplaatsen is opgenomen in dit reglement.

Artikel 1: Gegevens van openbare markten

Omwillevandeverplaatsingvandemarktkandoordehandelaarsgeenschadevergoeding geëist worden van de gemeente.

Indienzaterdageenwettelijkefeestdagis,gaathetmarktgebeurengewoondoor.Demarktdag valt wel weg wanneer Kerstmis en Nieuwjaar samenvallen met demarktdag. Het college van burgemeester en schepenen beslist in dit geval om de markt al dan niet op een andere dag te laten doorgaan. Het zoneplan van standplaatsen is opgenomen in dit reglement.

Artikel 2: Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan:

     de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houders

van een “machtiging als werkgever”;

     rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door

tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de

vennootschap die houder is van de “machtiging als werkgever”;

     de verantwoordelijken van verkoopacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7 van voornoemd KB, gewijzigd door BVR van 21 april 2017.

 

Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen, is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot drie (wet art 8).

De verkoop van levende dieren is verboden op de wekelijkse markt.

Ingeval van tijdelijke invulling van een standplaats kan worden afgeweken van de specialisatie.

 

Artikel2:Voorwaardeninzaketoewijzingstandplaatsen

Eenstandplaatsopdeopenbaremarktkanenkeltoegewezenwordenaan:

     ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen

 

 

 

 

 

     de verantwoordelijken van verkoopacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelatenovereenkomstigartikel7vanvoornoemdKB,gewijzigddoorBVRvan21 april 2017.

Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:

     de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie wordt behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval tegen brandrisico’s;

     bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, wordt voldaan aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

 

Teneindedediversiteitvanhetaanbodtewaarborgenishetaantal standplaatsenper onderneming beperkt tot drie.

De verkoop van levende dieren is verboden op de wekelijkse markt.

Ingeval van tijdelijke invulling van een standplaats kan worden afgeweken van de specialisatie.

Artikel 4: Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27, gewijzigd door BVR)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt voor de marktdag via van voorafgaande inschrijving via de

dienst lokale economie of door toekenning op de marktdag zelf.

Om in te schrijven vult de kandidaat vooraf het inschrijvingsformulier in op www.meise.be.

Om zeker te zijn van een plaats dient de inschrijving minstens 2 weken vooraf te gebeuren.

Zonder voorafgaande inschrijving wordt een standplaats toegewezen in functie van de beschikbare vrije ruimte en is er bijgevolg geen zekerheid dat er een plaats ter beschikking is.

De toewijzing gebeurt per specialisatie. Voor deze voorafgaande inschrijving en de toewijzing wordt een openbaar register bijgehouden.

Het meerdere keren toekennen van eenzelfde losse standplaats aan eenzelfde persoon geeft geen recht op deze standplaats.

 

Het betalen van de vergoeding voor de inname van een losse standplaats gebeurt:

          op de dag van inname aan de marktleider (via elektronische betaling)

of

          door ondertekening van een verklaring (af te leveren door de marktleider op de dag zelf) met

opmaak factuur door de financiële dienst achteraf

Artikel 4: Toewijzingsregels losse plaatsen

Detoewijzingvanlosseplaatsengebeurtvoordemarktdagviavoorafgaande inschrijving via de dienst lokale economie of door toekenning op de marktdag zelf.

Om in te schrijven vult de kandidaat vooraf het inschrijvingsformulier in op www.meise.be.

Om zeker te zijn van een plaats dient de inschrijving minstens 2 weken vooraf te gebeuren.

Zonder voorafgaande inschrijving wordt een standplaats toegewezen in functie van de beschikbare vrije ruimte en is er bijgevolg geen zekerheid dat er een plaats ter beschikking is.

De aanvragen worden volgens chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en, in voorkomend geval, per specialisatie. Als twee of meer aanvragen gelijktijdig worden ingediend, wordt de volgorde bij toewijzing van loting bepaald.

Voordezevoorafgaandeinschrijvingendetoewijzingwordteenopenbaarregister bijgehouden.

De toewijzing van losse plaatsen op de marktdag zelf gebeurt bij loting, in voorkomend geval per specialisatie. De persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, moet bij de toewijzing van de losse standplaats aanwezig zijn.

Hetmeerderekerentoekennenvaneenzelfdelossestandplaatsaaneenzelfdepersoongeeft geen recht op deze standplaats.

 

Artikel 7: Opschorting abonnement

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

          door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

          door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats, waarbij geen rekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

Het college kan overgaan tot opschorting van een abonnement wanneer de standhouder meer dan een jaar afwezig is wegens ziekte of overmacht.

Artikel 7: Opschorting abonnement

Dehoudervaneenabonnementkanhetabonnementopschortenvooreenvoorzieneperiode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

                    doorziekteofongevalopgrondvaneenmedischattest

                    doorovermachtopeenverantwoordewijzeaangetoond.

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheidenhoudtoptenlaatstevijfdagennademeldingvanhethernemenvande activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

Gedurendedeperiodevanopschortingkandestandplaatstoegewezenwordenalslosseplaats, waarbij geen rekening gehouden wordt met de specialisatie van het register (van abonnementen).

 

 

Artikel 8: Afstand van het abonnement

De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

          bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;

          overhandiging tegen ontvangstbewijs;

          op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs.

Artikel 8: Afstand van het abonnement

Deaanvragenvanopschorting,hernemingofopzeggingvaneenabonnementwordenbetekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

          bijperpostaangetekendschrijvenmetontvangstbewijs;

          overhandigingtegenontvangstbewijs;

          opeenduurzamedrager(fax,e-mail)tegenontvangstbewijs.

 

Artikel 9: Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente

Het abonnement zal door (het college van) de burgemeester (en schepenen) geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:

          betrokkene na 2 schriftelijke aanmaningen de goede gang van zaken blijft storen en tegen het marktreglement blijft handelen;

          betrokkene niet langer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten;

          betrokkene 4 marktdagen per semester zonder reden afwezig blijkt;

          betrokkene de voorziene standplaatsvergoeding niet heeft betaald uiterlijk voor het einde

van het lopende kwartaal;

        bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel 12 van onderhavig gemeentelijk reglement;

          wanneer andere waren verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement.

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

 

Artikel 9: Schorsing en opzegging van abonnement door de gemeente

Hetabonnementzaldoor(hetcollegevan)deburgemeester(enschepenen)geschorstof ingetrokken worden in volgende gevallen:

        betrokkenena2schriftelijkeaanmaningendegoedegangvanzakenblijftstorenen tegen het marktreglement blijft handelen;

          betrokkene4marktdagenpersemesterafwezigblijkt zonder de marktleider vooraf op de hoogte te brengen;

          betrokkenedevoorzienestandplaatsvergoedingnietheeftbetaalduiterlijkvoorhet einde van het lopende kwartaal;

          betrokkende meer dan een jaar afwezig is wegens ziekte of overmacht;

        bijoverdrachtvaneenabonnementaaneenderdezondertevoldoenaanvoorwaarden bepaald in artikel 12 van onderhavig gemeentelijk reglement;

        wanneeranderewarenverkochtwordendandiegenevermeldopzijnabonnement;

        bij het herhaaldelijk niet respecteren van de instructies van de marktleider.

Debeslissingtotschorsingofopzeggingwordtbetekendbijeenterpostaangetekendschrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Artikel 10: Vooropzeg vanuit de gemeente

Wanneer een deel van de markt of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van ten minste 6 maanden. In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 5.3).

 

Artikel 10: Vooropzeg vanuit de gemeente

Wanneer een standplaats (met abonnement) definitief worden opgeheven geldt een opzegtermijn van minstens 6 maanden bij wijziging van standplaats maar behoud van abonnement en minstens 12 maanden bij definitief verlies van standplaats en abonnement. In gevallen van absolute noodzakelijkheid en in andere gevallen die de Vlaamse Regering bepaalt, is geen minimumtermijn van vooropzeg van toepassing.

Dezepersonenkrijgenvoorrangbijhettoekennenvaneenvacantestandplaatsper abonnement (cf. artikel 5.3).

Artikel 11: Inname standplaatsen

De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

A.  de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houder van een “machtiging als werkgever”, aan wie een standplaats is toegewezen;

B. de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van een “machtiging als werkgever”;

C. de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

D. de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

E. door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

F. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd BVR van 21 april 2017, kunnen een standplaats

innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

De personen opgesomd in B. tot E. kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.

Artikel 11: Inname standplaatsen

Destandplaatsenopdeopenbaremarktkunneningenomenworden door:

 

A. denatuurlijkepersonen aanwie een standplaats istoegewezen;

 

B. deverantwoordelijke(n)voorhetdagelijksbestuurvaneenrechtspersoon,aanwiede standplaats is toegewezen;

C. defeitelijkevenno(o)t(en)vandenatuurlijkepersoonaanwiedestandplaatswerd toegewezen die de ambulante activiteit voor eigen rekening uitoefent;

D. de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wiedestandplaatswerdtoegewezen;

E. de personen die een ambulante activiteit uitoefenen voorrekeningofin dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in A. tot D.;

F. depersonendieverkopenrealiserenzondercommercieelkarakterbinnenhetkadervande acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd BVR van 21 april 2017, kunnen een standplaats innemen,toegewezenaande verantwoordelijkevandeactie.Desgevallendkunnenzijdeze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

 

De personen opgesomd in B. tot E kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurdaandenatuurlijkepersoonofrechtspersoonvoorwiensrekeningofinwiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.

 

 

Artikel 12: Overdracht standplaats

De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

A.  indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortgezet wordt op de overgedragen standplaats. Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijvenbij het college van burgemeester en schepenen.

B. binnen het eerste jaar kan de standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

C.  De onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen beschikken (cf. art. 2 van dit reglement).

De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Ingeval van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd.

De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de gemeente heeft vastgesteld dat:

1.  de overnemer beschikt over een machtiging tot uitoefening van ambulante activiteiten om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.

2.  Als het aantal toegestane standplaatsen per onderneming van de overnemer niet overschreden wordt.

 

Artikel 12: Overdracht standplaats

Deoverdrachtvaneenstandplaatsistoegelaten onderdevolgendevoorwaarden:

 

A. De overnemer is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen en zet de specialisatie van de overlater voort op de overgedragen standplaats. Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN aangevraagd worden per aangetekend schrijven bij het college van burgemeester en schepenen.

B. binnen het eerste jaar kande standplaats NIET opnieuw overgedragen worden, behalve na expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

C. Deondernemingvandeovernemermagdoordeovernameovernietmeerdan3 standplaatsen beschikken (cf. art. 2 van dit reglement).

 

De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater.Ingevalvanoverdrachtwordthetabonnementeveneensstilzwijgendvernieuwd.

Deinnamevandeovergedragenstandplaatsispastoegelatenalsdegemeenteheeft vastgesteld dat:

 

  1. deovernemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.
  2. Alshetaantaltoegestanestandplaatsenperondernemingvandeovernemerniet overschreden wordt.
  1. De overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit reglement.

Artikel 13: Toepassingsgebied

Opvolgendeplaatsenisdeuitoefeningvanambulanteactiviteitentoegelatennaeen voorafgaande machtigingvan de gemeente:

     IndeNieuwelaanaandetoegangswegvanhetgemeentelijk zwembad;

     IndeHoogstraatlangsdeparkeerstrookt.h.v.huisnummer107;

     OphetOudstrijderspleininMeise-centrum;

     OphetGemeentepleininWolvertem-centrum;

     AandeingangvandegemeentelijkebegraafplaatsentijdensdeAllerheiligenperiode (specifiek voor bloemstukken/ rouwkransen).

 

Het retributiereglement inzake inname van de openbare weg voor verkoop is hier van toepassing.

Teneindedediversiteitvanhet aanbodtewaarborgenishetaantalstandplaatsenper onderneming beperkt tot 2.

Debezettingsmodaliteitenkunnenopeenvoudigevraagbekomenwordenbijdegemeente.

 

Artikel 13: Toepassingsgebied

Opvolgendeplaatsenisdeuitoefeningvanambulanteactiviteitentoegelatennaeen voorafgaande machtigingvan de gemeente:

        IndeNieuwelaanaandetoegangswegvanhetgemeentelijk zwembad;

        IndeHoogstraatlangsdeparkeerstrookt.h.v.huisnummer107;

        OphetOudstrijderspleininMeise-centrum;

        OphetGemeentepleininWolvertem-centrum;

     AandeingangvandegemeentelijkebegraafplaatsentijdensdeAllerheiligenperiode (specifiek voor bloemstukken/ rouwkransen).

 

 

 

 

Teneindedediversiteitvanhet aanbodtewaarborgenishetaantalstandplaatsenper onderneming beperkt tot 2.

Debezettingsmodaliteitenkunnenopeenvoudigevraagbekomenwordenbijdegemeente.

 

Artikel 14: Voorafgaande machtiging

14.2. Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

        Identiteit van de aanvrager;

        de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen;

        de plaats;

        de datum en duur van de verkoop.

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

        redenen van openbare orde en veiligheid;

        redenen van volksgezondheid;

        bescherming van de consument;

        wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn;

        de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden.

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep

Artikel 14: Voorafgaande machtiging

14.2. Beslissing machtiging

Ingevalvanpositievebeslissingverkrijgtdeaanvragereenmachtigingmetdaarinvermeld:

          Identiteitvandeaanvrager;

          deaardvandeproductenofdienstendiehijgemachtigdisteverkopen;

          de plaats;

          dedatumenduurvande verkoop.

Degevraagdemachtigingkangeweigerdwordenomwillevanéénofmeerderevan onderstaande redenen:

     redenenvanopenbareordeenveiligheid;

     redenenvanvolksgezondheid;

     beschermingvandeconsument;

        wanneerdevoorwaarden vermeld in artikel 2nietinorde zijn;

     demodaliteitenvanhetgemeentelijkreglementnietgerespecteerdworden.

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatievebeslissingaandeaanvragerenverwijsttevensnaarrechtsmiddeleninzakeberoep.

 

Artikel 19: Voorafgaande machtiging

19.2   Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld:

        Identiteit van de aanvrager;

        de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen;

        de toegestane route;

        de datum en duur van de verkoop (wet art 6 : beperkingen mogen betrekking hebben op de uren van uitoefening van het geheel of van een gedeelte van de activiteit).

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

        redenen van openbare orde en veiligheid;

        redenen van volksgezondheid;

        bescherming van de consument;

        wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn;

        de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden.

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

Artikel 19: Voorafgaande machtiging

19.2 Beslissing machtiging

Ingevalvanpositievebeslissingverkrijgtdeaanvragereenmachtigingmetdaarinvermeld:

          Identiteitvandeaanvrager;

          deaardvandeproductenofdienstendiehijgemachtigdisteverkopen;

          detoegestane route;

          dedatumenduurvandeverkoop(wetart6:beperkingenmogenbetrekkinghebben op de uren van uitoefening van het geheel of van een gedeelte van de activiteit).

Degevraagdemachtigingkangeweigerdwordenomwillevanéénofmeerderevan onderstaande redenen:

          redenenvanopenbareordeenveiligheid;

          redenenvanvolksgezondheid;

          beschermingvandeconsument;

          wanneerdevoorwaarden vermeld in artikel 2 nietinorde zijn;

        demodaliteitenvanhetgemeentelijkreglementnietgerespecteerdworden.

 

De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatievebeslissingaandeaanvragerenverwijsttevensnaarrechtsmiddeleninzakeberoep.

Artikel 24: Bevoegdheid marktleider

De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om documenten die de machtiging en identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen aantonen te controleren.

Artikel 24: Bevoegdheid marktleider

De marktleider, aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde, is bevoegd om de voorwaarden voor de toekenning en het innemen van een standplaats te controleren.

 

Artikel 25: Verplichte documenten

De machtiging ambulante handel is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn:

  1.  het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;

2.  een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

3.  het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.

De machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van het Koninklijk besluit.

De gemeente zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.

 

 

Artikel 26: Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken.

Het bord bevat volgende vermeldingen:

1.  hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteitwordt uitgeoefend;

2.  de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

3.  al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van deuitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

4.  het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

 

Artikel 25: Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten

De voor de uitoefening van de economische activiteit van de inschrijvingsplichtige onderneming gebruikte marktkramen, evenals de vervoermiddelen, die hoofdzakelijk worden gebruikt in het kader van de uitoefening van ambulante activiteiten dragen op zichtbare wijze het ondernemingsnummer.

 

Artikel 27: Begin en einde van de markt

 

Artikel 26: Begin en einde van de markt

 

Artikel 28: Verlaten van de markt

 

Artikel 27: Verlaten van de markt

 

 

Artikel 29: Voertuigen

Artikel 28: Voertuigen

Artikel 30: Veiligheidsdiensten

Artikel 29: Veiligheidsdiensten

 

Artikel 31: Plaatsing kramen en winkelwagens

Dekramen enwinkelwagens dienen zodanig geplaatst op het hun toegewezen perceeldat de uitgestalde koopwaren niet uitsteken buiten de scheidingslijn tussen de kramen en de doorgangenvoorhetpubliek.Uitzonderingwordtechtergemaaktvoorluikenofeengedeelte van een kraam dat uitsteekt boven de doorgangswegen kan beschouwd worden als afdak op voorwaarde echter dat het zich minimum 2 meter boven de grond bevindt. Aan die luiken of uitsteeksels mag in geen geval koopwaar bevestigd worden.

 

Artikel 30: Plaatsing kramen en winkelwagens

Dekramen enwinkelwagens dienen zodanig geplaatst op het hun toegewezen perceeldat de uitgestalde koopwaren niet uitsteken buiten de scheidingslijn tussen de kramen en de doorgangenvoorhetpubliek.Uitzonderingwordtechtergemaaktvoorluikenofeengedeelte van een kraam dat uitsteekt boven de doorgangswegen kan beschouwd worden als afdak op voorwaarde echter dat het zich minimum 2 meter boven de grond bevindt. Aan die luiken of uitsteeksels mag in geen geval koopwaar bevestigd worden.

Sta-tafels dienen beperkt te worden totmaximum 1 per 1,5 lopende meter kraam en dienen voor het kraam geplaatst te worden.

Artikel 32: Doorgangen

 

Artikel 31: Doorgangen

Artikel 33 : Verbod op een andere plaats

 

Artikel 32: Verbod op een andere plaats

 

Artikel 34: Controle

 

Artikel 33: Controle

 

Artikel 35: Bedrog en misleiding

 

Artikel 34: Bedrog en misleiding

 

Artikel 36: Hulp bij laden, lossen en vervoeren

 

Artikel 35: Hulp bij laden, lossen en vervoeren

 

Artikel 37: Vrijheid van verkoop

 

Artikel 36: Vrijheid van verkoop

 

Artikel 38: Orde

 

Artikel 37: Orde

 

Artikel 39: Reclame

 

Artikel 38: Reclame

 

Artikel 40: Verwarmingstoestellen

 

Artikel 39: Verwarmingstoestellen

 

Artikel 41: Elektriciteit

 

Artikel 40: Elektriciteit

 

Artikel 42: Vastmaken kramen en dekzeilen

 

Artikel 41: Vastmaken kramen en dekzeilen

 

Artikel 43: Hernieuwing abonnement

De houders van een vaste plaats ontvangen, voor het begin van ieder semester, een verzoek hun bijdrage te hernieuwen. Hun abonnement wordt automatisch verlengd door tijdige betaling van het abonnementsgeld. De marktkramers op risico betalen hun standgeld door een overschrijving in te vullen en deze te bezorgen aan de marktleider. Een overzicht van de namen van de losse marktkramers wordt bijgehouden door de dienst lokale economie.

 

Artikel 42: Betalingsmodaliteiten

Het betalen van de vergoeding voor de inname van een losse of vaste standplaats en elektriciteitsverbruik gebeurt volgens de bepalingen opgenomen in het belastingreglement op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten en het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein. De houders van een vaste plaats ontvangen, voor het begin van ieder semester, een verzoek hun bijdrage te hernieuwen. Hun abonnement wordt automatisch verlengd door tijdige betaling van het abonnementsgeld.

 

Artikel 44: Lawaai- en omgevingshinder

Artikel 43: Lawaai- en omgevingshinder

 

Artikel 45: Klachten

Artikel 44: Klachten

Artikel 46: Marktcommissie

Om de 6 jaar wordt een nieuwe marktcommissie als volgt samengesteld:

          3 afgevaardigden van de marktkramers;

          afgevaardigden van de plaatselijke handelaars;

          2 leden van het college van burgemeester en schepenen:

       de burgemeester-voorzitter

       de schepen van lokale economie;

          de marktleider die enkel adviserend zal optreden

 

De burgemeester wordt ambtshalve aangesteld als voorzitter.

De marktcommissie geeft advies over alle aangelegenheden in verband met de markt, die haar worden voorgelegd door de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester, evenals over alle betwistingen waartoe de uitvoering van onderhavig reglement zou kunnen aanleiding geven. De commissie vergadert telkens wanneer de burgemeester het noodzakelijk vindt en tenminste éénmaal per jaar.

 

Artikel 45: Marktcommissie

Omde6jaarwordteennieuwemarktcommissiealsvolgt samengesteld:

          minstens 3afgevaardigdenvandemarktkramers;

          2 afgevaardigdenvandeplaatselijke handelaars;

          2ledenvanhetcollegevanburgemeesterenschepenen:

       deburgemeester-voorzitter

       deschepenvanlokale economie;

          demarktleiderdieenkeladviserendzaloptreden

 

Deburgemeesterwordtambtshalveaangesteld als voorzitter.

Demarktcommissie geeft adviesover alle aangelegenheden in verband met demarkt, die haar worden voorgelegd door de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester,evenalsoverallebetwistingenwaartoedeuitvoeringvanonderhavigreglement zou kunnen aanleiding geven. De commissie vergadert telkens wanneer de burgemeester het noodzakelijk vindt en tenminste éénmaal per jaar.

 

Artikel 47: Datum jaarmarkt en avondmarkt

 

Artikel 46: Datum jaarmarkt en avondmarkt

 

 

Artikel 48: In werking treden van gemeentelijk reglement

 

Artikel 47: In werking treden van gemeentelijk reglement

 


Artikel 2

Het marktreglement treedt in werking conform artikel 288 van het decreet lokaal bestuur.

Het marktreglement, zoals vastgesteld in gemeenteraadszitting van 18 juni 2023 wordt vanaf dat ogenblik opgeheven.

Artikel 3

Het gecoördineerde marktreglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en bekend gemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Wijziging van het belastingreglement op rioolaansluitingen

MOTIVERING

Feiten en context

Het belastingreglement op riool- en hemelwateraansluitingen van 16 december 2019 werd op 20 december 2021 gewijzigd (met name schrapping van een boeteclausule).

Omdat de toepassing van het belastingreglement aanleiding gaf tot betwistingen - in het bijzonder in het geval van aanpassingswerken op privaat domein zonder aanpassing van de rioolaansluiting - werd het reglement opnieuw gewijzigd en op 20 februari 2023 goedgekeurd als "belastingreglement op rioolaansluitingen".

Sedert 2 oktober 2023 is de gewestelijke Hemelwaterverordening van 2023 van kracht evenals de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de afvoer van hemelwater die van kracht is sedert 1 januari 2024.

Uit de praktijk blijkt daarenboven dat het wenselijk is het belastingreglement verder te verduidelijken.

De milieuadviesraad verleende op 23 april 2024 een gunstig advies bij de voorgestelde wijziging maar had wel enkele aandachtspunten.

Juridische gronden

De gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, artikelen 41, 162 en 170§4;

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40§3;

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Het waterwetboek van 30 september 2018.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement.

De gewestelijke hemelwaterverordening 2023 van 10 februari 2023.

De provinciale stedenbouwkundige verordening van 26 september 2023 met betrekking tot de afvoer van hemelwater.

Het belastingreglement op rioolaansluitingen vastgesteld door de gemeenteraad van 20 februari 2023.

Het reglement aangaande de naleving van de keuring van de privéwaterafvoer en het toezicht op het openbaar domein vastgesteld door de gemeenteraad van 16 december 2019.

Het reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 15 april 2024.

Advies/argumentatie

De redenen van wijziging van het belastingreglement zijn de volgende:

        wijzigingen aan de afwatering ten gevolge van de inwerkingtreding van de nieuwe gewestelijke en provinciale stedenbouwkundige verordeningen;

        verduidelijking van een aantal begrippen;

        uitbreiding van het begrip bedrijfsentiteit met niet-ingedeelde inrichtingen met een bedrijfsoppervlakte van minstens 100 m²;

        het invoeren van een belasting voor sluikaansluitingen, zijnde aansluitingen die niet eerder betaald, vergund of gemeld werden en die niet uitgevoerd werden door of in opdracht van de gemeente of de rioolbeheerder.

Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.

Financiële gevolgen

De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan. De financiële gevolgen van de voorgestelde wijziging zijn beperkt.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

00200/73301000 - belasting op rioolaansluitingen

 

€ 60.000

BESLUIT

De gemeenteraad stelt het onderstaande belastingreglement op rioolaansluitingen vast:

BELASTINGREGLEMENT OP RIOOLAANSLUITINGEN

Artikel 1 Belastbaar feit en periode

De gemeente heft een directe belasting op het aansluiten op het openbaar rioleringsstelsel voor de periode van 1 juli 2024 tot 31 december 2025.

Artikel 2 Definities

Voor de definities van de terminologie wordt verwezen naar de relevante regelgeving, inzonderheid de definities van toepassing in het algemeen waterverkoopreglement, Vlarem II en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Bijkomende definities:

        bestaand gebouw: elk gebouw dat werd opgericht op basis van een stedenbouwkundige vergunning die werd verleend voor 1 oktober 1999.

        nieuwe aansluiting: elke nieuwe verbinding van de private riolering op het openbaar rioleringsstelsel.

        woongelegenheid: een gebouw (meergezinswoning, eengezinswoning, flatgebouw, stacaravan,…) of een deel van een gebouw (appartement, studio, conciërgewoning,…) dat ingericht en bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande.

        bedrijfsentiteit:

        een inrichting of activiteit, opgenomen in de indelingslijst, bijlage 1 bij Vlarem II (bijvoorbeeld KMO of ander bedrijf met NACE BEL code, school, ziekenhuis, zorgcentrum,…), tenzij vrijgesteld van de gemeentelijke belasting op hinderlijke inrichtingen,

        niet-ingedeelde inrichtingen of activiteiten (kleinhandelszaak, horeca, praktijk, kantoor, refter, …) met een bedrijfsoppervlakte van minstens 100 m².

Artikel 3 Belastingschuldige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijk persoon of rechtspersoon in de hoedanigheid van eigenaar of bouwheer die de aanvraag voor aansluiting op de openbare riolering doet, tenzij deze beschikt over een geschreven overeenkomst die de verplichting legt bij de vruchtgebruiker, de erfpachter, de opstalhouder of een andere gerechtigde.

Artikel 4 Algemene verplichting

§1 De belasting is voor nieuwbouw verschuldigd voor elke nieuwe aansluiting op de riolering.

§2 Voor bestaande gebouwen, hernieuwbouw en veranderingen aan bestaande gebouwen wordt de belasting niet geheven voor één aansluiting van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater op de openbare riolering.
Bij de afbraak van een oud huisaansluitingspunt in het kader van een afkoppelingsproject moet er voor de nieuwe aansluiting die de oude vervangt geen belasting betaald worden.

§3 De belasting is tevens verschuldigd bij vaststelling door de rioolbeheerder of de handhavende overheid van een aansluiting die niet eerder betaald, vergund noch gemeld is geworden en die niet werd uitgevoerd door of in opdracht van het lokaal bestuur of de rioolbeheerder.

Paragraaf 3 heeft betrekking op vaststellingen die gebeuren na inwerkingtreding van dit reglement. Zij kunnen teruggaan voor aansluitingen die gebeurden in een voorafgaande periode van 5 jaar, waarbij de vergunningsbeslissing als startpunt wordt gehanteerd.

Artikel 5 Berekeningsgrondslag en tarief

§1 De belasting wordt aangerekend per rioolaansluiting per afzonderlijke woongelegenheid en/of afzonderlijke bedrijfsentiteit en/of afzonderlijk keuringsattest afgeleverd voor de betreffende aansluiting.

§2 De belasting wordt als volgt vastgesteld per aansluiting:

€ 1.000,00 voor één aansluiting van het huishoudelijk afvalwater van een woongelegenheid
€ 1.250,00 voor elke bijkomende aansluiting van huishoudelijk afvalwater afkomstig van een woongelegenheid.

Indien via één aansluiting van het huishoudelijk afvalwater meerdere woongelegenheden worden aangesloten, wordt dit bedrag verhoogd met € 500,00 per bijkomende, aangesloten woongelegenheid.

€ 1.500 voor de aansluiting van het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit
€ 1.750,00 voor elke bijkomende aansluiting afkomstig van een bedrijfsentiteit.

Indien via één aansluiting van het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit tevens één of meerdere woongelegenheden worden aangesloten, wordt dit bedrag verhoogd met € 500,00 per bijkomende woongelegenheid.

Indien via één aansluiting van het huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit tevens één of meerdere bedrijven worden aangesloten, wordt het basisbedrag verhoogd met € 750,00 per bijkomende bedrijfsentiteit.

§3 De bedragen worden niet geïndexeerd.

Artikel 6 Ambtshalve vestiging

Bij een niet gemelde noch vergunde aansluiting, die door de gemeente of de rioolbeheerder wordt vastgesteld, wordt een ambtshalve aanslag gevestigd.

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt de gemeente de belastingschuldige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingschuldige beschikt over een termijn van zestig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale of gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.

Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingschuldige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
 

Artikel 7 Wijze van inning

§1 De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting conform het invorderingsdecreet.

§2 De belasting voor het uitvoeren van de aansluiting(en) wordt aangerekend op het ogenblik van de aanvraag van de aansluiting na afgifte van het conformiteitsattest.

§3 De belasting wordt tevens aangerekend bij vaststelling door de gemeente of de rioolbeheerder, van een aansluiting die niet eerder betaald, vergund of gemeld werd en die niet werd uitgevoerd door of in opdracht van de gemeente of de rioolbeheerder.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd indien kan aangetoond worden dat deze eerder reeds werd betaald.

Artikel 9 Bezwaarmogelijkheid

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag of de belastingverhoging bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het bezwaar moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

Artikel 10  Andere toepasselijke wetgeving

“Zonder afbreuk te doen aan het huidige decreet, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:

1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;

2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.”

Artikel 11  Opheffingsbepalingen

De belastingreglementen inzake riool- en hemelwateraansluitingen, vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2019, op 20 december 2021 en het belastingreglement op rioolaansluitingen van 20 februari 2023 worden opgeheven bij de inwerkingtreding van dit reglement. Aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van dit reglement, worden behandeld volgens de op dat moment geldende reglementen.

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2024.

Artikel 12 Bekendmaking

Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Aanpassing subsidiereglement voor tussenkomst in de kosten van afkoppelingen met behoud van hemelwater op het privaat domein

MOTIVERING

Feiten en context

Overeenkomstig Vlarem II (Art. 6.2.2.1.2) is een volledige scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, verplicht op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt aangelegd of heraangelegd, tenzij er voor het betreffende gebouw uitzonderingen van toepassing zijn.

Wanneer in de openbare weg gescheiden riolering wordt aangelegd, moet het huishoudelijk afvalwater aangesloten worden op de droogweerafvoer (DWA) en het regenwater gebufferd met het oog op 1e opvang voor hergebruik, 2e infiltratie op eigen terrein, 3e buffering met vertraagd lozen en 4e vertraagde afvoer naar de regenwaterafvoer (RWA).

Overeenkomstig de nieuwe Gewestelijke Hemelwaterverordening goedgekeurd op 10 februari 2023 (inwerkingtreding 1 november 2023) en overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening van 26 september 2023 met betrekking tot de afvoer van hemelwater (inwerkingtreding 1 januari 2024) moet, afwijkend van Vlarem II, het hemelwater op het eigen terrein behouden blijven en mag het niet meer afgevoerd worden naar de openbare riolering noch naar een ander terrein.

Voor vooral oudere woningen die nog niet correct zijn afgekoppeld, kan deze verplichting aanzienlijke kosten genereren.

Het stimuleren van de opvang van hemelwater met hergebruik, infiltratie, buffering en vertraagde afvoer is opgenomen in de beleidsengagementen: hemelwater- en droogteplan, klimaatactieplan, lokaal energie- en klimaatpact.

De aanleg van gescheiden riolering wordt gesubsidieerd door de hogere overheid, maar een voorwaarde is dat alle gebouwen zijn afgekoppeld. Het is dus van belang dat eenieder de nodige aanpassingswerken uitvoert.

Het past dan ook om een tegemoetkoming te voorzien voor deze onvoorziene kosten.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40§3.

Het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending en latere wijzigingen.

Het waterwetboek van 30 september 2018.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement.

Het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer.

De gewestelijke hemelwaterverordening 2023 van 10 februari 2023.

De provinciale stedenbouwkundige verordening van 26 september 2023 met betrekking tot de afvoer van hemelwater.

Het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerpen en de aanleg van rioleringssystemen.

Het reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 15 april 2024.

Het gemeentelijk reglement houdende regeling van de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater van het afvalwaterrioleringsnet op privaat domein van 17 december 2013.

Advies/argumentatie

Het lokaal bestuur hanteert reeds sedert 2011 een subsidiereglement voor de afkoppeling. Het huidige reglement, dat werd goedgekeurd op 17 december 2013, is evenwel niet aangepast aan de nieuwe regelgeving, in het bijzonder de gewestelijke hemelwaterverordening van 2023 en de provinciale verordening van 2023 zodat een optimalisering zich opdringt.

De voornaamste veranderingen zijn:

- verduidelijking en actualisering van een aantal termen
- afstemming op de nieuwe gewestelijke en provinciale stedenbouwkundige verordeningen
- afstemming op het gemeentelijk lozingsreglement van 15 april 2024
- het subsidiebedrag en percentage wordt behouden, maar indien de uitvoering op eigen initiatief gebeurt wordt de subsidie gelijkgeschakeld met deze in geval van een verplichting
- ook één conforme Vlario-keuring komt in aanmerking voor de subsidie
- als bewijs van conforme uitvoering wordt het Vlario-keuringsattest ingevoerd.

De milieuadviesraad formuleerde op 23 april 2024 een gunstig advies, mits rekening te houden met de opmerkingen en het subsidiebedrag op te trekken tot de gemiddelde kostprijs voor een afkoppeling.

De opmerkingen van de milieuraad werden geïmplementeerd, al werd geen bijkomende termijn van 6 maanden voorzien bij aanpassing van het plan en ook werd het subsidiebedrag niet gewijzigd naar de helft van de kostprijs van de afkoppeling, maar behouden.
Hieromtrent dient trouwens opgemerkt te worden dat het huidige subsidiebedrag vanuit het lokaal bestuur zeker niet aan de lage kant is.

Financiële gevolgen

De aanpassingen gaan nauwelijks gevolgen hebben op het meerjarenplan.
Het krediet is voorzien in het budget 2024.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

03100/64900000

afkoppeling en regenwatersubsidie

€ 27.173,02

BESLUIT

Onderstaand subsidiereglement voor tussenkomst in de kosten van afkoppeling en behoud van hemelwater op het privaat domein vast te stellen:

Artikel 1 Doel

Dit reglement werd opgemaakt als compensatiemaatregel voor het uitvoeren van werken voor het optimaal afkoppelen van de regenwaterafvoeren en de opvang op eigen terrein, omdat dit onvoorziene kosten voor de particulier kan inhouden.

Artikel 2 Definities

§1 Voor de definities van de begrippen wordt verwezen naar de relevante regelgeving, inzonderheid het algemeen waterverkoopreglement, Vlarem II en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

§2 Onderstaande beschrijvingen vervangen de wettelijke definitie niet maar dienen voor vlot gebruik:

       Afkoppeling: afkoppelen is het realiseren van een scheiding tussen de afvoer van hemelwater en afvalwater met het oogmerk het hemelwater ter plaatse op te vangen voor hergebruik, te infiltreren of te bufferen (volgens de volgorde van de ‘waterladder’) en met het oogmerk het afvalwater aan te sluiten op hetzij een openbare afvoer voor afvalwater DWA hetzij een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA)

       Overloop hemelwater op eigen terrein: de afvoer van hemelwater moet volledig op eigen terrein gerealiseerd worden zonder afwatering naar het openbaar terrein tenzij het eigen terrein overstromingsgevoelig is en een overloop naar een ander terrein aangewezen is.

§3 De definities opgenomen in het gemeentelijk reglement van 15 april 2024 voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater zijn eveneens van toepassing.

§4 De definities opgenomen in het gemeentelijk belastingreglement van 24 juni 2024 op rioolaansluitingen zijn eveneens van toepassing.

Artikel 3 Algemeen beginsel

§1 Dit reglement voorziet in een tussenkomst voor woningen en aanhorigheden die naar aanleiding van een afkoppelingsproject

        de verplichting opgelegd krijgen hemelwater af te koppelen van afvalwater en het hemelwater op te vangen en te behouden op het eigen terrein of

        in een individueel te optimaliseren buitengebied de verplichting opgelegd krijgen hemelwater af te koppelen van afvalwater, het hemelwater op te vangen en te behouden op het eigen terrein en het huishoudelijk afvalwater te zuiveren in een IBA.

§2 Dit reglement voorziet eveneens een tussenkomst voor woningen en aanhorigheden waarbij de houder van het zakelijk recht op eigen initiatief overgaat tot de uitvoering van de volledige scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater afkomstig van dakvlakken en grondvlakken mits daartoe de nodige afspraken gemaakt werden met de rioolbeheerder conform het gemeentelijk reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater.

Artikel 4 Afkoppelingsdeskundige

Overeenkomstig het gemeentelijk reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater van 15 april 2024 stelt het lokaal bestuur een afkoppelingsdeskundige ter beschikking.

Artikel 5 Toekenningsvoorwaarden

§1 Om in aanmerking te komen voor een tussenkomst, dient de aanvraag te voldoen aan volgende voorwaarden:

het betreft een bestaande woning die vergund is en waarvoor in de omgevingsvergunning of de stedenbouwkundige vergunning de verplichting tot het gescheiden afvoeren van afvalwater en hemelwater niet werd opgenomen;

de afkoppeling hemelwater en afvalwater, en de installatie van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) is correct uitgevoerd en wordt bewezen met het voorleggen van een conform keuringsattest VLARIO.

Het lokaal bestuur verleent geen tussenkomst in volgende gevallen:

indien de aanleg van een gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater reeds was opgelegd naar aanleiding van een stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of omgevingsvergunning maar niet werd uitgevoerd;

indien de aanleg van een gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater reeds was opgelegd naar aanleiding van een stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of omgevingsvergunning en de private afwatering, in strijd met deze voorschriften toch gemengd werd aangelegd;

indien de aanleg van een gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater reeds was opgelegd op basis van een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of op basis van andere bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen;

indien in een stedenbouwkundige, milieuvergunning of omgevingsvergunning een IBA werd opgelegd maar niet werd geplaatst of niet correct in werking werd gesteld;

indien de aanleg van een hemelwaterput was opgelegd, maar niet werd uitgevoerd of niet correct werd gerealiseerd.

Artikel 6 Bedragen tussenkomst

§1 De tussenkomst in de afkoppeling van het hemelwater in de gemengde private rioleringsstelsels naar aanleiding van de in de eerste alinea van artikel 3 bedoelde gevallen wordt als volgt bepaald:

indien de afkoppelingswerken uitgevoerd worden door of in opdracht van de rioolbeheerder of de houder van het zakelijk recht:

80 % van de kostprijs van de afkoppeling op privaat domein, met een maximum van € 1.000,00 (incl. BTW) per perceel en ingeval meergezinswoningen bijkomend € 500,00 (incl. BTW) per bijkomende aansluiting. Manuele graafwerken en arbeidsuren komen niet in aanmerking voor subsidie.

§2 Indien de werken uitgevoerd worden door de houder van het zakelijk recht op vrijwillig initiatief als bedoeld in de tweede alinea van artikel 3, wordt een subsidie toegekend van 80 % van de kostprijs van de afkoppeling op privaat domein, met een maximum van € 1.000,00 (incl BTW). Manuele graafwerken en arbeidsuren komen niet in aanmerking voor toekenning van de subsidie.

§3 De hoogte van de subsidie is beperkt tot de kosten voor de strikte uitvoering van de afkoppelings- en herstelwerken. De kosten van één conforme Vlario-keuring komen eveneens in aanmerking voor de subsidie.

De kosten voor de aanleg van nieuwe of niet strikt noodzakelijke verhardingen, voor bijkomende voorzieningen, beplantingen, verfraaiingswerken en tuinmeubilair komen niet in aanmerking.

§4 Het subsidiebedrag wordt gekoppeld aan de evolutie van de consumptieprijsindex en stemt overeen met de index van mei 2024. Ze wordt jaarlijks op 1 juni aangepast aan het indexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat.

Formule: (huidig bedrag) x consumptieprijsindexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat / consumptieprijsindexcijfer van mei 2024. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.

Artikel 7 Aanvraag voor een tussenkomst

§1 De aanvraag voor een tussenkomst moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Aanvraagformulier in te dienen bij het lokaal bestuur desgevallend na ontvangst van het afkoppelingsadvies.

Indien de werken uitgevoerd worden door een derde, dient dit een aannemer met ondernemingsnummer te zijn, op basis van een factuur.

§2 De aanvraag bevat ten minste onderstaande gegevens. De gemeente kan een aanvraagformulier ter beschikking stellen.

-naam, adres en contactgegevens van de aanvrager (en/of eigenaar van de woning),

-adres van het gebouw waarvoor de tussenkomst wordt aangevraagd,

-perceelsaanduiding waar de installatie wordt geplaatst,

-rekeningnummer waarop de subsidie kan gestort worden,

-eventueel afkoppelingsadvies met ontwerpplan en kostenraming van de uit te voeren werken (opgesteld door de afkoppelingsdeskundige zie het reglement van 15 april 2024 voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater),

-aanwezigheid of planning van een hemelwaterinstallatie (+ aangesloten dakoppervlakte, dimensionering en hergebruikpunten),

-aanwezigheid of planning van infiltratievoorzieningen (+ aangesloten en soort (verharde) oppervlakte, type van infiltratie en dimensionering),

-verklaring op eer dat de werken volgens het door de afkoppelingsadviseur opgesteld ontwerpplan zullen worden uitgevoerd, binnen de gestelde termijn,

-bijkomende goedkeuring van de eigenaar indien andere dan aanvrager,

-factuur van de uitgevoerde werken indien uitvoering door een derde.

Artikel 8 Controle uitvoering

§1 Na beëindiging van de werken staat de uitvoerder in voor een keuring van de uitgevoerde werken aan zijn / haar private riolering en hemelwaterinstallaties door een erkend VLARIO keurder zoals beschreven in het gemeentelijk reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater.

§2 Daartoe wordt een dossier overhandigd aan de VLARIO-keurder bevattende de elementen zoals opgelegd door VLARIO en aanvullende elementen zoals opgenomen in het hoger vermelde gemeentelijke reglement.

§3 De uitvoerder bezorgt het keuringsattest aan de rioolbeheerder. Alleen een conform keuringsattest zal aanvaard worden voor de toekenning van de tussenkomst.

§4 Samen met het conform keuringsattest bezorgt de uitvoerder volgende stukken ter staving:

-een bewijs van effectief gemaakte kosten (facturen of andere betaalbewijzen),

-een as-built plan van de rioleringswerken.

 

Artikel 9 Uitbetaling

§1 De gemeentelijke tussenkomst is éénmalig per bestaande woonentiteit;

§2 De uitbetaling gebeurt conform de middelen ingeschreven in het meerjarenplan.

§ 3 De tussenkomst wordt uitbetaald na controle van het dossier.

 

Artikel 10 Beheer na keuring

§1 De particulier verbindt er zich toe de installaties en afvoerleidingen op het private deel na de keuring niet te wijzigen zonder toelating van de dienst omgeving.

§2 De wettelijke conforme afvoeren van afvalwater en de installaties voor hemelwater worden beheerd als een goede huisvader en in goede staat van werking behouden.

De nodige keuringen en onderhouden worden periodiek uitgevoerd conform de wetgeving.

 

Artikel 11 Beroepsprocedure

§1 De aanvrager die meent dat een subsidie hem onterecht (gedeeltelijk) wordt geweigerd, kan een bezwaar indienen tegen deze beslissing bij het college van burgemeester en schepenen. Het gemotiveerde bezwaarschrift moet schriftelijk of elektronisch of via een duurzame drager worden ingediend.

§2 De indiening moet op straffe van verval gebeuren uiterlijk binnen 60 dagen volgend op de datum van de kennisgeving van de beslissing en dit tegen afgifte of bevestiging van het ontvangstbewijs van het bezwaar.

 

Artikel 12 Afsluitende bepalingen

§1 De volgende gemeentelijke reglementen worden opgeheven:

- het gemeentelijk reglement van 17 december 2013 houdende regeling van de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater van het afvalwaterrioleringsnet op privaat domein en alle voorgaande.

§2 Dit reglement wordt samen gelezen met volgende reglementen:

- het gemeentelijk reglement van 15 april 2024 voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater

§3 De subsidie, vermeld in dit reglement, is cumuleerbaar met andere subsidies.

§4 Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden verzonden aan de volgende instanties:

        provincie Vlaams-Brabant

        VMM

        Aquafin

        VLARIO

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

§1 Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2024.

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

STEMMING OVER HET AMENDEMENT

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

STEMMING OVER HET BESLUIT

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Aanpassing subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties, infiltratievoorzieningen en groendaken

MOTIVERING

Feiten en context

Het huidige subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties, infiltratievoorzieningen en groendaken voor woningen en lokalen van verenigingen werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 8 december 2008.

Het stimuleren van de opvang van hemelwater met hergebruik, infiltratie, buffering en vertraagde afvoer is opgenomen in de beleidsengagementen: hemelwater- en droogteplan, klimaatactieplan, lokaal energie- en klimaatpact.

De plaatsing van een hemelwaterput is bij nieuwbouw en herbouw reeds verplicht sedert 7 september 1999 en de plaatsing van een infiltratievoorziening sedert 1 februari 2005 zodat aanvragen voor installaties bij gebouwen van na deze datum niet in aanmerking komen voor subsidie. Voor gebouwen die dateren van voor deze data en die niet wijzigen, geldt geen verplichting, maar is de vrijwillige plaatsing van een hemelwaterinstallatie of infiltratievoorziening bijzonder nuttig.

De voornaamste wijzigingen aan het huidige subsidiereglement zijn:

        Art.1: anders geformuleerd, inhoudelijk gelijkaardig;

        Art.2: actualisering van definities;

        Art.3: actualisering van verwijzingen;

        Art.4: aanpassing van de vereiste tankinhoud aan deze volgens de gewestelijke hemelwaterverordening 2023;

        Art.27: voorstel van inwerkingtreding: 1 juli 2024, samen met het subsidiereglement voor afkoppelingen.

Er wordt geen voorstel tot aanpassing van de subsidiebedragen zelf geformuleerd.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40§3.

Het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending en latere wijzigingen.

Het waterwetboek van 30 september 2018.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement.

Het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer.

Het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerpen en de aanleg van rioleringssystemen.

De gewestelijke hemelwaterverordening 2023 van 10 februari 2023.

De provinciale stedenbouwkundige verordening van 26 september 2023 met betrekking tot de afvoer van hemelwater.

Het reglement voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 15 april 2024.

Het gemeentelijk reglement houdende regeling van de tussenkomst in de kosten voor de afkoppeling van hemelwater van het afvalwaterrioleringsnet op privaat domein, vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 17 december 2013.

Advies/argumentatie

De voorgestelde wijzigingen zijn inhoudelijk zeer beperkt, maar zijn vooral nodig omdat in de huidige versie nog verwezen wordt naar regelgeving die niet langer van toepassing is.

De milieuadviesraad formuleerde op 21 mei 2024 een unaniem gunstig advies bij de voorgestelde wijzigingen met als  suggestie om de aanpassing passend bekend te maken en te promoten.

Financiële gevolgen

De voorgestelde aanpassing heeft geen significante financiële impact. Het krediet is voorzien in het budget 2024.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

03100/64900000

afkoppeling en regenwatersubsidie

€ 27.173,02

BESLUIT

Onderstaand gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties, infiltratievoorzieningen en groendaken vast te stellen:

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 Subsidie

Het college van burgemeester en schepenen kan, binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van het lokaal bestuur voorziene budgetten, overeenkomstig dit reglement, een subsidie toekennen voor:

 de plaatsing van een hemelwaterinstallatie bij een bestaande woning of bij verbouwing van een bestaande woning,

 de plaatsing van een infiltratievoorziening,

 de aanleg van een groendak.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder

Horizontale dakoppervlakte

de oppervlakte van de verticale projectie van de buitenafmetingen van de overdekte constructie op een horizontaal vlak zonder de gebruikelijke dakgoten

Hemelwater

verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater

Hemelwaterput

een constructie voor de opvang van hemelwater die geledigd wordt door het water te gebruiken

Hemelwaterinstallatie

het geheel van hemelwaterput met eventueel bijhorend leiding- en pompsysteem, één of meer aftappunten, filters enz. met het oog op hergebruik van hemelwater

Infiltratie

het insijpelen van hemelwater in de bodem en de ondergrond

Infiltratievoorziening

een voorziening voor de opvang van hemelwater die geledigd wordt door de infiltratie van hemelwater

Wadi

een buffer- en infiltratievoorziening, die tijdelijk gevuld is met regenwater, een laagte die meestal beplant is met gras

Verharde oppervlakte

de som van alle verhardingen op een terrein, waarvan het niet vervuilde hemelwater kan worden opgevangen, zoals daken, terrassen, opritten en verharde parkeerplaatsen

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening

de hemelwaterverordening van 2023: het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

Provinciale stedenbouwkundige verordening

de provinciale stedenbouwkundige verordening van 26 september 2023 met betrekking tot de afvoer van hemelwater

Gebouw

vergunde woning of deel van vergund gebouw waarvan een vereniging gebruik maakt voor haar activiteiten

‘Bestaande’ woning

woning waarvoor een bouwvergunning werd verkregen vóór 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten

Verbouwing

een bouwproject waarbij 60 % of meer van de buitenmuren wordt behouden

Herbouw

een bouwproject waarbij minder dan 60 % van de buitenmuren wordt behouden

Groendak

een extensief daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag over de volledig aangelegde oppervlakte aanwezig zijn en dat begroeid is met vetplanten, mos, grassen of kruiden. Indien het dak hellend is, is een draineerlaag niet noodzakelijk

 

Hoofdstuk 2 – Algemene voorwaarden

Artikel 3 - Toekenningsvoorwaarden

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moeten de hemelwaterinstallatie, de infiltratievoorziening of het groendak voldoen aan de volgende algemene voorwaarden:

* de hemelwaterinstallatie, de infiltratievoorziening of het groendak is niet verplicht volgens een stedenbouwkundige, milieu- of omgevingsvergunning, op basis van de gewestelijke of provinciale stedenbouwkundige verordening of op basis van andere bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen,

* de installaties zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente en hebben een permanent en definitief karakter. De installatie wordt gedurende minstens 10 jaar in stand gehouden en goed beheerd,

* het realiseren van het project gebeurt in overeenstemming met de wettelijke of reglementaire bepalingen. In voorkomend geval moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden.

Aanvragen voor installaties bij gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor hemelwaterinstallaties na 7 september 1999 en voor infiltratievoorzieningen na 1 februari 2005 komen niet in aanmerking.

Artikel 4 - Subsidiebeperkingen

De subsidie kan slechts toegekend worden voor hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, zoals bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Voor hetzelfde project of onderdeel ervan kan slechts éénmaal een subsidie worden verleend.

Hoofdstuk 3 - Specifieke voorwaarden voor hemelwaterinstallaties

Artikel 5 inhoud hemelwaterinstallaties

  1. De minimale inhoud van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, met een minimum van 5.000 liter, zoals aangegeven in onderstaande tabel.

horizontale dakoppervlakte

minimale tankinhoud

Kleiner dan 80 m2

5.000 liter

Vanaf 80, maar kleiner dan 120 m2

7.500 liter

Vanaf 120, maar kleiner dan 200 m2

10.000 liter

Vanaf 200 m²

100 liter /m² horizontale dakoppervlakte tenzij uit de aanvraag blijkt dat de gebruiksmogelijkheden niet in verhouding zijn tot het vastgelegde volume.

  1. De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een subsidie bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte wordt slechts toegekend mits grondige motivering.
  2. Het hergebruik van het in de hemelwaterput opgevangen water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met minimaal drie aftappunten, waaronder een aansluiting van 1 WC-spoelbak of wasmachine. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.
  3. Er mag geen directe verbinding bestaan of gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater.
  4. De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein, een drainagegracht, wadi of tuinvijvertje.
  5. Indien technisch niet mogelijk mag de overloop ook afgeleid worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater.
    Wanneer een gescheiden rioolstelsel aanwezig is, mag de overloop aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater.
    Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden.

Hoofdstuk 4 – Specifieke voorwaarden voor infiltratievoorzieningen

Artikel 6

Infiltratievoorzieningen moeten voldoen aan de volgende eisen:

 Het buffervolume moet in verhouding staan tot het gerealiseerd infiltratiedebiet.

 Het buffervolume van de infiltratievoorziening moet minimaal 500 liter per begonnen 20 m² aangesloten verharde oppervlakte (grondoppervlakte en dakoppervlakte) bedragen. Wanneer waterdoorlatende klinkers worden gebruikt, kan de helft van de aangesloten verharde oppervlakte in rekening worden gebracht om het buffervolume te bepalen.

 De oppervlakte van de infiltratievoorziening moet minimaal 4 m² per begonnen 100 m² aangesloten verharde oppervlakte bedragen.

 Op de infiltratievoorziening wordt minstens 50 m2 dakoppervlak of verharding aangesloten.

Hoofdstuk 5 – Specifieke voorwaarden voor groendaken

Artikel 7

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet het groendak aangelegd zijn ten behoeve van een woning waarvan de benutte oppervlakte hoofdzakelijk dient voor privégebruik.

Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via medeondertekening van de aanvraag, zijn akkoord.

Hoofdstuk 6 - Subsidie

Artikel 8 Subsidiebedrag hemelwaterinstallatie

De subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bedraagt 0,10 euro per liter waterinhoud met een minimum van 500,00 euro en een maximum van 1.000,00 euro en beperkt tot de waterinhoud zoals voorzien in artikel 5.

Artikel 9 Subsidiebedrag infiltratievoorziening

De subsidie voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt 2,00 euro per m² aangesloten verharde oppervlakte met een maximum van 400,00 euro.

Artikel 10 Subsidiebedrag groendak

De subsidie voor de aanleg van een groendak bedraagt maximaal 15,00 euro per vierkante meter gerealiseerd groendak met een maximum van 1.800,00 euro.

Artikel 11 Beperking subsidiebedrag

De premie is steeds beperkt tot 80 % van de bewezen kosten en 1.800,00 euro.

Artikel 12 Cumulatie subsidies

De premie van het lokaal bestuur is cumuleerbaar met andere premies en subsidies van andere overheden.

De premie is cumuleerbaar met andere gemeentelijke premies, maar bij cumulatie met andere premies inzake waterbeheer geldt eveneens het cumulatieve plafond van 80 % van de bewezen kosten en 1.800 euro.

Artikel 13 Indexering

Het subsidiebedrag wordt gekoppeld aan de evolutie van de consumptieprijsindex en stemt overeen met de index van mei 2024. Ze wordt jaarlijks op 1 juni aangepast aan het indexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat.

Formule: (huidig bedrag) x consumptieprijsindexcijfer van de maand mei die aan de aanpassing voorafgaat / consumptieprijsindexcijfer van mei 2024. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.

Hoofdstuk 7 – Procedure en betaling

Artikel 14

§1 De subsidieaanvraag voor een hemelwaterput en/of infiltratievoorziening wordt ingediend uiterlijk 1 jaar na het plaatsen van de hemelwaterput of de infiltratievoorziening. De aanvraag gebeurt rechtstreeks bij het college van burgemeester en schepenen. De factuurdatum geldt als bewijs.

§2 Bij een subsidieaanvraag voor een groendak kan voorafgaand aan de plaatsing een aanvraag ingediend worden.  De dienst leefmilieu onderzoekt deze aanvraag en adviseert het college van burgemeester en schepenen dat een principiële beslissing neemt met betrekking tot het in overeenstemming zijn van de voorgestelde werken met het subsidiereglement.

Artikel 15

De aanvrager kan met vragen over de aanleg terecht bij de dienst leefmilieu.

Artikel 16

§1 Het lokaal bestuur stelt een subsidieaanvraagformulier ter beschikking en kan bijkomende bewijsstukken opvragen.

§2 Voor de aanvraag van een groendak worden volgende elementen vermeld:

 naam, rijksregisternummer of ondernemingsnummer, adres en rekeningnummer van de
 aanvrager,

 adres van de woning of het gebouw waar het extensief groendak wordt geplaatst,

 het aantal m² extensief groendak en een aanduiding op plan van de plaats op het dak,

 een gedetailleerde beschrijving van de concrete zaken waarvoor men een premie vraagt, waaronder een beschrijving van de verschillende elementen die tot de installatie of voorziening behoren en een schets van de installatie of voorziening,

 een verklaring op eer dat de aanvraag correct is ingevuld,

 een toelating tot controle van de aanleg van het groendak en van de goede staat van het dak gedurende de periode zoals bepaald in dit reglement,

 minstens 1 foto van de uitgevoerde werken.

Artikel 17

De gedane kosten worden bewezen door middel van aankoopfacturen.

Artikel 18

Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie zal een gemachtigde ambtenaar of de door het lokaal bestuur gemachtigde instantie zich er van vergewissen dat aan de voorwaarden van het subsidiereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de subsidie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 19

Het ingediende project komt niet in aanmerking voor een premie wanneer blijkt dat:

 de voorwaarden van dit reglement niet nageleefd zijn,

 onwettige of frauduleuze praktijken gebeurd zijn,

 de verklaringen in de aanvraag manifest onjuist zijn,

 de installatie niet beantwoordt aan de geest van dit reglement.

Ernstige inbreuken op deze voorwaarden kunnen zelfs aanleiding geven tot terugvordering van de premie of een deel ervan.

Artikel 20

De uitbetaling van de subsidie wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen op advies van de gemachtigde ambtenaar of de door het lokaal bestuur gemachtigde instantie en op basis van de voorgelegde documenten.

Artikel 21

Het lokaal bestuur brengt de aanvrager van de beslissing op de hoogte binnen de maand na de datum van het voorleggen van de bewijsstukken. Deze termijn begint pas te lopen vanaf wanneer alle gevraagde bewijzen geleverd zijn.

Eventuele laattijdige beslissingen geven evenwel geen recht op schadevergoeding.

Artikel 22

Het lokaal bestuur is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die er uit kan voortvloeien.

Hoofdstuk 8 - Opheffingsbepalingen en inwerkingtreding

Artikel 23

Het gemeentelijk subsidiereglement van 8 december 2008 voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen evenals alle voorgaande, worden bij inwerkingtreding van dit reglement opgeheven.

Artikel 24

Dit subsidiereglement treedt in werking op 1 juli 2024.

De subsidieaanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding worden afgewerkt overeenkomstig het subsidiereglement van 8 december 2008.

Artikel 25

Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement.

Artikel 26

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

STEMMING OVER HET AMENDEMENT

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

STEMMING OVER HET BESLUIT

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Aanpassing retributiereglement compostvaten en compostbakken

MOTIVERING

Feiten en context

Het lokaal bestuur ondersteunt initiatieven gericht op afvalpreventie, waaronder thuiscompostering en het principe van kringlooptuinieren. Dit gebeurt onder andere door de inzet van compostmeesters en sedert 2000 door het aanbieden van compostvaten en compostbakken aan sterk verminderde prijs.

Het subsidiereglement dateert van 24 augustus 2000 en werd laatst gewijzigd op 29 januari 2004.
Compostvaten met beluchtingsstok worden aangeboden aan € 8,00, compostbakken aan €20,00 (4 compostbakelementen aan elk €5,00).

Compostvaten en compostbakken worden in grotere hoeveelheid aangekocht door intercommunales. De aankoop wordt gesubsidieerd door de Openbare Vlaamse AfvalstoffenMaatschappij (OVAM). Bij aankoop van grotere hoeveelheden bedraagt de aankoopprijs momenteel ongeveer €28,40 voor een compostbak, €51,48 voor een compostbak basis en €47,38 voor een compostbak aanbouw (prijzen btw incl.).
Er werd voorgesteld om de prijszetting van een compostvat en een compostbak aan te passen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikelen 40 en 41.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (materialendecreet)

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema)

De gemeenteraadsbeslissing van 29 januari 2004 houdende goedkeuring van het subsidiereglement compostvaten en compostbakken.

Advies/argumentatie

Tot op heden werd de ondersteuning geformuleerd als een subsidiereglement, maar het past meer om te spreken van een retributiereglement.

De aankoopprijs van compostbakken basis verschillen beperkt van de aanbouwmodule, zodat voorgesteld wordt om beide aan eenzelfde prijs aan te rekenen.

Binnen het werkingsgebied van Incovo worden compostvaten en -bakken aan een verschillende prijs aangeboden:

 

compostvat

compostbak basis

compostbak aanbouw

Londerzeel

10 €

25 €

15 €

Machelen

10 €

20 €

20 €

Zemst

10 €

40 € (2 x 20 €)

40 € (2 x 20 €)

Vilvoorde

niet

niet

niet

De milieuadviesraad adviseerde op 23 april 2024 de aanpassing van het subsidiereglement voor de aankoop van compostbakken en compostvaten gunstig: halvering van de aankoopprijs, met name tot €15,00 voor een compostvat en €25,00 voor een compostbak met als bijkomende voorwaarden niet toestaan dat deze verplaatst worden naar buiten de gemeente en geen thuislevering meer.

Het subsidiëren van de verkoop van compostvaten en compostbakken is tot op heden zeer succesvol: het betreft jaarlijks tussen 20 en 35 compostvaten en tussen 20 en 50 compostbakken. Enkel in 2023 werden minder compostvaten en -bakken besteld. In totaal werden al ongeveer 1500 compostbakken en 2000 compostvaten verkocht.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2024. De wijziging heeft een zeer beperkte impact op het meerjarenplan.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

03000/60400000

aankoop compostvaten en -bakken en vuilniszakken met het oog op doorverkoop

€11.331,10

BESLUIT

Onderstaand retributiereglement compostvaten en compostbakken vast te stellen:

Artikel 1

Onder de voorwaarden van onderhavig reglement wordt door het lokaal bestuur een retributie aangerekend voor de aanschaf van compostvaten en compostbakken, aangeboden door het lokaal bestuur.

Artikel 2

Doel is om thuiscompostering te stimuleren. 

Artikel 3

Het lokaal bestuur biedt volgende materialen aan:

Compostvat met beluchtingsstok
Compostbak – basis
Compostbak – aanbouw.

Deze materialen kunnen aangekocht worden door alle natuurlijke personen (eigenaars, huurders en gebruikers), scholen en verenigingen in Meise.

Artikel 4

De inwoners die een compostbak, aanbouwmodule en/of compostvat met beluchtingsstok op basis van dit reglement aankopen, verbinden er zich toe dit niet door te verkopen, te ruilen of af te staan aan derden, woonachtig buiten Meise.

Artikel 5

Er wordt voor de aanschaf een retributie gevestigd:

Compostvat met beluchtingsstok: 15 euro
Compostbak – basis: 25 euro
Compostbak – aanbouw: 25 euro.

Artikel 6

Compostvaten en compostbakken kunnen besteld worden via het onlineformulier op de website www.meise.be. De afhaling gebeurt volgens de modaliteiten vermeld op de website.

De betaling gebeurt bij ophaling via bancontact.

Artikel 7

Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.

Artikel 8

Het subsidiereglement compostvaten en compostbakken van 29 januari 2004 wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van dit reglement.

Artikel 9

Dit retributiereglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 17 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 4 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck, Veerle De Cuyper en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Kennisname goedkeuring klimaatactieplan

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Kennisname akkoord tussen de Vlaamse regering en Haviland voor de aankoop van de open ruimte en de opstart van het GRUP 'Westrode Morgen'

MOTIVERING

Feiten en context

In de gewestplannen werd in de nabijheid van Westrode langsheen de A12 een gebied van ongeveer 45ha industriegebied vastgelegd en ongeveer 35ha reservegebied voor industriële uitbreiding aangeduid.

De Intercommunale Haviland is sedert begin jaren ‘80 gestart met het verwerven van de gronden binnen deze zone. Ze wou daarmee bijdragen aan de socio-economische ontwikkelingvanderegio.Ondertussenisde intercommunale eigenaar geworden van de volledige oppervlakte van de op het gewestplan aangeduide bedrijvenzone.

Verschillende voorstellen voor de ontwikkeling van de bedrijvenzone werden voorgelegd maar geen van de voorstellen werdooitgerealiseerd.Deontwikkeling vandebedrijvenzonewasdaarnaastook onderwerp van felle discussies op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau met vele voorstanders, maar ook felle tegenstanders.

In 2021 besliste de Intercommunale Haviland omhetgeweervanschoudertewisselen en op zoek te gaan naar een invulling die zowelmaatschappelijk,ruimtelijkmaar ook economisch haalbaar was. Daarvoor werd een intensief onderzoeks- en participatietraject opgesteld onder denoemer “Westrode Morgen”.

Dit onderzoek mondde uit in een compromis waarbij voorgesteld werd een groot deel van de als industriegebied en uitbreidingszone voor industrie bestemde zone om te vormen naar een open ruimtebestemming (natuur, landbouw en groen). In deze zone wordt ook een breed bermenlandschap aangelegd dat zorgt voor een akoestische buffer van de A12 ten opzichte van de kern van Westrode.

In het voorstel wordt het noordelijkgedeelte van de zone bestemd als KMO-zone voor lokale en/of duurzame bedrijven. Deze bedrijvenzone wordt door een brede buffer, die ook dienstdoend voor de opvang van hemelwater, gescheiden van de aanwezige bebouwing langsheen de Patatestraat.

De bedrijvenzone wordt voor het gemotoriseerde verkeer rechtstreeks ontsloten door een parallelweg aan de A12tot aan het nieuw aan te leggen op- en afrittencomplex Londerzeel Zuid. Langsheen deze ontsluitingsweg wordt ook ruimte voorzien voor een non-stopfietsroute tussen Wolvertem en Willebroek (de F28).

Ditvoorstelwerdvervolgensvoorgelegd aandeVlaamseRegering.Hetisimmers de Vlaamse Regering die de bestemming van het terrein met de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan intussen wijzigde.

Juridische gronden

De beslissing van de Vlaamse Regering 22 maart 2024, opgemaakt en ondertekend door Minister Ben Weyts, minister Zuhal Demir en Minister Lydia Peeters, waarbij akkoord werd gegaan om de open ruimte van ongeveer 57,2 ha aan te kopen door de VLM voor een bedrag van 6,5 miljoen euro.

Er wordt een engagement genomen voor de opmaak van het GRUP en de ontsluitingsweg tot aan de projectgrond ten laste te nemen van AWV.

De raad van bestuur van Haviland besliste in haar vergadering van 29 april 2024 akkoord te gaan met de verkoop van de open ruimte, gelegen te Meise Westrode aan de vooropgestelde 6,5 miljoen euro aan de VLM met de voorwaarde dat het totaal bedrag aan Haviland overgemaakt wordt in het jaar 2024;

Motivatie:

  1. Goedkeuring aan de krachtlijnen van de Vlaamse Regering van 22/3 inzake herbestemming (incl. oppervlakte), engagement opmaak GRUP, zienswijze naar kosten en opbrengsten ophoging ten voordele van Haviland, totale ontsluitingsweg tot aan de projectgrond Meise Westrode ten laste van AWV, ontwikkeling KMO zone en onderzoek naar bedrijvigheid, voor zover en onder de voorwaarden dat:

a. Het Departement Omgevingeen duidelijk tijdskader bezorgt aan Haviland voor de opstart t.e.m. de afronding van het GRUP (opstart in 2024).

b. Het Agentschap Wegen en Verkeer zich engageert op zijn kosten tot de aanleg van een ontsluiting tot aan de projectgrond van Meise Westrode en een duidelijk tijdskader bezorgt voor een snelle opstart der werken.(opstart 2024).

  1. De engagementen, vervat in de nota van de Vlaamse Regering van 22 maart, zijn van toepassing voor de volgende legislaturen.

Dit alles wordt juridisch vastgelegd tussen de Vlaamse Regering en Haviland.

De beslissing van de Vlaamse Regering 24 mei 2024, opgemaakt en ondertekend door Minister  Zuhal Demir, waarbij akkoord werd gegaan met de opstart van het geïntegreerd planningsproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Westrode Morgen en houdende de goedkeuring van de startnota. Met deze startnota start de Vlaamse overheid met de opmaak van het GRUP voor de juridische en ruimtelijke verankering van de ontwikkelingsvisie zoals bepaald in het masterplan voor de site.

Advies/ argumentatie

Na goedkeuring van de startnota volgt de publieke raadpleging.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Enig artikel

De gemeenteraad neemt kennis van het akkoord tussen de Vlaamse regering en Haviland voor de aankoop van de open ruimte en de opstart van het GRUP 'Westrode Morgen'. Na goedkeuring van de startnota volgt de publieke raadpleging. De publieke raadpleging in organisatie van het departement omgeving loopt van 6 augustus 2024 tot 4 oktober 2024.

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Vaststelling van het (retributie)reglement op uitvoering gemeentelijke conformiteitsonderzoeken

MOTIVERING

Feiten en context

Een conformiteitsattest geeft aan dat een woning of kamer, die verhuurd wordt of te huur gesteld wordt als hoofdverblijfplaats, voldoet aan de veiligheids-, gezondheids- en kwaliteitsnormen, vastgesteld in de Vlaamse Codex Wonen.

Om na te gaan of een woning conform, veilig en gezond is, voert een woningcontroleur van de gemeente of van Wonen in Vlaanderen een conformiteitsonderzoek uit. Hij controleert de woning aan de hand van een technisch verslag.

De woning krijgt een conformiteitsattest als ze niet ongeschikt of onbewoonbaar is en voldoende rookmelders heeft. Het conformiteitsattest vermeldt ook het maximum aantal toegelaten bewoners.

Iedereen die eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of (onder)verhuurder van een woning is, kan op vrijwillige basis een conformiteitsattest aanvragen voor: een woning die hij verhuurt, te huur stelt of ter beschikking stelt of voor de huisvesting van één of meer studenten.

Iedereen kan ook een conformiteitsattest aanvragen om een besluit ongeschikt- en onbewoonbaarheid op te heffen.

Conformiteitsattesten zijn in principe 10 jaar geldig, ook als de woning ondertussen van eigenaar verandert (tenzij de gemeente een kortere geldigheidsduur heeft bepaald). De gemeenteraad heeft in zitting van 14 december 2020 bepaald dat een conformiteitsattest een geldigheidsduur heeft van 10 jaar indien het conformiteitsattest maximaal 3 gebreken van categorie I vermeldt en een geldigheidsduur van 5 jaar indien het minimaal 4 en maximaal 6 gebreken van categorie I vermeldt.  Het conformiteitsattest vervalt sowieso als aan de woning grondige renovatiewerken worden gedaan of de woning ongeschikt of onbewoonbaar wordt verklaard of de wooninspectie een proces-verbaal voor de woning opmaakt.

Ingevolge het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 werd tot heden een retributie geheven op de afgifte van een conformiteitsattest of bij de weigering van afgifte van een conformiteitsattest.

Vanaf 1 juni 2024 is het niet meer mogelijk om een vergoeding te vragen voor de aanvraag tot afgifte van een conformiteitsattest  maar kan een vergoeding worden gevraagd voor de uitvoering van een gemeentelijk conformiteitsonderzoek, op verzoek, dat verloopt volgens de procedure vermeld in artikel 3.3 van de Vlaamse Codex Wonen. De gemeente dient daarom haar gemeentelijk reglement dat de vergoeding voor het gemeentelijk conformiteitsattest regelt, aan te passen aan de nieuwe regelgeving.

Juridische gronden

Artikel 173 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Vlaamse Codex Wonen 2021, in het bijzonder boek 3.

Besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2023 tot wijziging van diverse besluiten betreffende het woonbeleid.

Afsprakenkader van 3 september 2020 over het onderzoeken van woningen die te huur worden aangeboden aan het SVK met het oog op nieuwe inhuurname.

Besluit van de gemeenteraad van 17 juni 2019 houdende het bestendigen van de deelname van de gemeente Meise in de Interlokale Vereniging “Woonwinkel KLM”.

Besluit van de gemeenteraad van 10 juni 2014 houdende retributie op het afleveren van een conformiteitsattest.

Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 houdende vaststelling van het reglement beperking geldigheidsduur conformiteitsattest.

Advies/argumentatie

 

2020

2021

2022

2023

Aantal afgeleverde CA’s

2

8

9

6

Aantal vooronderzoeken op vraag eigenaar/verhuurder

0

1

3

1

Aantal hercontroles

12

16

9

5

Aantal controles woningen woonmaatschappij (WM)

1

1

0

1

Aantal besluiten bij WM

0

1

0

1

Conclusie cijfergegevens: Het aantal aanvragen conformiteitsonderzoek op vraag van de eigenaar-verhuurder ligt  laag maar dat is veelal bij gemeenten waar er geen verplichting voor het beschikken over een conformiteitsattest is ingesteld.

Volgens Provincie in cijfers waren in 2023 in totaal 2426 huurders, dit komt neer op 29,6% van de huishoudens.

De vergoeding wordt gevraagd per onderzochte woning en dus per opgemaakt technisch verslag. Voor een kamerwoning is dit een vergoeding per kamer.

Artikel 3.3/1 van de Vlaamse Codex Wonen bepaalt het volgende: "De gemeente kan bij verordening de gevallen bepalen waarin ze een vergoeding vraagt voor de uitvoering, op verzoek, van een conformiteitsonderzoek dat verloopt volgens de procedure, vermeld in artikel 3.3.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, kan alleen gevraagd worden aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, vermeld in artikel 3.7, §1.
De volgende gevallen zijn altijd een verzoek als vermeld in het eerste lid:
1° een melding van herstel als vermeld in artikel 3.10, derde lid;
2° het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid;
3° een melding van herstel van eerder vastgestelde gebreken in de loop van een procedure om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, met toepassing van artikel 3.12.
Om de volgende conformiteitsonderzoeken uit te voeren kan de gemeente geen vergoeding vragen:
1° het conformiteitsonderzoek na een melding als vermeld in artikel 3.10, eerste lid;
2° het conformiteitsonderzoek na een verzoek om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren met toepassing van artikel 3.13."

Door decretaal te bepalen dat de gemeente geen vergoeding mag vragen voor het eerste conformiteitsonderzoek in het kader van een waarschuwingsprocedure of een procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring wordt ervoor gezorgd dat er voor bewoners geen financiële drempels worden ingebouwd om woningkwaliteitsproblemen te signaleren en aan de houders van het zakelijk recht geen onredelijke vergoedingen worden gevraagd.

Er kan wel vanaf 1 juni 2024 een vergoeding gevraagd worden voor:

·  het uitvoeren van een hercontrole binnen de waarschuwingsprocedure.

· het uitvoeren van een onderzoek op vraag van de houder van het zakelijk recht of onderverhuurder.

·  het uitvoeren van een hercontrole binnen de procedure ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring.

De Vlaamse regering heeft in haar besluit van 8 december 2023 het maximale bedrag dat de gemeente mag aanrekenen voor het uitvoeren van conformiteitsonderzoeken opgetrokken tot de werkelijke kostprijs, met een maximum van 200 euro. Dit bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden en voor de eerste maal op 1 januari 2025.

De werkelijke kostprijs van het gemeentelijk conformiteitsonderzoek bedraagt meer dan het voorziene maximum van 200€ aangezien er altijd een volwaardig onderzoek gebeurt alvorens een conformiteitsattest kan afgeleverd worden. De hercontrole mag zich dus niet beperken tot het nakijken van de eerder vastgestelde gebreken. De personeelskost die verbonden is aan het uitvoeren (en verwerken) van het conformiteitsonderzoek omvat een gemiddelde tijdsduur van 6 uur per controle van de melding/aanvraag, de verplaatsing, de controle zelf tot het afleveren van het technisch verslag.

De woonmaatschappij heeft de vraag gesteld om voor hen geen retributies aan te rekenen omdat ze niet de financiële middelen hebben voor al hun woningen een conformiteitsonderzoek te bekostigen. Het feit dat er een vrijstelling voor de woonmaatschappij wordt ingevoerd in het reglement, impliceert geenszins dat het Lokaal Bestuur niet aandringt op het zorgen voor kwaliteitsvolle woningen door de woonmaatschappij. 

 Financiële gevolgen

Voor de afgifte van een conformiteitsattest van een zelfstandige woning wordt momenteel 62,5 Euro aangerekend, voor een kamerwoning bedraagt dit 12,5 Euro per kamer met een minimum van 62,5 Euro en een maximum van 1.250 Euro.

Volgens artikel 6 van het Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 2023 kan de vergoeding, vermeld in artikel 3.3/1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, maximaal 200 euro per onderzochte woning bedragen en dient deze vergoeding in ieder geval beperkt te worden tot de werkelijke kosten. Dat bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast en voor de eerste maal op 1 januari 2025 volgens de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex van november 2023 (basisjaar 2013).

Er wordt voorgesteld om het actueel aangerekende bedrag voor afgifte van een conformiteitsattest in de toekomst aan te rekenen voor het uitvoeren van het conformiteitsonderzoek. Een vrijstelling van retributie voor de woonmaatschappij wordt positief geadviseerd.

Het budget voor de retributie voor afgifte conformiteitsattesten is reeds voorzien en wordt dan ook vervangen door het budget voor huidige retributie.

BESLUIT

Artikel I:

Het besluit van de gemeenteraad van 10 juni 2014 houdende retributie op het afleveren van een conformiteitsattest en het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 houdende vaststelling van het reglement beperking geldigheidsduur conformiteitsattest worden opgeheven en vervangen door onderstaand reglement:

(RETRIBUTIE)REGLEMENT OP UITVOERING GEMEENTELIJK CONFORMITEITSONDERZOEK

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

 In dit reglement wordt verstaan onder:

1° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven, een afgifte tegen ontvangstbewijs en elke andere betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

2° conformiteitsattest: het attest bedoeld in artikel 3.6 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

3° hercontrole: controle uitgevoerd indien na vooronderzoek blijkt dat de woning niet conform is.

4° entiteit: een deel van een gebouw met volgende eigenschappen: een woonfunctie of niet-woonfunctie (bv. economische functie); valt al dan niet samen met het pand; is zelfstandig of niet zelfstandig.

5° houder van het zakelijk recht: de persoon/ de personen/rechtspersoon met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning;

6° technisch verslag: het verslag dat een woningcontroleur in het kader van een conformiteitsonderzoek opstelt aan de hand van de modellen, zoals bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, 132° Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

7° woningcontroleur: de persoon door de gemeente gemachtigd tot het uitvoeren van woningcontroles op het grondgebied van de gemeente en opmaak van technische verslagen in het kader van woningkwaliteit.

Artikel 2: Toepassingsgebied

Een aanvraag voor een conformiteitsonderzoek en/of aflevering van een conformiteitsattest en /of aanvraag tot opheffing van een besluit tot ongeschiktheid/onbewoonbaarheid wordt per beveiligde zending ingediend bij de burgemeester. 

Alvorens een conformiteitsattest afgeleverd kan worden, wordt een conformiteitsonderzoek door een woningcontroleur in de woning uitgevoerd. Hiervoor gebruikt de woningcontroleur het technisch verslag. Dit technisch verslag werkt met gebreken van 3 categorieën. Een gebrek wordt in een bepaalde categorie ondergebracht afhankelijk van de aard van het gebrek:

- Categorie I: Zijn kleine gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden of die potentieel kunnen uitgroeien tot ernstige gebreken.

- Categorie II: Zijn ernstige gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden maar die geen direct gevaar vormen voor hun veiligheid of gezondheid, waardoor de woning niet in aanmerking zou komen voor bewoning.

- Categorie III: Zijn ernstige gebreken die mensonwaardige levensomstandigheden veroorzaken of die een direct gevaar vormen voor de veiligheid of de gezondheid van de bewoners, waardoor de woning niet in aanmerking komt voor bewoning.

Een woning kan pas een conformiteitsattest krijgen als ze minder dan 7 gebreken van categorie I heeft en geen enkel gebrek van categorie II of III.

 Artikel 3: Geldigheidsduur van conformiteitsattest

Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van 10 jaar indien het conformiteitsattest maximaal 3 gebreken van categorie I vermeldt.

Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van 5 jaar indien het conformiteitsattest minimaal 4 en maximaal 6 gebreken van categorie I vermeldt.

De geldigheidsduur van conformiteitsattesten die zijn uitgereikt voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijft ongewijzigd.

Artikel 4: Retributie

Vanaf de inwerkingtreding van huidig reglement wordt een retributie aangerekend voor :

a)de uitvoering van een gemeentelijk conformiteitsonderzoek, op verzoek, dat verloopt volgens de procedure vermeld in artikel 3.3 van de Vlaamse Codex Wonen.

b) in kader van de procedure van het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen: vanaf het eerste onderzoek en bij elke eventuele hercontrole

c) in kader van een melding van herstel in de waarschuwingsprocedure als vermeld in  artikel 3.10, derde lid van de Vlaamse Codex Wonen: vanaf de eerste hercontrole.

d) in kader van een melding van herstel van eerder vastgestelde gebreken in de loop van een procedure om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, met toepassing van artikel 3.12 van de Vlaamse Codex Wonen: vanaf de eerste hercontrole.

Artikel 5 : Vergoedingsschuldige

De vergoeding is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die als houder van het zakelijk recht of onderverhuurder de woning, voorwerp van het conformiteitsonderzoek, verhuurt of te huur of ter beschikking stelt.

Artikel 6 : Vrijstelling van de retributie

a) De houder van het zakelijk recht is vrijgesteld van betaling van de vergoeding vermeld in artikel 4 wanneer het conformiteitsonderzoek plaatsvindt op basis van het afsprakenkader over het onderzoeken van woningen die te huur worden aangeboden aan de Woonmaatschappij met het oog op nieuwe inhuurname.

b) Een vrijstelling van betaling van de vergoeding vermeld in artikel 4 geldt voor conformiteitsonderzoeken aangevraagd door de Woonmaatschappij of voor woningen waarvan de Woonmaatschappij houder is van het zakelijk recht.

Artikel 7: Bedrag

De vergoeding wordt vastgesteld op 62,50 euro per entiteit per controle, zoals opgenomen in artikel 4 van dit reglement.

Het bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast en voor de eerste maal op 1 januari 2025 volgens de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex / gezondheidsindex van november 2023 ( basisjaar 2013), zoals vervat in artikel 3.4, laatste lid Besluit Vlaamse Codex Wonen.

Artikel 8: Inning

De retributie is verschuldigd vanaf het ogenblik van de aanvraag.  Er zal aan de houder van het zakelijk recht hiervoor een betalingsverzoek verzonden worden. Na ontvangst van betaling zal het gemeentelijk conformiteitsonderzoek worden uitgevoerd.

Bij niet-betaling wordt de vergoeding ingevorderd op basis van artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 9.  Bekendmaking en inwerkingtreding

Het besluit van de gemeenteraad van 10 juni 2014 houdende retributie op het afleveren van een conformiteitsattest en het besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 houdende vaststelling van het reglement beperking geldigheidsduur conformiteitsattest worden opgeheven en vervangen door huidig reglement:

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Dit reglement treedt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 288 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in werking op de vijfde dag na de bekendmaking.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Aankoopakten percelen Bloemenlaan - goedkeuring

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad ging op 21 januari 2014, in het kader van de intentie van de heraanleg van de Bloemenlaan en de ontdubbeling van de riolering, akkoord met de aankoop van een aantal delen van de voetweg 111 (Bloemenlaan) van 4 eigenaars.

De grondovernames betreffen de resterende private voetwegzate nr. 111, gekadastreerd Meise 2de afdeling Sectie F nr. 306r2/deel (lot 3), 306w2 (lot4), 306k2/deel (lot5) en 306g2/deel (lot 6)met respectievelijke oppervlakten van lot 3: 59ca, lot 4: 36ca, lot 5: 35ca en lot 6: 36ca.

Er werd destijds slechts één van de akten opgemaakt, namelijk voor lot 6. In 2023 werd door één van de andere eigenaars contact opgenomen met de vraag naar betaling van de vergoeding voor de grondafstand. De betaling dient uiteraard gekoppeld te worden aan het verlijden van de akte. Het is dan ook logisch dat dit ook gebeurt voor de andere eigenaars.

Met de beslissing van de gemeenteraad van 2014 werden, op grond van een schattingsverslag van de Ontvanger der Registratie, de verkoopsommen van 1770 euro, 1080 euro en 1050 euro goedgekeurd. Het College besliste in zitting van 8 mei 2023 om de grondwaarden te laten actualiseren door landmeterskantoor Topovision.

Het geactualiseerd schattingsverslag werd intussen ontvangen. De venale waarden werden bepaald op 1.400 euro voor perceel 306k2/deel, 1.440 euro voor perceel 306w2 en 2.360 euro voor perceel 306r2/deel. Het College stelde in zitting van 11 september 2023 notaris Sabine Van Buggenhout aan voor de opmaak van de akten. Intussen werd ook het nodige gedaan voor de aanvraag van de prekadnummers.

De aankoop gebeurt tot algemeen nut, met name om te worden ingelijfd in de openbare wegenis van de gemeente.

Juridische gronden

Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het College.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.

Advies/argumentatie

De opmaak van de akten voor overdracht van de gronden is een uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 21 januari 2014.

Financiële gevolgen

De notariskosten kunnen geboekt worden op budgetcode GE/61500000/01100. De budgetten voor de grondverwerving kunnen geboekt worden op  budgetsleutel GE/22000000/02000 ( momenteel beschikbaar budget: 10.988,74 euro).

BESLUIT

Artikel 1

De aankoopakten voor de percelen 306k2/deel, perceel 306w2 en perceel 306r2/deel aan de Bloemenlaan goed te keuren en derhalve over te gaan tot de aankoop van volgende stroken grond, gelegen Bloemenlaan, gekadastreerd Meise 2de afdeling Sectie F:

 *nr. 306r2/deel (lot 3), groot 59ca, van de echtgenoten Desiré Laenens-De Breucker, Mangelschotsstraat 14 – 1861 Meise voor de prijs van 2.360 euro.

*nr. 306w2 (lot 4), groot 36ca, van mevrouw Ann Van Malderen (naakte eigenaar), Pollareveld 43 – 1861 Meise en de echtgenoten Pierre Van Malderen-De Keersmaecker (vruchtgebruiker), Bloemenlaan 4 – 1861 Meise, voor de prijs van 1.440 euro.

*nr. 306k2/deel (lot 5), groot 35ca, van de echtgenoten Pierre Van Malderen-De Keersmaecker, Bloemenlaan 4 – 1861 Meise, voor de prijs van 1.400 euro.

Artikel 2

De goederen worden bestemd voor openbaar nut, namelijk om ingelijfd te worden in de openbare wegenis van de gemeente.

Artikel 3

De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd de notariële akten namens de gemeente te ondertekenen.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Wijziging aan het reglement verhuurtarieven Vrije Tijd

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad besliste op 28 februari 2022 een aantal gesubsidieerde werken te laten uitvoeren aan het pastoriepark achter het cultuurhuis in Meise.

Eén van de werken betrof de renovatie van het paviljoen. Het paviljoen staat sinds de renovatie leeg.

In de door de gemeenteraad goedgekeurde meerjarenplanning werden als prioritaire acties opgenomen: actieplan 1-1: "We stimuleren ontmoetingen tussen mensen op straat", actieplan 1-2: "Onze dorpscentra zijn aangename plekken om te leven, wonen, werken en winkelen"

Het paviljoentje zou kunnen bijdragen aan de realisatie van de bruisende dorpskern in Meise. Daarom is het aangewezen om het gebruik van dit paviljoentje door particulieren mogelijk te maken.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Huishoudelijk reglement verhuur infrastructuur lokaal bestuur Meise vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 19 februari 2024.

Reglement verhuurtarieven Vrije Tijd vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 17 april 2023.

Advies/argumentatie

Door het paviljoentje als verhuurlocatie op te nemen in het reglement verhuurtarieven Vrije Tijd kunnen burgers ervan gebruik maken. Het huishoudelijk reglement verhuur infrastructuur lokaal bestuur Meise, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 19 februari 2024, is dan ook toepasselijk bij de verhuur van dit gebouwtje.

Er wordt een verhuurprijs van 15 euro per dag en een maandtarief van 200 euro, waarin alle kosten zijn begrepen, voorgesteld. De verhuurprijs wordt bewust zeer laag gehouden omwille van de kleine ruimte die er in het Paviljoentje is en omdat iedere vraag tot gebruik zal bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen die werden opgenomen in de gemeentelijke meerjarenplanning.

Financiële gevolgen

De opbrengsten zullen geboekt worden op AR  70510000 - Opbrengsten uit verhuur zalen en lokalen.

BESLUIT

Artikel 1

Aan het reglement verhuurtarieven Vrije Tijd, vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 17 april 2023, wordt de locatie van het Paviljoen in het park aan het Cultuurhuis toegevoegd tegen een dagprijs van 15 euro en een maandprijs van 200 euro.

Artikel 2

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur.
Het wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid conform artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

Het reglement treedt in voege op 1 juli 2024.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Engagementsverklaring rioolaansluiting Meusegemstraat

MOTIVERING

Feiten en context

In de Meusegemstraat werd reeds gescheiden riolering aangelegd. Echter werd deze riolering aangesloten op de Meusegembeek. Om de gescheiden riolering aan te sluiten op de Aquafincollector in de Veilinglaan, dient een pompstation met persleiding te worden aangelegd. Dit project is noodzakelijk om de reductiedoelen tegen 2027 te halen. Initieel was dit project een gemeentelijk dossier maar ondertussen werd dit als bovengemeentelijk project door de VMM opgedragen aan Aquafin.

Enkel de herstelling van een beschadiging aan de riolering ter hoogte van de aansluiting van de bestaande regenwaterafvoer op de Meusegembeek zal ten laste van de gemeente moeten worden uitgevoerd. De raming hiervoor bedraagt 5.000,00 euro excl. btw.

De aanleg van gescheiden riolering in de korte zijstraatjes zullen worden opgenomen en aangevraagd in een afzonderlijk GIP-dossier.

Om een duidelijke doelstelling per partij af te bakenen, heeft Aquafin een engagementsverklaring met geïntegreerd projectplan opgemaakt. Door zich akkoord te verklaren met deze engagementsverklaring, bevestigt elke partij om tijdig de nodige acties te ondernemen en de nodige budgetten te voorzien.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De beslissing van de gemeenteraad van 17 oktober 2022 houdende goedkeuring riopact - overeenkomst met de Watergroep.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de uitvoerende diensten om de herstelling van de inbuizing te laten uitvoeren samen met het bovenlokaal project aansluiting Meusegemstraat door Aquafin.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2024 en volgende jaren.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

22700000/03100

3-1-5

€892.612,67

BESLUIT

Artikel 1

De engagementsverklaring met geïntegreerd projectplan voor de aansluiting Meusegemstraat wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De gemeente Meise zal de herstelling van de inbuizing laten uitvoeren samen met het bovenlokaal project van Aquafin.

Artikel 3

De voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur worden verzocht om deze engagementsverklaring te ondertekenen.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Leveren en plaatsen van overkapping met zeildoeken GBS Klim-Op - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen van overkapping met zeildoeken GBS Klim-Op” werd een bestek met nr. 2024308 opgesteld door de Uitvoerende Diensten.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 52.000,00 excl. btw of € 55.120,00 incl. 6% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Juridische gronden

 De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de schooldirectie en uitvoerende diensten om een overkapping te voorzien op de kleuterspeelplaats om meer schaduw te creëren.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2024 op budgetsleutel 24000000/08003.

Budgetsleutel

24000000/08003

Acties

/

Beschikbaar budget

€ 56.181,52

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2024308 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van overkapping met zeildoeken GBS Klim-Op”, opgesteld door de Uitvoerende Diensten, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 52.000,00 excl. btw of € 55.120,00 incl. 6% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2024 op budgetsleutel 24000000/08003.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Beslissing over de aanleg van een gemeenteweg in het verlengde van de Pater Pirelaan en de wijziging van voetweg nummer 49

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor het verkavelen ingediend namens STIJN DE BEER BV gevestigd in de Brugstraat 9 te 3370 Boutersem voor percelen gelegen langsheen de Pater Pirelaan zn 1860 Meise, kadastraal bekend onder (afd. 1) sectie F 470 H, (afd. 1) sectie F 470/m en (afd. 1) sectie F 470 h. De omgevingsaanvraag heeft als voorwerp het verkavelen van 2 loten voor ééngezinswoningbouw in halfopen bouworde met wegeniswerken en een bufferbekken.

Het projectgebied bevindt zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Pater Pirelaan te 1860 Meise.

Het voorziet de aansluiting van 2 percelen via een nieuwe infrastructuuraanleg. Om te voldoen aan de nieuwe hemelwaterverordening wordt ook een buffer- en infiltratiebekken aangelegd in de aan te leggen groenzone, om het regenwater van de verharde oppervlakken op te vangen. Daarnaast omvat de omgevingsvergunningsaanvraag de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nummer 49, die door het te vormen lot 1 loopt, zoals aangeduid op het rooilijnplan.

Onder de nieuw aan te leggen weg bevindt zich een Aquafin-leiding, waarvoor een erfdienstbaarheid is vastgesteld ten behoeve van Aquafin.

Het omgevingsvergunningsdecreet, in het bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:

Ҥ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt."

Het omgevingsbesluit, in het bijzonder artikel 47, bepaalt dat:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit stelt:

“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

       de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

       de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

       beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

       de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

       de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

De huidige beslissing heeft uitsluitend betrekking op de gevolgen van de aanleg van een nieuwe gemeenteweg en de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nummer 49, die het te vormen lot 1 van de verkaveling doorkruist zoals aangegeven op het bijgevoegde rooilijnplan.

Om de te ontwikkelen percelen te kunnen ontsluiten, is het noodzakelijk dat er nieuwe wegenis wordt aangelegd.

De aangepaste en nieuw aan te leggen weg, evenals de aan te leggen groenzone, zal na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan de gemeente om te worden opgenomen in het openbaar domein. De aanleg van deze infrastructuur is vastgelegd in een overeenkomst die is opgesteld door de uitvoerende dienst, welke eveneens ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.

Er werd een openbaar onderzoek omtrent de omgevingsvergunningsaanvraag gevoerd van 19 januari 2024 tot 17 februari 2024. Er werden 3 bezwaarschriften ingediend.

Juridische gronden

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de bepalingen van artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het gemeentewegendecreet stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening wordt gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Artikel 12 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat in afwijking van artikel 11 de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

Het perceel is momenteel een braakliggend terrein, gelegen in een woongebied aan het einde van de doodlopende Pater Pirelaan. Om de percelen binnen de verkaveling te ontsluiten, wordt de huidige Pater Pirelaan verder aangelegd en wordt er in het verlengde van de huidige straat op de te ontwikkelen percelen een nieuwe weg aangelegd van ongeveer 35 meter lengte. Deze weg heeft een beperkte breedte van 6 meter, zonder afzonderlijke voetpaden, en versmalt achteraan naar 5 meter. Voor bezoekers worden drie openbare parkeerplaatsen voorzien.

De toegankelijkheidsnormen voor de wegenis worden gerespecteerd. De inrichting en gebruikte materialen sluiten aan bij de kenmerken van een woonerf, met een gelijkgrondse aanleg en een variëteit aan materialen zoals grasbetontegels en asfaltbeton. Deze aanpak draagt bij aan de leefkwaliteit in de omgeving.

Volgens de Atlas der Buurtwegen bevinden er zich binnen de verkaveling twee voetwegen, namelijk nummers 112 en 49.


Voetweg nummer 112 vormde vroeger een verbinding tussen de Pater Pirelaan en de Jan van den Eyndelaan. Momenteel is het tracé van deze voetweg niet meer zichtbaar op het terrein.



 

Het gedeelte van de voetweg 112 dat zich binnen de nieuwe verkaveling bevindt, zal worden aangelegd in gras, binnen de aan te leggen groene zone die na aanleg zal worden overgedragen aan het openbaar domein. Door dit deel van de voetweg opnieuw aan te leggen, wordt de  toegankelijkheid van de voetweg verzekerd en blijft deze beschikbaar voor het publiek, wat een verdere openstelling van het resterende deel van de weg in de toekomst mogelijk maakt en zo bijdraagt aan de uitbreiding van het fijnmazige netwerk van trage wegen. Aldus wordt voldaan aan artikel 3 van het gemeentewegendecreet.

Voetweg 49, zoals aangegeven in de Atlas der Buurtwegen, is de tweede voetweg binnen de verkaveling en verbindt de Pater Pirelaan met de Krogstraat. In 1987 werd deze voetweg aan de Krogstraat reeds gedeeltelijk verlegd.

 



Ter hoogte van de verkaveling doorkruist de voetweg 49 het projectgebied. Aangezien de voetweg momenteel actief wordt gebruikt en een belangrijke verbindingsfunctie heeft, is het noodzakelijk om deze te bewaren door deze enerzijds op te nemen in de aanleg van de nieuwe wegenis en anderzijds gedeeltelijk te verplaatsen.



Het eerste deel van de voetweg 49 binnen het projectgebied zal geïntegreerd worden in de bedding van de nieuw aan te leggen wegenis. Om deze nieuwe wegenis te laten aansluiten op de Pater Pirelaan, zal een deeltje van het openbaar domein bijkomend dienen aangelegd te worden.  Het is de bedoeling dat de weg na aanleg kosteloos wordt overgedragen naar het openbaar domein. Voor de aanleg van het gedeelte op openbaar domein opgenomen in de verkavelingsaanvraag, kan een tijdelijk recht van opstal aan de verkavelaar verleend worden. Er zal daarvoor een waardeschatting moeten opgemaakt worden door een onafhankelijke landmeter.  De waarde van het tijdelijk recht van opstal zal, samen met de kosten van de opmaak van het schattingsverslag, moeten worden betaald door de aanvrager.

De nieuw aan te leggen weg betreft een beperkte verlenging van de doodlopende Pater Pirelaan. Omdat deze gelegen is binnen een woonerf, zijn voetpaden er niet noodzakelijk.

Binnen de naar het openbaar domein over te dragen zone worden drie parkeerplaatsen voorzien voor bezoekers.

Om te voldoen aan de nieuwe gewestelijke hemelwaterverordening 2023, wordt er een water- en bufferbekken voorzien in een aan te leggen groene zone; in het bekken zal het regenwater dat op de wegenis valt opgevangen worden.

Het tweede deel van de voetweg 49 in het projectgebied wordt verplaatst naar de rand van het toekomstige lot 1 van de verkaveling en zal worden aangelegd met waterdoorlatende materialen. Hij zal een breedte hebben van 1,65 meter, afgeboord met een boordsteen van 10 cm en een toplaag van een ternair mengsel.

Deze aanpassingen aan voetweg 49 zorgen ervoor dat de verbinding van deze trage weg binnen het fijnmazige netwerk behouden blijft en zelfs verbeterd wordt. De aanpassingen hebben geen impact op het gebruik van de voetweg, noch op de veiligheid van de weggebruiker. Het nieuwe tracé wordt beperkt extra belast met gemotoriseerd verkeer door bestemmingsverkeer.  De nieuw aan te leggen wegenis heeft geen verbindingsfunctie voor gemotoriseerd verkeer. De aanpassingen kaderen in het algemeen belang.

Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikelen 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentewegendecreet geeft de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. In casu wordt één gemeenteweg in het project gewijzigd en één aangelegd. De voorgestelde wijzigingen zijn gelegen op eigendom van de aanvrager; derhalve dienen er geen compenserende vergoedingen betaald te worden.

De omgevingsvergunningsaanvraag werd voorgelegd aan de gemeentelijke dienst mobiliteit. Deze formuleerde volgend advies:  "Het gemotoriseerd verkeer voortvloeiend uit de ontworpen verkaveling met 2 loten voor ééngezinswoningen ontsluit rechtstreeks in de Pater Pirelaan. Buslijnen 821, R50 en R60 van vervoersmaatschappij De Lijn kennen hun halte op 538 meter in vogelvlucht van het einde van de bestaande wegenis van het project. Het project komt niet tegemoet aan de wandelafstand tot een halte, die men gemakkelijk overbrugt en het gebruik tot het openbaar vervoer stimuleert. Men kan meer reizigers verwachten wanneer de wandelafstand naar een halte maximum 300 meter bedraagt. Echter kent geen enkele buslijn zijn halte in de woonwijk, die zuidwestelijk gelegen is, van de Nieuwelaan. Dit is een historisch gegroeid fenomeen. Anderzijds is de afstand tot het centrum wel uitnodigend voor het gebruik van de fiets of een wandeling. De situering sluit duurzame mobiliteit niet uit. De ratio aantal parkeerplaatsen versus woningen wordt voorzien op 1.5 per woonentiteit. De kwantiteit van de ontworpen parkings, is niet van die aard dat deze als mogelijke overlast valt te aanschouwen in de omgeving. De functie ‘wonen’ vormt de hoofdtoon binnen het project. De aanleg van de wegenis wordt voorzien volgens de voorschriften van een woonerf. De wegenisinfrastructuur voldoet aan de toegankelijkheidsnormen voor publiek domein overeenkomstig het vademecum van Inter Vlaanderen."

Tijdens het openbaar onderzoek werden drie bezwaren ingediend. De bezwaarschriften behandelen zowel de waterproblematiek, mobiliteitskwesties, milieu- als stedenbouwkundige aspecten. Enkel de bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op de wegenis (inclusief voetwegen) en de ontworpen wegenisinfrastructuur worden in deze beslissing beoordeeld. De bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op andere aspecten van het project worden door het college beoordeeld in de besluitvorming over de omgevingsvergunningsaanvraag. Hieronder volgt een chronologische opsomming van de ontvangen bezwaarschriften (tekst bezwaarschrift is in kleur aangeduid).

Bezwaarschift 1

1.A

Allereerst en meest fundamenteel stel ik me de vraag in welke mate er vanuit de regelgevende overheid in deze is nagedacht over de impact van deze aanvraag op eventueel toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden in de directe omgeving. Er is een enorm potentieel om op langere termijn een ganse zone van aanpalend binnengebied, inclusief achtergelegen tuingronden, te activeren om aan kwalitatieve verdichting te doen binnen het centrum van de gemeente. Dit zou getuigen van een moderne en toekomstgerichte aanpak van ruimtelijke ordening en stedenbouwkundig beleid. Op deze manier kan er op termijn een bijkomend (en noodzakelijk) aanbod aan woningen worden gecreëerd binnen de gemeente en wordt vermeden om onnodig buitengebieden (die om verschillende redenen minder geschikt zijn) aan te snijden (lees: efficiënt ruimtegebruik). Het ontwikkelen van een visie hierop lijkt me absoluut onontbeerlijk in het kader van goed ruimtelijk bestuur, zodat inconsistentie, willekeur en ongewenste vastgoedspeculatie geen kans krijgen. Dit zou ook de mogelijkheid geven om desgevallend bij het afleveren van een omgevingsvergunning eventuele passende voorwaarden op te leggen die de toekomstige ontwikkeling van binnengebied verder zouden faciliteren.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen direct aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning. Er dient opgemerkt te worden dat de aan te leggen nieuwe wegenis en de verplaatsing van de voetweg geen belemmering vormen of een voorafname inhouden op een eventuele latere ontwikkeling van het aanpalend binnengebied.

1.B

Anderzijds is het voor mij op basis van de aanvraag niet duidelijk op welke manier de link wordt gelegd met een procedure aangaande het geplande verleggen van de buurtweg welke over betreffende kavel loopt. De burger welke deze aanvraag tot omgevingsvergunning inkijkt, tast hieromtrent volledig in het duister. Deze documentatie dient mijn inziens te worden toegevoegd/toegelicht bij de aanvraag om een juiste beoordeling te kunnen maken in de overweging om al dan niet een bewaar in te dienen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Voor de verplaatsing van de gemeenteweg, dewelke het te ontwikkelen perceel kruist wordt toepassing gemaakt van artikel 12, §2 van het Decreet houdende de gemeentewegen. Dit artikel stelt dat in afwijking van artikel 11 van voormeld decreet " de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Bij de bekendmaking van de omgevingsvergunningsaanvraag werd uitdrukkelijk melding gemaakt van de wegeniswerken en werd bij de omschrijving van de aanvraag ondermeer opgenomen "verplaatsen van een voetweg nr 49" een "Aanleg wegenis (rijbaan, parkeerplaatsen, bufferbekken)". Op de plannen gevoegd bij de omgevingsaanvraag (dewelke ook tijdens het openbaar onderzoek konden geconsulteerd worden) werden de voetwegen 49 en voetwegen 112 vermeld, enerzijds met de huidige ligging en anderzijds met de gewenste gevraagde ligging. Burgers konden dan ook wel degelijk kennis nemen van de intenties met betrekking tot de voetwegen gelegen op de projectgrond. Het bezwaar wordt dan ook niet weerhouden.

Bezwaarschift 2

2. A

De voetweg wordt mijns inziens niet verplaatst, maar gewoon voor een groot deel afgeschaft. De voetweg start pas vanaf het in groen gekleurd nieuwe ligging op het rooiplan (zie tekening in bijlage in rood aangeduid) … +/- 40 meter wordt afgeschaft.  Er is geen voetpad voorzien, dus ook niet veilig voor de vele wandelaars en fietsers die hier passeren, en kinderen met hun fietske… De voetweg is niet geïntegreerd in de verlenging van de straat.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Het tracé van voetweg 49 wordt gedeeltelijk geïntegreerd in de nieuwe wegenis, waarbij afzonderlijke voet- en fietspaden overbodig zijn gezien de verkeersluwe aard van deze doodlopende straat. De nieuw aan te leggen wegenis is niet bestemd voor doorgaand gemotoriseerd verkeer. Voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer kunnen dan ook veilig samen gebruikmaken van de rijbaan. Het ontbreken van voetpaden binnen een woonerf draagt trouwens bij aan een veilige en leefbare omgeving waar verschillende weggebruikers zich vrij kunnen bewegen en onderling kunnen interacteren. Dit deel van de voetweg wordt niet afgeschaft maar geïntegreerd in de wegenis, die na aanleg, samen met het bufferbekken en de aan te leggen groenzone,  zal overgedragen worden naar het openbaar domein.

Het tweede deel van voetweg 49 wordt verplaatst naar de rand van de verkaveling. Deze wordt aangelegd met waterdoorlatende materialen en afgeboord met een boordsteen. Op deze manier wordt de trage verbinding tussen de Pater Pirelaan en de Krogstraat behouden en zelfs opgewaardeerd. Door deze aan de perceelsgrens te leggen, wordt de lengte van de voetweg verminderd maar is het wel duidelijk waar deze gelegen is.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

2.B

Parkeerplaatsen: 3 parkeerplaatsen: geen rekening gehouden met nieuwe grotere auto’s, de parkeerplaatsen die nu voorzien worden zijn net gepast, maar te klein voor nieuwe wagens. Ik verwijs naar het recente krantenartikel betreffende Gent waar melding wordt gemaakt dat de SUV’s op de witte lijnen staan en de parkeerplaatsen dus in principe te klein zijn. 

Zoals de parkeerplaatsen zijn voorzien, is er geen zicht vanuit de Pater Pirelaan of er al dan niet plaats is om daar te parkeren, resultaat: veel gedraai en gekeer -> hinder van steeds terugdraaiende auto’s, ’s avonds/’s nachts: lichten van de auto’s die steeds binnen schijnen in de huizen, geluid,…

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Het ontwerp van de parkeerplaatsen voldoet aan de geldende minimummaatvoering zoals vastgesteld in de toepasselijke richtlijnen en wetgeving. De voorziene afmetingen van de haakse parkeerplaatsen voldoen aan de normatieve eisen, wat betekent dat ze voldoende ruimte bieden voor veilig en efficiënt gebruik door voertuigen. De maatvoering is zorgvuldig afgestemd op het verwachte gebruik en biedt voldoende manoeuvreerruimte voor een breed scala aan voertuigen. De minimumafmetingen, vooropgesteld in de ontwerprichtlijnen, bedragen 2.5*5meter. Het ontwerp voorziet 2.5*5.50 meter.

De mogelijkse hinder van noodzaak om terug te moeten keren bij reeds ingenomen parkingplaatsen weegt niet op ten aanzien van het voordeel van 3 bijkomende publieke parkings.

Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

2.C

Bezoekers van de woningen-> NOX? Er werd niet gescreend op stikstof

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

2.D

Wat met nevenbestemming, en het verkeer: ik mis de screening betreffende de mobiliteit van bezoekers, bij de voorschriften staat dat complementair wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep en dienstverlening zijn toegelaten, mits aan volgende eisen voldaan is: woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie en de complementaire functie bestaat uit een totale max.vloeroppervlakte van max de helft van de gelijkvloerse oppervlakte van de woonfunctie… woning is 7,60 x 15 = 114 m² voor vrij beroep, diensten, kantoor enzovoort -> waar gaan die auto’s staan? Extra vervoersbewegingen impact verwaarloosbaar in dit geval? Niet volgens mij!

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen direct aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning. De ontworpen nieuwe wegenis volstaat alleszins om te voldoen aan de verwachtte verkeersbewegingen voor 2 wooneenheden met beperkte complementaire functie.

2.E

Ik mis een screening betreffende het overstromingsgevoelige gebied, de beek in de omgeving (Berenputbeek), volgens de bodemkaart betreft het hier een slecht doordringbare grond, snel dichtslibben, enzovoort Er wordt melding gemaakt dat wateroverlast naar de omringende omgeving ten allen tijde dient vermeden te worden, hoe gaat men dit doen? Volledigheid van het dossier mankeert.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

2.F

Verharding: waterdichtevlakken buiten de bouwzone zijn enkel voor de verharding van een terras toegelaten mits het afwatert naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is -> hypothetisch? Is niet gescreend, is dit wel uitvoerbaar? Wat als dit niet is? Wateroverlast naar de omringende omgeving dient ten allen tijde vermeden worden: Hoe dan?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

2.G

groene karakter van nu verdwijnt: in de nota van de architect staat: we gaan de bomen zoveel mogelijk behouden?  Hoe moeten we dit zien?  Vanaf 3 bomen wordt er ook op privéterrein gesproken over een bos… Kan er verwezen worden over welke bomen het juist gaat?  Kapvergunning?  Hierbij wil ik nog opmerken dat er reeds een boom werd verwijderd op perceel …. Waarom?  Deze was niet dood, zie de foto’s in de aanvraag waar de boom mooi in groen staat

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

Er kan wel opgemerkt worden dat binnen het terrein dat afgestaan wordt aan het openbaar domein, 3 hoogstammige bomen worden voorzien. Op privéterrein is er pas vanaf 3 x 3 hoogstammige bomen (en 100 m²) mogelijk sprake van een bos, zodat dit project zeker geen ontbossing betreft. De gemeente hanteert een compensatieplicht welke zowel voor omgevingsvergunningsplichtige kappingen (met waarborg), als voor kappingen vanuit het politiereglement wordt opgelegd.
Ook het eerder verwijderen van de boom op voornoemde percelen, zal mee beoordeeld worden met de omgevingsvergunning.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

2.H

Er werd geen advies gevraagd in de omgevingsvergunning aan de provincie Vlaams-Brabant, enkel aan de nutsvoorzieningsdiensten

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning. Er kan wel opgemerkt worden dat wat betreft de wegenis de provincie Vlaams-Brabant geen adviesbevoegdheid in dit dossier heeft gezien het gemeentelijke wegenis betreft.

2.I

Zorgen in verband met bodem: ACP in de zandleemstreek: de Acp gronden kunnen tijdelijk aan wateroverlast lijden. Met een broze structuur slempen ze gemakkelijk dicht na regen. Ze zijn geschikt voor graangewassen (tarwe, gerst) en voor suikerbieten. Voor weidebouw zijn deze gronden zeer geschikt. (bron databank ondergrond Vlaanderen) -> oplossing?

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

2.J

In het programma van LB+ wordt er een oproep gedaan om samen levendige en groene ruimtes te creëren waar iedereen kan genieten en ontspannen? Dit mis ik in deze visie, het groene kader en het “groene venster”

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

2.K

Ik mis de globale visie in het kader van de verdere eventuele verkavelingen van de gronden die hier in de bouwzone liggen -> wat is de visie van de gemeente inzake de inbreiding? Er wordt enkel gekeken naar de mogelijk verkavelingen van 2 halfopen bebouwingen.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen direct aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning. Er dient opgemerkt te worden dat de aan te leggen nieuwe wegenis en de verplaatsing van de voetweg geen belemmering vormt of een voorafname inhoudt op een eventuele latere ontwikkeling van het aanpalend binnengebied.

Bezwaarschift 3

De goedkeuring van de vergunningsaanvraag zou een vrij ingrijpende wijziging van de omgeving veroorzaken. De plannen zijn echter onvoldoende gedocumenteerd om een duidelijk beeld te schetsen over de impact van de wijzigingen op de omgeving. Dit bezwaar heeft alleen betrekking op de huidige voorgestelde wijziging van de omgeving maar houdt geen bezwaar in voor het principe van verkaveling van het gebied.

3.A

De profielwijzigingen van het terrein, het bouwniveau van de woningen, het verloop van de helling van de aan te leggen straat en van de aansluitende voetweg, het bermenverloop tussen de straat en de aansluitende groenzones, de keermuren, de invloed van de aan te leggen straat op het ontstaan van ingesloten wateroppervlakken, de omleiding van de aan en afvoer van het regenwater naar de nieuwe watervang, de impact van die omleiding op bestaande regenwaterafvoer door de gracht die ontstaat naast de parkeerstrook, enz, zijn onvoldoende gedetailleerd.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Naar aanleiding van het ongunstig advies van de provinciale dienst Waterlopen betreffende de aanhogingen van het bestaand maaiveld werd de helling van de aan te leggen straat verminderd en aangesloten aan de te ontwikkelen loten.  Door deze aanpassing wordt de natuurlijke afstroming via de bestaande afstroomlijn/vallei van de Berenputbeek niet verhinderd. Voor zover de aangehaalde elementen betrekking hebben op het aspect van de wegenis, worden deze niet weerhouden. De andere aspecten zullen beoordeeld worden bij de besluitvorming van de omgevingsvergunning.

3.B

De voorgestelde dwarse parkeerplaatsen zullen verkeersbewegingen veroorzaken op een vrij beperkte oppervlakte met bijkomende hinder in de onmiddellijke omgeving van de bewoners van de Pater Pirelaan.

Niettegenstaande de druk bezochte voetweg is naast de nieuw aan te leggen straat geen voetpad voorzien dat de verbinding maakt tussen het huidige voetpad van de Pater Pirelaan en de voetweg die aansluit op het einde van de nieuwe straat. De nieuw aan te leggen straat maakt een korte bocht van 90° wat een sterk verrassingseffect inhoudt voor bestuurders die niet vertrouwd zijn met de omgeving. Bestuurders komen plots en onverwacht tegenover voetgangers of fietsers te staan en voetgangers kunnen rechtstreeks en onverwacht in contact komen met rijdend verkeer. De impact op het verkeer is niet onbelangrijk daar de wijzigingen een onveilige toestand creëren voor de gebruikers van de straat.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

De mogelijke extra bewegingen in verkeersstromen kunnen enkel gegenereerd worden uit de woonfunctie als hoofdfunctie. Zij moeten voorzien in eigen middelen op privéterrein conform de voorschriften. De voorziene publieke parkings zullen hierdoor voldoende zijn om deze (mogelijke)bewegingen op te vangen. Het ontbreken van een voetpad maakt deel uit van de aanleg van de wegenis. Een woonerf voorziet niet in een voetpad, waardoor de zachte weggebruiker vooropgesteld wordt aan gemotoriseerd verkeer, zoals bepaald in de wegcode. Dit wordt opgenomen in de verkeerssignalisatie.

Het bezwaar is ongegrond en wordt niet weerhouden.

3.C

Voor de bewoners van de omgeving is het niet duidelijk welke verdere mogelijkheden zouden kunnen ontstaan door deze verkaveling bij gebrek aan inzicht in een vermoedelijk toekomstbeleid voor het grotere woongebied.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

Dit bezwaaronderdeel betreft geen direct aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning. Er dient opgemerkt te worden dat de aan te leggen nieuwe wegenis en de verplaatsing van de voetweg geen belemmering vormt of een voorafname inhoudt op een eventuele latere ontwikkeling van het grotere woongebied.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het voorgestelde rooilijnplan voor de verkaveling "Pater Pirelaan" voor de kadastrale percelen gekend onder (afd. 1) sectie F 470 H, (afd. 1) sectie F 470 M en (afd. 1) sectie F 470 F.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de aanleg van de nieuwe wegenis en groene zone in de verkaveling goed. De overeenkomst met betrekking tot de inrichting en overdracht van de wegenis dient binnen de 4 maanden na deze gemeenteraadsbeslissing door de verkavelaar ondertekend te worden.

Artikel 3

De gemeenteraad keurt de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 49 goed.

Artikel 4

De rooilijnen worden gewijzigd op het perceel dat voorwerp uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag en eigendom is van de aanvrager zodat er geen waardevermeerdering of -vermindering van de gronden dient betaald te worden.

Artikel 5

De bezwaren met betrekking tot het wegenisdossier of die kunnen in verband gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019 worden ongegrond verklaard.

Artikel 6

Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

Artikel 7

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:

       wanneer de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de percelen gelegen langsheen de de Pater Pirelaan te Meise, kadastraal gekend onder (afd. 1) sectie F 470 H, (afd. 1) sectie F 470 M en (afd. 1) sectie F 470 F niet wordt verleend of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;

       wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 8 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Verkavelingsvergunning 880 - Pater Pirelaan - goedkeuring overeenkomst

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor het verkavelen ingediend namens STIJN DE BEER BV gevestigd in de Brugstraat 9 te 3370 Boutersem voor percelen gelegen langsheen de Pater Pirelaan zn te 1860 Meise, kadastraal bekend onder (afd. 1) sectie F 470 H, (afd. 1) sectie F 470 M en (afd. 1) sectie F 470 F. De omgevingsaanvraag heeft als voorwerp het verkavelen van 2 loten voor ééngezinswoningbouw in halfopen bouworde met wegeniswerken en een bufferbekken.

Het projectgebied situeert zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Pater Pirelaan, te 1860 Meise. Het project omvat de aansluiting van 2 loten voor ééngezinswoningbouw in halfopen bouworde via de aanleg van nieuwe infrastructuur. Daarnaast zal er een buffer- en infiltratiebekken worden aangelegd.

De omgevingsvergunningsaanvraag omvat ook de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg nummer 49 die door het te vormen lot 1 loopt, zoals aangeduid op het rooilijnplan.

Onder de nieuw aan te leggen weg bevindt zich een Aquafin-leiding waarvoor er een erfdienstbaarheidszone gevestigd is ten voordele van Aquafin.

Deze overeenkomst is beperkt tot de voorwaarden waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid heeft. Voorwaarden met betrekking tot stedenbouwkundige aspecten behoren tot de bevoegdheid van het schepencollege en worden bijgevolg niet opgenomen in deze overeenkomst.

Door de uitvoerende dienst werd een ontwerpovereenkomst opgesteld in verband met de aanleg van nieuwe wegenis en het toekomstig openbaar domein. Deze overeenkomst zal integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

De, volgens de bepalingen van de bijgevoegde overeenkomst, nieuw aan te leggen weg en groenzone zullen na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan het openbaar domein.

De omgevingsvergunningsaanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 19 januari 2024 tot 17 februari 2024. Er werden 3 bezwaarschriften ingediend.

Juridische gronden

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) inzonderheid titel IV: milieueffect en veiligheidsrapportage en titel V: exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkende personen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd (Vlarem II).

De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25 januari 2002.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Gewestelijke hemelwaterverordening).

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

De omgevingsvergunningsaanvraag omvat de ontwikkeling van 2 loten voor de bouw van  ééngezinswoningen in halfopen bebouwing, samen met de verplaatsing/uitbreiding van de wegenis- en rioleringsinfrastructuur in de Pater Pirelaan.

Het perceel is momenteel een braakliggend terrein gelegen in een woongebied aan het einde van de Pater Pirelaan. De nieuwe straat behoudt het karakter van een doodlopende weg. De wegenis heeft een beperkte breedte zonder afzonderlijke voetpaden, zoals gebruikelijk is in een woonerf met een openbaar karakter. Voor bezoekers worden er drie openbare parkeerplaatsen voorzien.

Het project zal worden uitgerust met een volledig gescheiden rioleringsstelsel. Zowel regenwaterafvoer (RWA) als afvalwaterafvoer (DWA) zal worden aangelegd. De DWA zal worden aangesloten op de bestaande Aquafin-collector. Voor het regenwater dat afkomstig is van de verhardingen van de nieuwe wegenis wordt een open buffer- en infiltratiebekken voorzien, gelegen in de aan te leggen groenzone die zal worden overgedragen worden naar het openbaar domein. Deze infiltratievoorziening zal via een overstort aangesloten worden op de niet-geklasseerde ingebuisde Berenputbeek.

De afvoer van het regenwater van de nieuwe kavels moet voldoen aan de provinciale stedenbouwkundige verordening betreffende de afvoer van hemelwater, die bepaalt dat hemelwater dat op een verharding of een andere constructie valt, op het eigen terrein moet worden gehouden.

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Volgens de Atlas der Buurtwegen bevinden er zich momenteel op het perceel van de nieuwe verkaveling twee voetwegen, namelijk voetweg nummer 112 en nummer 49, die vandaag worden aangeduid als "gemeentewegen".

Voetweg nummer 112 is momenteel niet meer zichtbaar op het terrein en wordt opgenomen in de graszone van de te ontwikkelen groene ruimte die zal worden overgedragen worden naar het  openbaar domein. Indien deze weg in de toekomst zou  worden geherwaardeerd om het fijnmazige netwerk van trage wegen uit te breiden, blijft dit een mogelijke ontwikkelingsoptie. Hiermee wordt voldaan aan artikelen 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Omdat voetweg 49 door lot 1 van de verkaveling loopt, wordt deze voetweg gedeeltelijk verplaatst naar de rand van het perceel. Dit gedeelte zal worden aangelegd met waterdoorlatende materialen, wat het duurzame waterbeheer binnen de verkaveling bevordert. Het overige deel van de voetweg wordt geïntegreerd in de nieuwe wegenis. Aangezien het hier om een woonerf gaat met specifieke regels, zijn afzonderlijke voetpaden niet nodig en kan de rijbaan worden gedeeld door voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer. Het ontbreken van voetpaden draagt bij aan een veilige en leefbare omgeving waar verschillende weggebruikers zich vrij kunnen bewegen en met elkaar kunnen interacteren.

 



 

Om de nieuw aan te leggen wegenis te laten aansluiten op de Pater Pirelaan, zal een deeltje van het openbaar domein bijkomend dienen aangelegd te worden. Het is de bedoeling dat de nieuw aan te leggen weg na aanleg kosteloos wordt overgedragen naar het openbaar domein. Voor de aanleg van het gedeelte op openbaar domein opgenomen in de verkavelingsaanvraag, kan een tijdelijk recht van opstal aan de verkavelaar verleend worden. Er zal daarvoor een waardeschatting moeten opgemaakt worden door een onafhankelijke landmeter. De waarde van het tijdelijk recht van opstal zal, samen met de kosten van de opmaak van het schattingsverslag, moeten worden betaald door de aanvrager.

 

 


 

De voorwaarden voor de aan te leggen wegenis, het recht van opstal en de overdracht na aanleg naar het openbaar domein van de gemeente werden opgenomen in een overeenkomst. Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikelen 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Financiële gevolgen

De waarde van het tijdelijk recht van opstal zal betaald worden door de verkavelaar. Deze opbrengsten zullen geboekt worden op budgetartikel GE/70530000/02000.

BESLUIT

Artikel 1

De ontwerpovereenkomst zoals opgesteld door de uitvoerende dienst wordt goedgekeurd en overgemaakt aan de aanvrager.

Artikel 2

Deze overeenkomst zal opgenomen worden in de af te leveren omgevingsvergunning.

Artikel 3

De algemeen directeur en voorzitter van de gemeenteraad worden gevraagd deze overeenkomst namens het bestuur te ondertekenen.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock), 8 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Seniorenraad: toelage 2024

MOTIVERING

Feiten en context

Jaarlijks wordt een toelage toegekend aan de gemeentelijke seniorenraad Meise om haar werking te ondersteunen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

De gemeentelijke seniorenraad Meise onderneemt in 2024 onderstaande acties:

- organisatie van verschillende algemene vergaderingen in maart, juni, oktober en een nog later te bepalen datum in het najaar van 2024;

- formulering van diverse adviezen aan het gemeentebestuur over thema's die ouderen aanbelangen;

- samenwerking met De Muze van Meise voor de organisatie van de seniorenvoorstellingen in GC De Muze van Meise;

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2024.

Budgetsleutel

Beleidsitem

Beschikbaar budget

AR 64900000 - toegestane werkingssubsidies

BC 09590 - overige verrichtingen betreffende ouderen

€ 2250,00

BESLUIT

Artikel 1

De gemeentelijke seniorenraad Meise ontvangt in 2024 een toelage van € 1 000,00.

Artikel 2

De financiële dienst wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Wijziging retributiereglement voor het zwembad De Wauwer

MOTIVERING

Feiten en context

Om de werking van het zwembad te optimaliseren, zijn er wijzigingen aan het retributiereglement voor het zwembad De Wauwer nodig.

Juridische gronden

De gecoördineerde Grondwet, artikel 173.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het besluit van de gemeenteraad van 17 januari 2022 houdende de vaststelling van de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en goedkeuring van interne kredietaanpassingen’.

Retributiereglement voor het zwembad De Wauwer, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 16  december 2019 en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Dit zijn de voornaamste inhoudelijke wijzigingen:

        Artikel 1: De UiTPAS als drager werd toegevoegd.

        Artikel 1: Er wordt bijkomend verduidelijkt dat inwoners van Merchtem geen gebruik kunnen maken van de 10 beurtenkaart daluren.

        Artikel 2: Er worden toevoegingen en uitzonderingen m.b.t. het schoolzwemmen aangevuld.

        Artikel 4: De inwerkingstredingsdatum wordt aangepast.

        Artikel 5 (oud): COVID-19 : Financiële steunmaatregelen wordt geschrapt na positief advies van de financieel directeur.

        Artikel 5 (nieuw): Het college is bevoegd om moeilijkheden en betwistingen, niet voorzien in onderhavig reglement, op te lossen of te beslechten.

Financiële gevolgen

De ontvangsten UiTPAS worden geboekt op AR 70000000  BI 09000, de inkomsten van het zwembad op AR 70000000  BI 07420.

BESLUIT

Artikel 1

Het retributiereglement voor het zwembad De Wauwer wordt gewijzigd en vastgesteld zoals gemarkeerd in de toegevoegde bijlage 'rood-groenversie' waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

Het gecoördineerde reglement treedt in werking op 1 juli 2024.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Overzicht punten

Zitting 24 06 2024

Overlast Keizerinlaan-Rooststraat - Toegevoegd punt

Sonja Becq stelt volgende vraag:

Vraag

In opvolging van mijn vorige vragen mbt de overlast van de Keizerinlaan-Rooststraat naar aanleiding van het afsluiten van verschillende straten en de oprit van A12 waardoor automobilisten sluipwegen opzoeken om sneller op de ring te geraken:

Na een petitie van de bewoners is er een “overleg”-vergadering geweest op dinsdag jongstleden.

        Wat was de rol van de gemeente Meise hierin?

        Welke voorstellen werden er geformuleerd?

        Welke conclusie heeft de gemeente Meise hieraan verbonden en welke geruststellende maatregelen zullen de bewoners mogen ervaren – voor de verkiezingen?

Antwoord

De burgemeester Gerda Van den Brande antwoordt dat het lokaal bestuur Grimbergen voorheen niet happig was om hiermee iets te doen aangezien ze het circulatieplan van Strombeek wilden afwachten. Er waren reeds brieven voor het participatiemoment opgemaakt en plots besliste het lokaal bestuur Grimbergen om toch mee te doen naar aanleiding van een ongeluk met een fietser.

Tijdens het participatiemoment waren de rollen verdeeld. De burgemeester Gerda Van den Brande zou het welkomstwoord doen en de burgemeester van Grimbergen het slotwoord. Vermits schepen Ruben Algaba zich had verontschuldigd, heeft de mobiliteitsambtenaar dit overgenomen.
De schepen van mobiliteit van Grimbergen heeft de vergadering heel goed geleid.
De meeste vragen kwamen vanuit Grimbergen. Er werden geen concrete voorstellen geformuleerd. De bedoeling was om na te gaan wat er leeft bij de burgers. Enkele mogelijke voorstellen werden aangereikt aan de inwoners:
1. Uitgezonderd plaatselijk verkeer. Dit is echter moeilijk te handhaven.
2. Harde knip. Dit is een fysieke barrière vooral voor gemotoriseerd verkeer aan de hand van een bareel of paaltjes.
3. Zachte knip via ANPR of verzinkbaar paaltje.
4. Tussenknip via tractorsluis.
5. Fietsstraat.

Tot op heden is er nog geen conclusie getrokken aangezien de bewoners nog tot 30 juni 2024 kunnen reageren. Nadien zal dit worden besproken op het mobiliteitsoverleg van de verschillende besturen. Er zal reeds een snelheidsinformatiebord worden geplaatst. Het is van groot belang om tot een gezamenlijke en gedragen beslissing te komen.

De burgemeester is van mening dat de sluiting van de oprit aan de A12 geen rechtstreeks oorzakelijk verband heeft. Dit kan worden gestaafd aan de cijfers. De oprit zal sowieso eind 2025 sluiten met de komst van de sneltram.

Raadslid Roel Anciaux peilt vooreerst naar de tijdslijn. Het viel hem tijdens de participatieavond op dat het woord hoofdzakelijk werd gevoerd door de mensen van Grimbergen. Het is hem duidelijk dat het lokaal bestuur Grimbergen niet van plan is om het mobiliteitsplan van Strombeek-Bever in die mate aan te passen zodat de problematiek zou wegvallen.
Als er gevraagd werd naar de toestand van het fietspad, werd er vanuit de administratie geantwoord dat het fietspad qua breedte niet voldoet aan de actuele normen. Er werd gezegd dat het om die reden niet zou worden hersteld. Raadslid Roel Anciaux vond dit een eigenaardige opmerking.
De burgemeester antwoordt dat dit zal worden aangepast naar een fietssuggestiestrook. Raadslid Roel Anciaux vraagt om de herstellingswerken uit te voeren aan het huidige fietspad zodat dit in een goede staat kan worden gezet.

Schepen Ruben Algaba zal dit meenemen naar het mobiliteitsoverleg. Voor wat betreft de tijdslijn wil hij de opmerkingen van de inwoners afwachten. Wat betreft vraag 2 stelt schepen Algaba dat aanvullende reglementen dienen te worden vastgesteld conform de wetgeving. Er is nog geen beslissing genomen.






 

Publicatiedatum: 05/09/2024
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.