Meise

Zitting van 22 04 2025

Van 19.30 uur tot 20.40

Aanwezig:

Diana Tierens, wnd. voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke en Marie Behaeghe, schepenen;

Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Ann Van den Broeck, voorzitter;

Jonathan De Valck, schepen;

Roel Baudewyns, Valère Lauwers en Rathi Goovaerts, raadsleden;

 

raadslid Jorn Lathouwers verlaat de vergadering vanaf punt 26.

raadslid Jorn Lathouwers vervoegt de vergadering vanaf punt 27.

 

Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Goedkeuring notulen

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 18 maart 2025 goed.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Ontslag van een gemeenteraadslid

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Afstand van mandaat van opvolging gemeenteraadslid

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 22 april 2025 kennisgenomen van het ontslag van mevrouw Griet Van Den Brande als gemeenteraadslid met ingang van 18 maart 2025.

Op 3 april 2025 meldde Marie-José De Cock, de eerste opvolger die in aanmerking komt als plaatsvervangend gemeenteraadslid, afstand te doen van haar recht als plaatsvervangend gemeenteraadslid.

Juridische gronden

Artikel 14 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van Marie-José De Cock waarbij zij afstand doet van het mandaat als gemeenteraadslid.

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Goedkeuring geloofsbrieven en eedaflegging Viviane Stevens

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 22 april 2025 kennisgenomen van het ontslag van mevrouw Griet Van Den Brande als gemeenteraadslid met ingang van 18 maart 2025.

Het gemeenteraadslid dat ontslag genomen heeft, wordt vervangen door haar opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

De geloofsbrieven van Viviane Stevens werden onderzocht overeenkomstig artikel 6,§3 van het decreet lokaal bestuur. Viviane Stevens dient de eed af te leggen in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 14.

Advies/argumentatie

Viviane Stevens bevindt zich niet in een situatie van onverenigbaarheid.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Viviane Stevens legt volgende eed af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad: "ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Oprichting deontologische commissie

MOTIVERING

Feiten en context

In de deontologische code voor de lokale mandatarissen staat opgenomen dat de gemeenteraad de deontologische commissie opricht.

Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de raad, aangevuld met de voorzitter van de raad, die wordt toegevoegd als voorzitter van de deontologische commissie. Iedere fractie dient  één of meer plaatsvervangers voor te dragen.

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De deontologische code voor de lokale mandatarissen, goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 18 februari 2025.

Advies/argumentatie

De leden van de deontologische commissie worden verzocht neutraal en objectief te oordelen over meldingen van vermoedens van schendingen. Om deze reden wordt ervoor gekozen de verhoudingen in de commissie niet de verhoudingen in de raad te laten volgen, maar om iedere fractie één lid voor te laten dragen. Uitzonderlijk zal de fractie die de voorzitter voordraagt twee leden hebben in de commissie. Om de balans tussen de fracties te bewaken, zal de voorzitter daarom geen stemrecht hebben behalve dan wanneer er een gelijke verdeling van stemmen is.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De leden van de politieke fracties aan te duiden voor de deontologische commissie:

- Voor N-VA:
Als effectief vertegenwoordiger: Ilse Spooren
Als plaatsvervangend vertegenwoordiger: Fréderic Maes

- Voor LB+:
Als effectief vertegenwoordiger: Ruben Algaba
Als plaatsvervangend vertegenwoordiger: Roger Heyvaert

- Voor CD&V:
Als effectief vertegenwoordiger: Sonja Becq
Als plaatsvervangend vertegenwoordiger: Ingrid De Bondt

- Voor Vlaams Belang:
Als effectief vertegenwoordiger: Paul Van Doorslaer
Als plaatsvervangend vertegenwoordigers: Sonja Maes en Rathi Goovaerts

- Voor Samen anders:
Als effectief vertegenwoordiger: Billie Kawende
Als plaatsvervangend vertegenwoordiger: Roel Anciaux

- Voor Groen:
Als effectief vertegenwoordiger: Thomas Goethals
Als plaatsvervangend vertegenwoordiger: Sofie Van Assche

Artikel 2

De voorzitter van de gemeenteraad wordt aangeduid als voorzitter van de deontologische commissie.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

De Lijn - aanduiding van de vertegenwoordigers voor de algemene vergadering

MOTIVERING

Feiten en context

Het schrijven van 11 maart 2025 van De Lijn met de oproep tot het aanduiden van één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger voor de algemene vergadering van De Lijn.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Artikelen 2 tot 7 van de statuten van De Lijn.

Advies/argumentatie

Elke aandeelhouder wordt jaarlijks uitgenodigd op de gewone algemene vergadering. Deze vindt plaats op de laatste dinsdag van de maand mei om 14.00 uur, telkens op een wisselende locatie.

De rechtspersonen (Vlaams Gewest, gemeenten en provincies) worden vertegenwoordigd door een speciaal daartoe aangestelde gevolmachtigde. Dit kan een burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, ambtenaar, … zijn voor zover hij/zij hiertoe door de aandeelhouder gemachtigd is.

De deelname aan de algemene vergadering is onbezoldigd en de verplaatsingskosten vallen ten laste van de aandeelhouder.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Gerda Van den Brande wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van De Lijn.

Artikel 2

Marie Behaeghe wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van De Lijn.

Artikel 3

De Lijn wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Benedenscheldebekken en Dijle-Zennebekken: aanduiding afgevaardigden

MOTIVERING

Feiten en context

Het schrijven van de provinciegouverneurs, voorzitters van het bekkenbestuur Benedenscheldebekken m.b.t. de  vraag tot afvaardiging van een gemeentelijke mandataris in het bekkenbestuur.  

Vlaanderen is voor het integraal waterbeleid opgedeeld in 11 bekkens. De gemeente Meise maakt deel uit van het Benedenscheldebekken en het Dijle-Zennebekken.

Het bekkenbestuur heeft tot taak: 

1° het bekkensecretariaat te organiseren en aan te sturen; 

2° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van het stroomgebiedbeheerplan goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht en met de resultaten van het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 1.6.2.5, binnen een termijn van 90 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek en uiterlijk vier maanden voor het begin van de periode waarop het stroomgebiedbeheerplan betrekking heeft; 

3° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van een wateruitvoeringsprogramma goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht; 

4° advies te verlenen over de waterbeleidsnota en de documenten vermeld in artikel 1.6.2.5, § 1; 

5° advies te verlenen over het ontwerp van zoneringsplan, vermeld in artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen; 

6° advies te verlenen over: 

a) ontwerpen van investeringsprogramma's met een rechtstreekse invloed op de watersystemen; 

b) ontwerpen van investeringsprogramma's over openbare rioleringen en groot- en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties; 

7° het voorstellen van een adequate bevoegdheidsverdeling van de waterwegen en de onbevaarbare waterlopen om een meer geïntegreerd, logisch samenhangend en efficiënter beheer te realiseren; 

8° indien gewenst, de toelichting en/of bespreking van belangrijke projecten of intenties binnen het bekken te agenderen. 

Het bekkenbestuur komt minstens jaarlijks samen. Het bekkenbestuur heeft geen statuten. Er zijn geen zitpenningen voorzien.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 18 juli 2003 houdende het integraal waterbeleid (gecoördineerd op 15 juni 2018 in het Waterwetboek).

Advies en argumentatie

Het lokaal bestuur Meise moet een vertegenwoordiger en plaatsvervanger aanduiden voor de bekkenbesturen van het Benedenscheldebekken en het Dijle-Zennebekken. Bij voorkeur zijn ze lid van het college van burgemeester en schepenen met bevoegdheden inzake integraal waterbeleid (waterbeleid, natuur en leefmilieu, omgeving, ...). In elk geval moeten het politiek mandatarissen zijn (burgemeester, schepen of lid van de gemeenteraad). Indien mogelijk binnen de bevoegdheden voor integraal waterbeleid, zijn dit bij voorkeur twee personen van verschillend geslacht (nav het MEP-decreet).

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Zich akkoord te verklaren met de deelname van de gemeente in het Benedenscheldebekken onder voorzitterschap van de gouverneurs van de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.

Hiertoe worden volgende gemeentelijke mandatarissen aangeduid:

Als effectief lid in het bekkenbestuur van het Benedenscheldebekken en Dijle-Zennebekken: Tom Heyvaert.

Als plaatsvervangend lid in het bekkenbestuur van het Benedenscheldebekken en Dijle-Zennebekken: Jonathan De Valck.

Artikel 2

Het antwoordformulier wordt digitaal ingevuld en verzonden via de ontvangen link: https://forms.office.com/e/yAsp26XQLV. 

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Providentia - algemene vergadering op 8 mei 2025

MOTIVERING

Feiten en context

Het schrijven van 21 maart 2025 van Providentia met de uitnodiging tot de algemene vergadering van woonmaatschappij Providentia bv die zal plaats vinden op donderdag 8 mei 2025 in "Restaurant Eenhoorn, Keierberg 80 te 1730 Asse" en volgend programma omvat:

        Vanaf 17.00 uur: ontvangst en registratie van aanwezigheid.

        18.00 uur: start statutair gedeelte met volgende dagorde:

        Jaarverslag van de raad van bestuur, inclusief het verslag waarin rekenschap wordt gegeven aan zijn beleid en inclusief de klachtenrapportering (ter kennisgeving).

        Het verslag van de commissaris (controleverslag)(ter kennisgeving).

        De jaarrekening 2024 (ter goedkeuring).

        Aanwending van het resultaat (ter goedkeuring).

        Kwijting aan de bestuurders (na goedkeuring van de jaarrekening)(ter goedkeuring).

        Kwijting aan de commissaris (na goedkeuring van de jaarrekening)(ter goedkeuring).

        Ontslag en benoeming bestuurders en waarnemers (ter goedkeuring).

        Benoeming commissaris-revisor (ter goedkeuring).

        Vastlegging presentiegeld (ter goedkeuring).

        Terugblik 2024 en perspectief 2025 (ter kennisgeving).

        Varia.

        Aansluitend: netwerkmoment met diner.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

De voorbereidende documenten voor deze vergadering zijn uiterlijk 23 april 2025 beschikbaar op het extranet van Woonmaatschappij Providentia bv.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De agenda van de algemene vergadering Woonmaatschappij Providentia bv wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Sonja Becq wordt gemandateerd om deze vergadering bij te wonen en haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen tijdens de gemeenteraad van 22 april 2025.

Artikel 3

Marie Behaeghe wordt als plaatsvervangend afgevaardigde gemandateerd om deze vergadering bij te wonen en haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen tijdens de gemeenteraad van 22 april 2025.

Artikel 4

Providentia wordt van deze beslissing in kennis gesteld via de ingevulde en ondertekende volmacht aan info@providentia.be.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 4 onthoudingen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Creat Services dv - algemene vergadering op 17 juni 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Meise is aangesloten bij Creat Services dv.

De oproepingsbrief voor de algemene vergadering van Creat Services dv, die zal plaatsvinden op 17 juni 2025 om 14.30 uur in Flanders Expo, Maaltekouter 1 te 9051 Gent, waarin de agenda werd meegedeeld.

De vergadering zal fysiek plaatsvinden met digitale inbelmogelijkheid via Zoom.

Juridische gronden

De statuten van Creat Services dv.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

De vertegenwoordigers zullen in mei 2025 persoonlijk een uitnodiging per e-mail ontvangen.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de algemene vergadering Creat Services dv van 17 juni 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

  1. Wijziging van vermogen.
  2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen.
  3. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2024.
  4. Verslag van de commissaris
  5. a. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2024 afgesloten per 31 december 2024
    b. Goedkeuring van de voorgestelde resultaatsverdeling over het boekjaar 2024.
  6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris.
  7. Actualisering presentievergoeding.
  8. Statutaire benoemingen.
  9. Varia.

Artikel 2

De effectief vertegenwoordiger, Jos Emmerechts, op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 17 juni 2025, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

Artikel 3

De plaatsvervangend vertegenwoordiger, Ruben Algaba, op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 17 juni 2025, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

Artikel 4

Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:
- Bij voorkeur per elektronische post naar het e-mailadres 20250617AV@creat.be.
- Per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer Farys, Stropstraat 1 te 9000 Gent.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 4 onthoudingen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

I.B.E.G. - algemene vergadering op 24 juni 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Meise is deelnemer in de Intercommunale van Brabant voor elektriciteit en gas ("I.B.E.G."), opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te Grote Markt z/n, 1800 Vilvoorde.

De raad van bestuur van I.B.E.G. van 18 maart 2025 van 16u30 heeft ingestemd met de aanpassingen van de statuten en de Raad van Bestuur van 17u30 heeft deze beslissing bekrachtigd.

De raad van bestuur van I.B.E.G. van 18 maart 2025 (16u30) heeft de Buitengewone Algemene Vergadering van I.B.E.G. ("BAV") samengeroepen en heeft bepaald dat deze op 24 juni 2025 om 17u30 zal plaatsvinden bij Living Tomorrow, Indringingsweg 1, 1800  Vilvoorde (zaal Vision Room)en volgende agenda omvat:

Dagorde : GEWONE ALGEMENE VERGADERING

Verslag van de raad van bestuur en van de commissaris.

  1. Onderzoek en goedkeuring van de balans en de resultatenrekening van het boekjaar 2024, van de toelichting, het jaarverslag, de winstverdeling, de boekhoudkundige besluiten en de waarderingsregels.
  2. Kwijting te geven aan de bestuurders en aan de commissaris met betrekking tot het boekjaar 2024.
  3.  Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
  4. Statutaire ontslagnemingen en benoemingen.
  5. Statutaire mededelingen.

 Dagorde : BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING

  1. Beslissing tot verlenging van de duur van de vereniging.
  2. Voorstel tot statutenwijzigingen.

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid  de artikelen 427 juncto 426, 4° juncto 423.

Het niet-bindend advies van de Vlaamse regering d.d. 4 februari 2025 en hun mail van 14 februari 2025 waarin zij formeel bevestigen dat artikel 423 niet wordt geschonden en de voorlegging ervan aan de raad van bestuur I.B.E.G. van 18 maart 2025.

De commentaarnota, die de te volgen procedure tot statutenwijziging en de verlenging van I.B.E.G. uitgebreid toelicht, werd aan de gemeente Meise verstuurd.

De statuten van I.B.E.G., inzonderheid de einddatum van de oprichtingsduur van I.B.E.G. vervat in artikel 6, zijnde 25 april 2026 en de procedure tot aanpassing van de statuten, vervat in artikel 39 en de samenstelling van het adviescomité vervat in artikel 30.

Advies/argumentatie

De doelstellingen en objectieven van I.B.E.G. zijn nog steeds relevant en actueel en de verlenging van de statutaire duur is noodzakelijk om de continuïteit van haar activiteiten en de verwezenlijking van haar doelstellingen te waarborgen.

 Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad verleent haar goedkeuring om deel te nemen aan de BAV van I.B.E.G. op 24 juni 2025 om 17u30. Gerda Van den Brande, Jos Emmerechts en Ingrid De Bondt worden aangeduid als mandatarissen teneinde de gemeente Meise te vertegenwoordigen op de BAV van I.B.E.G. en te stemmen op alle punten van de dagorde van die BAV.

Artikel 2

Er wordt volmacht verleend aan elke advocaat van Clifford Chance en medewerker van notariskantoor Van Halteren teneinde de gemeente Meise te vertegenwoordigen tijdens het verlijden van de akte van de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 juni 2025 die handelt over de statutenwijziging van I.B.E.G. en in het algemeen alle handelingen te stellen en documenten te ondertekenen in het kader van de statutenwijziging van I.B.E.G.

Artikel 3

De gemeente Meise stemt in met een wijziging van de statuten van I.B.E.G. tijdens de BAV om het afgeschafte goedkeuringsbesluit van de toezichthoudende overheid te vervangen door een niet-bindend voorafgaand advies van de Vlaamse regering, als volgt:

Oorspronkelijk artikel:

Artikel 39

[…]

Over iedere wijziging van de statuten moet in de gemeenteraden van de Deelnemende Gemeenten worden beraadslaagd en beslist.

Te dien einde wordt het ontwerp van de voorgestelde statutenwijziging aan de Deelnemende Gemeenten meegedeeld uiterlijk 90 dagen vóór de algemene vergadering. Aan de Deelnemende Gemeenten wordt een herinnering gestuurd gelijktijdig met de oproepingsbrief. Deze documenten vermelden de bepalingen van onderhavige alinea. De beslissingen ter zake van de gemeenteraden bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en worden bij de notulen gevoegd. Elke gemeenteraad die zijn standpunt niet tijdig heeft meegedeeld, wordt geacht zich onthouden te hebben. De onthouding bepaalt het mandaat van de betrokken vertegenwoordiger(s) op de algemene vergadering.

Er kan geen statutenwijziging worden voorgelegd aan de Deelnemers in het jaar waarin de verkiezingen voor de algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, tenzij ingevolge een wettelijke of reglementaire verplichting of om het aantal mandaten binnen I.B.E.G. te verminderen.

De notulen van de algemene vergadering houdende wijziging van de statuten worden, samen met de bijhorende documenten, waaronder de beslissingen van de Deelnemende Gemeenten, binnen een termijn van dertig (30) kalenderdagen na de algemene vergadering aan de toezichthoudende overheid voorgelegd.

Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt neergelegd in de zetel van de OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING, bij de toezichthoudende overheid en bij elke Deelnemende Gemeenten, binnen een termijn van dertig (30) kalenderdagen na de ontvangst door de OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING van het goedkeuringsbesluit of na verstrijken van de termijn van negentig kalenderdagen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om goedkeuring te verlenen.

Gewijzigd artikel:

Artikel 39

[…]

De raad van bestuur legt het ontwerp van statutenwijziging uiterlijk honderdvijftig dagen voor de algemene vergadering die de statutenwijzigingen beoordeelt, voor advies voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering verleent een niet-bindend advies aan de raad van bestuur binnen zestig dagen vanaf de dag na de dag waarop het ontwerp van statutenwijziging aan de Vlaamse Regering is verzonden. Als er geen advies is ontvangen binnen de gestelde termijn, wordt geacht aan de adviesplicht te zijn voldaan.

Over iedere wijziging van de statuten moet in de gemeenteraden van de Deelnemende Gemeenten worden beraadslaagd en beslist.

Te dien einde wordt het ontwerp van de voorgestelde statutenwijziging samen met het niet-bindend advies van de Vlaamse Regering aan de Deelnemende Gemeenten meegedeeld uiterlijk 90 dagen vóór de algemene vergadering. Als er geen advies is ontvangen binnen de gestelde termijn, wordt dat vermeld op het ontwerp van statutenwijziging. Aan de Deelnemende Gemeenten wordt een herinnering gestuurd gelijktijdig met de oproepingsbrief. Deze documenten vermelden de bepalingen van onderhavige alinea. De beslissingen ter zake van de gemeenteraden bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en worden bij de notulen gevoegd. Elke gemeenteraad die zijn standpunt niet tijdig heeft meegedeeld, wordt geacht zich onthouden te hebben. De onthouding bepaalt het mandaat van de betrokken vertegenwoordiger(s) op de algemene vergadering.

Er kan geen statutenwijziging worden voorgelegd aan de Deelnemers in het jaar waarin de verkiezingen voor de algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, tenzij ingevolge een wettelijke of reglementaire verplichting of om het aantal mandaten binnen I.B.E.G. te verminderen.

De notulen van de algemene vergadering houdende wijziging van de statuten worden, samen met de bijhorende documenten, waaronder de beslissingen van de Deelnemende Gemeenten, binnen een termijn van dertig (30) kalenderdagen na de algemene vergadering aan de toezichthoudende overheid voorgelegd.

Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt neergelegd in de zetel van de OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING, bij de toezichthoudende overheid en bij elke Deelnemende Gemeenten, binnen een termijn van dertig (30) kalenderdagen na de ontvangst door de OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING van het goedkeuringsbesluit of na verstrijken van de termijn van negentig kalenderdagen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om goedkeuring te verlenen.

Na afloop van de termijn waarbinnen de toezichthoudende overheid haar algemeen bestuurlijk toezicht kan uitoefenen, wordt een volledig gecoördineerde tekst van de statuten neergelegd in de zetel van de OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING en bij elke Deelnemende Gemeente.

Artikel 4

De gemeente Meise stemt in met een wijziging van de statuten van I.B.E.G. om de oprichtingstermijn te verlengen met de maximumtermijn van achttien jaar, als volgt:

Oorspronkelijk artikel:

Artikel 6

I.B.E.G. werd opgericht voor een duur van dertig jaar, beginnend op 2 maart 1929. Zij werd verlengd voor een nieuwe duur van dertig jaar, ingaand op 2 maart 1959. Zij werd opnieuw verlengd voor een duur van dertig jaar, ingaand op 2 maart 1989. Zij werd opnieuw verlengd op 26 april 1996, tot en met 25 april 2026. […]

Gewijzigd artikel:

Artikel 6

I.B.E.G. werd opgericht voor een duur van dertig jaar, beginnend op 2 maart 1929. Zij werd verlengd voor een nieuwe duur van dertig jaar, ingaand op 2 maart 1959. Zij werd opnieuw verlengd voor een duur van dertig jaar, ingaand op 2 maart 1989. Zij werd opnieuw verlengd op 26 april 1996, tot en met 25 april 2026. Zij werd opnieuw verlengd vanaf 25 april 2026, voor een duur van achttien jaar, tot en met 25 april 2044. […]

Artikel 5

De gemeente Meise stemt in met een wijziging van de statuten van I.B.E.G. opdat elke deelnemende gemeente een vertegenwoordiger kan aanduiden in het adviescomité en waarbij drie bestuurders kunnen worden gecoöpteerd, als volgt:

Oorspronkelijk artikel:

Artikel 30

Binnen de Raad van Bestuur wordt een adviescomité opgericht dat belast is met de coördinatie van de participaties van de Deelnemende Gemeenten en I.B.E.G. (het "Adviescomité").

Het Adviescomité bestaat uit twee leden, de Voorzitter en de Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur, die, bij geheime stemming, benoemd worden door de algemene vergadering op voordracht van de Deelnemers. 2 bestuurders van de DNB, voorgedragen door I.B.E.G., worden gecoöpteerd.

De directie van I.B.E.G. neemt eveneens deel aan de vergaderingen van het Adviescomité, alsook uitgenodigde toelichters.

Gewijzigd artikel:

Artikel 30

Binnen de Raad van Bestuur wordt een adviescomité opgericht dat belast is met de coördinatie van de participaties van de Deelnemende Gemeenten en I.B.E.G. (het "Adviescomité").

Het Adviescomité bestaat uit twee leden, de voorzitter en de ondervoorzitter van de Raad van Bestuur, die, bij geheime stemming, benoemd worden door de algemene vergadering op voordracht van de deelnemers. 2 bestuurders van de Daarnaast worden er drie bestuurders van de DNB, voorgedragen door I.B.E.G., worden andere deelnemende gemeenten gecoöpteerd in dit comité.

De directie van I.B.E.G. neemt eveneens deel aan de vergaderingen van het Adviescomité, alsook uitgenodigde toelichters.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 4 onthoudingen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters - activiteitenverslag, jaarrekening, planning en begroting van de projectvereniging

MOTIVERING

Feiten en context

Gezien de meerwaarde van een intergemeentelijke samenwerking rond bouwkundig erfgoed,landschappelijk erfgoed en archeologie en de complementariteit met de werking van het RegionaalLandschapBrabantseKoutersvzw(RLBK),heeft het RLBK in 2019hetinitiatiefgenomenomsamen met 12 gemeentenin   de Brabantse Kouters de oprichting van Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst voor tebereiden.

Het voorstel tot oprichten van een projectvereniging ter bevordering van de intergemeentelijke samenwerking rond onroerend erfgoed in de Brabantse Kouters en toetreden van de gemeente in de respectievelijke projectvereniging werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 18 november 2019. Tijdens dezelfde zitting werd ook de opmaakvaneenaanvraagdossiervoorerkenningals Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED)bij  deVlaamseOverheidgoedgekeurd.

De beide projectverenigingen Brabantse Kouters Oost (gemeenten Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst en de stad Vilvoorde) en Brabantse Kouters West (gemeenten Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel) sloten een samenwerkingsovereenkomst af met het Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) voor de uitvoering van de erfgoedwerking door RLBK. Een erkenning als IOED (en bijhorende Vlaamse financiering) werd tijdens de eerste aanvraagronde in 2020 nog niet verleend door de Vlaamse Overheid, maar op de vergadering van 16 november 2020 beslisten de raden van bestuur van beide projectverenigingen om:

        Een beperkte erfgoedwerking uit te bouwen in verhouding tot de financiële input vanuit de aangesloten gemeenten.

        Nauw samen te werken tussen de projectverenigingen Brabantse Kouters West en Brabantse Kouters Oost (gezamenlijke inhoudelijke werking, begroting, vergaderingen).

        Daarbij volgende inhoudelijke speerpunten voor 2021-2022-2023 naar voor te schuiven:

        Herinventarisatie en valorisatie van bouwkundige erfgoed op de Vlaamse Inventaris.

        De opmaak van een nieuw aanvraagdossier voor de erkenning als IOED in 2022.

        Ondersteuning gemeenten i.k.v. funerair erfgoed.

        Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerken bij publiekswerking (bv. Open Monumentendag).

        RLBK de opdracht te geven een deeltijdse medewerker aan te werven om deze werking op te starten. Deze medewerker kwam in dienst van het RLBK op 24 mei 2021.

In 2022 werd een traject doorlopen om de projectvereniging Brabantse Kouters West te ontbinden en de betrokken gemeenten (Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel) te laten toetreden tot de projectvereniging Brabantse Kouters Oost en deze om te dopen tot Erfgoed Brabantse Kouters. Bovendien werd ook beslist om vanuit de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters een nieuwe erkenningsaanvraag als IOED bij de Vlaamse Overheid in te dienen. Dit werd formeel goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 november 2022.

In de loop van 2023 ontving de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters een Vlaamse erkenning als Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED), met bijhorende Vlaamse cofinanciering voor de jaren 2024-2025-2026.

Conform het Decreet op het Lokaal Bestuur moet de jaarrekening van de projectvereniging jaarlijks door de Raad van Bestuur besproken en voorlopig goedgekeurd worden. Dit gebeurde op de vergadering van  18 maart 2025. Conform ditzelfde decreet dient elke projectvereniging jaarlijks deze jaarrekening vervolgens formeel te laten goedkeuren door de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.

De statuten van projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters bepalen daarnaast bijkomend dat de planning (zoals voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 13 november 2024) en de begroting en het jaarverslag (zoals beide voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 18/03/2025) ook goedgekeurd dienen te worden door de gemeenteraad.

Beschikbare stukken:

        Bijlage 1: Jaarverslag 2024 (activiteitenverslag) van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters.

        Bijlage 2a: Proef en saldibalans 2024.

        Bijlage 2b: Verslag accountant controle rekeningen 2024.

        Bijlage 2c: Uitgaven vs. begroting 2024.

        Bijlage 3: Planning 2025 voor de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters.

        Bijlage 4: Begroting 2025 voor de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters.

        Bijlage 5: Verslag bestuursvergadering Erfgoed Brabantse Kouters 15/03/2025.

Juridische gronden

Volgende decreten en besluiten zijn van toepassing op deze beslissing:

        het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder Afd. 2 art. 404.

        De statuten van Erfgoed Brabantse Kouters zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 november 2022.

Advies/argumentatie

Dit besluit draagt bij aan de realisatie van het gemeentelijk erfgoedbeleid.

Financiële gevolgen

Ditbesluithoudt geen bijkomend financieel engagement in van de gemeente.

De meerjarige financiële verbintenis vanuit de gemeente zoalsbeschreveninartikel20vandestatuten werd reeds goedgekeurd op de vergadering van de gemeenteraad van 18 november 2019.

Degemeentebesturen cofinancierendeprojectvereniging viaeenjaarlijksesubsidiediebestaatuiteen vast basisbedrag van 2.500 euro en een variabele bijdrage op basis van het aantal inwoners. Elkgemeentebestuurbetaaltvoordevariabelebijdrage0.11europerinwoner.Hetbevolkingscijferwordtvastgesteld aan de hand van de jongste gepubliceerde officiële statistieken van de overheid. Hetvolledige subsidiebedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex met als referentie de  indexophetmomentvanoprichtingvan deprojectvereniging.Debijdragenwordenjaarlijksaangepast op basis van de bevolkingscijfers volgens Statbel en geïndexeerd volgens degezondheidsindex. Dereferentievoorindexeringis deoprichtingsdatum van de IOED(geplandop 18december2019).

BESLUIT

Artikel 1

Het activiteitenverslag 2024 van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters goed te keuren.

Artikel 2

De jaarrekening 2024 van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters goed te keuren.

Artikel 3

De begroting 2025 van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters goed te keuren.

Artikel 4

De planning 2025 van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters goed te keuren.

Artikel 5

Kwijting te geven aan de bestuurders van de projectvereniging Erfgoed Brabantse Kouters West voor de bestuursdaden gesteld in het jaar 2024.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Vaststelling rechtspositieregeling flexijobs

MOTIVERING

Feiten en context

Lokaal bestuur Meise wenst het gebruik van flexijobs mogelijk te maken binnen haar organisatie. Flexijobs zijn een tewerkstellingsvorm waarbij werknemers op een fiscaal voordelige manier kunnen bijklussen naast hun hoofdberoep. De federale wetgeving heeft deze regeling uitgebreid naar de publieke sector, waardoor ook lokale besturen onder bepaalde voorwaarden flexijobbers kunnen inzetten.

Het lokaal bestuur dient de voorwaarden en modaliteiten voor het gebruik van flexijobs op te nemen in een rechtspositieregeling, zodat de rechten en plichten van zowel de flexijobbers als het lokaal bestuur duidelijk vastgelegd zijn.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen en artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, zoals aangepast door de programmawet van 26 december 2023.

Wet van 3 oktober 2022 tot uitbreiding van het toepassingsgebied van flexi-jobs naar bepaalde overheidsdiensten en lokale besturen, waardoor gemeenten flexijobbers kunnen inschakelen onder specifieke voorwaarden.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW. De beslissingen van de gemeenteraad van 15 november 2021, 28 februari 2022, 25 april 2022, 16 oktober 2023 en 15 januari 2025 houdende de wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissing van de gemeenteraad van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 februari 2025 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 februari 2025 houdende de goedkeuring van het organogram.

Deze rechtspositieregeling werd aan het managementteam van 25 februari 2025 en aan het syndicaal onderhandelingscomité van 19 maart 2025 voorgelegd. De gemeenteraad dient de rechtspositieregeling flexijobs vast te stellen.

Advies/argumentatie

De invoering van flexijobs binnen de gemeente Meise kan bijdragen aan een verhoogde inzetbaarheid van personeel, voornamelijk in sectoren waar tijdelijke en bijkomende werkkrachten noodzakelijk zijn, zoals in het zwembad en voor logistieke ondersteuning in het woonzorgcentrum. Dit biedt een flexibele oplossing om piekmomenten en tijdelijke personeelsnoden op te vangen, zonder een langdurige of zware administratieve last.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De rechtspositieregeling van toepassing op personen die een flexijob uitvoeren bij lokaal bestuur Meise wordt vastgesteld.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging van de rechtspositieregeling voor gemeente en OCMW

MOTIVERING

Feiten en context

Naar aanleiding van de integratie tussen gemeente en OCMW werd op de raad van 22 februari 2021 de geïntegreerde rechtpositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld. Wijzigingen aan deze rechtspositieregeling werden goedgekeurd in raadszittingen van 15 november 2021, 28 februari 2022, 25 april 2022, 16 oktober 2023 en 15 januari 2024.

Op 20 januari 2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe Rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is bijgevolg in werking getreden op 18 maart 2023. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt meer vrijheid aan de besturen hetwelk toelaat een modern personeelsbeleid te voeren. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt lokale besturen de flexibiliteit om zich te differentiëren en zo beter in te spelen op de specifieke noden van het eigen bestuur.

Er wordt voorgesteld om de volgende wijzigingen aan te brengen:

        Om ons aan te passen aan de veranderende en krappe arbeidsmarkt, wordt de mogelijkheid voorzien om bij een oproep af te wijken van de diplomavereisten mits slagen in een ervarings- of capaciteitstest. Ook de mogelijkheid om een permanente oproep te lanceren wordt opgenomen.

        Het uittreksel uit het strafregister moet enkel bezorgd worden door de eerst gerangschikte kandidaat, uiterlijk de dag voor de datum van de aanstelling.

        De mogelijkheden voor de selectiecommissie worden minder beperkend.

        De mogelijkheid van een tussentijdse wervingsreserve wordt toegevoegd.

        Bij interne personeelsmobiliteit wordt de statutaire functie ten persoonlijke titel behouden.

        Bij tijdelijke aanstellingen wordt de screening op basis van CV mogelijk. Bij aanstellingen van onbepaalde duur wordt de mogelijkheid van een eerste screening op basis van CV mogelijk zodra er meer dan 20 kandidaten zijn.

        De evaluatieprocedure wordt eenvoudiger gemaakt.

        De begrippen graadanciënniteit, niveauanciënnteit en dienstanciënniteit worden geschrapt. Het begrip bestuursanciënniteit wordt toegevoegd.

        Relevante beroepservaring wordt voor nieuwe indiensttredingen vanaf 1 mei 2025 volledig in aanmerking genomen voor de geldelijke anciënniteit.

        Voor de vakantieregeling zal er vanaf 1 januari 2026 ook voor de contractuele medewerkers worden overgestapt naar het publieke stelsel.

        Er wordt een wintertoelage voorzien voor de medewerkers die zich inzetten voor ijzelbestrijding.

        Er wordt een eerste bijkomende dag vakantie voorzien voor medewerkers met meer dan 5 jaar bestuursanciënniteit in plaats van na 10 jaar.

        Het onbezoldigd verlof als gunst van 20 werkdagen per kalenderjaar kan enkel worden toegestaan als de goede werking van de dienst niet in het gedrang komt en als alle jaarlijkse vakantiedagen aangevraagd en ingepland zijn.

        De loonschalen D6-D7 en A11a-A11b worden toegevoegd. Ook de bevorderingsvoorwaarden voor deze niveaus worden toegevoegd.

        De loonschalen voor de niveaus Bv, Bx, Av en Ax worden verlengd tot 27 jaar zoals ook al het geval is voor de loonschalen E, D en C.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Rechtspositiebesluit voor het Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007 en latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De beslissing van de gemeenteraad van 22 februari 2021, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW. De beslissingen van de gemeenteraad van 15 november 2021, 28 februari 2022, 25 april 2022, 16 oktober 2023 en 15 januari 2025 houdende de wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissing van de gemeenteraad van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 februari 2025 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 februari 2025 houdende de goedkeuring van het organogram.

Advies/argumentatie

Deze wijzigingen werden aan het managementteam van 25 februari 2025 en aan het syndicaal onderhandelingscomité van 19 maart 2025 voorgelegd. De gemeenteraad dient de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur heeft de financiële haalbaarheid aangetoond.

BESLUIT

Artikel 1

De wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlage waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt, van toepassing op de algemeen directeur, financieel directeur en personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van het woonzorgcentrum wordt vastgesteld.

Artikel 2

De personeelsleden zullen ingelicht worden over de wijzigingen aan deze rechtspositieregeling.

Artikel 3

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens), 2 onthoudingen (Roel Anciaux en Billie Kawende)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement op de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 18 november 2019 het belastingreglement goed inzake de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen en dit voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

De gemeenteraad keurde op 18 september 2023 een wijziging aan het belastingreglement goed inzake de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen voor de aanslagjaren 2024 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Er wordt voor deze belasting geopteerd gezien het feit dat de aanwezigheid van bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen op het grondgebied van de gemeente aanleiding geeft tot verhoogde veiligheidsrisico's, dat dit leidt tot bijkomende inspanningen vanwege de politiediensten, met de daaruit voor de gemeente voortvloeiende kosten en gezien de gemeente haar budget in evenwicht moet zien te krijgen.

 Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 3, 5, 6, 9, 10, 11 en 12 van het belastingreglement gevestigd op bank en daarmee gelijkgestelde instellingen worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement inzake activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels - aanslagjaren 2024 - 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement goed inzake de activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen, dit voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

De gemeenteraad keurde op 17 mei 2021 een wijziging aan het belastingreglement goed inzake de activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen en dit voor de aanslagjaren 2021 - 2025.

De gemeenteraad keurde op 20 december 2021 een wijziging het belastingreglement goed inzake de activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen en dit voor de aanslagjaren 2022 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019.

Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna afgekort als DGPD, in het bijzonder artikel 3.2.5.§1 waarin vermeld staat dat de gemeenten potentiële woonlocaties vrij moeten maken en grondspeculaties tegengaan

De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO.

Het is wenselijk om realiseerbare onbebouwde gronden en onbebouwde kavels te activeren in de gemeente. De invoering van een activeringsheffing laat de gemeente toe om de eigenaars van de gronden en kavels daartoe aan te sporen. De gemeente wenst met de verworven inkomsten uit dit reglement haar budget in evenwicht te brengen.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 2, 3, 6, 9, 10, 11 en 12 van het belastingreglement gevestigd op de activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement hinderlijke inrichtingen - aanslagjaren 2024 - 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement goed inzake hinderlijke inrichtingen, gewijzigd door de beslissing van de gemeenteraad van 20 april 2020 inzake COVID-19 en dit voor de aanslagjaren 2020-2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II).

De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 houdende de goedkeuring van het belastingreglement op hinderlijke inrichtingen.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 6, 7, 8 en 9 van het belastingreglement gevestigd op hinderlijke inrichtingen worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement op de constructies bestemd of aangewend voor het dragen van reclame - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 18 november 2019 het belastingreglement goed inzake constructies bestemd of aangewend voor het dragen van reclame voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

 Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Overwegende dat een overvloed aan reclame zichtbaar op de openbare weg voor visuele vervuiling zorgt en dat de gemeente dit wenst te beperken om aldus tot een kwalitatief straatbeeld te komen en dat de gemeente haar budget in evenwicht wenst te brengen.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 5, 6, 9, 10, 11 en 12 van het belastingreglement gevestigd op de constructies bestemd of aangewend voor het dragen van reclame worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement op de exploitatie van nachtwinkels - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement goed op de exploitatie van nachtwinkels voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

De wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

 

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 5, 6, 9, 10, 11 en 12 van het belastingreglement gevestigd op de exploitatie van nachtwinkels worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement verspreiding aan huis van niet-geadresseerde reclamebladen en drukwerken - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 18 november 2019 het belastingreglement gevestigd op de verspreiding aan huis van niet- geadresseerde reclamebladen en drukwerken goed voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 41, tweede lid, 14°.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).

Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer  van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Overwegende dat het ongevraagd en systematisch verspreiden van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten in alle brievenbussen of op de openbare weg nadelig is voor het milieu, het volume papierafval verhoogt en bijkomende kosten van onder meer afhaling en verwerking meebrengt;

Overwegende dat bepaalde verspreidingen kunnen vrijgesteld worden omwille van het maatschappelijk belang en dit maatschappelijk belang het economisch nadeel compenseert.

Overwegende dat de gemeente haar gemeentelijke financiën in evenwicht moet krijgen.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 5 , 6, 9, 10 en 11 van het belastingreglement gevestigd op de verspreiding aan huis van niet- geadresseerde reclamebladen en drukwerken worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement op de verkooppunten van friet en andere aanverwante eetwaren gevestigd op het openbaar domein - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 18 november 2019 het belastingreglement goed op de verkooppunten van friet en andere aanverwante eetwaren gevestigd op het openbaar domein voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, , tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Overwegende dat de gemeente haar budget in evenwicht moet houden.

Motivering voor de invoering van deze belasting:

Verkooppunten van friet en fastfood hebben vaak invloed op de uitstraling van de openbare ruimte, vooral als deze op drukke, openbare plekken zoals pleinen, parken of straten zijn gevestigd. De gemeente heft een belasting om te voorkomen dat er te veel verkooppunten in een bepaald gebied komen, wat zou kunnen leiden tot visuele overbelasting of een ongewenste 'fastfoodcultuur'. Dit draagt bij aan het behoud van een aantrekkelijke en goed onderhouden openbare ruimte.

Fastfoodverkooppunten op het openbaar domein kunnen overlast veroorzaken in de vorm van afval, luidruchtige klanten, of verstoring van het straatbeeld. Deze overlast kan negatieve effecten hebben op de buurt, zoals verminderde leefkwaliteit voor bewoners of verstoring van de rust in woonwijken. De belasting is een manier om deze effecten te beheersen door het aantal verkooppunten te reguleren en het verbeteren van de openbare ruimte.

Fastfoodverkooppunten op drukke plekken kunnen bijdragen aan verkeersdrukte, parkeerproblemen en onveilige situaties. De gemeente stelt een belasting vast om de verkooppunten te reguleren in deze openbare ruimtes om zo de openbare ruimte efficiënter te beheren en verkeersoverlast te verminderen.

Door de belasting in te voeren, kan de gemeente een evenwichtiger horeca-aanbod stimuleren. Als fastfoodverkooppunten te dominant worden op het openbaar domein, kan dit ten koste gaan van andere horecagelegenheden, zoals cafés, restaurants en eetgelegenheden die meer gevarieerde of gezondere keuzes bieden. De belasting zal helpen om te zorgen voor een divers aanbod in de openbare ruimte, zodat er meer keuze is voor zowel bewoners als bezoekers.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 4, 5, 8, 9 en 10 van het belastingreglement gevestigd op de verkooppunten van friet en andere aanverwante eetwaren worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Wijziging belastingreglement op wegwijzers - aanslagjaar 2025

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 het belastingreglement gevestigd op wegwijzers goed voor de aanslagjaren 2020 - 2025.

Ondertussen is het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd en zijn er enkele nieuwe bepalingen inzake de vestiging, geschillen en invordering van lokale belastingen. Op 3 mei 2024 werd het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bekrachtigd en afgekondigd. Het trad in werking vanaf 10 juni 2024.

Voor de kohierbelastingen met aangifteverplichting dient de uiterste datum voor indiening van de aangifte, ook expliciet te worden opgenomen in het belastingreglement.

Juridische gronden

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170§4.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, tweede lid, 14° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Overwegende dat de gemeente haar budget in evenwicht moet houden.

Motivering:

De belasting op wegwijzers dient als een bron van extra inkomsten voor de gemeente. Het instellen van deze belasting zal de gemeentelijke financiën versterken.

Wegwijzers, borden en andere visuele reclames dragen bij aan de visuele overbelasting in de openbare ruimte. De gemeente heft een belasting om de hoeveelheid aan wildgroei van wegwijzers te reduceren, de aard van de wegwijzers te reguleren en ervoor te zorgen dat ze op een ordelijke manier worden gepresenteerd. Het reglement wordt ingevoerd om te voorkomen dat commerciële bedrijven te veel borden plaatsen, wat afbreuk kan doen aan de esthetiek van het landelijke karakter van Meise.

Met de invoering van deze belasting wenst de gemeente bedrijven en andere entiteiten aan te moedigen om te investeren in duurzamere, efficiëntere of digitale alternatieven voor traditionele fysieke wegwijzers. Er wordt naar gestreefd om de beperkte fysieke ruimte beter te benutten en de milieu-impact van overtollige fysieke bordjes te verminderen.

Als bepaalde bedrijven zonder belasting borden plaatsen, kan dit oneerlijke concurrentie veroorzaken. Door een belasting op wegwijzers vast te stellen, zorgt de gemeente ervoor dat alle bedrijven op gelijke wijze bijdragen aan het gebruik van de openbare ruimte, wat eerlijker aanvoelt voor lokale ondernemers.

Advies/argumentatie

Positief advies. Er worden enkele terminologische wijzigingen aangebracht naar aanleiding van de bepalingen in het gewijzigd decreet van 30 mei 2008 aangaande de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen vastgesteld op 3 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 31 mei 2024, met onmiddellijke inwerkingtreding op datum van 10 juni 2024.

Het gaat voornamelijk over het verplicht toevoegen in het belastingreglement van de uiterste datum voor indiening van een aangifte bij kohierbelastingen die voorzien in een aangifteverplichting.

Inhoudelijk werd er aan het bestaande belastingreglement geen wijziging aangebracht. De wijziging die voorligt is noodzakelijk om de juridische continuïteit te waarborgen. In het najaar zal dit belastingreglement - eventueel grondig herzien - opnieuw voorgelegd worden voor de periode 2026-2031.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Artikelen 1, 4, 5, 6, 10, 11, 12 en 13 van het belastingreglement gevestigd op wegwijzers worden gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 286 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur en de toezichthoudende overheid wordt ervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Instappen raamovereenkomst Creat: Kantoorbenodigdheden en papierwaren februari 2025 (1/2/2025-31/1/2029) - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden

MOTIVERING

Feiten en context

Op 21 januari 2025 is het lokaal bestuur Meise als openbaar aankoper lid geworden van Creat Services dv. Hierdoor kan het lokaal bestuur Meise  te allen tijde toetreden tot alle raamovereenkomsten die bij hen op dat moment lopende zijn.

Om de leveringen van papierwaren voor de gemeente Meise te garanderen, kan het lokaal bestuur Meise hierdoor beroep doen op de raamovereenkomst “Kantoorbenodigdheden en papierwaren februari 2025 1/02/2025-31/01/2029”.

Creat Services dv treedt hierbij enkel op als aankoopcentrale voor de gemeente Meise.

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw.

De ontwerper stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, in te stappen in de raamovereenkomst Creat: Kantoorbenodigdheden en papierwaren februari 2025  1/02/2025-31/01/2029 ” in de markt gezet door Creat Services dv en gegund aan de meest economische en voordelige bieder (op basis van prijs), zijnde Lyreco Rue du Fond des Fourches 20, 4041 Vottem. Het lokaal bestuur stapt in tegen het ramingsbedrag van € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 26, en in het bijzonder artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Advies/argumentatie

De dienst archief en economaat verleent een gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcodes 61408000/01192 en 61602000/02000.

Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 28 maart 2025. De financieel directeur verleende visum met nr. 02042025.

Budgetsleutel

Acties

Initieel budget

Beschikbaar budget

GE/2025/61408000/01192 - Kantoorbenodigdheden

/

 30.000,00

  851,67(28/03/2025)

GE/2025/61602000/02000 - Activiteiten

/

 2.500,00

 2.500,00(28/03/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het dossier met nr. 2025393 en de raming voor de opdracht “Instappen raamovereenkomst Creat: Kantoorbenodigdheden en papierwaren februari 2025 (1/02/2025-31/01/2029)”, opgesteld door de aankoopdienst, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het dossier en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Er wordt kennis genomen van de omschrijving van de opdracht en technische bepalingen die terug te vinden zijn via volgende link: Kantoorbenodigdheden en papierwaren - februari 2025.

Artikel 3

Goed te keuren om in te stappen in de raamovereenkomst Creat: Kantoorbenodigdheden en papierwaren februari 2025 (1/02/2025-31/01/2029)", dat in de markt werd gezet door Creat Services dv en door hen werd gegund aan de economische meest voordelige bieder, zijnde Lyreco Rue du Fond des Fourches 20, 4041 Vottem tegen de voorwaarden vermeld in de offerte van de inschrijver.

Artikel 4

De afname door de gemeente Meise dat zal geplaatst worden via bovenstaande raamovereenkomst tegen het maximum bestelbedrag van € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw wordt goedgekeurd voor een looptijd van de raamovereenkomst. De termijn start vanaf goedkeuring gunning tot 31 januari 2029.

Artikel 5

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het dossier met nr. 2025393. Iedere afroep maakt deel uit van een aparte bestelling. Afname kan uitsluitend door het lokaal bestuur Meise.

Artikel 6

De betaling zal gebeuren met de kredieten ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcodes 61408000/01192 en 61602000/02000.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Instappen raamovereenkomst Creat: Afvalophaling en -verwerking voor gemeente Meise (1/06/2025-31/05/2029) - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden

MOTIVERING

Feiten en context

Op 21 januari 2025 is het lokaal bestuur Meise als openbaar aankoper lid geworden van Creat Services dv. Hierdoor kan het lokaal bestuur Meise te allen tijde toetreden tot alle raamovereenkomsten die bij hen op dat moment lopende zijn.

Om het ledigen van de containers van allerhande afvalstoffen te kunnen garanderen, kan het lokaal bestuur Meise beroep doen op de raamovereenkomst "Afvalophaling en -verwerking november 2022 (1/06/2025-31/05/2029)". Meer info over dit dossier is terug te vinden via volgende link: Afvalophaling en -verwerking november 2022

De prijzen worden vastgelegd per opdracht en zijn het resultaat van een minicompetitie. Creat services dv heeft deze minicompetitie gegund aan volgende 3 inschrijvers:

- Veolia Environmentan Services BE

- Vanheede Environmetal Logistics

- Renewi

Na akkoord van de gemeenteraad zal Creat Service dv bovengenoemde 3 inschrijvers contacteren om hun offerte in te dienen. Na ontvangst van deze offertes wordt er automatisch gegund aan de voordeligste indiener. Er is een bijdrage van 5% voorzien voor deze overeenkomst.

Wanneer het lokaal bestuur Meise zich in de eindfase van het dossier alsnog bedenkt en beslist om niet deel te nemen aan de raamovereenkomst, dan zal een éénmalige kost van € 750 excl. 21% btw, worden aangerekend. In dat geval dienen zij ook onze motivatie voor niet-deelname te ontvangen.

De prijzen worden slechts herzien na schriftelijke gemotiveerde vraag van de dienstverlener. Jaarlijks kan er maximum één prijswijziging worden aangevraagd.

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 465.000,00 excl. btw of € 562.650,00 incl. 21% btw.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 26, en in het bijzonder artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Advies/argumentatie

De dienst leefmilieu verleent een gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61305000/09840.

De financieel directeur verleende een visum met nummer 2025404 op 2 april 2025.

Budgetsleutel

Acties

Initieel budget

Beschikbaar budget

GE/2025/61305000/09840 - Huisvuil & containerkosten

/

 161.646,92

 92.373,46(1/04/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het starten van de minicompetitie en de raming voor de opdracht “Instappen raamovereenkomst Creat: Afvalophaling en -verwerking november 2022”, opgesteld door de aankoopdienst, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het dossier en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 465.000,00 excl. btw of € 562.650,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Er wordt kennis genomen van de inventarislijst in bijlage. De gemeenteraad gaat akkoord dat Creat services dv aan de hand van deze inventarislijst de minicompetitie kan opstarten.

Artikel 3

De instap in de raamovereenkomst "Afvalophaling en -verwerking november 2022” dat in de markt werd gezet door Creat Services dv en door hen gegund aan volgende inschrijvers wordt goedgekeurd:

- Veolia Environmentan Services BE

- Vanheede Environmetal Logistics

- Renewi.

Zij zullen gecontacteerd worden om deel te nemen aan de minicompetitie. Na ontvangst van deze offertes wordt er automatisch gegund aan de voordeligste indiener. Er is een bijdrage van 5% voorzien voor deze overeenkomst.

Artikel 4

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2025398.

Artikel 5

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61305000/09840.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Instappen raamovereenkomst C-Smart: Leveren en implementeren van bepaalde backoffice oplossingen met dienstverlening perceel 2 personeel - Goedkeuring gunning

MOTIVERING

Feiten en context

Om de ondersteuning van het sociaal secretariaat van de personeelsdienst te kunnen garanderen, kan het lokaal bestuur Meise beroep doen op het raamcontract “Leveren en implementeren van bepaalde backoffice oplossingen met dienstverlening” perceel 2 van C-Smart. Totale looptijd van deze raamovereenkomst is 48 maanden met 2 keer mogelijke verlenging van 1 jaar.

De opdracht werd gegund bij wijze van onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging/mededingingsprocedure met onderhandeling.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 675.000,00 excl. btw of € 816.750,00 incl. 21% btw.

Gemeente Meise treedt op als aankoopcentrale voor het OCMW Meise.

De aankoopdienst stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, in te stappen op de raamovereenkomst "Leveren en implementeren van bepaalde backoffice oplossingen met dienstverlening perceel 2 personeel” in de markt gezet door C-Smart en door hen gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van prijs), zijnde Cipal dv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 42, § 1, 1° a) (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van € 221.000,00 niet).

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

De personeelsdienst verleent een gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61301000/01120.

Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 2 april 2024. De financieel directeur verleende op 2 april visum met nr. 2025402.

Budgetsleutel

Acties

Initieel budget

Beschikbaar budget

GE/2025/61301000/01120 - ______________

/

 100.000,00

 54.844,19(2/04/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het dossier met nr. 2025404 en de raming voor de opdracht “Instappen raamovereenkomst C-Smart: Leveren en implementeren van bepaalde backoffice oplossingen met dienstverlening perceel 2 personeel,” opgesteld door de aankoopdienst, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het dossier en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 675.000,00 excl. btw of € 816.750,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Er wordt kennis genomen van het bestek zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten dat werd opgesteld voor C-Smart.

Artikel 3

De instap in de raamovereenkomst “Leveren en implementeren van bepaalde backoffice oplossingen met dienstverlening perceel 2 personeel”, dat in de markt werd gezet door C-Smart en door hun gegund aan de economische meest voordelige bieder, zijnde, Cipal dv, Cipalstraat 3 te 2440 Geel tegen de voorwaarden vermeld in de offerte van de inschrijver, wordt goedgekeurd.

Artikel 4

De totale afname door het lokaal bestuur (gemeente en OCMW) dat zal geplaatst worden via bovenstaande raamovereenkomst tegen het nagerekende offertebedrag van € 675.000,00 excl. btw of € 816.750,00 incl. 21% btw wordt goedgekeurd voor een looptijd van de raamovereenkomst. De termijn wordt vastgelegd voor 48 maanden maar is mogelijk 2 keer verlengbaar met 1 jaar.

Artikel 5

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het dossier met nr. 2025404.

Artikel 6

De algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad worden gemachtigd om de documenten: "verbintenis terbeschikkingstelling middelen" en "toetredingsacte overheidsopdracht" in bijlage te ondertekenen.

Artikel 7

De betaling zal gebeuren betaling met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61301000/01120.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Goedkeuring tot deelname collectieve hospitalisatieverzekering gemeentepersoneel (1/1/2026-31/12/30 - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden

MOTIVERING

Feiten en context

Lokale besturen zijn verplicht om een hospitalisatieverzekering aan hun personeelsleden aan te bieden.

Hoewel alle lokale besturen en aanverwante instellingen in het verleden gebruik konden maken van de raamovereenkomst collectieve hospitalisatieverzekering (waaronder ook gemeente Meise en OCMW-Meise), zal de huidige overeenkomst tussen de FPD-GSD en Ethias eind 2025 aflopen.  

De federale GSD heeft besloten dat Vlaamse lokale en provinciale besturen niet kunnen intekenen op de overheidsopdracht, die alleen toegankelijk is voor Waalse en Brusselse lokale en provinciale besturen die bij de federale GSD zijn aangesloten.

Gezien het belang van een kwalitatieve hospitalisatieverzekering voor personeelsleden en de voordelen van een collectieve polis, heeft de GSD-V besloten om zelf een overheidsopdracht uit te schrijven voor de bij de GSD-V aangesloten besturen en instellingen.

Gemeente Meise en OCMW-Meise wensen deel te nemen aan deze nieuwe raamovereenkomst vanaf 1 januari 2026.

Er wordt voorgesteld, door GSD-V vzw, om de opdracht te gunnen bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling.

GSD-V vraagt om een inschatting op te geven van het aantal verzekerden van alle entiteiten samen.

Er wordt vooropgesteld om 210 hoofdverzekerden, 107 niet-actieve hoofdverzekerden (gepensioneerden)en 201 nevenverzekerden op te nemen in de hospitalisatie-verzekeringspolis. (zie bijlage)

 Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 26, en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Gezien de huidige hospitalisatieverzekering (tussen de FPD-GSD en Ethias) afloopt eind 2025 en het zowel arbeidsintensief als tijdrovend is om zo'n opdracht zelf in de markt te zetten, verleent de personeelsdienst een gunstig advies om deel te nemen aan bovenvermelde opdracht.

Financiële gevolgen

Momenteel zijn de financiële gevolgen nog niet bekend vermits het dossier nog moet opgestart worden door GSD-V vzw.

Er wordt vooropgesteld om 210 hoofdverzekerden, 107 niet-actieve hoofdverzekerden (gepensioneerden) en 201 nevenverzekerden op te nemen in de hospitalisatie-verzekeringspolis.

BESLUIT

Artikel 1

Het dossier met nr. 2025407 voor de opdracht “Goedkeuring tot deelname collectieve hospitalisatieverzekering gemeente- en OCMW-personeel (1/1/2026-31/12/30)”, opgesteld door de aankoopdienst, wordt goedgekeurd.  Om de mededinging te vrijwaren en het gelijkheids- en transparantiebeginsel te respecteren, wordt het bestek niet vooraf gedeeld. Het bestek kan wel ingekeken worden op de zetel van de GSD-V.

Artikel 2

Goedkeuring te verlenen voor deelname aan de raamovereenkomst “Collectieve hospitalisatieverzekering ten behoeve van de (gepensioneerde) personeelsleden van de bij de GSD-V aangesloten besturen en instellingen, alsook hun naaste verwanten” van de GSD-V vanaf 1 januari 2026.

Artikel 3

De GSD-V wordt gemachtigd om in het kader van deze overheidsopdracht, in naam en voor rekening van Gemeente Meise en OCMW Meise, de plaatsingsprocedure en de bijhorende aanbestedingsdocumenten alsook alle voorwaarden ervan vast te stellen, de plaatsingsprocedure te voeren en een beslissing te nemen over de gunning.

Artikel 4

De algemeen directeur wordt gemachtigd om het aansluitingsformulier in te vullen en deze samen met het raadsbesluit aan de GSD-V te bezorgen.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Vaststelling reglement lokale handelaarscheque

MOTIVERING

Feiten en context

In de zitting van 10 maart 2025 besliste het college van burgemeester en schepenen om de definitie van een lokale onderneming strikt te interpreteren voor toelating van handelaars tot de handelaarscheque.

Het schepencollege is voorstander om de geldigheidsdatum van de lokale handelaarscheque te schrappen. De lokale handelaarscheque zal in de toekomst onbeperkt geldig zijn.

Juridische gronden

Het reglement op aankoop en terugbetaling van de lokale handelaarscheque ter ondersteuning van de lokale economie in Meise, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de zitting van 18 oktober 2021.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 april 2020.

Het RSZ-besluit (Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ), m.n. art. 19quater (ecocheques), art. 19ter (sport- en cultuurcheques) en art. 19 §2, 14° (geschenkcheques).

Advies/argumentatie

Door de definitie van een lokale onderneming strikt te interpreteren, promoot de lokale handelaarscheque onze lokale ondernemers en worden grote ketens die niet door zelfstandigen worden uitgebaat, uitgesloten van deelname.

Door de onbeperkte geldigheid krijgt de lokale economie een duurzamere stimulans, terwijl zowel handelaars als gebruikers meer gemak ervaren.

De omschrijving 'gemeente Meise' wordt vervangen door 'lokaal bestuur Meise'.

Financiële gevolgen

Van de lokale handelaarscheques die verkocht zijn in 2022 en 2023 (vervaldag op 31 december 2024) zijn er jaarlijks gemiddeld € 3.115 aan cheques vervallen.

BESLUIT

Artikel 1

Het reglement op aankoop en terugbetaling van de lokale handelaarscheque ter ondersteuning van de lokale economie in Meise wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst     Nieuwe tekst

 

Definities

Een lokale ondernemer kan als volgt omschreven worden:

"Een lokale ondernemer is iemand die een eigen bedrijf runt en actief is binnen een specifieke regio, zoals een stad, dorp of wijk. Dit kan gaan om een kleine zelfstandige, een familiebedrijf of een kmo (kleine of middelgrote onderneming). Lokale ondernemers onderscheiden zich van grote (inter)nationale bedrijven doordat ze vaak een sterke band hebben met de gemeenschap en persoonlijk betrokken zijn bij hun klanten."

Artikel 1 Onderwerp

· Ter ondersteuning van de Meisese lokale handel voorziet de gemeente  Meise in de uitgifte en verkoop van een lokale handelaarscheque.

· Het lokaal bestuur Meise kan de lokale handelaarscheque zelf gebruiken voor de uitbetaling van premies en tegemoetkomingen zoals geboortepremie, premie jubilarissen, vrijwilligers…

 

 

Artikel 1 Onderwerp

· Ter ondersteuning van de Meisese lokale handel voorziet het lokaal bestuur Meise in de uitgifte en verkoop van een lokale handelaarscheque.

· Het lokaal bestuur Meise kan de lokale handelaarscheque zelf gebruiken voor de uitbetaling van premies en tegemoetkomingen zoals geboortepremie, premie jubilarissen, vrijwilligers…

Artikel 2 Vorm, geldigheid en andere aankoopmodaliteiten van de lokale handelaarscheque

· Is een betaalmiddel en wordt uitgegeven in 3 waarden: € 10, € 25 en € 50. 

· Bevat een unieke chronologische nummering, een QR-code en een specifieke vormgeving die de echtheid garandeert.

· Is 1 jaar geldig na uitgiftedatum. De vervaldatum wordt vermeld op elke cheque. Indien de samenwerking met de leverancier zou worden stopgezet, is de lokale handelaarscheque geldig tot 31 december van het jaar van stopzetting.

· Kan niet ingeruild worden tegen geld of een ander betaalmiddel, zelfs niet gedeeltelijk.

· Een vervallen lokale handelaarscheque kan niet aanvaard worden door deelnemende handelaars.

 

· Wordt niet vervangen in geval van verlies.

· De papieren versie kan aangekocht worden bij het onthaal van het Administratief Centrum, De Muze en Dienstencentrum De Spil van gemeente  Meise tijdens de openingsuren via afhaling tegen contante of girale betaling. Het kasticket is het bewijs van betaling voor de aankoper.

 

De digitale versie kan aangekocht worden via de website www.meise.be/lokaleeconomie via girale betaling. De aankoper ontvangt een betalingsbewijs bij aankoop.

· Wordt enkel aanvaard bij de deelnemende handelaars. Een lijst met de deelnemende handelaars kan op de website www.meise.be/lokaleeconomie geconsulteerd worden.

· Enkel in extreme gevallen (pandemieën, rampen) kan de geldigheid van de lokale handelaarschequeverlengd worden door de gemeente Meise.

· Een officieel facturatiedocument kan bekomen worden op aanvraag via financiën@meise.be

 

Artikel 2 Vorm, geldigheid en andere aankoopmodaliteiten van de lokale handelaarscheque

· Is een betaalmiddel en wordt uitgegeven in 3 waarden: € 10, € 25 en € 50. 

· Bevat een unieke chronologische nummering, een QR-code en een specifieke vormgeving die de echtheid garandeert.

· Lokale handelaarscheques die worden uitgegeven vanaf 1 mei 2025 zijn onbeperkt geldig. De vervaldatum wordt vermeld op elke cheque. Indien de samenwerking met de leverancier zou worden stopgezet, is de lokale handelaarscheque geldig tot 31 december van het jaar van stopzetting.

· Kan niet ingeruild worden tegen geld of een ander betaalmiddel, zelfs niet gedeeltelijk.

· Een vervallen lokale handelaarscheque kan niet aanvaard worden door deelnemende handelaars.

· Wordt niet vervangen in geval van verlies.

· De papieren versie kan aangekocht worden bij het onthaal van het Administratief Centrum, De Muze en Dienstencentrum De Spil van lokaal bestuur Meise tijdens de openingsuren via afhaling tegen contante of girale betaling. Het kasticket is het bewijs van betaling voor de aankoper.

De digitale versie kan aangekocht worden via de website www.meise.be/lokaleeconomie via girale betaling. De aankoper ontvangt een betalingsbewijs bij aankoop.

· Wordt enkel aanvaard bij de deelnemende handelaars. Een lijst met de deelnemende handelaars kan op de website www.meise.be/lokaleeconomie geconsulteerd worden.

· Enkel in extreme gevallen (pandemieën, rampen) kan de geldigheid van de lokale handelaarschequesuitgegeven vóór 1 mei 2025 verlengd worden door lokaal bestuur Meise.

· Een officieel facturatiedocument kan bekomen worden op aanvraag via financiën@meise.be

 

Artikel 3 Beheerskosten

· Gemeente Meise draagt alle kosten betreffende de uitgifte van de lokale handelaarscheque.

· Gemeente Meise draagt alle kosten betreffende de publiciteit van lokale handelaarscheque.

· Gemeente Meise rekent geen andere kosten aan de deelnemende handelaars door.

 

Artikel 3 Beheerskosten

· Het lokaal bestuur Meise draagt alle kosten betreffende de uitgifte van de lokale handelaarscheque.

· Het lokaal bestuur Meise draagt alle kosten betreffende de publiciteit van lokale handelaarscheque.

· Het lokaal bestuur Meise rekent geen andere kosten aan de deelnemende handelaars door.

Artikel 4 Deelnemende handelaars

· Lokale ondernemers (zelfstandige, winkelier, horeca-uitbater…) die minstens één vestigingseenheid hebben in Meise en die goederen en/of diensten aanbieden aan particulieren komen in aanmerking om deel te nemen aan het initiatief van de lokale handelaarscheque. De lokale handelaarscheques worden enkel gebruikt in de vestigingseenheid in Meise. De lokale handelaarscheque kan niet gebruikt worden om de tegenwaarde te plaatsen op een financiële rekening. Om misbruik op dit vlak te vermijden kunnen financiële instellingen (banken) geen cheques in ontvangst nemen. 

· Dienst lokale economie van het lokaal bestuur Meise behoudt het recht om te bepalen welke handelaars in aanmerking komen met het oogmerk op het stimuleren van de lokale economie.

· Deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque kan via digitale registratie op de website www.meise.be/lokaleeconomie. Deelname is kosteloos.

· Door zich te registreren als deelnemende handelaar accepteert de onderneming het reglement op aankoop en terugbetaling van de lokale handelaarscheque en engageert zich daarbij om deze cheque gedurende de deelname als betaalmiddel te aanvaarden.

· De deelnemende handelaar dient bij ontvangst van een lokale handelaarscheque als betaalmiddel de cheque onmiddellijk te scannen om deze te ontwaarden.

· Een beschadigde papieren lokale handelaarscheque waarvan de waarde, de vervaldatum, het uniek nummer of de QR-code onduidelijk is, verliest zijn volledige waarde en geeft de deelnemende handelaar het recht om de betaling te weigeren. Ook als de echtheid van de lokale handelaarscheque in twijfel getrokken wordt, heeft de deelnemende handelaar het recht om de betaling met een lokale handelaarscheque te weigeren. De weigering dient onmiddellijk gemeld te worden aan gemeente Meise via lokaleeconomie@meise.be.

· Een deelnemende handelaar gaat ermee akkoord dat de verwijzing naar en de gegevens van de onderneming opgenomen worden in de lijst van deelnemende handelszaken en kan gebruikt worden ter promotie van het initiatief van de lokale handelaarscheque. De lijst van deelnemende handelszaken wordt gepubliceerd op de website www.meise.be/lokaleeconomie en andere infokanalen ter promotie van de lokale handelaarscheque.

· Op eenvoudig verzoek via lokaleeconomie@meise.be kan een deelnemende handelaar een raamsticker aanvragen om zijn deelname aan het initiatief kenbaar te maken op een zichtbare plaats in de zaak.

 

· Een deelnemende handelaar meldt onmiddellijk via lokaleeconomie@meise.be wanneer er een wijziging is van de gegevens van de onderneming of wanneer de activiteiten gestaakt worden. In het geval van stopzetting stopt de deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque automatisch.

· Een deelnemende handelaar kan zijn deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque stopzetten door dit te melden via lokaleeconomie@meise.be, de raamsticker te verwijderen en de lokale handelaarscheque vanaf de dag na de melding via lokaleeconomie@meise.be de lokale handelaarscheque niet meer te aanvaarden.

 

Artikel 4 Deelnemende handelaars

· Lokale ondernemers (zelfstandige, winkelier, horeca-uitbater…) die minstens één vestigingseenheid hebben in Meise en die goederen en/of diensten aanbieden aan particulieren komen in aanmerking om deel te nemen aan het initiatief van de lokale handelaarscheque. De lokale handelaarscheques worden enkel gebruikt in de vestigingseenheid in Meise. De lokale handelaarscheque kan niet gebruikt worden om de tegenwaarde te plaatsen op een financiële rekening. Om misbruik op dit vlak te vermijden kunnen financiële instellingen (banken) geen cheques in ontvangst nemen. 

· Dienst lokale economie van het lokaal bestuur Meise behoudt het recht om te bepalen welke handelaars in aanmerking komen met het oogmerk op het stimuleren van de lokale economie.

· Deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque kan via digitale registratie op de website www.meise.be/lokaleeconomie. Deelname is kosteloos.

· Door zich te registreren als deelnemende handelaar accepteert de onderneming het reglement op aankoop en terugbetaling van de lokale handelaarscheque en engageert zich daarbij om deze cheque gedurende de deelname als betaalmiddel te aanvaarden.

· De deelnemende handelaar dient bij ontvangst van een lokale handelaarscheque als betaalmiddel de cheque onmiddellijk te scannen om deze te ontwaarden.

· Een beschadigde papieren lokale handelaarscheque waarvan de waarde, de vervaldatum, het uniek nummer of de QR-code onduidelijk is, verliest zijn volledige waarde en geeft de deelnemende handelaar het recht om de betaling te weigeren. Ook als de echtheid van de lokale handelaarscheque in twijfel getrokken wordt, heeft de deelnemende handelaar het recht om de betaling met een lokale handelaarscheque te weigeren. De weigering dient onmiddellijk gemeld te worden aan het lokaal bestuur Meise via lokaleeconomie@meise.be.

· Een deelnemende handelaar gaat ermee akkoord dat de verwijzing naar en de gegevens van de onderneming opgenomen worden in de lijst van deelnemende handelszaken en kan gebruikt worden ter promotie van het initiatief van de lokale handelaarscheque. De lijst van deelnemende handelszaken wordt gepubliceerd op de website www.meise.be/lokaleeconomie en andere infokanalen ter promotie van de lokale handelaarscheque.

· Op eenvoudig verzoek via lokaleeconomie@meise.be kan een deelnemende handelaar een raamsticker aanvragen om zijn deelname aan het initiatief kenbaar te maken op een zichtbare plaats in de zaak.

· Een deelnemende handelaar meldt onmiddellijk via lokaleeconomie@meise.be wanneer er een wijziging is van de gegevens van de onderneming of wanneer de activiteiten gestaakt worden. In het geval van stopzetting stopt de deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque automatisch.

· Een deelnemende handelaar kan zijn deelname aan het initiatief van de lokale handelaarscheque stopzetten door dit te melden via lokaleeconomie@meise.be, de raamsticker te verwijderen en de lokale handelaarscheque vanaf de dag na de melding via lokaleeconomie@meise.be de lokale handelaarscheque niet meer te aanvaarden.

 

Artikel 5 Terugbetaling door gemeente  Meise aan deelnemende handelaars

· De financiële dienst van gemeente  Meise zorgt zelf voor de terugbetaling van lokale handelaarscheques die door de deelnemende handelaars als ontvangen werden ingelezen. De terugbetaling gebeurt via overschrijving op frequente basis.

 

Artikel 5 Terugbetaling door het lokaal bestuur Meise aan deelnemende handelaars

· De financiële dienst van het lokaal bestuur Meise zorgt zelf voor de terugbetaling van lokale handelaarscheques die door de deelnemende handelaars als ontvangen werden ingelezen. De terugbetaling gebeurt via overschrijving op frequente basis.

 

Artikel 7 Kwaliteit van de goederen en diensten

· Gemeente Meise kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de kwaliteit van de goederen en/of diensten die met de lokale handelaarscheque aangekocht worden.

 

Artikel 7 Kwaliteit van de goederen en diensten

· Het lokaal bestuur Meise kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de kwaliteit van de goederen en/of diensten die met de lokale handelaarscheque aangekocht worden.

 

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt en treedt in voege overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekend gemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

Het reglement op de aankoop en terugbetaling van de lokale handelaarscheque ter ondersteuning van de lokale economie in Meise zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 18 oktober 2021 wordt opgeheven bij inwerkingtreding van dit reglement.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Omgevingsvergunning VB2025/020 -  OMV_2024142251- A12 Complex Londerzeel-Zuid - Autoweg 21 te 1861 Meise: beslissing over de gedeeltelijke opheffing van gemeentewegen 86, 57, 61, 6, 10 en 12

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend door Kenneth Vanhoenacker namens het Agentschap Wegen en Verkeer, Koning Albert II laan 20 bus 4 te 1000 Brussel,  voor infrastructuurwerken aan de A12 - Complex Londerzeel Zuid op  percelen kadastraal bekend onder (afd. ) sectie D 418 P2, (afd. ) sectie D 418 F3, (afd. ) sectie D 418 N, (afd. ) sectie D 418 L3, (afd. ) sectie D 418 E3, (afd. ) sectie D 418 B3, (afd. ) sectie D 418 H3, (afd. ) sectie D 419 N, (afd. ) sectie D 420 D, (afd. ) sectie D 421 S, (afd. ) sectie D 424 C, (afd. ) sectie D 431 C, (afd. ) sectie D 668 A, (afd. ) sectie E 313 P, (afd. ) sectie E 313 R, (afd. ) sectie E 314 D, (afd. ) sectie E 314 C, (afd. ) sectie E 316 N, (afd. ) sectie E 316 K, (afd. ) sectie E 316 M, (afd. 2) sectie B 80 C2, (afd. 2) sectie B 93 A, (afd. 2) sectie B 93 B, (afd. 2) sectie B 97 K, (afd. 2) sectie B 97 H, (afd. 2) sectie B 97 M, (afd. 2) sectie B 97 L, (afd. 2) sectie B 97 N, (afd. 2) sectie B 99 C, (afd. 2) sectie B 99 D, (afd. 2) sectie B 101 F, (afd. 2) sectie B 102 D, (afd. 2) sectie B 102 F, (afd. 2) sectie B 103 D, (afd. 2) sectie B 103 E, (afd. 2) sectie B 106 W, (afd. 2) sectie B 106 X, (afd. 2) sectie B 107 F, (afd. 2) sectie B 107 E, (afd. 2) sectie B 107 G, (afd. 2) sectie B 108 C, (afd. 2) sectie B 109 N, (afd. 2) sectie B 109 P, (afd. 2) sectie B 109 R, (afd. 2) sectie B 109 S, (afd. 2) sectie B 110 P, (afd. 2) sectie B 110 S, (afd. 2) sectie B 110 B2, (afd. 2) sectie B 110 A2, (afd. 2) sectie B 110 V, (afd. 2) sectie B 110 X, (afd. 2) sectie B 110 T, (afd. 2) sectie B 110 Z, (afd. 2) sectie B 110 W, (afd. 2) sectie B 111 C, (afd. 2) sectie B 111 D, (afd. 2) sectie B 115 F, (afd. 2) sectie B 116 E, (afd. 2) sectie B 117 C, (afd. 2) sectie B 118 C, (afd. 2) sectie B 119 _, (afd. 2) sectie B 120 C, (afd. 2) sectie B 120 D, (afd. 2) sectie B 121 K, (afd. 2) sectie B 121 N, (afd. 2) sectie B 121 M, (afd. 2) sectie B 122 A, (afd. 2) sectie B 123 B, (afd. 2) sectie B 125 A, (afd. 2) sectie B 126 C, (afd. 2) sectie B 128 L, (afd. 2) sectie B 128 D, (afd. 2) sectie B 129 _, (afd. 2) sectie B 130 B, (afd. 2) sectie B 131 B, (afd. 2) sectie B 133 E, (afd. 2) sectie B 134 B, (afd. 2) sectie B 142 A, (afd. 2) sectie B 142 D, (afd. 2) sectie B 142 C, (afd. 2) sectie B 142 B, (afd. 2) sectie B 142 G, (afd. 2) sectie B 144 T, (afd. 2) sectie B 144 P, (afd. 2) sectie B 144 R, (afd. 2) sectie B 144 S, (afd. 2) sectie B 193 S, (afd. 2) sectie B 193 V, (afd. 2) sectie B 194 G, (afd. 2) sectie B 194 F, (afd. 2) sectie B 196 G, (afd. 2) sectie B 196 H, (afd. 2) sectie B 202 E, (afd. 2) sectie B 303 W3, (afd. 2) sectie B 304 R en (afd. 2) sectie B 304 K2.

Het projectgebied bevindt zich langs de A12 ter hoogte van Londerzeel, ten zuiden van de spoorlijn 53 (Schellebelle-Dendermonde-Mechelen- Leuven) tot aan het Leefdaalbos, tussen kilometerpunt 11.4 en 13.1. Aan de oostzijde van de A12 ligt Westrode (deelgemeente van Meise), aan de westzijde de gemeente Londerzeel. Vandaag kruist de Londerzeelsesteenweg/Kerkhofstraat de A12 in het projectgebied door middel van een lichtengeregeld kruispunt. Dit kruispunt is één van de laatste gelijkvloerse kruisingen tussen de ringweg te Brussel en de Rupel, en is daarom een cruciaal onderdeel van de omvorming naar snelweg.

Het ontwerp van het aansluitingscomplex en de infrastructuurbundel worden opgevat als een opportuniteit om het functioneren van de A12 als primaire weg I te realiseren, maar ook om de geplande infrastructurele ontwikkelingen langs de A12 (tram, fietssnelweg,…) te stroomlijnen. Binnen de aanleg van het huidige project worden enkel de U-bak en de tunnel van het project Brabantnet gerealiseerd (als ruwbouw).

Het is de bedoeling om met deze infrastructuurwerken, met name de herinrichting van het knooppunt, de verkeersveiligheid en de doorstroming voor het verkeer op de A12 sterk te verbeteren.

Het nieuwe aansluitingscomplex wordt ten zuiden van het huidige lichtengeregeld kruispunt gesitueerd. Het project omvat volgende aspecten:

        De A12 wordt over een afstand van 800 meter ingesleufd en krijgt een apart op- en afrittencomplex.

        Er wordt een fiets- en voetgangersbrug aangelegd zodat fietsers en voetgangers veilig de A12 kunnen oversteken.

        De fiets- en wandelbrug wordt aangesloten op de fietssnelweg F28.

        Door de aanleg van een tramtunnel voor de toekomstige sneltramverbinding tussen Willebroek en Brussel wordt er meer ruimte gecreëerd voor het openbaar vervoer.

Huidige beslissing is beperkt tot de aspecten en voorwaarden waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid heeft. Voorwaarden met betrekking tot stedenbouwkundige aspecten behoren tot de bevoegdheid van het schepencollege en worden bijgevolg niet opgenomen in deze beslissing. Bovendien betreft de aanvraag ook aspecten van wijzigingen van niet-gemeentelijke wegen; deze aspecten maken ook geen voorwerp uit van de huidige beslissing.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat een verzoek tot gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 86, gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 57, gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 61, gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 6, gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 10 en gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 12, zijnde gemeentewegen die binnen het projectgebied gelegen zijn en de A12 kruisen. Buiten het projectgebied blijven de gemeentewegen (voet- en buurtwegen) behouden.

Door de opheffing van deze gemeentewegen wordt er een oppervlakte van 'openbaar domein' afgeschaft, namelijk: voor gemeenteweg nummer 86 - 393,60 m²; voor gemeenteweg nummer 57 - 505,30 m²; voor gemeenteweg nummer 61 - 423,20 m²; voor gemeenteweg nummer 6 - 4373,60 m²; voor gemeenteweg nummer 10 - 2546,80 m² en voor gemeenteweg nummer 12 - 1753,50 m².

Voor alle gemeentewegen (voorheen voet- en buurtwegen) wordt een beroep gedaan op de "verkrijgende verjaring", aangezien het af te schaffen gedeelte van de wegzaten reeds meer dan 30 jaar in onbruik is. Deze wegzaten zijn niet meer zichtbaar op het terrein en worden volledig in beslag genomen door de A12 zelf.

Er heeft een openbaar onderzoek plaatsgevonden over de omgevingsvergunningsaanvraag van 6 februari 2025 tot 7 maart 2025. Tijdens deze periode werd er één bezwaarschrift ontvangen.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

De Vlaamse codex ruimtelijke ordening;

Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014;

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Advies/argumentatie

Het omgevingsvergunningsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt:

“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”

Het omgevingsvergunningsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

In de toelichting bij bovengenoemd omgevingsvergunningsdecreet en -besluit is te lezen:

“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.

Het aanvaarden van bezwaren en adviezen geeft uitvoering aan de artikelen 3 (doelstellingen) en 4 (principes) van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019"

Het gedeelte van de voetwegen nummers 86, 57, 61 en buurtwegen 6, 10, 12, die gelegen zijn in het projectgebied, zijn reeds tientallen jaren in onbruik en op het terrein ook helemaal niet meer zichtbaar:

1. Het gedeelte van gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 86 dat dient afgeschaft te worden, verbindt de Londerzeelsesteenweg met de Patatestraat. De route van de voetweg doorkruist weiden, de autosnelweg A12 en het terrein van de firma Sarens. Momenteel heeft hij geen enkele functionele waarde meer. Er is geen verbinding meer tussen de Patatestraat en de Londerzeelsesteenweg en bovendien is de voetweg niet meer visueel zichtbaar op het terrein. De afschaffing is in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van het deel van voetweg dat afgeschaft wordt 393,60 m² (zie plan R&O23_MSE2B1_S86_DEF )

 



2. Het gedeelte van gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 57 dat moet worden afgeschaft, bevindt zich ter hoogte van de Boskant. Deze voetweg doorkruist een bos, de autosnelweg A12 en een deel van het terrein van de firma Sarens. Het te schrappen deel heeft momenteel geen enkele functie meer. Er bestaat geen verbinding meer tussen het behouden deel van voetweg nr. 57 en de Boskant. Bovendien is hij niet meer visueel zichtbaar op het terrein. De afschaffing is in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van de afgeschafte voetweg 505,30 m² .

 

 



3. Het deel van gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 61 dat dient afgeschaft te worden, bevindt zich ter hoogte van het bedrijf in de Patatestraat 106. Hij doorkruist een bos, de autosnelweg A12, braakliggende grond en het bedrijf gelegen langs de Patatestraat 106. Dit gedeelte van voetweg nummer 61 heeft geen enkele functie meer. Er is geen verbinding meer tussen het behouden deel van voetweg nr. 61 en de Patatestraat. Hij is ook niet meer visueel zichtbaar op het terrein. De afschaffing is in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van het deel van de af te schaffen voetweg 423,20 m² (zie plan R&O23_MSE2B2_S61_DEF ).

 



4. Het deel van gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 6 dat wordt afgeschaft, verbindt de Bergstraat en de Patatestraat ter hoogte van bedrijf Sarens en loopt deels op de A12. Dit gedeelte van de buurtweg heeft op de A12 geen enkele functie meer. Bovendien is deze buurtweg niet langer visueel zichtbaar op het terrein. In het toekomstig project heeft deze ligging van de buurtweg geen enkele functie meer. Deze wegzate is al meer dan 30 jaar in gebruik door de A12. De afschaffing gebeurt in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van het deel dat afgeschaft wordt 4373,60 m² (zie plan R&O23_MSE2B4_C06_DEF ).

 

 




 

5. Het gedeelte van gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 10  dat wordt afgeschaft, verbindt de Patatestraat ter hoogte van Geeroms met de Patatestraat ter hoogte van Sarens, en loopt deels op de A12. Het af te schaffen deel heeft op de A12 geen enkele functie meer en is ook niet meer visueel zichtbaar op het terrein. De wegzate wordt ten volle in gebruik genomen door de A12. In het toekomstig project heeft deze ligging van de af te schaffen buurtweg geen enkele functie meer. De afschaffing gebeurt in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van het deel dat afgeschaft wordt 2546,80 m² (zie plan R&O23_MSE2B5_C10_DEF ).

 

 

 

 



6. Het af te schaffen deel van de gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 12 ligt ter hoogte van de Londerzeelsesteenweg en verbindt de Kerkhofstraat met de Londerzeelsesteenweg. Sinds de aanleg van de A12, zijnde meer dan 30 jaar, is het af te schaffen gedeelte van de wegzate in onbruik. Het deel dat wordt afgeschaft van buurtweg nr. 12 heeft op de A12 geen enkele functie meer.  Deze wegzate is niet meer visueel zichtbaar op het terrein en wordt ten volle in gebruik genomen door de A12 zelf. In zijn huidige toestand is het deel dat wordt afgeschaft een deel van de Londerzeelsesteenweg. In het toekomstig project heeft deze ligging van dat deel van de af te schaffen buurtweg geen enkele functie meer.



Een herstel van deze verbinding is niet meer mogelijk. De afschaffing is in functie van het algemeen belang. Volgens het opmetingsplan is de gemeten oppervlakte van het deel dat afgeschaft wordt 1753,50 m² (zie plan R&O23_MSE2B6_C12_DEF).

De verkeersveiligheid en de doorstroming voor het verkeer op de A12 zullen door de herinrichting van het knooppunt sterk verbeteren.

Het College kan daarom de vraag tot gedeeltelijke afschaffing van de gemeentewegen 86, 57, 61, 6, 10 en 12, zoals voorgesteld in de omgevingsaanvraag van het Agentschap Wegen en Verkeer, met een positief advies voorleggen aan de gemeenteraad.

Tijdens het openbaar onderzoek van 6 februari 2025 tot 7 maart 2025 werd er één bezwaarschrift ingediend. Deze bezwaren hebben geen betrekking op de opheffing van de gemeentewegen of de beoordelingsgronden opgesomd in artikelen 3, 4 en desgevallend 6 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

Financiële gevolgen

Artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen bepaalt dat de opheffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. De vergoeding voor de waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede van de gemeente. De waardevermeerdering dient vastgelegd te worden door een landmeter-expert die de eigenaar aanstelt.

Het Agentschap Wegen en Verkeer stelde het landmeters & studiebureau GEO-D aan om over te gaan tot de opmaak van een schattingsverslag dd. 15 november 2023 met als doel de venale waarde te bepalen van de eigendommen.

Landmeters & studiebureau GEO-D heeft de venale waarde van de betreffende gronden in het totaal vastgesteld op € 758,45, verdeeld als volgt:

        gemeenteweg (voetweg) nummer 86: € 56,00 + € 39,20 + € 70,40 + € 91,60 - totaal: € 257,20;

        gemeenteweg (voetweg) nummer 57: € 50,07 + € 19,18 + € 70,00 - totaal: € 139,25;

        gemeenteweg (voetweg) nummer 61: € 318,00 + € 40,00 + € 4,00 - totaal: € 362,00;

        gemeenteweg (buurtweg) nummer 6: € 0,00;

        gemeenteweg (buurtweg) nummer 10 : € 0,00;

        gemeenteweg (buurtweg) nummer 12: € 0,00.

De inkomsten kunnen geboekt worden op het budget 2025 onder budgetsleutel GE/22000000/02000.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 86, gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 57, gemeenteweg (voorheen voetweg) nummer 61, gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 6, gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 10 en gemeenteweg (voorheen buurtweg) nummer 12 in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV_2024142251 voor de aanleg van het A12 Complex Londerzeel-Zuid op percelen kadastraal gekend langsheen de Autoweg 21 te 1861 Meise, kadastraal bekend onder (afd. ) sectie D 418 P2, (afd. ) sectie D 418 F3, (afd. ) sectie D 418 N, (afd. ) sectie D 418 L3, (afd. ) sectie D 418 E3, (afd. ) sectie D 418 B3, (afd. ) sectie D 418 H3, (afd. ) sectie D 419 N, (afd. ) sectie D 420 D, (afd. ) sectie D 421 S, (afd. ) sectie D 424 C, (afd. ) sectie D 431 C, (afd. ) sectie D 668 A, (afd. ) sectie E 313 P, (afd. ) sectie E 313 R, (afd. ) sectie E 314 D, (afd. ) sectie E 314 C, (afd. ) sectie E 316 N, (afd. ) sectie E 316 K, (afd. ) sectie E 316 M, (afd. 2) sectie B 80 C2, (afd. 2) sectie B 93 A, (afd. 2) sectie B 93 B, (afd. 2) sectie B 97 K, (afd. 2) sectie B 97 H, (afd. 2) sectie B 97 M, (afd. 2) sectie B 97 L, (afd. 2) sectie B 97 N, (afd. 2) sectie B 99 C, (afd. 2) sectie B 99 D, (afd. 2) sectie B 101 F, (afd. 2) sectie B 102 D, (afd. 2) sectie B 102 F, (afd. 2) sectie B 103 D, (afd. 2) sectie B 103 E, (afd. 2) sectie B 106 W, (afd. 2) sectie B 106 X, (afd. 2) sectie B 107 F, (afd. 2) sectie B 107 E, (afd. 2) sectie B 107 G, (afd. 2) sectie B 108 C, (afd. 2) sectie B 109 N, (afd. 2) sectie B 109 P, (afd. 2) sectie B 109 R, (afd. 2) sectie B 109 S, (afd. 2) sectie B 110 P, (afd. 2) sectie B 110 S, (afd. 2) sectie B 110 B2, (afd. 2) sectie B 110 A2, (afd. 2) sectie B 110 V, (afd. 2) sectie B 110 X, (afd. 2) sectie B 110 T, (afd. 2) sectie B 110 Z, (afd. 2) sectie B 110 W, (afd. 2) sectie B 111 C, (afd. 2) sectie B 111 D, (afd. 2) sectie B 115 F, (afd. 2) sectie B 116 E, (afd. 2) sectie B 117 C, (afd. 2) sectie B 118 C, (afd. 2) sectie B 119 _, (afd. 2) sectie B 120 C, (afd. 2) sectie B 120 D, (afd. 2) sectie B 121 K, (afd. 2) sectie B 121 N, (afd. 2) sectie B 121 M, (afd. 2) sectie B 122 A, (afd. 2) sectie B 123 B, (afd. 2) sectie B 125 A, (afd. 2) sectie B 126 C, (afd. 2) sectie B 128 L, (afd. 2) sectie B 128 D, (afd. 2) sectie B 129 _, (afd. 2) sectie B 130 B, (afd. 2) sectie B 131 B, (afd. 2) sectie B 133 E, (afd. 2) sectie B 134 B, (afd. 2) sectie B 142 A, (afd. 2) sectie B 142 D, (afd. 2) sectie B 142 C, (afd. 2) sectie B 142 B, (afd. 2) sectie B 142 G, (afd. 2) sectie B 144 T, (afd. 2) sectie B 144 P, (afd. 2) sectie B 144 R, (afd. 2) sectie B 144 S, (afd. 2) sectie B 193 S, (afd. 2) sectie B 193 V, (afd. 2) sectie B 194 G, (afd. 2) sectie B 194 F, (afd. 2) sectie B 196 G, (afd. 2) sectie B 196 H, (afd. 2) sectie B 202 E, (afd. 2) sectie B 303 W3, (afd. 2) sectie B 304 R en (afd. 2) sectie B 304 K2 goed onder voorwaarde van betaling van een meerwaarde zoals bepaald in artikel 3 van dit besluit.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de grafische plannen van opheffing, zoals opgesteld door het landmeters & studiebureau GEO-D op 15 september 2023 voor gemeenteweg (voetweg) 86, op 26 oktober 2023 voor gemeenteweg (voetweg) 57, op 25 oktober 2023 voor gemeenteweg (voetweg) 61, op 27 oktober 2023 voor gemeenteweg (buurtweg) 6, op 30 oktober 2023 voor gemeenteweg (buurtweg) 10 en op 27 november 2023 voor gemeenteweg (buurtweg) 12, goed.

Artikel 3

Voor de opheffing van een gedeelte van de gemeentewegen 86, 57 en 61 zal door het Agentschap Wegen en Verkeer een meerwaarde aan de gemeente dienen betaald te worden van € 758,45.

Artikel 4

Het tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaar heeft geen betrekking op de opheffing van de gemeentewegen of de beoordelingsgronden opgesomd in art. 3, 4 en desgevallend art. 6 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

Artikel 5

Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.

Artikel 6

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
- wanneer de omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2024142251 ingediend voor de aanleg van het A12 Complex Londerzeel-Zuid niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;
- wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 6 onthoudingen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Paul Van Doorslaer, Billie Kawende, Sonja Maes en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Onderhoud dakgoten kerken en gebouwen voor de periode van 1 oktober 2025 - 30 september 2029 - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Onderhoud dakgoten kerken en gebouwen 1 oktober 2025 - 30 september 2029” werd een bestek met nr. 2025392 opgesteld door de Uitvoerende Diensten.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 32.900,00 excl. btw of € 39.809,00 incl. 21% btw.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Gemeente Meise treedt op als aankoopcentrale voor OCMW Meise bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.

Juridische gronden

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de uitvoerende diensten. Regelmatig onderhoud van dakgoten voorkomt schade en verlengt de levensduur van gebouwen.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61030000/07900 en in het budget van de volgende jaren.

De uitgave is voorzien in het budget.

Budgetsleutel

Acties

Initieel budget

Beschikbaar budget

61030000/07900 - Onderhoud en herstelling pastorijen

______________

 5.000,00

 4.491,80 (19/03/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2025392 en de raming voor de opdracht “Onderhoud dakgoten kerken en gebouwen 1 oktober 2025 - 30 september 2029”, opgesteld door de Uitvoerende Diensten, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 32.900,00 excl. btw of € 39.809,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal gemeente Meise optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze leveringen en/of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald :

OCMW Meise.

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2025, op budgetcode 61030000/07900 en in het budget van de volgende jaren.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Beslissing over de aanleg van een gemeenteweg en de wijziging van gemeenteweg nummer 50

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor een nieuwe verkaveling ingediend voor percelen gelegen langsheen de Hoefkantweg zn te 1860 Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F.

De omgevingsaanvraag heeft als voorwerp het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw, waarvan 5 loten voor open bebouwing en 6 loten voor halfopen bebouwing, met aanleg van nieuwe wegenis.

De gemeenteraad keurde op 18 december 2023 de aanleg van deze gemeenteweg en wijziging van voetweg nummer 50 goed. Hiertegen werd een beroep ingediend bij de Vlaamse regering. Bij Ministerieel besluit van 2 september 2024 werd dit beroep ongegrond verklaard.

Op 3 januari 2025 stelde de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen, een aangepaste versie van haar eerdere advies op vanwege een fout in de oorspronkelijke versie. Deze herziening houdt, gezien de indiendatum van de omgevingsvergunningsaanvraag, rekening met de oude hemelwaterverordeningen. Hierdoor diende de verkavelaar op 27 februari 2025 een nieuwe projectversie in, met aangepaste plannen conform het nieuwe advies van de provinciale dienst Waterlopen.

Het projectgebied situeert zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Hoefkantweg, te 1860 Meise. Het voorziet de aansluiting van 11 loten via een nieuwe infrastructuuraanleg (wegenis-en rioleringsinfrastructuur) van een doodlopende weg met op het einde een keerpunt. De aan de leggen wegenis ligt in het verlengde van de Hoefkantweg, naast de bestaande voetweg nr. 71. Tussen de rijweg en de rooilijn ter hoogte van de loten, wordt de bermstrook aangelegd in waterdoorlatende grasbetontegels. Aangezien de wegenis een beperkte breedte heeft, wordt er een uitwijkstrook voorzien met een lengte van 15,83 meter.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat tevens het gedeeltelijk verplaatsen van de gemeenteweg nummer 50 (voorheen voetweg nummer 50), gelegen tussen de te creëren loten 10 en 11, zoals aangeduid op het rooilijnplan. Onder deze voetweg bevindt zich een Aquafin-leiding waarvoor een erfdienstbaarheidszone gevestigd is ten voordele van Aquafin. De huidige gemeenteweg nummer 71 (voorheen voetweg nummer 71) blijft behouden.

Het omgevingsdecreet, in het bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:

“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt."

Het omgevingsbesluit, in het bijzonder artikel 47, bepaalt dat:

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

De toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit stelt:

“Art. 47. Het decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:

- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;

- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;

- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;

- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;

- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”

Huidige beslissing betreft enkel de gevolgen van de aanleg van een nieuwe gemeenteweg en de gedeeltelijke verplaatsing van de ligging van gemeenteweg nummer 50 tussen de toekomstige loten 10 en 11 die voorwerp uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag, zoals aangeduid op het bijgevoegde rooilijnplan.

Om de te ontwikkelen percelen te kunnen ontsluiten, is het noodzakelijk dat er nieuwe wegenis wordt aangelegd.

De gemeenteraad keurde reeds op 18 december 2023 de aanleg van de nieuwe wegenis en de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg nummer 50 goed. Er wordt thans geen wijziging voorgesteld met betrekking tot de wegenis.

De, volgens de bepalingen van de overeenkomst die door de uitvoerende dienst werd opgemaakt en tevens ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd, aangepaste en nieuw aan te leggen weg zal na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan de gemeente om deze op te nemen in het openbaar domein.

Er werd een openbaar onderzoek omtrent de gewijzigde omgevingsvergunningsaanvraag gevoerd van 6 maart 2025 tot 4 april 2025. Er werden vier bezwaarschriften ingediend.

Juridische gronden

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de bepalingen van artikelen 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het gemeentewegendecreet stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening wordt gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Artikel 12 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat in afwijking van artikel 11 de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

Op het perceel van de nieuwe verkaveling bevindt er zich tussen lot 10 en lot 11 een voetweg nummer 50, vandaag te benoemen als "gemeenteweg".  Deze gemeenteweg werd in 1957 deels verplaatst zoals aangeduid op onderstaand uittreksel van de Atlas der Buurtwegen (kaartblad nummer 6, geel = deel af te schaffen, rood = nieuw aan te leggen).


 

Deze nieuwe ligging van gemeenteweg nummer 50 wordt nu, ingevolge de omgevingsvergunningsaanvraag, opnieuw aangepast met een gedeeltelijke verplaatsing tussen punt A en B, aangeduid met een rode lijn op de onderstaande luchtfoto. De aanpassing voorziet de toegang tot een RWA-bekken.


 

Door de verplaatsing neemt de afstand tussen punt A en B met circa 6 meter toe ten opzichte van de bestaande bedding van de gemeenteweg aangegeven in de Atlas der Buurtwegen. Deze aanpassing heeft geen impact op het gebruik van de gemeenteweg, noch op de veiligheid van de weggebruiker: het nieuwe tracé wordt niet extra belast met gemotoriseerd verkeer, de rooilijnbreedte blijft dezelfde, het verschil in afstand is minimaal.

Momenteel is de ligging van gemeenteweg nummer 50 ter hoogte van de verkaveling niet zichtbaar op het terrein en in gebruik als akkerland. Slechts het gedeelte gelegen in het verlengde van voetweg nummer 71 wordt effectief gebruikt als voetweg en heeft een belangrijke verbindingsfunctie richting de Potaardestraat. Het projectvoorstel herstelt het tracé van gemeenteweg nummer 50 terug in ere en voorziet een open bedding toegankelijk voor de zwakke weggebruiker binnen de eigendomsstructuur van de verkaveling.

 

 



 

In het kader van het algemeen belang wordt het opportuun geacht om de gemeenteweg opnieuw te realiseren in waterdoorlatende materialen in de op het rooilijnplan aangegeven bedding van gemeenteweg nummer 50.

Dit betekent een start voor de heropwaardering van het fijnmazig voetwegennetwerk in Sint-Brixius-Rode. Aansluitend zal het lokaal bestuur van Meise zich inzetten om de resterende bedding van de gemeenteweg nummer 50 vrij te maken zodat de verbinding richting de 's Herenweg en Papenmeuter wordt hersteld.

Het tracé van de naastgelegen gemeenteweg nummer 71 blijft integraal behouden in zijn huidige vorm. Deze zorgt voor de verbinding tussen de kerk, de Potaardestraat en de woonwijk aan de Berthoutstraat. De bestaande rooilijn van deze gemeenteweg heeft in de Atlas der Buurtwegen binnen de contour van de verkaveling  een breedte van 1,65 meter, welke niet wordt gewijzigd en dus geen deel uitmaakt van deze besluitvorming. Bijgevolg wordt het netwerk van trage wegen in stand gehouden.

Voor de ontsluiting van de percelen in de verkaveling wordt, in het verlengde van de huidige Hoefkantweg, een nieuwe weg aangelegd met achteraan een keerpunt. De verkaveling vormt een laatste invulling van de wooninbreiding in het centrum van Sint-Brixius-Rode. Ze bevindt zich aan de rechterzijde in het verlengde van de bestaande Hoefkantweg. De percelen gelegen aan de overzijde van de verkaveling worden allen ontsloten via de Broekstraat. De ontworpen wegenis hypothekeert geenszins de ontsluiting van enig perceel in dit binnengebied. Er wordt ook een uitwijkstrook voorzien om het passeren van andere weggebruikers in tegengestelde richting toe te laten. Langsheen de weg worden acht door iedereen te gebruiken parkeerplaatsen aangelegd.

De rijweg wordt aangelegd in een verharding van grijze en antraciete waterpasserende  betonstraatstenen (elleboogverband), opgesloten door een boordsteen type IID1. In totaal zullen er 8 publieke parkeerplaatsen voorzien worden. Deze parkeerplaatsen worden aangelegd in hetzelfde materiaal als de bermstrook, namelijk grasbetontegels. Aangezien de wegenis een beperkte breedte heeft, wordt er een uitwijkstrook voorzien met een lengte van 15,83 meter. Een deel van de bestaande rijweg in asfalt wordt heraangelegd in asfalt met als toplaag type APT-C en als onderlaag type APO-A opgesloten door een prefab straatgoot van het type IIE2.

De toegankelijkheidsnormen in de wegenis worden gerespecteerd. De inrichting en inrichtingsmaterialen sluiten aan bij een woonerf: een gelijkgrondse inrichting met verschillende materialen van onder andere het type klinkerwerk, betonstraatstenen, grasbetontegels, etc. De gebruiksfunctie zal vertaald worden in de verschillende materialen en/of kleuren die worden toegepast. Deze aanleg vertaalt zich in leefkwaliteit.

Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentewegendecreet geeft de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. In casu wordt één gemeenteweg in het project gewijzigd en één aangelegd. Door de voorgestelde wijzigingen slechts te beoordelen voor zover deze gelegen zijn op eigendom van de aanvrager dienen er ook geen compenserende vergoedingen betaald te worden.

De eerste projectversie werd aan een openbaar onderzoek onderworpen van 17 juli 2023 tot en met 15 augustus 2023. Naar aanleiding van de ontvangen bezwaren tijdens het eerste openbaar onderzoek heeft de aanvrager besloten om een gewijzigde projectversie in te dienen: projectversie 2. Dit heeft geleid tot het opnieuw inwinnen van de adviezen en de organisatie van een tweede openbaar onderzoek van 14 september 2023 tot en met 13 oktober 2023. De projectversie 1 kwam met de projectversie 2 zonder voorwerp . De evaluatie van het dossier over projectversie 2, zijnde de plannen, documenten, ingediende adviezen en bezwaren, werden reeds beoordeeld en voorgelegd aan de gemeenteraad van 18 december 2023.

Naar aanleiding van de herziening van een eerder advies door de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen, diende de verkavelaar op 27 februari 2025 een nieuwe projectversie in met aangepaste plannen conform het aangepaste advies. Dit maakte het noodzakelijk om de adviezen opnieuw in te winnen en een derde openbaar onderzoek te organiseren, dat liep van 6 maart 2025 tot 4 april 2025.

De evaluatie van het dossier betreft de plannen, documenten, ingediende adviezen en bezwaren over deze nieuwe projectversie.

Tijdens het openbaar onderzoek over deze projectversie ontving het college vier bezwaarschriften. Aan elk bezwaarschrift werd een nummer toegekend van één tot vier. De bezwaarschriften handelen zowel over de aanleg van de wegenisinfrastructuur, de voetwegen, de onvolledigheid van de plannen als stedenbouwkundige aspecten. De bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op de ontworpen wegenisinfrastructuur en de aangrenzende voetwegen worden in deze beslissing beoordeeld. De bezwaren met inhoudelijke elementen die betrekking hebben op het stedenbouwkundig aspect van het project worden door het college beoordeeld in de besluitvorming over de omgevingsvergunningsaanvraag. Hieronder volgt een chronologische opsomming van de ontvangen bezwaarschriften (tekst bezwaarschrift is in kleur aangeduid).

Bezwaarschrift nummer 1

1.A.

Het hoofdargument waarop wij ons baseren is dat de draagkracht van deze plek overschreden wordt. Deze zone, weliswaar ingekleurd volgens de “rode” kleur en dus duidend op een woonbestemming volgens het verouderde Gewestplan moet correct beoordeeld worden. Niet alleen aan de hand van de aftoetsing van de “goede ruimtelijke ordening” maar dus breder gezien ook op basis van de impact van de toekomstige bebouwing op haar omgeving met betrekking tot verkeer, ontsluiting, noodzakelijke infrastructuur en impact van de gevolgen voor waterhuishouding. Voor alle duidelijkheid, wij stellen niet in vraag dat dit een bouwzone betreft. Wij willen met dit bezwaarschrift vooral aantonen dat de voorwaarden om tot een kwalitatieve woonontwikkeling te komen in deze situatie en aanvraag niet behaald worden.

Een inplanting van 11 woningen is in verhouding met de beschikbare ruimte te veel.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

1.B.

Op het plan is te zien dat alle maatregelen die genomen worden om tot een “zogezegde” reglementaire verkavelingsaanvraag te komen op verschillende vlakken wringt.

- Ruimte voor water / infiltratievoorziening: De nieuw aan te leggen infiltratievoorzieningen worden “gedrukt of geperst” tegen de bestaande hoefkantweg.

- Positie wegenis: De nieuw aan te leggen straat wordt eveneens onmiddellijk naast deze zone voor grachten geplaatst.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden onder bezwaarschrift 2, waar alle aspecten met betrekking tot de water- en infiltratieproblematiek worden besproken.  De ontworpen infiltratiegrachten kaderen binnen de verplichte ‘Blue Deal’ en de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het voorstel voorziet voldoende waterbuffering en infiltratieruimte om het hemelwater op te vangen en ter plaatse in de bodem vast te houden.

In het advies van Aquafin (Riopact) van 20 maart 2025 met referentie P25003943 wordt opgemerkt dat er een discrepantie is in de vermelding van de infiltratieoppervlakte op de plannen en de hemelwaternota. Bij nazicht blijken op de plannen de infiltratieoppervlakte en het infiltratievolume vermeld te staan van een vorige projectinhoudsversie. In de hemelwaternota wordt er wel rekening gehouden met de juiste cijfers. Aan de ontwerper werd gevraagd om de plannen met de juiste getallen in te laden, wat intussen werd gedaan. Hierdoor blijkt volgens het advies van Aquafin de dimensionering van de infiltratievoorziening ruimschoots conform de hemelwaterverordening.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Het projectvoorstel voorziet binnen de verkavelingscontour een gescheiden infrastructuur voor het autoverkeer ten behoeve van de 11 gezinnen waarvan het tracé grotendeels geflankeerd met bufferend groen en het gebruik van de voetweg nummer 71 voor de voetgangers volledig gescheiden van de infrastructuur voor autoverkeer kan verlopen. Dit voorstel wordt in het kader van de verkeersveiligheid positief beoordeeld. Een verplaatsing van de straat zou leiden naar een aanzienlijke toename van verharde oppervlakken, wat in strijd is met de principes van duurzaam ruimtegebruik en waterbeheer.

 

1.C.

- Keerpunt: Het keerpunt voor wagens kreeg een rechthoekige (?) vorm die heel wat heen en weer gemanoeuvreer zal vereisen om dit doodlopende punt opnieuw te verlaten.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De brandweer concludeerde op 12 september 2023 met referentie TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 dat het ontworpen keerpunt en de breedte van de wegenis voldoende groot is voor de interventievoertuigen om op een snelle manier de ééngezinswoningen langsheen deze infrastructuur te bereiken.  Dit werd door de brandweer verduidelijkt op 17 november 2023 naar aanleiding van de ontvangen bezwaren tijdens het destijds lopende openbaar onderzoek.

Dat het keerpunt geen probleem vormt, werd tevens aangetoond door het studiebureau met onderstaande simulatie :


Van wegenis die toegankelijk is voor een brandweervoertuig, mag ook uitgegaan dat deze  toegankelijk is voor wagens en een vuilniswagen.

Dit bezwaar werd ook reeds voorgelegd aan de minister en ongegrond bevonden.

Dit bezwaaronderdeel wordt dan ook niet weerhouden.

1.D.

- Toegang verkaveling: Ter hoogte van de toegang tot deze nieuwe verkaveling ter hoogte van de Oude Pastorij voel je dat hier een weg ‘tussen’ aanleggen niet klopt en wringt met de ruimtelijke mogelijkheden. Dit mooie dorpsgezicht (weliswaar niet beschermd) ter hoogte van de ommuurde Pastorie zal bovendien al haar charme verliezen… Hier pal naast een autoweg plaatsen wringt als een tang op een varken.

Ons inziens maakt dit ook deel uit van de beoordeling van de goede ruimtelijke Ordening. De ruimte is hier nu éénmaal té smal om hier én een fietspad/ voetweg én een nieuwe straat aan te leggen.

 

 

 

 

 

 

 

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De Hoefkantweg (voetweg nr. 71) biedt al toegang tot meerdere woningen, waaronder Hoefkantweg 1, 2, 3, 4, 5 en 6. De nieuwbouwwoningen op nummers 2, 4 en 6 werden respectievelijk gebouwd in 1993, 1992 en 1982 en maken eveneens gebruik van deze voetweg als toegang.Het reeds jaren reëel gebruik van de Hoefkantweg, strookt niet met de stelling in het bezwaarschrift.

De voorgestelde ontsluiting van de verkaveling voldoet aan de principes van goede ruimtelijke ordening. Hoewel het dorpsgezicht bij de ommuurde pastorie wordt gewaardeerd, is het geen beschermd erfgoed, waardoor er geen beperkingen gelden vanuit het Onroerenderfgoeddecreet. De weg wordt zorgvuldig geïntegreerd in de omgeving, met oog voor groenvoorzieningen.

De ligging van de weg is logisch en garandeert een vlotte doorstroming en bereikbaarheid voor zowel bewoners als hulpdiensten. De beschikbare ruimte wordt optimaal benut, waarbij gemeenteweg 71 wordt behouden op zijn huidige ligging.

De verkeersafwikkeling is ontworpen met aandacht voor duurzame mobiliteit en verkeersleefbaarheid. Het bezwaar dat de ruimte te smal zou zijn, is onterecht en wordt weerlegd in het brandweeradvies van 12 september 2023 (referentie TVE/NEUKL/23_2022/00148_003) en de bijkomende verduidelijking op 20 november 2023. De geplande infrastructuur voldoet aan de wettelijke normen en draagt bij aan een veilige en functionele woonomgeving.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

1.E.

Als de gemeente/ deputatie bij het standpunt blijft dat een ontsluiting van een verkaveling op deze smalle en waardevolle plek tot de mogelijkheid moet horen is ons argument dat er naar een logischere indeling moet gezocht worden. Indien zou worden afgestemd op de breedte maat van de percelen en het weefsel van de overzijde ( Broekstraat) zou dit resulteren in een aantal van 6 woningen.

Het is ons inziens ook geen geldig argument om te stellen dat de kost van de aanleg van wegenis, riolering en waterinfiltratievoorzieningen in verhouding met het “maar” kunnen ontwikkelen van 6 woningen financieel niet haalbaar zou zijn.


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

1.F.

Daarnaast lijkt het ons ook logischer om de ruimte voor water, groen (achterzijde van de tuinen) samen te voegen en doorheen die zone het bestaande fietspad of voetpad heraan te leggen. Op die manier is er een win-win voor iedereen.

- voldoende ruimte voor water en groen met daarin ruimte voor de bestaande voet- en fietsweg. - ruimte om wel degelijk te keren in een degelijk ‘rond’ punt, niet eentje dat gewrongen

ontworpen werd zoals op het voorliggend plan.


Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De door bezwaarindiener voorgestelde verplaatsing van de weg naar de bovenzijde van de verkaveling is niet wenselijk, aangezien dit leidt tot een aanzienlijke toename van verharde oppervlakken, wat in strijd is met de principes van duurzaam ruimtegebruik en waterbeheer.

Daarnaast zou de aanleg van een ruimere rotonde, zoals voorgesteld, resulteren in onnodige bijkomende verharding, wat indruist tegen de principes van de betonstop en ontharding. De huidige plannen voorzien in voldoende groen- en waterbuffers, volledig conform de richtlijnen voor hemelwaterbeheer en het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen op 3 januari 2025.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

1.G.

Als laatste argument willen we ook nog aanhalen dat de informatie waarop men zich gebaseerd heeft om het hele waterhuishoudingsverhaal te berekenen en toe te lichten in de aanvraag niet gebeurd is op basis van verouderde metingen en dus niet zoals verwacht aan de hand van een recent geplaatste peilbuis op de juiste plaats ( waar de uiteindelijke infiltratievoorzieningen ontworpen werden).

Gezien de watergevoeligheid van deze zone is dat niet aanvaardbaar.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Dit bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zal worden beoordeeld bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning.

 

Bezwaarschrift nummer 2

2.A. GRONDWATERPEIL :

In deze omgevingsaanvraag wordt voorgesteld om de rijweg waterdoorlatend uit te voeren en de grachten te gebruiken voor een collectieve infiltratie van het regenwater voor de nieuwe kavels en het keerpunt.

Dit allemaal op basis van grondwaterstanden die werden genomen tussen 2015 en 2018.

In deze tabel , die als bijlage is toegevoegd op het omgevingsloket, zien we duidelijk dat het grondwater gedurende de meting is gestegen.


In het dossier wordt enkel peilbuis 4 als referentie gebruikt. Dat is dan ook juist het hoogst gelegen punt, ergens ter hoogte van het infiltratiebekken. Dit is te karige informatie om op voort te kunnen gaan. Vermits er wel degelijk meer informatie beschikbaar is namelijk peilbuizen 2 en 3.

De peilbuis 2 en 3 liggen in vogelvlucht ongeveer evenver van de plaats waar de nieuwe grachten zullen komen maar worden in het dossier niet in rekening gebracht. Als we die punten interpolleren (volgens de brochure ‘Code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen, deel 3, punt 3.10.1.1) dan kunnen we zien dat het grondwaterpeil thv de plaats waar de toekomstige grachten zullen komen ligt tussen TAW 27.46 en TAW 28.36. (zie afbeelding hieronder)

Het bestaande Maaiveld waar de grachten zullen komen ligt tussen 28.30TAW en 29.40 TAW. Dit wil zeggen dat het grondwater tussen 0.84m en 1.04m zou staan volgens de gegevens in de tabel uit 2018. En niet zoals geschreven in het hemelwaterformulier op -1.15m.


De correcte informatie waar rekening mee dient gehouden te worden toont aan dat het te verwachten grondwaterpeil (2018) hoger zal staan dan de vloeipeilen (respectievelijk TAW 28.55 en 27.35) die het ingediende dossier voorziet. Het voorziene bergingskubiek van de grachten is m.a.w. ondergedimensioneerd en de grachten vervolgens te klein. En dit zijn dan nog maar waarden van het grondwaterpeil in 2018, daar waar we weten dat de evolutie enkel stijgend is.

De stijging van het grondwaterpeil tussen 2015 en 2018 alleen al was trouwens zeer aanzienlijk, uit de tabel kunnen we zelfs spreken van 7cm/maand.

We kunnen er dus zeker van zijn dat het grondwaterpeil vandaag veel hoger zal zijn dan de berekende waarden uit 2018.

Conclusie :

-op basis van meetgegevens uit 2018, zijn de voorgestelde grachten reeds te klein omdat er niet met juiste gegevens rekening werd gehouden.

-gezien de evolutie van het grondwaterpeil dient de dimensionering van de grachten minstens met deze evolutie rekening te houden

De rijweg wordt uitgevoerd in waterdoorlatende materialen waardoor deze oppervlakte niet moet worden geinfiltreerd in de nieuwe grachten. Wanneer het grondwaterpeil van 2018 tot 2025 is blijven stijgen dan zou het wel eens kunnen dat het grondwater vandaag zo hoog staat dat er niet eens kan geinfiltreerd worden onder de waterdoorlatende wegkoffer, dit zou betekenen dat ook het water van de nieuwe rijweg naar de grachten overloopt . De volumes van die grachten zijn daar niet op voorzien en zouden dus voor extra wateroverlast op de bestaande Hoefkantweg en onze tuinen zorgen.

Conclusie : een voorstel om de rijweg waterdoorlatend uit te voeren kan alleen maar met het juiste grondwaterpeil van vandaag.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

In het advies van Aquafin (Riopact) van 20 maart 2025 met referentie P25003943 wordt het volgende opgenomen met betrekking tot de grondwaterstanden:

Er zijn grondwaterpeilmetingen uitgevoerd, met onderstaande grondwaterstanden:

 

 

 

 

Groen: waterpeilen onder de inlaat van de laagste infiltratiegracht

Rood: peil boven het hoogste bodempeil van de te voorziene infiltratiegrachten. Door de meting nabij een infiltratiebekken is deze waarden te beschouwen als niet realistisch hoog.

De grondwaterstanden geven aan dat niet de volledige infiltratiegrachten boven de hoogste grondwaterstanden voorzien zijn. Er zijn geen gemiddeld hoogste grondwaterstanden aangeleverd. De hoogste grondwaterstanden zijn waargenomen nabij het bestaande bufferbekken, deze standen zijn vermoedelijk hoger door constant insijpelend water. Er is een reële kans op beperkte stagnatie van grondwater in het najaar (januari tot april), dit is toegelaten voor maximaal 10% van het jaar. De grondwaterbepaling geeft geen volledige maar voldoende zekerheid dat de voorziene bodempeilen van de infiltratiegrachten werkbaar en conform de regelgeving zijn. De grondwaterpeilmetingen worden aanvaard.

Uit bovenstaande blijkt dat de in het dossier opgenomen grondwaterpeilmetingen worden aanvaard door Riopact waardoor dit bezwaaronderdeel niet wordt weerhouden.

2.B. BEREKENINGEN INFILTRATIEOPPERVLAKTEN EN INFILTRATRIE VOLUMES VAN DE GRACHTEN

De grachten dienen voor een collectieve infiltratie van de nieuwe kavels en moeten dus voldoen aan de nieuwe GSVH van 2023. De nieuwe kavels kunnen hun eigen regenwater niet infiltreren omdat de voortuinen te klein zijn. De aansluitniveau’s van de kavels in de grachten zijn hier de bepalende factor.

We zullen dit documenteren met gracht 3, maar dit probleem stelt zich ook bij grachten 1 en 2.

Berekening van de af te waterende oppervlakte in gracht 3 :

Lot9 : 140m² (dak) + 30m² (oprit) -30m² (regenwaterput) = 140m²

Lot10 : 140m² (dak) + 30m² (oprit) - 30m² (regenwaterput) = 140m²

Lot 11 : 240m² (dak) + 30m² (oprit) - 30m² (regenwaterput) = 240m²

Keerpunt : +/-11m x 14m = 154m²

De totale oppervlakte die moet worden geïnfiltreed in gracht 3 is dus 674m².

Volgens de brochure :

« TECHNISCH ACHTERGRONDDOCUMENT BIJ DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING HEMELWATER »

-De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 8% van de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte.

-Het buffervolume van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 33 l/m² in rekening te brengen afwaterende oppervlakte. Het infiltratievolume wordt gemeten vanaf de gemiddelde hoogste grondwaterstand tot aan de onderzijde van de overloop, meegeteld worden.

Infiltratieoppervlakte gracht 3 : 53.92m²

Infiltratievolume gracht 3 : 22.24m³

Ter info een typesnede van gracht 3

 


Conclusie : Het uitgerekende infiltratieoppervlakte van 53.92m² kan niet worden gerealiseerd. Op de snede zien we dat het infiltratie oppervlakte van gracht 3 slechts 24m² bedraagt.

Het uitgerekende infiltratievolume van 22.24m³ kan ook niet gerealiseerd worden. Op de snede zien we dat het infiltratievolume van gracht 3 slechts 13.56m³ bedraagt.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater schrijft nergens voor dat de controleberekening per kavel of waterlichaam dient berekend te worden.

De verordening is van toepassing op de hele verkaveling en dient ook bekeken te worden over de gehele verkaveling. Het afwateringsysteem dient als een geheel beschouwd te worden in zijn evaluatie en voldoet als geheel wel aan de bepalingen van de verordening.

In de nota van Aquafin (Riopact) wordt het volgende vermeld:

Volgens de hemelwaternota hebben de infiltratievoorzieningen samen een volume van 136 170 liter en een infiltratieoppervlakte van 242,8m². De dimensionering van de infiltratievoorziening is volgens deze gegevens ruimschoots conform de hemelwaterverordening. Deze dimensionering voldoet overigens ook als ook als het volledige project wordt beoordeeld op basis van GSV van 2023, dit vraagt 95 548 liter buffervolume en 234,1m2 infiltratieoppervlak.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

2.C. INFORMATIE OP PLANNEN KOMEN NIET OVEREEN MET DE INFORMATIE IN DE HEMELWATERNOTA

We zullen dit documenteren met gracht 3, maar dit probleem stelt zich ook bij grachten 1 en 2.

3.1 Informatie volgens de hemelwaternota :


De correcte sommatie van de daken is niet 484m² maar 572m² en van de verharde oppervlaktes is die niet 140m² maar 156.8m²

Toch weer belangrijke informatie (die niet juist is opgenomen in het ingediende dossier) om de grootte van de grachten te berekenen.

3.1 Informatie volgens de plannen :

Het keerpunt heeft een oppervlakte van : 11.20m x 14.00m = 156,8m²

Lot 11 heeft een bebouwbare oppervlakte : 18.47m x 13m = 240.11m²

Het totaal van de daken : 140m² +140m²+ 292m² = 572m²

3.2 Informatie volgens de hemelwaternota :

3.2 Informatie volgens de plannen :


Conclusie : de gegevens die terug te vinden zijn in de hemelwaternota zijn gebaseerd op rekenfouten en het infiltratieoppervlakte van de grachten is geen min. 8% van de in rekening te brengen afwaterende oppervlaktes, zoals gevraagd in nieuwe GSVH van 2023. (zie de berekening in punt 2)

Er is andere informatie te lezen op de plannen dan de informatie die terug te vinden is in de hemelwaternota. Ook wordt er in de hemelwaternota soms gesproken over de rijweg 100% (niet-doorlatende materialen ) en soms staat er dat de volledige weginfrastructuur waterdoorlatend is. Welke informatie zal er gebruikt worden bij uitvoering van de werken ? Dit dossier is onvolledig uitgewerkt en zal voor problemen zorgen!

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Het klopt dat er materiële vergissingen zijn gebeurd bij de aanpassing van een vorige versie van de plannen aan de huidig voorliggende plannen. Zo werd het bouwkader van LOT 11 verkleind van 292m² naar 240m² op de plannen. Echter is de waarde van 292m² blijven staan in de Hemelwaternota.

In de Sirio-berekening werden deze gegevens echter wel correct verwerkt. De materiële vergissing heeft dus geen invloed op het resultaat van de berekeningen van het stelsel.

Ofschoon men duidelijk kan zien op de plannen dat de grachten werden vergroot zien we op de plannen ook nog de infitratieoppervlakte en volume staan van een vorige versie van de plannen. Ook deze cijfers betreffen een materiële vergissing dewelke wel correct verder werd doorgerekend in de Sirio-simulatie.

Aan de ontwerper werd gevraagd om zijn plannen en documenten te laten overeenstemmen, wat intussen werd gedaan.

Dit aspect van het bezwaar was dus gegrond maar werd rechtgezet in de nieuwe projectinhoudsversie.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

 

2.D. GRACHTEN WORDEN DIEPER UITGEGRAVEN

In het ongunstig advies van de dienst waterlopen lezen we :


We zullen dit documenteren met gracht 3, maar dit probleem stelt zich ook bij grachten 1 en 2.

Het vloeipeil van gracht 2B (vorige plannen) , die nu genoemd wordt als gracht 3 (nieuwe plannen) :

bodem 2B : 27.70 TAW

Bodem 3 : 27.35 TAW

Er is dus duidelijk dieper uitgegraven en dit terwijl er in het ongunstig advies dienst waterlopen te lezen valt dat dit GEEN oplossing was om te voldoen aan de nodige infiltratievolumes en -oppervlaktes.

Conclusie : de dieper uitgegraven grachten gaan in tegen de voorwaarden die gesteld zijn in het ongunstig advies van de dienst waterlopen. Zoals aangetoond in punt 1, zal er grondwater staan in de grachten.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

In het dossier worden geen cijfers gevonden die deze stelling aantonen.

Op het lengteprofiel kan men zien dat de ontworpen grachten niet dieper zijn gelegen dan in vorige versies van het dossier.

Hierbij merken we op dat de Provinciale dienst Waterlopen dit bevestigt in hun advies.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

2.E. RIJWEG THV LOT 1 EN LOT 2


De woning thv lot 1 wordt ingeplant met een min. vloerpeil (glk) van 30.75 TAW, dit is 1.04m hoger dan de rijweg thv de bestaande Hoefkantweg. De opritten naar deze woningen zullen met een helling tussen de 6.7% en 11.5% uitgevoerd worden. Deze hellingen kunnen we bij hevige regen NOOIT afwateren via een rooster naar de grachten. Deze af te wateren oppervlakte geeft extra wateroverlast op de Hoefkantweg !

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De vloerpeilen werden vastgesteld op vraag van de Provinciale dienst Waterlopen.

Het afstromend regenwater zal via zijn natuurlijke weg van afwatering zijn weg vinden naar de wegenis en verderop naar de geplande gracht. De inplanting van de gracht is dusdanig gelegen dat ze ook eventueel overtollig regenwater op de rijweg kan opvangen.

In het lengteprofiel is immers te zien dat de langshelling van de rijweg immers de richting van de gracht volgt.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

2.F. INPLANTING OVERSTORT PUT

Het deksel van de overstortput heeft volgens het ingediende dossier een TAW 28.80, dat is 50cm hoger dan het nieuwe niveau van het keerpunt en dus ook iets meer dan 50cm tov het maaiveld rond die put. Dit is een betonnen constructie die 50cm boven het maaiveld uitsteekt en volgens ons een onveilige situatie creëert.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

De in het bezwaar opgesomde cijfers zijn niet te vinden op de plannen.

De plannen spreken van een dekselhoogte van put ‘O1’ van 28,35m, zijnde 2cm hoger dan het keerpunt.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

 

2.G. TE KLEIN KEERPUNT

De gevolgen van het werfverkeer dat zich bij de constructie van de diverse woningen zal manifesteren zijn trouwens ook niet moeilijk te voorspellen en de vraag is dan wie dit dan allemaal zal herstellen en als dat dan (ooit) zou hersteld worden …. of dat dan niet op de rug vande belastingbetalende burger zal zijn. En dan nog maar te zwijgen over de interventiediensten en huisvuilophaling waarbij de te kleine dimensionering van het keerpunt niet alleen ongemakkelijk is maar vooral ook tijdsrovend en dus gevaarlijk. De gemeente kiest er voor de ontwikkelaar hier allemaal geen rekening mee te laten houden en handelt daardoor dus in functie van die ontwikkelaar en niet voor de burgers die ze behoort te vertegenwoordigen.

Het voorgestelde ontwerp voldoet niet aan de gestelde eisen van de dienst waterlopen. De grachten zijn ondergedimensioneerd en de groenzone waar de grachten moeten komen is te klein. Op deze manier kan er nooit aan de gestelde eisen voldaan worden. Het ontwerp dat hier is voorgesteld zal voor extra wateroverlast zorgen op de bestaande Hoefkantweg, die vandaag reeds een waterproblematiek kent. Onze aanpalende tuinen en woningen zullen hierdoor onder waterdruk komen te staan !

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Om de tijdelijke hinder tijdens de werken van de verkaveling en tijdens de bouw van de huizen te beperken, kunnen – indien nodig – ook tijdelijk verkeersbeperkende maatregelen getroffen worden. Zowel voor de start van de werken als na voltooiing van de werken wordt een proces-verbaal van de toestand van het openbaar domein opgemaakt. Op basis van de vaststellingen zal indien nodig aan de verkavelaar gevraagd worden het herstel van de schade uit te voeren of te vergoeden.

De brandweer concludeerde op 12 september 2023 met referentie TVE/NEUKL/23_2022/00148_003 dat het ontworpen keerpunt en de breedte van de wegenis voldoende groot is voor de interventievoertuigen om op een snelle manier de ééngezinswoningen langsheen deze infrastructuur te bereiken.Dit werd door de brandweer verduidelijkt op 17 november 2023 naar aanleiding van de ontvangen bezwaren tijdens het destijds lopende openbaar onderzoek.

Dit werd tevens aangetoond door het studiebureau met onderstaande simulatie :


 

Met een realistische benadering kunnen we concluderen dat een wegenis die toegankelijk is voor een brandweervoertuig, ook toegankelijk is voor wagens, werfverkeer en een vuilniswagen.

Het bezwaar met betrekking op de ondergedimensioneerde grachten werd reeds behandeld onder punt 2B.

 Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Bezwaarschrift nummer 3

3.A.

Zoals bij het vorige openbaar onderzoek beantwoordt het voorgelegde plan niet aan de wettelijke vormvereisten qua intekening van het opstaande bomenbestand. De plannenmaker heeft klaarblijkelijk moeite om zich naar de wettelijke instructies te schikken.

Zoals het vorige plan is dit plan misleidend qua impact van de geplande werken op het opstaande bomenbestand. De impact wordt geminimaliseerd. Dat deze misleiding werkt moge blijken uit het feit dat de provinciale ambtenaar in zijn verslag acteert dat onder de bomenkruinen geen werken worden uitgevoerd. Die vaststelling is begrijpelijk, gelet op het misleidend karakter van het voorgelegde plan maar strookt helemaal niet met de werkelijkheid. De kruinen reiken ca 8 m over het tracé van de voetweg, de strook met de wadi's en de straat. Het is op grond van dit misleidend plan dat de Bestendige Deputatie een verlenging heeft toegestaan in het kader waarvan het huidige openbaar wordt georganiseerd.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Ofschoon het niet aan de gemeenteraad toekomt om de impact op natuurwaarden te beoordelen, wordt de beoordeling van dit bezwaar hierna toch gedaan.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat divers fotomateriaal met de weergave van de bestaande toestand van de lineaire groenstructuur op de percelen die grenzen aan de verkaveling. De verkavelingsplannen geven de verticale projectie weer van de actuele boomkruin, hetgeen ook wordt aangetoond door de orthofoto.

Het normenboek voor het verkavelen van gronden stelt dat het verkavelingsplan onder meer de inplantingsplaats van de individuele hoogstammige bomen of de rand van de bebossing weergeeft voor de bestaande toestand binnen de verkaveling en voor de onmiddellijke omgeving zijnde binnen een perimeter van 10 m van het goed, met aanduiding van de percelen, de inplanting van de bestaande bebouwing, type en functie van de aanwezige constructies en de vermelding van het gebruik van de percelen. De aanduiding waar de bomen zich bevinden impliceert niet de opmeting en intekening van de kruinen en het wortelgestel van de hoogstammen.

De weergave van de minimale groene wolk zoals beschreven in het bezwaarschrift, geeft samen met de verschillende foto’s bij de aanvraag van de aanwezige groenstructuren langsheen de voetweg 71 en de luchtfoto een duidelijk beeld van de bestaande toestand. De informatie op de plannen bestaande toestand voldoet aan hetgeen opgenomen wordt in het normenboek voor omgevingsvergunningsvragen voor het verkavelen van gronden. Het waardevol gegeven van de lineaire groenstructuur wordt niet betwist en werd zeker ter harte genomen in het ontwerp. Voetweg 71 wordt in zijn bestaande toestand ook behouden.

De ontworpen grachten ter hoogte van de groenstructuur bevinden zich op meer dan 2 m van de inplanting van groenstructuren. Ter hoogte van de hoogstammige es is geen gracht maar louter een buis aangelegd onder zachte helling als verbinding tussen de uit elkaar gelegen infiltratiegrachten.

3.B

De BD heeft zich ook gebaseerd op een 'verklaring op eer' van een der verkavelaars volgens dewelke in de loop der jaren herhaaldelijk tot kort bij de bomenrij met een dieptewoeler {tot 80 cm) werd gewerkt. Wij hebben die verklaring uitdrukkelijk weerlegd. De vaststelling op het terrein na de ploegbeurt eind oktober 2024 heeft ons hierin bevestigd. Die feitelijke toestand kan nog steeds vastgesteld worden door de aanwezigheid van een netwerk van wortels in deze zone. Deze verklaring is vals.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Binnen het projectgebied werd enkel het tracé van voetweg 71 in het verleden niet bewerkt. De overige gronden waren in gebruik als akker. Bewerking van landbouwgronden veroorzaakt veranderingen in de bodemstructuur waaronder verdichting van de bodemlagen. Het regelmatig losbreken van deze verdichtingen behoort tot de normale, goede landbouwpraktijken want na deze grondbewerking verhoogt de rentabiliteit van de grond. Voor het losbreken wordt veelal gebruik gemaakt van een diepwoeler, met een werkdiepte tussen 60 en 80 cm.
Een verklaring op eer bevestigt dat deze courante landbouwpraktijk werd toegepast.
De bewerking wordt in principe meermaals toegepast en dit tot op 2 meter afstand van de lineaire waardevolle groenstructuur, bewerkingen die de bomen op heden ook overleefd hebben. De echtheid en de gegrondheid van de verklaring wordt niet beoordeeld, maar er kan wel gesteld worden dat de voorziene graafwerken voor de ontworpen infrastructuur zich in dezelfde graad van impact bevinden als de jarenlange grondbewerkingen, al dan niet met diepwoeler.

Concreet: de gedeelten van de twee inbuizingen ontworpen met een lichte helling als overloop tussen een hoger gelegen infiltratiegracht en een lager gelegen gracht worden ingeplant ter hoogte van de hoogstammige bomen op respectievelijk 5,6 m en 7 m van de rechter tracégrens van voetweg nummer 71 gezien vanaf de kerk richting Potaardestraat. Deze overlopen bevinden zich tussen 20 cm en 50 cm onder maaiveldniveau.

De maximale inzet op de infiltratiegrachten en de inrichting van de bufferstrook tussen de voetweg en de wegenisinfrastructuur resulteert in een scenario waarbij de wegenis maximaal van de lineaire groenstructuur wordt weggeschoven. Er kan dus enigszins gesteld worden dat de werkdiepte voor de aanleg van de infrastructuur van de verkaveling (inbuizing) een impact zal hebben in dezelfde grootteorde als deze van de bewerking van de landbouwgrond.

Ter zake kan ook opgemerkt worden dat geschillen tussen aangelanden eerder een burgerlijke aangelegenheid betreffen welke betwist worden door de Vrederechter. Belangrijk dienaangaande zijn artikelen 3.133 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. In een geschil oordeelde het Grondwettelijk Hof op 21 oktober 2021 dat “… het feit dat een eigenaar de takken of wortels laat doorgroeien op zijn perceel slechts een eenvoudig gedogen is dat niet kan leiden tot een verkrijgende verjaring.

3.C

Daar het huidige plan niet tegemoet komt aan onze opmerkingen over de geplande wadi-uitgraving als fataal voor de opstaande bomenrij, kunnen we onverkort het bezwaar dat we tegen het vorige plan hebben neergelegd, bevestigen. Onze bezwaren werden bevestigd in het beroepsdossier dat we bij de Vlaamse Regering en bij de Bestendige Deputatie hebben neergelegd, en moet hier dus niet herhaald worden. Een verwijzing ernaar moge volstaan. Die bezwaren hebben we expliciet behandeld tijdens de virtuele hoorzitting die hierover door de Bestendige Deputatie werd georganiseerd. Daar deze nog niet is opgenomen is in het onderhavig dossier, hechten we dit aan ons bezwaarschrift.

Het bezwaar wordt nog krachtiger bij de vaststelling dat in het onderliggend nieuw blijkt dat de wadi's een grotere oppervlak moeten krijgen en dieper moeten worden uitgegraven, iets wat door de provinciale Dienst Waterlopen moet uitgesloten worden. ...... gaan op dat thema uitvoerig in in het bezwaar dat ze tegen onderhavig plan hebben neergelegd. We sluiten ons daar volledig bij aan. De uitvoering van het voorliggende plan betekent fataal het einde van een bomenrij van circa 50 m, met een dozijn hoogstammige beuken en een honderdjarige es. Hiermee zou het landschappelijk en ecologisch waardevolste gedeelte van het gebied langs de Hoefkantweg verdwijnen. Dit kunnen we niet aanvaarden. Temeer daar dit landschapsfragment bepalend is voor onze woon-en levenskwaliteit en verdwijning ervan deze ernstig zou aantasten. Bovendien zou de verdwijning ervan leiden tot een aanzienlijke waardevermindering van ons perceel en onze woning. Het voorliggende plan schaadt de belangen van de gemeenschap en deze van de aanpalende eigenaars. Dit is onaanvaardbaar.

We herhalen ons uitdrukkelijk verzet tegen de toekenning van de gevraagde vergunning en we verzoeken de gemeentelijke instanties, schepencollege en gemeenteraad de gevraagde vergunning te weigeren.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel

De wenselijkheid en zelfs noodzaak om voldoende waterbuffering te voorzien, wordt door eenieder bevestigd en staat niet ter discussie, meer nog een uitbreiding werd vooropgesteld.
De ontworpen gracht in de bufferstrook werd - rekening houdend met de aanwezigheid van de bomen - gedeeltelijk omgelegd ter hoogte van de landschappelijk waardevolle beplanting (vooral gracht 2) en ingebuisd. De gevraagde uitbreiding wordt niet zozeer gerealiseerd ter hoogte van gracht 2, maar ter hoogte van gracht 1 (A en B) en gracht 3, precies omdat hier meer ruimte voor is.

De aanleg van de wegenis respecteert een afstand van minstens 3 meter ten opzichte van de boomkruinen. Voor de realisatie van deze wegenis dient hier nog een afstand van 0,5 tot 1 meter bijgerekend te worden, maar zelfs dan nog worden voor de wegenis geen werken uitgevoerd binnen de boomkruinen.

De aanleg van de grachten vinden eveneens plaats buiten, maar voor gracht 2, wel tot aan de rand van de huidige boomkruin ter hoogte van perceel afdeling 1, sectie D, nummer 242X (Broekstraat 17). Zoals verder vermeldt, zullen ter bescherming van de bomen technische voorwaarden opgelegd worden, waaronder een afbakening van de zones waarbinnen geen graafwerken of opslag van materialen toegelaten zijn.

De aanpassingen ten opzichte van het eerste plan getuigen dat er wel degelijk rekening werd gehouden met de bezwaren. De 9 hoogstammige bomen bevinden zich tussen de nieuwe wegenis en de buffergrachten, de 30 schaduwtolerante, inheemse lage heesters tussen de buffergrachten en de historische voetweg. De heesters versterken de bestaande groene tunnel.

Er wordt geen infrastructuurwerk voorzien onder de kruinen van de bomen van de aanpalende eigendommen. Het respecteren van een zone van 28,5 meter rond de hoogstammige bomen als zone zonder graafwerken of straataanleg wordt niet weerhouden en werd ook eerder niet weerhouden, niet op deze locatie, niet op andere locaties. Bij aanleg van weginfrastructuur is het uitvoeren van graafwerken binnen de boomkruin maximaal te vermijden - maar vaak onvermijdbaar - en binnen de perimeter van het oppervlakkig wortelstelsel zelfs nagenoeg onmogelijk (dit zou inhouden dat er geen wegeniswerken mogen uitgevoerd worden in straten met straatbomen).

Het uitvoeren van graafwerken binnen de ruimere perimeter heeft zeker een impact, vraag is hoe groot deze impact zal zijn. Het feit dat deze werken slechts langs één kant plaatsvinden en relatief weinig verschillen van historische landbouwwerkzaamheden kan de impact relativeren, maar gelet op de waarde van de hoogstammige bomen, zowel landschappelijk, cultuurhistorisch als ecologisch, wordt de verplichting tot opmaak van een BEA voorzien (zie verder).

Er dient trouwens opgemerkt te worden dat ook in het verleden bouwwerken werden gerealiseerd binnen de ruimere perimeter (de woningen Broekstraat 10, 17 en 19 dateren van respectievelijk 1970, 1977 en 1993) zonder dat dit fataal werd voor deze bomen.

Het gemeentebestuur wenst zorgvuldig om te gaan met het bomenbestand, zowel op private als op openbaar domein en besliste hiertoe tot goedkeuring van het bomenbeleidsplan (GR 21/10/2024). Dit bomenbeleidsplan geeft aan hoe met onze bomen moet omgegaan worden.

Als onderdeel van het bomenbeleidsplan zijn bepalingen opgenomen rond de beperkingen en het toezicht bij werven (hoofdstuk 3 “organisatie gericht op boombehoud”). Ter bescherming van de bestaande bomen worden voorschriften opgenomen, gebaseerd op de technische fiche 19 “bescherming van bomen bij werken” van het Technisch Vademecum Bomen, het VVOG-zakboekje 3 “Beschermen van bomen” en eventuele specifieke maatregelen, opgelegd in de bomeneffectanalyse.

Dit bezwaaronderdeel geeft aanleiding tot technische voorschriften en voorwaarden, maar dit  bezwaaronderdeel betreft geen aspect van wegenis en zullen worden opgenomen bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning:

Het is belangrijk dat de mogelijke maatregelen worden genomen om de bomen niet aan te tasten, in het bijzonder indien deze bomen in aanmerking zouden komen als toekomstbomen of zelfs veteraanbomen. De bepalingen van het bomenbeleidsplan, in het bijzonder de bepalingen van 3.3, zijn van toepassing. Teneinde de impact van de voorziene werken in te schatten en te mitigeren, worden volgende voorwaarden opgelegd:
• Er dient voorafgaandelijk bepaald te worden welk type van bomen (9st.) hier voorzien worden.
Gelet op de standplaats dient hier gekozen worden voor bomen van 2de of 3de grootteorde.
• Er dient voorafgaand een plan aangeleverd te worden waar op is aangegeven hoe de werf zal worden georganiseerd. Op dit plan worden de zones voor stockage en bediening van de werf aangeduid alsmede de zones (minstens de boomkruin) die gevrijwaard worden van graaf- of inrichtingswerken voor de wegenis en waterbuffering en van opslag van materialen en voertuigen.
• Er dient voorafgaand een bomeneffectanalyse opgemaakt te worden voor de honderdjarige es.
• Er dient voorafgaand een gezamenlijke bomeneffectanalyse opgemaakt te worden voor de overige hoogstammige bomenrij. De beoordeling gebeurt mede op basis van voormeld plan.
• Indien bronbemaling noodzakelijk is, dient een bomenefectanalyse opgesteld te worden voor alle bomen waarvan de kroonprojectie in het project vallen om de effecten hiervan te minimaliseren. De Richtlijnen beschermen van bomen bij bronbemalingen van “Bomen Beter Beheren” geldt hierbij als richtlijn.

3.D

Hoorzitting 20 februari 2025

Tijdens de hoorzitting van 20 februari 2025 werden volgende bezwaren geuit:

Bij dit dossier stellen we vast en klagen we aan dat de impact van de geplande verkaveling op de opstaande bomenrij langs de Hoefkantweg wordt miskend.
Onder Natuurtoets in het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar lezen we: 'De kruinen van de bomen zijn opgetekend op de plannen. Er worden geen infrastructuurwerken voorzien onder de kruinen van de bomen. Ter hoogte van de kruinen blijven de infiltratiegrachten op meer dan 2 m afstand van de perceelsgrens. Zelfs al wordt er beperkt voorzien in een opengracht onder deze kruinen dan heeft dit geen negatieve impact op deze hoogstammen*.

Dit is onjuist, onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Graafwerken uitvoeren op nauwelijks iets meer dan 2 m van hoogstammige bomen is voor deze bomen fataal. Bomen hebben wortels. We komen daar op terug.

Met het intekenen van een groene kruinenwolk voldoet men niet aan de planverplichtingen voor de intekening van bomen. De stam van elke boom moet individueel ingetekend worden en voorzien van de aanduiding van de stamomtrek en de tekening van de boomkruin. In de betrokken strook, in de beukenhaag op circa 2 m van de kop van het projectterrein bevinden zich 14 hoogstammige - sommige meerstammig - beuken en één monumentale honderdjarige es met een stamomtrek van 280 cm. Door het ontbreken van deze gegevens vertoont het voorliggend plan een ernstig vormgebrek dat de juiste beoordeling door de bevoegde instanties onmogelijk maakt. De vaststelling dat de groene kruinenwolk niet aan de realiteit beantwoordt en de impact ervan op de projectgrond wordt geminimaliseerd sterkt het vermoeden van misleiding, om het eufemistisch uitte drukken. Is planvervalsing geen juistere kwalificatie?

Van bij de start van dit verkavelingsproject wordt door de projectontwikkelaar de aanwezigheid van het bomenbestand dat ons perceel begrenst als hinderlijk beschouwd.

Mag ik eraan herinneren dat bij het eerste plan dat aan een openbaar werd onderworpen, de straataanleg gepland was, pal tegen de haag en de stammen van de opstaande bomen? Inclusief de inpalming van het tracé van de historische voetweg over een lengte van meer dan 100 m!

De bomen waren niet ingetekend. Ook nier bij het tweede plan en openbaar onderzoek. Het is eerst bij het derde plan dat de aanwezigheid van bomen wordt gesuggereerd door de intekening van de groene kruinenwolk. Deze is bovendien fout ingetekend met minimalisering van de impact op het projectgebied. De kruinen reiken tot circa 8 m over het projectgebied. De takken reiken tot over de geplande straat. Uit het plan blijkt dit niet! Driemaal hebben we onze bezwaren ingediend en driemaal hebben we de vastgestelde vormgebreken aangeklaagd

Dit plan deugt niet. Dit plan is behept met een vormfout en is misleidend. Op basis van dit misleidend plan hebben het schepencollege en de gemeenteraad zeer belangrijke beslissingen genomen hebben, beslissingen die een groot impact hebben op onze leefomgeving, de natuur en onze levenskwaliteit.

Bomen hebben wortels. En deze hoogstammige bomen hebben een zeer ontwikkeld wortelbestel. Door de aard van de bomen, maar ook door de aard van de grond, en door de hoge grondwaterstand. Door deze factoren ontwikkelen de wortels zich uitgesproken horizontaal en reiken die zeer ver. De wortelcirkel is 2 tot 3 maal deze van de boomkruin. Het is dan ook hoogst bevreemdend in dit Verslag te moeten lezen dat er bij graafwerken onder de kruin er geen negatieve impact is op de hoogstammen! Onbegrijpelijk. Onaanvaardbaar.

Voor de meest bedreigde boom, de honderdjarige es, bedraagt de kruindiameter ca 18 m; 11 m boven de tuin, en circa 7-8 m boven het projectgebied.

In een poging om aan te tonen dat de geplande ingrepen zonder impact zijn voor de opstaande bomenrij werd in het dossier een document ingebracht 'een verklaring op eer* over terreinbewerking met een diepwoeler met ploegdiepte 80 cm. De ondertekenaar van deze Verklaring op eer' is één van de verkavelaars. De datum van dat document is onbekend, vermits gewist op het Omgevingsloket. Wij hebben dit document niet op het omgevingsloket gevonden bij de voorbereiding van onze bezwaarschriften. We kunnen ons niet ontdoen van de overtuiging dat dit document post factum werd ingebracht. Na de beslissingen van het schepencollege en/of de gemeenteraad. De Vlaamse Regering heeft dat in haar verwerping van ons beroep, de werking met een diepwoeler als argument weerhouden... Dit verplicht ons hierop in te gaan. Wij hebben in ons bezwaarschrift de herhaalde werking met een diepwoeler ontkend. Wij wonen en werken met direct zicht op het betrokken gebied. Wij hebben nooit vastgesteld dat op dat terrein tot op een diepte van 80 cm is gewerkt.

Het bewijs van de juistheid van onze verklaring is ongewild geleverd door een van de verkavelaars en grondbewerker van dit terrein. Bij de ploegwerken in oktober 2024 hebben wij vastgesteld dat dieper dan ooit werd geploegd en hebben een voordiepte van 40 cm gemeten. Hierbij zijn heel wat wortels tevoorschijn gekomen en afgeploegd. Dit op de plaats waar een wadi is ingepland. We hebben een wortelfragment bewaard. De doormeter is circa 50 mm; een behoorlijk stevige wortel. Er werden foto's genomen op het terrein.

De aanwezigheid van die wortels toont aan dat in het verleden nooit met een diepwoeler werd geploegd en dat de 'verklaring op eer hoogst bedenkelijk, verdacht is.

Deze recente ploegbeurt heeft ook aangetoond dat door grondwerken zelfs op een beperkte diepte het wortelbestel van onze bomenrij wordt geraakt en vernietigd.

En zo zijn we terug waar we vertrokken zijn, bij het uitgraven van open grachten, wadi's. Dat daaraan nood is wordt bij elke regenbui bewezen. De Hoefkantweg wordt dan een stromende beek.

In zijn Verslag becijfert de ambtenaar dat de wadi's moeten worden vergroot. Dit mag en kan niet in de strook tussen de weg en de straat. Die moeten elders worden ingepland.

Dit thema zal door buurvrouw .... worden uitgediept.

We bevestigen onze overtuiging dat de straataanleg en bijzonder de uitgraving van de wadi's van aard zijn een belangrijk deel van het wortelbestand van onze bomenrij te vernietigen of te beschadigen in die mate dat deze bomen in hun bestaan worden bedreigd.
Deze bomenrij is landschappelijk en ecologisch belangrijk voor de gemeenschap. Voor ons heeft ze een grote impact op onze levens- en woonkwaliteit.

We eisen dan ook bij een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag en voor de start van de werken de uitvoering van een groeiplaatsonderzoek en de opstelling van een boombeschermingsplan dooreen door ons aangestelde of door ons aanvaarde boomexpert.
Tevens eisen we voor de dreigende waardevermindering van onze woning een borgstelling van 150.000 euro.
Wij verzoeken de provinciale ambtenaar in het licht van deze opmerkingen zijn Verslag, in het bijzonder de paragraaf Natuurtoets te herzien en te herwerken.
Ook voor wat de MER betreft, vragen we dat het standpunt wordt herzien en de opstelling van een MER-rapport wordt opgelegd.
Tot slot, van de plannenmaker verwachten we in de toekomst meer respect voor de natuur en ook voor de buur.

De beoordeling van de elementen, aangebracht tijdens de hoorzitting van 20 februari 2025 werd verwerkt in de evaluaties van de elementen 3.A, 3.B en 3.C.

Bezwaarschrift nummer 4

4.A.

Bij deze wens ik .... bezwaar aan te tekenen tegen de vergunningsaanvraag voor het ontwikkelen van een verkaveling met 1 1 bouwpercelen en bijhorende wegeniswerken en wel om volgende redenen:

Na grondige analyse blijkt het dossier fouten, tegenstrijdigheden en onvolledige info te bevatten.

- Het grondwaterpeil uitgangspunt gaat uit van verkeerde gegevens wat voor verkeerde conclusies zorgt. Het grondwaterpeil vandaag veel hoger zal zijn dan de berekende waarden uit 2018. Zelfs met de 2018 meetgegevens zijn de voorgestelde grachten reeds te klein. Het afvoeren in buizen die lager uitkomen dan de waterstand in de grachten kan ook nooit extra water opvang creëren. De dieper uitgegraven grachten gaan ook in tegen de voorwaarden die gesteld zijn in het ongunstig advies van de dienst waterlopen.

Dit heeft impact op de reeds bestaande waterproblematiek in de Hoefkantweg. U weet dat bij hevige regenbuien de Hoefkantweg een rivier wordt niettegenstaande de recente Aquafin werken. Het principe van gesloten tuinen, te kleine wadi's om het water op te vangen zal voor wateroverlast zorgen. U kan als gemeente niet iets goedkeuren dat niet gaat werken.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden onder bezwaarschrift 2, waar alle aspecten met betrekking tot de water- en infiltratieproblematiek worden besproken.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.B.

- Onvolledige en foute plannen:

        De informatie op de plannen komen niet overeen met de info in de hemelwaternota (zie voorbeeld omtrent rijweg in 100% aldaniet doorlatende materialen)

        de gegevens die terug te vinden zijn in de hemelwaternota zijn gebaseerd op rekenfouten en het infiltratieoppervlakte van de grachten is geen min. 8% van de in rekening te brengen afwaterende oppervlaktes, zoals gevraagd in nieuwe GSVH van 2023. (zie de berekening in punt 2)

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden opgenomen onder het bezwaaronderdeel 2.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.C.

        De maat van de breedte van de Hoefkantweg, dat het begin is van de bestrating van deze verkaveling, staat niet op de plannen. De plannen waarop de brandweer haar beslissing heeft genomen zijn dus onvolledig , dit heeft voor verkeerde assumpties geleid. Mw.. bestudeerde de draaicirkel vd brandweer en deze moet 35 keer draaien (indien er geen auto's geparkeerd staan). Wat dit, te klein keerpunt, betreft was het eerste advies van de brandweer was negatief en het 2 de was dan weer positief. De beslissing van de brandweer vormt dan weer de basis voor de beslissing van de gemeentelijke nutsdiensten, die vandaag al achteruit moeten rijden voor afval op te halen omdat ze niet kunnen draaien en dat ook niet in één beweging kunnen omdat er een bocht in zit in de straat. Dit creëert tevens gevaarlijke situaties. Ook FOD Mobiliteit heeft dus op basis van plannen met ontbrekende maten beslissingen genomen. Daarom vraag ik naar een herevaluatie van het project door alle betrokken partijen op basis van nieuwe volledige correcte plannen, inclusief de 3,3m aanduiding aan de ingang van de nieuwe bewegenis en het volledige tracé vanaf de kerk.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Hoewel niet alle breedtematen van de wegenis expliciet zijn aangeduid op het plan VA_VP_N_2.pdf bij de aanvraag, betekent dit niet dat deze informatie ontbreekt. Zowel voor de burger als voor de vergunningverlenende overheid is de exacte breedte niet onmiddellijk afleesbaar, maar de administratie heeft geoordeeld dat dit onvoldoende is om het dossier als onvolledig te beschouwen.

De plannen waarop de brandweer en andere instanties hun beslissingen hebben gebaseerd, zijn op schaal getekend. Hierdoor kunnen alle afmetingen, inclusief de breedte van de Hoefkantweg, nauwkeurig worden afgeleid uit de schaalverhoudingen van de tekening. Dit voorkomt verkeerde assumpties en biedt een objectieve basis voor beoordeling.

Bovendien heeft de brandweer, na een aanvankelijk voorwaardelijk advies, een herbeoordeling uitgevoerd en vervolgens een positief advies verstrekt. Dit wijst op een grondige herziening en bevestigt dat de draaicirkel en veiligheidssituatie voldoende zijn geëvalueerd.

Tot slot hebben ook FOD Mobiliteit en de gemeentelijke nutsdiensten hun beslissingen gebaseerd op deze op schaal getekende plannen.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

4.D.

- Werfverkeer in een vandaag reeds te smalle straat: gezien vrachtwagens niet in de straat kunnen rijden (en niet mogen rijden, zie verbodsbord) zouden op zijn minst tot volgende eisen dienen te leiden:

een staat van bevinding van mijn woning door alle betrokken partijen met borgsom door de gemeente van minimum 20 000 €

plaatsing van 2 omgekeerde U's aan de 2 ingangsdeuren van mijn kantoor en privé ingang, om de veiligheid van bezoekers en voetgangers te garanderen, gezien vrachtwagens niet anders kunnen dan over de stoep te rijden waarbij dan het voorwiel er telkens afschiet wat voor harde trillingen leidt.

        opheffing van de parkeerplaatsen naast de kerk, permanent en op zijn minst tijdens uitvoering van werken.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Wegenis

Het normenboek bepaalt voor een omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden met schaalgrootte van 11 bijkomende eengezinswoningen binnen een op het gewestplan afgebakende woonzone op een boogscheut van de kerk in een dorpskern nergens de opmaak van circulatieplannen. Verdichting in een dorpskern ter vrijwaring van het agrarisch gebied en groengebieden wordt ondersteund. Het wonen in een dorpskern veronderstelt enige toegankelijkheid voor een nog mogelijke invulling met woontypologieën in harmonie met de identiteit van de dorpskern. De dorpskern van Sint-Brixius-Rode wordt gevormd door de Hoekstraat, Broekstraat, Plasstraat, Hoefkantweg en s’Herenweg. Het dorp kent een lage dichtheid. Het project voorziet 11 vrijstaande eengezinswoningen binnen een verkavelingscontour van circa 96 aren. Dergelijke bijkomende dichtheid geeft inderdaad wat meer mobiliteitsbewegingen van en naar de Hoefkantweg maar is niet van deze grootorde dat deze een normaal te verdragen hinder voor een bewoner van een woning in de kern gaat overstijgen. De bestaande infrastructuur in de kern en de Hoefkantweg zijn voor de mobiliteit van deze 11 bijkomende gezinnen voldoende uitgerust. Mocht dit niet het geval zijn, zou het bestaand woonpatrimonium in deze kern ook op de dag van vandaag niet voldoende toegankelijk zijn. Zoals ook bevestigd in het Ministerieel besluit van 2 september 2024 zal de beperkte breedte net leiden tot een tragere snelheid, hetgeen de verkeersveiligheid alleszins ten goede komt. Het weggabarit van de Plasstraat is beperkt maar dit is een historisch gegeven. De Plasstraat vormt de verbinding tussen de Vilvoordsesteenweg en de dorpskern Sint-Brixius-Rode en kronkelt zich als het ware doorheen een open landschapsstructuur. De weg verkeert in een goede staat. Deze identiteit wil het bestuur behouden en werkt op heden snelheidsbeperkend. Het project betreft de mobiliteit van 11 bijkomende gezinnen.

Om de tijdelijke hinder tijdens de werken van de verkaveling en tijdens de bouw van de huizen te beperken, kunnen – indien nodig – ook tijdelijk verkeersbeperkende maatregelen getroffen worden.

Er zijn weinig parkeermogelijkheden in de nabijgelegen straten van de nieuwe verkaveling die de parkeerbehoefte kunnen opvangen. Mogelijkheden dienen voorzien te worden op de betreffende percelen met mogelijkheid voor bezoekersparking. Het ontwerp voorziet slechts 8 parkeerplaatsen. De zachte mobiliteit wordt hierdoor aangemoedigd.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

Advies:

De dienst mobiliteit verleent gunstig advies. Er dient aandacht besteed te worden voor de inrichtingsprincipes en de te kiezen materialen van toepassing voor een woonerf. De toegankelijkheidsnormen in de wegenis dienen gerespecteerd te worden. Het is tevens belangrijk om in te zetten op duurzame mobiliteit.

4.E.

Graag verwijs ik voor details van bepaalde punten naar het bezwaarschrift van 26 maart 2025 van .. met ref: ' Verkavelingsaanvraag Uw Referentie : Bezwaar / 875_ OMV_2023080633' waarvan de inhoud als bijlage van dit bezwaarschrift geldt.

Evaluatie van dit bezwaaronderdeel:

Voor dit bezwaaronderdeel wordt verwezen naar de beoordelingsgronden opgenomen onder het bezwaarschrift 2.

Dit bezwaaronderdeel wordt niet weerhouden.

BESLUIT

ARTIKEL I

Artikel 1

De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het voorgestelde rooilijnplan voor de verkaveling "Hoefkantweg" voor de kadastrale percelen gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de aanleg van de nieuwe wegenis in de verkaveling goed.

Artikel 3

De overeenkomst met betrekking tot de inrichting en overdracht van de wegenis dient binnen de 4 maanden na deze gemeenteraadsbeslissing door de verkavelaar ondertekend te worden.

Artikel 4

De rooilijnen worden gewijzigd op het perceel dat voorwerp uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag en eigendom is van de aanvrager zodat er geen waardevermeerdering of -vermindering van de gronden dient betaald te worden.

Artikel 5

De bezwaren met betrekking tot het wegenisdossier of die kunnen in verband gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019 worden ongegrond verklaard.

Artikel 6

Het college wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

Artikel 7

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:

- wanneer de omgevingsvergunning voor het verkavelen van de percelen gelegen langsheen de de Hoefkantweg te Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F niet wordt verleend of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;

- wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 4 stemmen tegen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Verkavelingsvergunning  875 - Hoefkantweg - goedkeuring overeenkomst

MOTIVERING

Feiten en context

Er werd een omgevingsaanvraag voor een nieuwe verkaveling ingediend voor percelen gelegen langsheen de Hoefkantweg zn te 1860 Meise, kadaster gekend onder (afd. 1) sectie D 317 H, (afd. 1) sectie D 319 B, (afd. 1) sectie D 320 D, (afd. 1) sectie D 324 T, (afd. 1) sectie D 324 S, (afd. 1) sectie D 325 D, (afd. 1) sectie D 325 E, (afd. 1) sectie D 325 G en (afd. 1) sectie D 326 F. De aanvraag heeft als voorwerp het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw met aanleg van nieuwe wegenis.

Deze overeenkomst is beperkt tot de voorwaarden waarvoor de gemeenteraad de bevoegdheid heeft. Voorwaarden met betrekking tot stedenbouwkundige aspecten behoren tot de bevoegdheid van het schepencollege en worden bijgevolg niet opgenomen in deze overeenkomst.

De gemeenteraad keurde op 18 december 2023 de door de uitvoerende diensten opgestelde ontwerpovereenkomst goed.

Op 3 januari 2025 stelde de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen, een aangepaste versie van haar eerdere advies op vanwege een fout in de oorspronkelijke versie. Deze herziening houdt, gezien de indiendatum van de omgevingsvergunningsaanvraag, rekening met de oude hemelwaterverordeningen. Hierdoor diende de verkavelaar op 27 februari 2025 een nieuwe projectversie in, met aangepaste plannen conform het nieuwe advies.

Het projectgebied situeert zich in het verlengde van een doodlopende straat, de Hoefkantweg, te 1860 Meise. Het voorziet de aansluiting van 11 loten, 5 loten voor open bebouwing en 6 loten voor halfopen bebouwing, via een nieuwe infrastructuuraanleg van een doodlopende weg met keerpunt.

De omgevingsvergunningsaanvraag bevat tevens het gedeeltelijk verplaatsen van de gemeenteweg nummer 50 (voorheen voetweg nummer 50) gelegen tussen lot 10 en 11, zoals aangeduid op het rooilijnplan. Onder deze gemeenteweg bevindt zich een Aquafin-leiding waarvoor er een erfdienstbaarheidszone gevestigd is ten voordele van Aquafin. De huidige gemeenteweg nummer 71 (voorheen voetweg 71) blijft behouden.

Door de uitvoerende dienst werd een nieuwe ontwerpovereenkomst opgesteld in verband met de aanleg van nieuwe wegenis en het toekomstig openbaar domein. Deze overeenkomst zal integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

De, volgens de bepalingen van de bijgevoegde overeenkomst, nieuw aan te leggen weg zal na aanleg en inrichting kosteloos worden overgedragen aan het openbaar domein.

De omgevingsvergunningsaanvraag werd opnieuw onderworpen aan een openbaar onderzoek van 6 maart 2025 tot 4 april 2025. Er werden vier bezwaarschriften ingediend.

Juridische gronden

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het decreet Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) inzonderheid titel IV: milieueffect en veiligheidsrapportage en titel V: exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkende personen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd (Vlarem II).

De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25 januari 2002.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 2006 inzake de minimale weguitrusting.

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Gewestelijke hemelwaterverordening).

Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen (MB van 12/9/2014) (Provinciale verordening inzake verhardingen).

Advies/argumentatie

De omgevingsvergunningsaanvraag voorziet het ontwikkelen van 11 loten voor ééngezinswoningbouw in open en halfopen verband met de uitbreiding van de wegenis- en rioleringsinfrastructuur in het verlengde van de Hoefkantweg. Het perceel is momenteel een braakliggend terrein gelegen in woongebied aan gemeenteweg nummer 71. De nieuwe straat heeft een doodlopend karakter met keerpunt en ligt volledig gescheiden van de bestaande gemeenteweg nummer 71 die ongewijzigd blijft. De wegenis heeft een beperkte breedte en is daarom voorzien van een uitwijkstrook met een lengte van bijna 16 meter.

In de verkaveling wordt er zowel RWA als DWA riolering aangelegd en aangesloten op de bestaande Aquafin-collector. Voor de RWA riolering wordt gewerkt met 3 grachten die zullen dienen als infiltratie- en buffersysteem voor het hemelwater afkomstig van de nieuwe wegenis en de nieuwe woningen.

Volgens artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet moet de gemeenteraad zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

Artikel 3 van het gemeentewegendecreet bepaalt dat het decreet tot doel heeft om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4 van het gemeentewegendecreet stelt dat bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening wordt gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Op het perceel van de nieuwe verkaveling bevindt er zich tussen lot 10 en lot 11 een voetweg nummer 50, vandaag te benoemen als "gemeenteweg", die gedeeltelijk verplaatst wordt en de toegang voorziet tot een RWA-bekken.

Deze gemeenteweg is momenteel niet meer zichtbaar op het terrein. In het kader van het algemeen belang is het opportuun om de gemeenteweg opnieuw te realiseren met waterdoorlatende materialen zodat het tracé van de gemeenteweg terug toegankelijk wordt voor de zwakke weggebruikers.


 

De ontsluiting van de verkaveling zal gebeuren langs de Hoefkantweg via een nieuw aan te leggen weg. De voorwaarden voor de aan te leggen wegenis en de overdracht na aanleg naar het openbaar domein van de gemeente werden opgenomen in een overeenkomst.

Om de veiligheid van zowel voetgangers als fietsers op gemeenteweg 71 te waarborgen, zullen er tussen de gemeenteweg en het einde van de nieuwe weg, inclusief de parkeerplaatsen, vijf katafootpalen met reflector worden geplaatst. Deze voorwaarde wordt bijkomend opgelegd naar aanleiding van de ontvangst van een bezwaarschrift in het kader van een voorgaand openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunningsaanvraag.

Aldus wordt voldaan aan de bepalingen van artikelen 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De ontwerpovereenkomst zoals opgesteld door de uitvoerende dienst wordt goedgekeurd en overgemaakt aan de aanvrager.

Artikel 2

De algemeen directeur en voorzitter van de gemeenteraad worden gevraagd deze overeenkomst namens het bestuur te ondertekenen.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt en Viviane Stevens), 4 stemmen tegen (Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Kennisname rapportering Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) 2.1

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Recht van voorkoop - afbakening

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeente Meise heeft nog een hele weg te gaan om het bindend sociaal objectief te bereiken.

Daarbij rekent de gemeente op samenwerking met BV Het Vlaams Woonanker en Vlabinvest, die ook vragende partij zijn om bijkomende sociale woningen te kunnen ontwikkelen.

Eén van de wijzen om eigendommen te verwerven om sociale woningen op te richten, betreft de voorkooprechten. Een recht van voorkoop houdt in dat de begunstigde van dit recht over de mogelijkheid beschikt om tussen te komen in een gesloten verkoop, door overname van de koop voor dezelfde prijs en onder dezelfde voorwaarden. Een recht van voorkoop kan wel niet uitgeoefend worden wanneer de aankoop de enige en eigen woning van de oorspronkelijke koper betreft.

De artikelen 60 tot en met 65 van het decreet van 21 april 2023 ‘tot wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen’ hebben de regeling van het voorkooprecht in deel 6 van boek 5 van de Vlaamse Codex Wonen (VCW) van 2021 met ingang van 9 juni 2023 gewijzigd. Het functioneel voorkooprecht op basis van het leegstandsregister, het register van verwaarloosde woningen en gebouwen en de Vlaamse inventaris voor ongeschikte en onbewoonbare woningen (VIVOO) werd geschrapt. Het territoriaal recht van voorkoop is uitgedoofd op 31 december 2024. Het Lokaal bestuur dient, indien ze nog de mogelijkheid van een voorkooprecht wenst te behouden als beleidsinstrument,  de nieuwe afbakening te bepalen via een gemeenteraadsbesluit. Vroeger was reeds quasi het volledige grondgebied van de gemeente Meise aangeduid als gebied waarin het voorkooprecht kon uitgeoefend worden.

Ook de bestemming is gewijzigd: de woonmaatschappij en de gemeente kunnen het recht van voorkoop uitoefenen met het oog op de verruiming of ter ondersteuning van het woonaanbod in eigendom of beheer van de woonmaatschappij. Vlabinvest apb kan via dit recht van voorkoop een actief grond- en pandenbeleid voeren in zijn werkingsgebied om te zorgen voor een betaalbaar woonaanbod ten behoeve van modale inkomenstrekkers. Ook voor functies die  rechtstreeks verbonden zijn met het sociaal of betaalbaar woonaanbod zoals infrastructuurwerken kan het voorkooprecht aangewend worden.

Begunstigden van het voorkooprecht zijn de Woonmaatschappij, Vlabinvest en de gemeenten.

Zowel bebouwde als onbebouwde percelen kunnen in aanmerking komen.

Juridische gronden

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen in het bijzonder, artikel 40 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad

De Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikelen 5.76 tot en met 5.78

Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, boek 5, deel 6, artikel 5.208 tot en met artikel 5.209

Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten

Decreet van 16 juni 2006 over het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, titel IV, hoofdstuk I, II en VI

Het decreet van 21 april 2023 ‘tot wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen’, artikelen 60 tot en met 65.

Advies/argumentatie

Sinds 2023 heeft Meise meer dan 20.000 inwoners. Er wordt tegen 2040 nog een groei voorspeld van 13%. Het bestaande (sociale) woonaanbod is ruim onvoldoende.

Gelet op het geringe aantal beschikbare percelen bouwgrond in de gemeente is het uiterst moeilijk om de bouw van nieuwe sociale woonprojecten op te starten. Hierdoor dient er voor de realisatie van bijkomende sociale huurwoningen ook gekeken te worden naar reeds bestaande woningen en panden.

De Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikelen 5.76 tot en met 5.78 geeft lokale besturen de mogelijkheid om op bepaalde percelen en gebouwen een recht van voorkoop te laten rusten.

Artikel 5.76 van de Vlaamse Codex Wonen (VCW) bepaalt dat de gemeenteraad de percelen en gebouwen afbakent via een gemeenteraadsbesluit.

De gemeente wenst een evenwichtige spreiding en het vermijden van concentraties van het sociaal woonaanbod. Bijkomend woonaanbod wordt best prioritair voorzien op goed en duurzaam ontsloten locaties, met een goed voorzieningenniveau. Het sociaal patrimonium wordt ook best gespreid over het grondgebied van de gemeente. Zoals uit bijgevoegde bijlage blijkt, was tot 31 december 2024  reeds quasi het volledige grondgebied van de gemeente Meise aangeduid als gebied waarin het voorkooprecht kon uitgeoefend worden.

Gezien  het voorgaande en de verplichtingen van de hogere overheid in het kader van het BSO, is het aangewezen de selectie van percelen waarop het recht van voorkoop rust immers  zo ruim als mogelijk af te bakenen. Verder kunnen zowel grote als kleine percelen een opportuniteit bieden om tegemoet te komen aan de bestaande nood aan sociale huurwoningen en de wettelijke verplichtingen van de gemeente. Ook kleinere percelen kunnen interessante opportuniteiten bieden voor het versterken van het sociaal huuraanbod via kleinschalige projecten of omdat ze aansluiten op of aaneenschakelen tot grotere projecten. De grootte van percelen kan met andere woorden niet als selectiecriterium gehanteerd worden. Om voorgaande redenen worden alle percelen in alle deelgemeentes of gebieden waar ontwikkeling van sociale woningen mogelijk is, meegenomen in het voorstel van territoriale afbakening. Bij gedetailleerde studie van de kaarten, blijkt dat er vroeger -om niet duidelijke redenen- een aantal percelen niet werden opgenomen in de lijst. Omdat deze percelen aansluiten aan andere wel opgenomen percelen, worden deze voor zover ze gelegen zijn in woongebied aan de vroegere lijst toegevoegd. Op deze manier wordt tevens een gelijke behandeling gecreëerd.

De lijst met de kadastrale identificatiegegevens van de betrokken percelen wordt in bijlage van onderhavige beslissing gevoegd

De gemaakte afbakening geldt voor maximaal 15 jaar vanaf de inwerkingtreding van het gemeenteraadsbesluit.

Financiële gevolgen

Geen directe financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de voorgestelde afbakening van recht van voorkoop in kader van de Vlaamse Codex Wonen goed . De bijlagen met de opsomming van de kadastrale percelen en een grafisch plan maken onlosmakelijk deel uit van dit besluit.

 Artikel 2

De goedgekeurde afbakening voor recht van voorkoop wordt opgeladen in het Geografisch themabestand (Geopunt) ‘Vlaamse voorkooprechten’ van het Agentschap Digitaal Vlaanderen.

Artikel 3

De goedgekeurde afbakening treedt in werking overeenkomstig de artikelen 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur en is geldig voor maximaal 15 jaar.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Goedkeuring ontwerp handelshuurovereenkomst cafetaria Sporthal Meise

MOTIVERING

Feiten en context

Vermits de huidige huurder van de cafetaria van de Sporthal van Meise niet binnen de voorziene termijn zijn intentie tot verlenging van de lopende handelshuurovereenkomst heeft laten kennen, zal de huidige handelshuurovereenkomst, die werd afgesloten vanaf 1 augustus 2016 , ten einde lopen op 1 augustus 2025.

Het is de intentie om de cafetaria opnieuw in handelshuur te geven na oproep tot mededinging. Het Lokaal Bestuur wil iedereen de kans geven een solide en gemotiveerd voorstel in te dienen. Daartoe wordt een procedure doorlopen, waarbij eveneens onderhandelingsgesprekken met de kandidaten zullen worden gevoerd. Na beoordeling van de inschrijvingen zal de handelshuur aan één kandidaat worden toegewezen.

Juridische gronden

Het Burgerlijk Wetboek, artikels 1101 en volgende en artikel 1712.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 201 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41.

De omzendbrief  KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.

Advies/argumentatie

Artikel 3.2. van de omzendbrief van 3 mei 2019 bepaalt dat voor onroerende transacties de markt geraadpleegd moet worden, en niet alleen voor verkopen. Op deze manier krijgt elke mogelijke geïnteresseerde de kans om mee te dingen en zich kandidaat te stellen. De procedure moet voldoende openbaar en transparant zijn. Er moet voldoende en gepaste publiciteit worden gevoerd om zoveel mogelijk geïnteresseerden te bereiken. Deze werkwijze dient het beste het algemeen belang.

Er werd een ontwerp handelshuurovereenkomst en bundel met betrekking tot het selectieproces opgesteld. Op basis van dit ontwerp kan een mededinging georganiseerd worden en kan een selectie gemaakt worden tussen de geïnteresseerde kandidaten.

Het ontwerp handelshuurovereenkomst is gebaseerd op de huidige handelshuurovereenkomst waaraan ondermeer paragraaf 3 met betrekking tot de openingstijden werd aangepast. In het ontwerp van overeenkomst werden slechts een beperkt aantal verplichtte openingstijden opgenomen. Het is de bedoeling dat de kandidaten zelf bij hun inschrijving een voorstel voor openingstijden toevoegen; dit voorstel zal dan meegenomen worden bij de beoordeling van de kandidatuur. Ook de verplichting van het openen en sluiten van de accommodatie werd wat verminderd omdat deze verplichting in de realiteit soms een te zware belasting van de cafetaria-uitbater inhoudt. De opgenomen huurprijs is de geïndexeerde huurprijs die heden wordt aangerekend aan de huurder.

Het is de intentie om de handelshuurovereenkomst te laten ingaan op 1 augustus 2025.  In functie van de gesprekken met geïnteresseerde kandidaten zou deze datum wel kunnen gewijzigd worden.

Financiële gevolgen

 

Budgetsleutel

Actie

Initieel budget

Beschikbaar budget

GE/07420/70510000

 

 

opbrengsten uit verhuur zalen en lokalen

€ 35.000

€ -5.188,76«(02/04/2025)»

BESLUIT

Artikel 1

De ontwerp handelshuurovereenkomst  (inclusief toewijzingsbundel) voor de cafetaria van de Sporthal te Meise wordt goedgekeurd. Het college wordt gemachtigd op basis van deze overeenkomst een mededinging te organiseren en met de geïnteresseerde kandidaten te onderhandelen.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Aansluiting bij een aankoopcentrale voor de overheidsopdracht: 'raamovereenkomst nazicht en onderhoud van brandkranen en bijhorende signalisatie verzorgingsgebied de Watergroep'

MOTIVERING

Feiten en context

Een aankoopcentrale in de zin van titel 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (overheidsopdrachten in klassieke sectoren) is een aanbesteder die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht als bedoeld in de bepalingen onder respectievelijk artikel 2, 7° en 8° van voornoemde wet.

Door de omvang van overheidsopdrachten te vergroten via de techniek van een aankoopcentrale, wordt het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen.

Een aankoopcentrale staat in voor de beslissing in verband met de keuze van de wijze van gunning, de redactie van het bestek, voor de publicatie van de opdracht, voor het onderzoek van de offertes en voor de gunning van de opdracht.

In toepassing van artikel 47 van de genoemde wet van 17juni 2016 is een aanbesteder die een beroep doet op een aankoopcentrale vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.

Het ministerieel rondschrijven van 14 oktober 1975 betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden (B.S. 31.01.76) bepaalt het volgende: “Die maatregelen, welke door de gemeenten worden voorgeschreven en waarvan zij de kosten dragen, moeten voorzien in het nazicht en het onderhoud van de watervoorraden alsmede van alles wat ermee verband houdt zoals het vrijmaken van de toegangswegen.”

De opdrachten moeten uitgevoerd worden met 2 verschillende frequenties: jaarlijks, uitgezonderd het beproeven van hydranten, nl. tweejaarlijks.

Om hieraan te voldoen treedt de aanbesteder De Watergroep op als aankoopcentrale voor de gunning van volgende opdracht: 'Raamovereenkomst nazicht en onderhoud van brandkranen en bijhorende signalisatie verzorgingsgebied De Watergroep'.

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 56, 40 en 41.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.

Het Bestuursdecreet van 07 december 2018, titel II, hoofdstuk 3.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Het KB plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18.04.2017.

Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, zoals gewijzigd

Advies/argumentatie

De huidige raamovereenkomst van De Watergroep, waarop het lokaal bestuur Meise in 2021 intekende voor het nazicht, onderhoud en de herstellingen van brandkranen en bijhorende signalisatie binnen het verzorgingsgebied van De Watergroep, is op 31 december 2024 afgelopen.

De kosten worden geraamd op maximaal € 25 000 per jaar.

Gezien bovenstaande overwegingen zijn de uitvoerende diensten voorstander om opnieuw aan te sluiten bij deze aankoopcentrale.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2025 en de komende jaren.

Een visum werd aangevraagd bij de financieel directeur op 3 maart 2025. De financieel directeur verleende het visum op 4 maart 2025, met nummer 2025397.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/2025/613000000/06300

Huur en onderhoud installaties en aankoop materieel -onderhoud en controle brandkranen

 

€ 9 653,72 (26/02/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het lokaal bestuur Meise sluit zich aan bij de aankoopcentrale De Watergroep voor de plaatsing van opdrachten, die door de aankoopcentrale zijn gegund aan de opdrachtnemer Wonen en Werken Tewerkstelling vzw - IJzerenmolenstraat 2 te 3001 Heverlee.

Artikel 2

Deze aansluiting verplicht de gemeente echter niet tot een effectieve plaatsing van een opdracht.

Artikel 3

De opdracht heeft een initiële looptijd van twee jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld bij sluiting van de opdracht. Na het verstrijken van deze initiële looptijd, kan de opdracht tweemaal verlengd worden met een periode van telkens één jaar.

Artikel 4

Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan de gemeente rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer, aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.

Artikel 5

De gemeente staat zelf in voor de uitvoering van de geplaatste opdracht (levering, opvolging, betaling van facturen, …) en vrijwaart de aansprakelijkheid van de aankoopcentrale voor eventuele schade ten gevolge van fouten en/of leemten in de opdrachtdocumenten.

Artikel 6

De financiering van de te plaatsen opdrachten zal gebeuren met het krediet ingeschreven op budgetsleutel 613000000/06300 (Huur en onderhoud installaties en aankoop materieel).

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Aankoop 2 frontzitmaaiers met opvang - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Aankoop 2 frontzitmaaiers met opvang” werd een bestek met nr. 2025405 opgesteld door de Uitvoerende Diensten.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Juridische gronden

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de ploegbaas groendienst om de efficiënte werking van de dienst te verzekeren.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2025, op budgetcode 24200000/02000-INVESTERING-U.

De uitgave is voorzien in het budget.

Budgetsleutel

Acties

Initieel budget

Beschikbaar budget

24200000/02000 - Rollend materieel - gemeenschapsgoederen - Investeringsproject

______________

 597.783,36

 297.877,86 (02/04/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2025405 en de raming voor de opdracht “Aankoop 2 frontzitmaaiers met opvang”, opgesteld door de Uitvoerende Diensten, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 60.000,00 excl. btw of € 72.600,00 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2025, op budgetcode 24200000/02000-INVESTERING-U.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Projectadvies 2025 GROS

MOTIVERING

Feiten en context

De Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (GROS) heeft tot taak het gemeentebestuur te adviseren met het oog op een zinvol gemeentebeleid voor ontwikkelingssamenwerking. Zij geeft ondermeer advies inzake de toekenning van subsidies aan projecten in de Derde Wereld.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen verleend door de gemeenten.

Huishoudelijk reglement GROS vastgesteld in de gemeenteraadszitting van 16 december 2019 , laatst gewijzigd in de gemeenteraadszitting van 18 maart 2025, gepubliceerd op de website op 24 maart 2025.

Advies/argumentatie

Er werden in totaal 12 projecten met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking ingediend door actieve verenigingen uit Meise. Tijdens de jaarlijkse projectendag van zaterdag 8 maart 2025 werden alle projecten gepresenteerd, besproken en goedgekeurd.

Daarnaast wordt een project van 11.11.11 gesteund.

Het projectbudget 2025 bedraagt 45.000 euro. GROS-Meise vraagt de gemeenteraad het projectbudget 2025 ter beschikking te stellen voor de verdeling volgens de tabel per project in het bijsluitend dossier.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2025.

Budgetsleutel

Actie

Initieel bedrag

Beschikbaar bedrag

GE/2025/6490000/09091

Toegestane werkingssubsidies - Overige verrichtingen inzake sociaal beleid

 

 

€ 45.000

€ 45.000 (20/03/2025)

BESLUIT

Artikel 1

Kennis te nemen van het projectadvies 2025 van de GROS-Meise.

Artikel 2

Volgende toelagen voor ontwikkelingssamenwerking toe te kennen:

Directe steun aan initiatieven in de Derde Wereld: projecten door plaatselijke groepen en partner in de Derde Wereld:

Benin-Aid vzw

 Alfabetisering katoentelers

  3.587,00 euro

Benin-Aid vzw

 Afvalverwerking

  3.260,80 euro

Benin-Aid vzw

 Bouw tomatenserre

  2.934,60 euro

Blik op Afrika vzw

 Revalidatiecentrum

  3.587,00 euro

Kinderen voor Kinderen

Basisonderwijs plattelandskinderen

  3.587,00  euro

Oxfam Wereld Winkel vzw

 Koffie Coöperatieve

  3.587,00  euro

Oxfam Wereld Winkel vzw

 Voedselzekerheid

  3.260,80 euro

De andere Leerling

 Integratie vrouwen in lokale vismijn

 3.587,00  euro

Groep Baobab vzw

 Ruwbouw fietscentrum

 3.587,00 euro

Uganda Projects vzw

Leerkansen kinderen en ongeschoolden

3.587,00 euro

Liza for Ghana Fund vzw

 Regencollector & zonnepanelen

  3.587,00 euro

Tomorrow for Isibani vzw

 Computerklas

  3.587,00  euro

Solidariteitsproject 11.11.11

 Bijdrage nationaal project

  3.260,80  euro

Artikel 3

Deze sommen te verrekenen op algemene rekening 64900000, beleidsitem 09091.

Artikel 4

Voornoemde verenigingen vrij te stellen van de door wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Diana Tierens, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Billie Kawende, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Ingrid De Bondt, Sofie Van Assche en Viviane Stevens), 2 onthoudingen (Paul Van Doorslaer en Sonja Maes)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Overzicht punten

Zitting 22 04 2025

Motie betreffende de oprichting van een eigen rechtbank voor Halle-Vilvoorde - Toegevoegd punt

MOTIVERING

Feiten en context

Sinds april 2014 kent ons land nog 12 gerechtelijke arrondissementen. De wetgever is op dat moment niet ingegaan op de breed gedragen eis van onze regio om een eigen gerechtelijk arrondissement te creëren voor Halle-Vilvoorde of voor Vlaams-Brabant. Op deze manier blijft de rechtzoekende uit Halle-Vilvoorde aangewezen op de Brusselse rechtbank. Deze kampt echter met structurele achterstand en aanhoudende organisatieproblemen.  

Daarenboven kiezen verdachten van misdrijven in onze regio vaak bewust voor een Franstalige rechter met straffeloosheid tot gevolg. Daarom pleitte het Toekomstforum (het collectief van burgemeesters van Halle-Vilvoorde) naar aanleiding van de jongste federale regeringsvorming voor een eigen rechtbank voor onze regio. In hun memorandum klonk het als volgt: “Onze regio kent een bedroevend hoge criminaliteitsgraad. Op heden worden de criminele feiten berecht in rechtbanken rond onze regio (Brussel,…) met onder meer taalproblemen én onaanvaardbare doorlooptijden ter behandeling van deze feiten als gevolg. Regio Halle-Vilvoorde vraagt daarom een efficiëntere aanpak via een eigen rechtbank.”  

Ook voormalig Procureur des Konings Ine Van Wymersch kaartte voorliggende problematiek al meermaals aan. Zij stelt onomwonden dat het fenomeen van zogenaamde “taalshoppen” – waarbij verdachten doelbewust kiezen voor de Franstalige rechtbank in Brussel – leidt tot aanzienlijke vertragingen, hogere kosten en rechtsongelijkheid. Zo is er afdoende bewijs dat in de Franstalige kamers de kans op mildere straffen of zelfs seponering aanzienlijk hoger ligt dan in de Nederlandstalige rechtbanken. Die praktijk ondermijnt het vertrouwen van burgers in een eerlijke en efficiënte rechtspraak, en hypothekeert de veiligheid van onze inwoners. 

Ondanks dit breed gedragen pleidooi, werd deze legitieme eis niet gehonoreerd in het federaal regeerakkoord. Het lijkt aldus noodzakelijk dat de gemeenteraden van Halle-Vilvoorde ze hernieuwen teneinde voorliggende problematiek aanhangig te maken bij de federale regering.  

De gemeenteraad van Meise : 

Gelet op:  

        De gebiedsomschrijving van het gerechtelijk arrondissement Brussel zoals opgenomen in artikel 4, 4°, 1ste lid van het Bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek; 

        De vreemde situatie, zoals opgenomen in artikel 4, 4°, 2de lid van het Bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, dat de inwoners van MEISE, een Vlaamse gemeente, aangewezen zijn op rechtbanken met zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 

        Het feit, zoals opgenomen in artikel 7ter van de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dat de inwoners van Meise, een gemeente in het Nederlandstalig taalgebied, vrijwillig voor de rechtbank van de taal van hun keuze kunnen kiezen; 

        Rekening houdend met de aanzienlijke organisatorische en culturele verschillen tussen de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken in Brussel; 

        De rechtsongelijkheid en het rechtsmisbruik ten gevolge van de niet-splitsing van het gerechtelijk arrondissement; 

        Artikel 157bis van de Grondwet betreffende de essentiële elementen van de hervorming met betrekking tot het gebruik der talen in gerechtszaken in het gerechtelijk arrondissement Brussel. 

BESLUIT

Artikel 1

De federale regering aan te manen gevolg te geven aan de breed gedragen eis tot oprichting van een volwaardige rechtbank en parket voor het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.  

Artikel 2

Dit besluit over te maken aan de voorzitters van het Vlaams Parlement en het Federaal Parlement, aan de minister van Justitie en aan de eerste minister. 

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Ella De Neve, Tom Heyvaert, Wim Verbeke, Marie Behaeghe, Roger Heyvaert, Jozef Emmerechts, Diana Tierens, Paul Van Doorslaer, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Dany Geysels, Ilse Spooren, Frédéric Maes, Sonja Maes en Viviane Stevens), 6 onthoudingen (Sonja Becq, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Billie Kawende, Ingrid De Bondt en Sofie Van Assche)

 

Publicatiedatum: 22/05/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.