Meise

Zitting van 18 nov 2019

Van 20.50 uur tot 21.15

Aanwezig:

Katrien Uyttersprot, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux en Thomas Goethals, schepenen;

Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Diana Tierens, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende en Roel Baudewyns, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Herwig Cornelis, Virginie De Klippel, Jo Van Den Brande en Jorn Lathouwers, raadsleden;

 

 

Overzicht punten

Zitting ma 11 2019

Goedkeuring notulen

BESLUIT

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2019 worden goedgekeurd.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Diana Tierens, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Katrien Uyttersprot)

 

Publicatiedatum: 19/12/2019
Overzicht punten

Zitting ma 11 2019

ABB - Goedkeuring jaarrekening 2018

 

Publicatiedatum: 19/12/2019
Overzicht punten

Zitting ma 11 2019

Minimale levering aardgas-winter 2019-2020

MOTIVERING

Feiten en context

De budgetmeters voor aardgas beschikken niet over een minimale levering. Personen die hun budgetmeter niet opladen en ook hun noodkrediet hebben opgebruikt, vallen zonder aardgas tot ze opnieuw hun budgetmeterkaart opladen.

Op 27 september 2019 ontving OCMW Meise een e-mail bericht van een medewerker van het Vlaams Energieagentschap van de Vlaamse Overheid waarin aan de OCMW’s wordt verzocht om opnieuw in te stappen in de regeling tot minimale levering van aardgas voor personen met een aardgasbudgetmeter gedurende de winterperiode 2019-2020. De winterperiode start vanaf 1 november 2019 en loopt tot 31 maart 2020.

De Vlaamse Overheid voorziet met deze regelgeving  dat de OCMW ’s aan behoeftigen een beperkte financiële steun kunnen toekennen om op te laden en wil zo vermijden dat mensen die de middelen niet hebben om op te laden, in de winter zonder verwarming zouden zitten.

Deze financiële tussenkomst wordt vastgesteld aan de hand van een tabel voor een minimale hoeveelheid aardgas (60% van een gemiddeld verbruik), goed voor een minimaal comfort. Deze tabel wordt jaarlijks herzien bij ministerieel besluit.

Dit systeem werkt via halfmaandelijkse opladingen van de budgetmeterkaart.

Het OCMW betaalt de opladingen gedurende de winterperiode (1/11/2019-31/03/2020) en wordt nadien door de distributienetbeheerder Fluvius als volgt vergoed:

Het OCMW kan tot 70% van de tussenkomst recupereren bij de distributienetbeheerder en kan het andere deel terugvorderen bij de hulpvrager of kan het zelf ten laste nemen. 

Deze regelgeving voorziet echter niet in een tussenkomst in de personeelskost.

Beslissingen tot steunverlening worden steeds per cliënt voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

De richtlijnen en bedragen werden eveneens via dit bericht aan de voorzitter van de Lokale Adviescommisie van OCMW Meise meegedeeld.

Ter vergelijking: in de periode van 1 november 2018 tot en met 31 maart 2019 werd er aan 3 gezinnen in totaal voor een bedrag van € 441,56 aan opladingen uitbetaald. Hiervoor ontving het OCMW € 309,09 als vergoeding vanuit de distributienetbeheerder Fluvius (70% van € 441,56).

Tot op heden werd de overige 30% nog nooit bij cliënten teruggevorderd. Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om het aandeel van de cliënt (30% van de toegekende steun) principieel niet terug te vorderen.

Deze regeling is van toepassing  gedurende de winterperiode die loopt vanaf 1 november 2019 tot en met 31 maart 2020. De minister van Energie kan deze periode verlengen in functie van de weersomstandigheden.

Juridische gronden

De Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en alle daaropvolgende wijzigingen.

De wet van 12 januari 1993 houdende het urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving en alle daaropvolgende wijzigingen.

Het Energiebesluit van de Vlaamse Regering d.d. 19 november 2010, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode.

De wijzigingen aangebracht aan dit besluit via het Energiearmoedeprogamma van de Vlaamse Regering d.d. 4 maart 2016.

Het ministerieel besluit d.d. 1 oktober 2019 houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over minimale verwarming van de woning.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Advies/argumentatie

De toepassing van dit systeem goed te keuren vanaf 1 november 2019 tot het einde van de winterperiode (momenteel vastgelegd op 31 maart 2019, tenzij de minister van Energie deze periode verlengt in functie van de weersomstandigheden).

Financiële gevolgen

De uitgave is voorzien in het exploitatiebudget 2019.

Rekening

Actie

Beleidscode

Budget

AR 64810004/BI 09000

 

 

600,00

BESLUIT

Artikel 1

De toepassing van het systeem tot minimale levering van aardgas via de budgetmeter voor aardgas goed te keuren vanaf 1 november 2019 tot het einde van de winterperiode (momenteel 31 maart 2020, tenzij de minister van Energie deze periode verlengt in functie van de weersomstandigheden).

Artikel 2

De bedragen vermeld in de tabel betreffende de bepaling van de kost van de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning goedgekeurd bij ministerieel besluit op 1 oktober 2019 van de Vlaamse Regering, toe te passen.

Artikel 3

Het aandeel van 70% van de toegekende bedragen bij Fluvius, terug te vorderen.

Artikel 4

Het aandeel van 30% van de toegekende bedragen niet bij de personen die in aanmerking komen voor deze maatregel, terug te vorderen.

 

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Diana Tierens, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Katrien Uyttersprot)

 

Publicatiedatum: 19/12/2019
Overzicht punten

Zitting ma 11 2019

Kennisname van de plaatsvervangers voor het bijzonder comité voor de sociale dienst

MOTIVERING

Feiten en context

Conform artikel 44 van het huishoudelijk reglement voor de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen er plaatsvervangers worden aangeduid die de effectieve leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst vervangen als die afwezig zijn.

Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de OCMW-raad en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtsakte hebben ondertekend van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst een ondertekende verklaring tegen ontvangstbewijs af te geven  aan de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor de kennisgeving hiervan op de eerstvolgende OCMW-raad.

Namens LB+ werd op  een verklaring afgegeven waarbij Paul Aerts werd aangeduid als plaatsvervanger voor Caroline Aerts.

Namens LB+ werd op  een verklaring afgegeven waarbij Jorn Lathouwers werd aangeduid als plaatsvervanger voor Thomas Van Beersel.

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 18 februari 2019 houdende de vaststelling van het huishoudelijk reglement voor de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

De plaatsvervangers ontvangen een presentiegeld zoals bepaald in artikel 39 §3 van het huishoudelijk reglement voor de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

BESLUIT

Artikel 1

Neemt kennis van het gegeven dat Paul Aerts werd aangeduid als plaatsvervanger voor Caroline Aerts in het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Artikel 2

Neemt kennis van het gegeven dat Jorn Lathouwers werd aangeduid als plaatsvervanger voor Thomas Van Beersel in het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Diana Tierens, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Katrien Uyttersprot)

 

Publicatiedatum: 19/12/2019