Meise

Zitting van 15 01 2024

Van 21.05 uur tot 21.10

Aanwezig:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Ruben Algaba, schepen;

Paul Aerts, Veerle De Cuyper, Charlotte Meulemeester en Billie Kawende, raadsleden;

 

 

 

Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Goedkeuring notulen

BESLUIT

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 december 2023 worden goedgekeurd.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van het woonzorgcentrum

MOTIVERING

Feiten en context

Naar aanleiding van de integratie tussen gemeente en OCMW werd op de raad van 22 februari 2021 de geïntegreerde rechtpositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld. Wijzigingen aan deze rechtspositieregeling werden goedgekeurd in raadszittingen van 15 november 2021, 28 februari 2022, 16 januari 2023, 20 maart 2023 en 16 oktober 2023.

De rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 april 2022. Er werd toen vooropgesteld dat de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home in 2023 grondig onder de loep genomen zou worden en geactualiseerd zou worden.

Op 20 januari 2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe Rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is bijgevolg in werking getreden op 18 maart 2023. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt meer vrijheid aan de besturen hetwelk toelaat een modern personeelsbeleid te voeren. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt lokale besturen de flexibiliteit om zich te differentiëren en zo beter in te spelen op de specifieke noden van het eigen bestuur.

Naar aanleiding van bovenstaande worden volgende wijzigingen voorgesteld:

        De rechtspositieregeling was voordien van toepassing op het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het OCMW, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels en op het voltallige personeel dat ingezet wordt voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers. Het betreft alle personeelsleden die tewerkgesteld zijn in het woonzorgcentrum “Residentie Van Horick”, het dienstencentrum “De Spil” (centrumleider, administratief medewerker, technisch beambten, technisch assistent, maatschappelijk werkers, gezinszorg, cafetaria/polyvalente ruimte, poetsdienst), de serviceflats “Ter Wolven” en het home “Jan Van Gysel”. Aan de hand van deze wijziging kiezen we voor een apart boek dat enkel nog van toepassing is op het voltallige personeel van het woonzorgcentrum "Residentie Van Horick".

        Er zijn versoepelingen in de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden;

        De aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden per functie (bijlage IV) worden vervangen door een algemeen kader van selectietechnieken. De aanstellende overheid stelt de concrete selectieprocedure vast voor de aanvang ervan;

        Er is voor geopteerd om geen bepalingen meer over te nemen uit hogere regelgeving. In de plaats hiervan wordt er verwezen naar de toepasselijke decreten en wetten (haard- en standplaatstoelage, vakantiegeld, eindejaarstoelage, bevallingsverlof, pleegouderverlof, pleegzorgverlof en adoptieverlof, ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, Vlaams zorgkrediet);

        De samenstelling van de selectiecommissies voor de selectieprocedure voor statutaire betrekkingen en betrekkingen van onbepaalde duur werd versoepeld;

        Het nieuwe Rechtspositiebesluit voorziet in een eenmalige regularisatie voor medewerkers die via de kleine poort in dienst gekomen zijn en die op datum van inwerkingtreding van het besluit (op 18 maart 2023) minstens 5 jaar in dienst zijn. De betrokken medewerkers zullen vanaf dan interne loopbaanrechten hebben. Medewerkers die in de toekomst via de kleine poort aangeworven worden of die minder dan 5 jaar geleden in dienst gekomen zijn bouwen geen interne loopbaanrechten op. Dus concreet: medewerkers die via de kleine poort uiterlijk op 18 maart 2018 in dienst zijn getreden, mogen toch deelnemen aan interne vacatures (bevordering, interne personeelsmobiliteit... );

        De beperking dat opdrachthouderschap alleen toegepast kan worden op functies in graden van niveau A, B en C en op personeelsleden die de proeftijd beëindigd hebben, valt weg;

        Er wordt een verhoging van het jaarlijks aantal vakantiedagen voorzien (van 26 vakantiedagen naar 30 vakantiedagen) voor de personeelsleden van het woonzorgcentrum;

        Er wordt een uniform tijdstip voor de betaling van het loon van de statutairen en contractuelen voorzien. Dit treedt in werking op 1 mei 2025 waardoor het tijdelijk gebrek aan inkomen door het vakantiegeld wordt opgevangen;

        De termijn voor de toekenning van de toelage voor het waarnemen van een hogere functie wordt ingekort van ten minste dertig opeenvolgende werkdagen naar ten minste tien opeenvolgende werkdagen;

        Besturen moeten een regeling treffen voor de uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen. Naast de regeling van de uitbetaling van de niet-opgenomen vakantiedagen na langdurige arbeidsongeschiktheid, moeten besturen ook de uitbetaling regelen bij (andere vormen van) overmacht, uitdiensttreding en overlijden;

        Op 22 november 2022 is een nieuwe wet in werking getreden dewelke bepaalt dat werknemers  geen medisch attest meer moeten voorleggen voor de eerste ziektedag. Voor elke daaropvolgende ziektedag is de doktersverklaring wel vereist. Dit recht is beperkt en kan door werknemers maximaal drie keer per kalenderjaar worden ingeroepen. Dit wordt voorzien in huidige wijziging;

        Er wordt voorzien dat zodra de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt en als het betrokken personeelslid nog altijd ziek is, dat hij/zij wordt doorverwezen naar de federale medische dienst Medex die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot definitieve ongeschiktheid, met het oog op een eventuele vervroegde pensionering om gezondheidsredenen;

        In uitvoering van het VIA-6akkoord van 30 maart 2021 worden de nieuwe salarisschalen toegevoegd. Er wordt een bijlage toegevoegd betreffende de uitgewerkte IFIC-loonschalen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.

Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 juni 2011, houdende vaststelling van de rechtspositieregeling en latere wijzigingen.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 november 2020 houdende de vaststelling van de geïntegreerde rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home en aangepast door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zittingen van 22 februari 2021, 28 februari 2022, 16 januari 2023, 20 maart 2023 en 16 oktober 2023.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 13 november 2023 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 13 november 2023 houdende de goedkeuring van het organogram.

Advies/argumentatie

Deze wijzigingen werden aan het syndicaal onderhandelingscomité van 30 november 2023 en het managementteam van 6 december 2023 voorgelegd. De representatieve vakorganisaties gaven een globaal protocol van akkoord met een expliciet niet akkoord voor alles wat direct en indirect te maken heeft met het ontslagdecreet en het uitvoeringsbesluit hiervan.

De raad voor maatschappelijk welzijn dient de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur heeft de financiële haalbaarheid aangetoond.

BESLUIT

Artikel 1

De wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlage waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt, van toepassing op de personeelsleden van het woonzorgcentrum “Residentie Van Horick”, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband wordt vastgesteld.

Artikel 2

De personeelsleden zullen ingelicht worden over de wijzigingen aan deze rechtspositieregeling.

Artikel 3

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van gemeente en OCMW

MOTIVERING

Feiten en context

Naar aanleiding van de integratie tussen gemeente en OCMW werd op de raad van 22 februari 2021 de geïntegreerde rechtpositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld. Wijzigingen aan deze rechtspositieregeling werden goedgekeurd in raadszittingen van 15 november 2021, 28 februari 2022, 25 april 2022 en 16 oktober 2023.

Op 20 januari 2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe Rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is bijgevolg in werking getreden op 18 maart 2023. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt meer vrijheid aan de besturen hetwelk toelaat een modern personeelsbeleid te voeren. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt lokale besturen de flexibiliteit om zich te differentiëren en zo beter in te spelen op de specifieke noden van het eigen bestuur.

Er wordt voorgesteld om volgende wijzigingen aan te brengen:

        De rechtspositieregeling was voorheen van toepassing op de algemeen directeur, financieel directeur en personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home. Met behulp van deze wijziging zal deze rechtspositieregeling van toepassing zijn op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van de personeelsleden van het woonzorgcentrum. Dankzij deze manier van werken krijgen de medewerkers van het dienstencentrum, de serviceflats en het home eenzelfde aantal vakantiedagen en bijkomende feestdagen waar zij voordien van werden uitgesloten.

        De samenstelling van de selectiecommissies voor de selectieprocedure voor statutaire betrekkingen en betrekkingen van onbepaalde duur werd versoepeld;

        Het nieuwe Rechtspositiebesluit voorziet in een eenmalige regularisatie voor medewerkers die via de kleine poort in dienst gekomen zijn en die op datum van inwerkingtreding van het besluit (op 18 maart 2023) minstens 5 jaar in dienst zijn. De betrokken medewerkers zullen vanaf dan interne loopbaanrechten hebben. Medewerkers die in de toekomst via de kleine poort aangeworven worden of die minder dan 5 jaar geleden in dienst gekomen zijn bouwen geen interne loopbaanrechten op. Dus concreet: medewerkers die via de kleine poort uiterlijk op 18 maart 2018 in dienst zijn getreden, mogen toch deelnemen aan interne vacatures (bevordering, interne personeelsmobiliteit... );

        De beperking dat opdrachthouderschap alleen toegepast kan worden op functies in graden van niveau A, B en C en op personeelsleden die de proeftijd beëindigd hebben, valt weg;

        Er wordt een uniform tijdstip voor de betaling van het loon voor statutairen en contractuelen voorzien. Dit treedt in werking op 1 mei 2025 waardoor het tijdelijk gebrek aan inkomen door het vakantiegeld wordt opgevangen;

        De termijn voor de toekenning van de toelage voor het waarnemen van een hogere functie wordt ingekort van ten minste dertig opeenvolgende werkdagen naar ten minste tien opeenvolgende werkdagen;

        Besturen moeten een regeling treffen voor de uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen. Naast de regeling van de uitbetaling van de niet-opgenomen vakantiedagen na langdurige arbeidsongeschiktheid, moeten besturen ook de uitbetaling regelen bij (andere vormen van) overmacht, uitdiensttreding en overlijden;

        Op 22 november 2022 is een nieuwe wet in werking getreden dewelke bepaalt dat werknemers geen medisch attest meer moeten voorleggen voor de eerste ziektedag. Voor elke daaropvolgende ziektedag is de doktersverklaring wel vereist. Dit recht is beperkt en kan door werknemers maximaal drie keer per kalenderjaar worden ingeroepen. Dit wordt voorzien in huidige wijziging;

        Er wordt voorzien dat zodra de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt en als het betrokken personeelslid nog altijd ziek is, dat hij/zij wordt doorverwezen naar de federale medische dienst Medex die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot definitieve ongeschiktheid, met het oog op een eventuele vervroegde pensionering om gezondheidsredenen;

        Vanaf 1 oktober 2023 gelden de ontslagregels die in de Arbeidsovereenkomstenwet staan ook voor de statutaire personeelsleden van de lokale besturen. Dat staat in het Ontslagdecreet van 16 juni 2023, dat het Decreet Lokaal Bestuur en het Provinciedecreet gewijzigd heeft. Deze wijziging werd geïmplementeerd in de rechtspostieregeling.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.

Rechtspositiebesluit voor het Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007 en latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2021, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 november 2021, 28 februari 2022, 25 april 2022 en 16 oktober 2023 houdende de wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 13 november 2023 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 13 november  2023 houdende de goedkeuring van het organogram.

Advies/argumentatie

Deze wijzigingen werden aan het syndicaal onderhandelingscomité van 30 november 2023 en het managementteam van 6 december 2023 voorgelegd. De representatieve vakorganisaties gaven een globaal protocol van akkoord met een expliciet niet akkoord voor alles wat direct en indirect te maken heeft met het ontslagdecreet en het uitvoeringsbesluit hiervan.

De raad voor maatschappelijk welzijn dient de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur heeft de financiële haalbaarheid aangetoond.

BESLUIT

De raad voor maatschappelijk welzijn te verzoeken om onderstaande beslissing te nemen:

 Artikel 1

De wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlage waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt, van toepassing op de algemeen directeur, financieel directeur en personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van het woonzorgcentrum wordt vastgesteld.

Artikel 2

De personeelsleden zullen ingelicht worden over de wijzigingen aan deze rechtspositieregeling.

Artikel 3

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Christine De Cubber, Diana Tierens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Vaststelling van het informatieveiligheidsbeleid en informatieveiligheidsplan

MOTIVERING

Feiten en context

Lokale overheden zijn verplicht een veiligheidsconsulent aan te stellen en een ICT veiligheidsbeleid en een ICT veiligheidsplan uit te werken. Het informatieveiligheidsplan werd goedgekeurd door de raad van 13 november 2017 en voor het eerst gewijzigd in zitting van 20 februari 2018. Op de raad van 16 november 2020 werden het informatieveiligheidsbeleid en informatieveiligheidsplan een tweede keer gewijzigd. Op de raad van 18 oktober 2021 werden het informatieveiligheidsbeleid en informatieveiligheidsplan een derde keer gewijzigd. Het informatieveiligheidsbeleid en informatieveiligheidsplan werden op 17 april 2023 voor het laatst vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het informatieveiligheidsbeleid en het informatieveiligheidsplan vormen de basis van de informatiebeveiliging binnen het lokaal bestuur.

De Gegevensbeschermingsautoriteit verplicht elke organisatie die persoonsgegevens gebruikt/verwerkt een document op te maken waarin de strategieën en de weerhouden maatregelen voor gegevensbeveiliging worden omschreven.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

Besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013 tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming AVG; ook gekend als General Data Protection Regulation GDPR), in het bijzonder:

Artikel 24, 2°: '(…) de verwerkingsverantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen [treft] om te waarborgen en te kunnen aantonen dat de verwerking in overeenstemming met deze verordening wordt uitgevoerd. (…) Wanneer zulks in verhouding staat tot de verwerkingsactiviteiten, omvatten de in lid 1 bedoelde maatregelen een passend gegevensbeschermingsbeleid dat door de verwerkingsverantwoordelijke wordt uitgevoerd.'

Artikel 39, 1°, b) dat stelt dat de functionaris voor gegevensbescherming onder andere toeziet 'op naleving van deze verordening, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens (…)'.

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming (vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer), in het bijzonder artikel 7, 1°:

• In het kader van zijn taken bevordert en ziet de functionaris voor de gegevensbescherming overeenkomstig artikel 39, lid 1, b), van de algemene verordening gegevensbescherming toe op de naleving van de voorschriften voor de gegevensbescherming, opgelegd door de algemene verordening gegevensbescherming, de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens en het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke over de bescherming van persoonsgegevens.

• Vanuit de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA): richtsnoeren met betrekking tot de informatiebeveiliging van persoonsgegevens in steden en gemeenten; vanuit de Kruispuntbank van de sociale zekerheid (KSZ): minimale normen informatieveiligheid en privacy waarbij het volgende wordt bepaald: 'Elke organisatie moet over een formeel, geactualiseerd en door het hoogste beslissingsorgaan van uw organisatie goedgekeurd informatiebeveiligingsbeleid beschikken dat op regelmatige basis naar alle relevante partijen gecommuniceerd wordt.'

Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de dienst ICT.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De raad stelt het informatieveiligheidsbeleid en informatieveiligheidsplan (versie 2023), zoals toegevoegd in bijlage, vast.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Vaststelling van het retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

MOTIVERING

Feiten en context

De niet-tijdige betaling van belastingen, retributies en facturen brengen administratieve prestaties met zich mee voor het OCMW. Daarnaast is het zo dat met de minnelijke invordering door een externe partner en de uitvaardiging van dwangbevelen naar aanleiding hiervan ook kosten gepaard gaan voor het OCMW. Het is aangewezen deze kosten te recupereren bij diegene die de belasting of retributie is verschuldigd.

Gelet op de wijzigende regelgeving is het wenselijk het bestaande retributiereglement aan te passen.

Er wordt gestreefd naar de opmaak van een uniforme procedure debiteurenbeheer voor gemeente en OCMW en de opmaak van een retributiereglement voor het aanrekenen van kosten ten gevolge van betalingsherinneringen voor fiscale- en niet-fiscale schuldvorderingen.

Voor de eerste aanmaning mogen geen kosten worden aangerekend. Voor de tweede aanmaning (aangetekend) zal, met uitzondering voor de scholen en de sociale dienst, een administratieve kost van €10 worden aangerekend.
Vanaf de minnelijke invordering via een externe partner kunnen, conform de wet inzake "Schulden van de consument", bijkomende kosten (schadebeding en rente) worden aangerekend.

Gelet op de financiële toestand van het OCMW Meise is het logisch dat de kosten van deze bijkomende administratieve opvolging ten laste gelegd wordt van de nalatige debiteur.

De raad voor maatschappelijk welzijn heeft in zitting van 16 oktober 2023 het retributiereglement voor het aanrekenen van diverse kosten ten gevolge van betalingsherinneringen voor fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen vastgesteld .

Naar aanleiding van het nazicht van dit reglement door de Vlaamse Overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur, dienen volgende aanpassingen te gebeuren:

        Artikel 2 fiscale procedure: het artikel 13 van het Invorderingswetboek bepaalt dat een aanmaning tot betaling niet eerder kan dan na het verstrijken van een termijn van 10 dagen, te rekenen van de eerste dag na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn (die 2 maanden bedraagt te rekenen vanaf de verzending van het aanslagbiljet).

        Deze zelfde termijn tot aanmaning van betaling na een termijn van 10 dagen, te rekenen van de eerste dag na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn (die 2 maanden bedraagt te rekenen vanaf de verzending van het aanslagbiljet) wordt eveneens aangepast in de niet-fiscale procedure (artikel 3).

        Artikel 4 retributie: de GAS-boetes worden eveneens vrijgesteld van de retributie van €10 voor de tweede aanmaning per aangetekende brief.

        Artikel 4: de invordering met minnelijke schikking via een externe partner en de invordering via een dwangbevel van de financieel directeur kan voor niet-fiscale vorderingen.

        Artikel 10.1.3 Uitvoerend beslag wordt geschrapt want is reeds opgenomen onder artikel 4 (gedwongen invordering door een externe invorderingspartner).

De raad is bevoegd het aangepast retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen vast te stellen.

Juridische gronden

Artikel 170§4 en 173 van de Grondwet;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 77, 78 17°/1 en 177.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht.

Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Het retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen vastgesteld in zitting van raad van openbaar welzijn van 16 oktober 2023.

Advies/argumentatie

Overwegende dat de niet-tijdige betaling van belastingen, retributies en facturen extra  administratieve prestaties met zich meebrengen voor het OCMW;

Overwegende dat met de minnelijke invordering door een externe partner en de uitvaardiging van dwangbevelen naar aanleiding hiervan ook kosten gepaard gaan voor het OCMW;

Overwegende dat het is aangewezen deze kosten te recupereren bij diegene die de belasting of retributie is verschuldigd;

Gunstig advies om het aangepaste retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen vast te stellen.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2024 en de volgende jaren.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

74530000/01110

 

€1.518,55

BESLUIT

De raad voor maatschappelijk welzijn te verzoeken onderstaande beslissing te nemen:

Artikel 1

Het aangepaste retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen zoals gemarkeerd in de toegevoegde bijlage 'rood-groen versie' vast te stellen, waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde aangepaste reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid conform artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

Het aangepaste retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 16 oktober 2023 wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van dit aangepast reglement.

Met 17 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 3 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux en Erwin De Clerck)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2024 - 31 december 2027 en 2 verlengingen van telkens 1 jaar) - Goedkeuring gunning en lastvoorwaarden

MOTIVERING

Feiten en context

Voor de opdracht levering van incontinentiemateriaal sloten de aanbestedende overheden op 5 juni 2023 een samenwerkingsakkoord.

De ontwerpopdracht voor de opdracht “Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2024 - 31 december 2027 en 2 verlengingen van telkens 1 jaar)” werd uitgevoerd door Ocmw Grimbergen, Verbeytstraat 30 te 1853 Grimbergen.

In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2023192 opgesteld door de ontwerper, Ocmw Grimbergen, Verbeytstraat 30 te 1853 Grimbergen.

 Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
* Basisopdracht (Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2024 - 31 december 2027)), raming: € 66.115,70 excl. btw of € 80.000,00 incl. 21% btw;
* Verlenging 1 (Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2028 - 31 december 2028)), raming: € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw;
* Verlenging 2 (Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamelijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2029 - 31 december 2029)), raming: € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 99.173,54 excl. btw of € 119.999,98 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Een vereenvoudigde aankondiging van de opdracht is gepubliceerd op e-Procurement.
Er werden 2 offertes ontvangen:

-          Essity Belgium nv, Berkenlaan 8B bus 3 te 1831 Machelen

-          Ontex bv, Genthof 5, 9255 Buggenhout 

De ontwerper stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de basisopdracht te gunnen aan de firma (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Essity Belgium nv, Berkenlaan 8B bus 3 te 1831 Machelen tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 66.115,70 excl. btw of € 80.000,00 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld verlenging 1 te gunnen tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw.

Er wordt voorgesteld verlenging 2 te gunnen tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw.

Juridische gronden

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet) en artikel 57 en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 60400000/09530 en in het budget van de volgende jaren.

Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 30 november 2023. De financieel directeur verleende een visum met nr. 2023285 op 5 december 2023. 

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

 

60400000/09530 - Aankoop van handelsgoederen

______________

 27.280,31

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2023192 en de raming voor de opdracht “Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2024 - 31 december 2027 en 2 verlengingen van telkens 1 jaar)”, opgesteld door de ontwerper, Ocmw Grimbergen, Verbeytstraat 30 te 1853 Grimbergen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 99.173,54 excl. btw of € 119.999,98 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

Artikel 3

Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel, opgesteld door de ontwerper, Ocmw Grimbergen, Verbeytstraat 30 te 1853 Grimbergen.

Artikel 4

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 5

De basisopdracht wordt gegund aan de firma (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Essity Belgium nv, Berkenlaan 8B bus 3 te 1831 Machelen tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 66.115,70 excl. btw of € 80.000,00 incl. 21% btw.

Verlenging 1 “Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2028 - 31 december 2028)” wordt gegund tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw.

Verlenging 2 “Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van een occasionele gezamenlijke overheidsopdracht tussen Ocmw Grimbergen en Ocmw Meise voor de levering van incontinentiematerialen (1 januari 2029 - 31 december 2029)” wordt gegund tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver: het bestelbedrag van het Ocmw Meise wordt beperkt tot € 16.528,92 excl. btw of € 19.999,99 incl. 21% btw.

Artikel 6

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023192.

Artikel 7

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 60400000/09530 en in het budget van de volgende jaren.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024
Overzicht punten

Zitting 15 01 2024

Goedkeuring schenking tafels, stoelen en projectiescherm

MOTIVERING

Feiten en context

't Verloren Uurke nam contact op met de centrumleider in kader van de verhuis van 't Verloren Uurke naar de OCMW-campus. Daarbij dient de vereniging verschillend materiaal weg te gooien, aangezien niet alles mee kan verhuizen.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

De gemeenteraadsbeslissing van 17 januari 2022 houdende vaststelling van de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en goedkeuring van interne kredietaanpassingen

Advies/argumentatie

t Verloren Uurke is bereid om 6 rechte en 6 half ronde tafels, 20 tal stoelen en een projectiescherm te schenken aan het lokaal dienstencentrum De Spil. Dit materiaal zou gebruikt worden in de vergaderzaal van de cafetaria van het lokaal dienstencentrum De Spil, om zo verscheidene activiteiten vlotter te laten verlopen.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn aanvaardt de schenking van 12 tafels, 20 tal stoelen en het projectiescherm door 't Verloren Uurke. Dit materiaal wordt door het lokaal bestuur Meise zelf opgehaald.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 20/02/2024