Meise

Zitting van 16 10 2023

Van 22.25 uur tot 22.35

Aanwezig:

Diana Tierens, wnd. voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Billie Kawende, raadslid;

 

 

 

Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Goedkeuring notulen

BESLUIT

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 september 2023 worden goedgekeurd.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Poolstok: buitengewone algemene vergadering op 25 oktober 2023

MOTIVERING

Feiten en context

De uitnodiging van 21 september 2023 voor de Buitengewone Algemene Vergadering van Poolstok cvba, die zal plaatsvinden op woensdag 25 oktober 2023 om 19 uur (registratie start om 18u30) in zaal Arendt in Het Predikheren (Goswin de Stassartstraat 88, 2800 Mechelen). De Buitengewone Algemene Vergadering zal volledig fysiek plaatsvinden.

De Buitengewone Algemene Vergadering vindt plaats met het oog op het doorvoeren van een statutenwijziging. De statutenwijziging stond initieel gepland op de Bijzondere Algemene Vergadering dd. 26 mei 2023. Aan het begin van de vergadering moest vastgesteld worden dat er niet voldoende vennoten aanwezig waren om rechtsgeldig te beraadslagen over de wijzigingen. Artikel 35 van de huidige statuten bepaalt namelijk het volgende: "De Algemene Vergadering kan slechts beraadslagen over statutenwijzigingen wanneer het doel van de voorgestelde wijzigingen speciaal in de oproeping werd vermeld en wanneer minstens de helft van de vennoten aanwezig of vertegenwoordigd is, en wanneer zij die aan de Vergadering deelnemen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen."

Datzelfde artikel bepaalt eveneens het volgende: "Indien aan deze voorwaarde niet is voldaan, is een nieuwe bijeenroeping vereist en zal de nieuwe Algemene Vergadering geldig beraadslagen ongeacht het aantal vertegenwoordigde aandelen." De Raad van Bestuur van Poolstok beroept zich op dit artikel voor een nieuwe bijeenroeping van haar vennoten. De Buitengewone Algemene Vergadering van 25 oktober 2023 zal bijgevolg zonder het vooraf vereiste aanwezigheidsquorum plaatsvinden.

De Buitengewone Algemene Vergadering heeft de volgende agenda:

1. Samenstelling van het bureau van de vergadering

2. Samenstelling van de vergadering - aanwezigheidslijst

 3. Kennisname van het verslag van het bestuursorgaan waarbij een omstandige verantwoording van de voorgestelde wijziging van het voorwerp, de doelen, de finaliteit of de waarden van de Vennootschap wordt gegeven, opgesteld in toepassing van artikel 6:86 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

 4. Wijziging van het voorwerp, de doelen, de finaliteit of de waarden van de Vennootschap en vervanging van artikel 4 van de statuten.

 5. Omvorming van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening in een beschikbare eigen vermogensrekening.

 6. Wijziging van de statuten op diverse punten teneinde de leesbaarheid te verhogen, een algehele inhoudelijke update door te voeren onder andere voor wat betreft de bepalingen inzake (i) de naam, (ii) aandelen, (iii) aandeelhouders (toetredingsvoorwaarden, uittreding en uitsluiting), (iv) de bevoegdheid en werking van het bestuursorgaan en (v) de algemene vergadering (datum van de gewone algemene vergadering en stemmingsprocedure), en teneinde de statuten in overeenstemming te brengen met de genomen beslissingen en met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, en bijgevolg voorstel tot aanname van een volledig nieuwe tekst van statuten. De ontwerptekst van statuten (inclusief voorgestelde wijzigingen) werd als bijlage bij de oproeping gevoegd.

7. Volmacht voor de coördinatie van statuten.

8. Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen.

9. Volmacht voor de formaliteiten.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78  betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De agenda van de buitengewone algemene vergadering Poolstok van 25 oktober 2023 wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De vertegenwoordiger, Ann Van den Broeck, wordt volmacht verleend om deze agendapunten goed te keuren tijdens de buitengewone algemene vergadering Poolstok van 25 oktober 2023.

Artikel 3

Poolstok wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

Met 15 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Christine De Cubber, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 8 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Kennisname notulen Welzijnskoepel

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Goedkeuring van het jaaractieplan 2024

MOTIVERING

Feiten en context

De welzijnswet verplicht iedere werkgever om de risico's te evalueren, te inventariseren en de nodige preventieve maatregelen te treffen ter bevordering van het welzijn van zijn werknemers op het werk. Die maatregelen moeten opgenomen worden in het jaaractieplan.

Vanaf 2024 zal er - op vraag van onze preventieadviseur - één gezamenlijk jaaractieplan worden opgemaakt voor gemeente en OCMW samen.

Juridische gronden

Welzijnswet van 4 augustus 1996, refererende naar het dynamisch risicobeheersingssysteem (DRBS).

Het Koninklijk Besluit van 27 maart 1998, betreffende het welzijnsbeleid.

De wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

De wet van 28 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft.

Het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk.  Dit nieuwe uitvoeringsbesluit heft het voorgaande KB van 17 mei 2007 op.

De codex over het welzijn op het werk.

Advies/argumentatie

Het jaaractieplan (JAP) is de praktische uitwerking van het vijfjaarlijks globaal preventieplan waarin de aandachtspunten en risico's van het bedrijf, op het vlak van welzijn op het werk, uitgeschreven staan voor het komende jaar.

De preventieadviseur geeft een positief advies over dit jaaractieplan.

Het globaal preventieplan is goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 juli 2020.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het jaarlijks actieplan 2024 wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De beleidsmedewerker organisatiebeheersing en welzijn op het werk en de betrokken diensthoofden zijn verantwoordelijk voor de opvolging van de uitvoering van dit jaaractieplan.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 2 onthoudingen (Thomas Goethals en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Compensatiefeestdagen in 2024

MOTIVERING

Feiten en context

Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.

Het personeelslid heeft ook betaalde vakantie op 3 bijkomende feestdagen: 2 november, 15 november en 26 december.

In 2024 vallen 2 feestdagen op een zaterdag of een zondag:

        Zondag 21 juli 2024;

        Zaterdag 2 november 2024.

De raad bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.

De raad heeft hierbij de volgende mogelijkheden:

        het vaststellen van vervangende feestdagen;

        het verlenen van het recht aan het personeelslid om deze dagen op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof.

De raad neemt deze beslissing vóór 15 december van het voorafgaande jaar na voorlegging aan het syndicaal comité.

De deeltijdse werknemers met een vast uurrooster hebben recht op de feestdagen die samenvallen met de dagen waarop ze gewoonlijk werken. Valt er een feestdag samen met een dag waarop de werknemer nooit werkt, heeft deze geen recht op een compenserende dag.

Juridische gronden

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 april 2022, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van gemeente en OCMW.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Het is aangewezen om deze dagen op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks verlof.

Deze beslissing werd voorgelegd aan het syndicaal comité van 28 september 2023.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Aan alle personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home, het recht te verlenen om de 2 feestdagen die in 2024 samenvallen met een zaterdag en een zondag, namelijk 21 juli 2024 en 2 november 2024, op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks verlof.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Compensatiefeestdagen 2024 - personeel woonzorgcentrum, dienstencentrum, serviceflats en home

MOTIVERING

Feiten en context

Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.

In 2024 valt 1 feestdag op een zaterdag of een zondag:

- Zondag 21 juli 2024;

De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag gecompenseerd worden.

De raad heeft hierbij de volgende mogelijkheden:

        het vaststellen van vervangende feestdagen;

        het verlenen van het recht aan het personeelslid om deze dagen op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof.

De raad neemt deze beslissing vóór 15 december van het voorafgaande jaar na voorlegging aan het syndicaal comité.

De deeltijdse werknemers met een vast uurrooster hebben recht op de feestdagen die samenvallen met de dagen waarop ze gewoonlijk werken. Valt er een feestdag samen met een dag waarop de werknemer nooit werkt, heeft deze geen recht op een compenserende dag.

Juridische gronden

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 20 maart 2023 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van het woonzorgcentrum, dienstencentrum, serviceflats en home van het OCMW Meise.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Het is aangewezen om deze dagen op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks verlof.

Deze beslissing werd voorgelegd aan het syndicaal comité van 28 september 2023.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Aan alle personeelsleden die tewerkgesteld zijn in het woonzorgcentrum "Residentie Van Horick", het dienstencentrum "De Spil" (centrumleider, administratief medewerker, technisch beambten, technisch assistent, maatschappelijk werkers, gezinszorg, cafetaria/polyvalente ruimte, poetsdienst), de serviceflats "Ter Wolven" en het home "Jan Van Gysel, het recht te verlenen om de feestdag die in 2024 samenvalt met een zaterdag en een zondag, namelijk 21 juli 2024, op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks verlof.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Vaststelling van het huishoudelijk reglement HOC en BOC

MOTIVERING

Feiten en context

Overheden dienen met representatieve vakorganisaties in gesprek te treden voordat er algemene maatregelen met betrekking tot het personeel worden genomen. Deze officiële gesprekken kunnen twee vormen aannemen: de onderhandeling en het overleg. In elke gemeente moeten de volgende organen aanwezig zijn:

        Het overleg vindt plaats in het hoog overlegcomité (HOC)

        Onderhandelingen vinden plaats in het bijzonder onderhandelingscomité (BOC). Beide comités vergaderen samen en worden het hoog overlegcomité en bijzonder onderhandelingscomité genoemd (HOC en BOC).

Het huishoudelijk reglement van het HOC en BOC met de vakbonden van het gemeente- en OCMW-personeel dateerde van 2017 en dient derhalve te worden geactualiseerd. Het ontwerp van het aangepaste huishoudelijk reglement werd voorgelegd aan het HOC en BOC van 8 juni 2020 en hieraan werd een gunstig advies verleend. Het huishoudelijk reglement HOC en BOC werd vervolgens goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in de zitting van 20 juli 2020.

Het huishoudelijk reglement dient geactualiseerd te worden.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden en haar personeel, en latere wijzigingen.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 25 april 2022 betreffende de vaststelling van de nieuwe rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 20 maart 2023 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home.

Advies/argumentatie

De wijziging van het huishoudelijk reglement werd voorgelegd aan het HOC en BOC van 28 september 2023.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het huishoudelijk reglement HOC en BOC wordt gewijzigd zoals aangeduid in de bijgevoegde bijlage 'rood-groenversie', waarbij de rode en doorhaalde tekst geschrapt wordt en de groene tekst toegevoegd wordt.

Artikel 2

Het gecoördineerde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

Het reglement treedt in voege op 31 oktober 2023.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Wijziging rechtspositieregeling (opdrachthouderschap)

MOTIVERING

Feiten en context

Naar aanleiding van de integratie tussen gemeente en OCMW werd op de raad van 22 februari 2021 de geïntegreerde rechtpositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld. Wijzigingen aan deze rechtspositieregeling werden goedgekeurd in raadszittingen van 15 november 2021, 28 februari 2022 en 25 april 2022.

Op 20 januari 2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe Rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is bijgevolg in werking getreden op 18 maart 2023. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt meer vrijheid aan de besturen hetwelk toelaat een modern personeelsbeleid te voeren. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt lokale besturen de flexibiliteit om zich te differentiëren en zo beter in te spelen op de specifieke noden van het eigen bestuur.

Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt onder meer de mogelijkheid om de toelage voor het opdrachthouderschap aan te passen. Lokaal bestuur Meise stelt voor om het percentage te verhogen van 5% naar 15% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid. Dit is voor het personeelslid dat belast wordt binnen de eigen functie met een project of een of meer tijdelijke extra opdrachten, die de werklast en de verantwoordelijkheden verzwaren, of die extra eisen stellen, zonder dat de functiebeschrijving aangepast hoeft te worden.

De rechtspositieregeling van toepassing op de algemeen directeur, financieel directeur en personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home dient geactualiseerd te worden.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Rechtspositiebesluit voor het Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007 en latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2021, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 november 2021, 28 februari 2022 en 25 april 2022, houdende de wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden van de gemeente en het OCMW.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 houdende de goedkeuring van het organogram.

Advies/argumentatie

Deze wijziging werd aan het syndicaal onderhandelingscomité van 28 september 2023 en het managementteam van 4 oktober 2023 voorgelegd. De raad voor maatschappelijk welzijn dient de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur heeft de financiële haalbaarheid aangetoond.

BESLUIT

Artikel 1

De wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlage, van toepassing op de algemeen directeur, financieel directeur en personeelsleden van de gemeente en het OCMW, zowel in statutair dienstverband als in contractueel dienstverband, met uitzondering van de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home, wordt vastgesteld.

Artikel 2

Deze rechtspositieregeling treedt in werking op 1 november 2023.

Artikel 3

De personeelsleden zullen ingelicht worden over de wijzigingen aan deze rechtspositieregeling.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 2 onthoudingen (Thomas Goethals en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Wijziging rechtspositieregeling (opdrachthouderschap)

MOTIVERING

Feiten en context

Naar aanleiding van de integratie tussen gemeente en OCMW werd op de raad van 22 februari 2021 de geïntegreerde rechtpositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld. Wijzigingen aan deze rechtspositieregeling werden goedgekeurd in raadszittingen van 15 november 2021, 28 februari 2022, 16 januari 2023 en 20 maart 2023.

De rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 april 2022. Er werd toen vooropgesteld dat de rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home in 2023 grondig onder de loep genomen zou worden en geactualiseerd zou worden.

Op 20 januari 2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe Rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 8 maart 2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en is bijgevolg in werking getreden op 18 maart 2023. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt meer vrijheid aan de besturen hetwelk toelaat een modern personeelsbeleid te voeren. Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt lokale besturen de flexibiliteit om zich te differentiëren en zo beter in te spelen op de specifieke noden van het eigen bestuur.

Het nieuwe Rechtspositiebesluit biedt onder meer de mogelijkheid om de toelage voor het opdrachthouderschap aan te passen. Lokaal bestuur Meise stelt voor om alvast het percentage te verhogen van 5% naar 15% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid. Dit is voor het personeelslid dat belast wordt binnen de eigen functie met een project of een of meer tijdelijke extra opdrachten, die de werklast en de verantwoordelijkheden verzwaren, of die extra eisen stellen, zonder dat de functiebeschrijving aangepast hoeft te worden.

De rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home, dient geactualiseerd te worden.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 houdende de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 juni 2011, houdende vaststelling van de rechtspositieregeling en latere wijzigingen.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 november 2020 houdende de vaststelling van de geïntegreerde rechtspositieregeling van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home en aangepast door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zittingen van 22 februari 2021 en 28 februari 2022, 16 januari 2023 en 20 maart 2023 .

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 april 2021, houdende de delegatie van de bevoegdheid voor het organogram en de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 houdende de vaststelling van de personeelsformatie.

De beslissing van het vast bureau van 8 mei 2023 houdende de goedkeuring van het organogram.

Advies/argumentatie

Deze wijziging werd aan het syndicaal onderhandelingscomité van 28 september 2023 en aan het managementteam van 4 oktober 2023 voorgelegd. De raad voor maatschappelijk welzijn dient de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur heeft de financiële haalbaarheid aangetoond.

BESLUIT

Artikel 1

De wijziging van de rechtspositieregeling, zoals opgenomen in de bijlage, van toepassing op de personeelsleden die ressorteren onder het woonzorgcentrum, het dienstencentrum, de serviceflats en het home, wordt vastgesteld.

Artikel 2

Deze rechtspositieregeling treedt in werking op 1 november 2023.

Artikel 3

De personeelsleden zullen ingelicht worden over de wijzigingen aan deze rechtspositieregeling.

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 2 onthoudingen (Thomas Goethals en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Vaststelling van het retributiereglement op het aanrekenen van administratiekosten bij openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

MOTIVERING

Feiten en context

De niet-tijdige betaling van belastingen, retributies en facturen brengen administratieve prestaties met zich mee voor het OCMW. Daarnaast is het zo dat met de minnelijke invordering door een externe partner en de uitvaardiging van dwangbevelen naar aanleiding hiervan ook kosten gepaard gaan voor het OCMW. Het is aangewezen deze kosten te recupereren bij diegene die de belasting of retributie is verschuldigd.

Gelet op de wijzigende regelgeving is het wenselijk het bestaande retributiereglement aan te passen.

Er wordt gestreefd naar de opmaak van een uniforme procedure debiteurenbeheer voor gemeente en OCMW en de opmaak van een retributiereglement voor het aanrekenen van kosten ten gevolge van betalingsherinneringen voor fiscale- en niet-fiscale schuldvorderingen.

Voor de eerste aanmaning mogen geen kosten worden aangerekend. Voor de tweede aanmaning (aangetekend) zal, met uitzondering voor de scholen en de sociale dienst, een administratieve kost van €10 worden aangerekend.
Vanaf de minnelijke invordering via een externe partner kunnen, conform de wet inzake "Schulden van de consument", bijkomende kosten (schadebeding en rente) worden aangerekend.

Het is logisch dat de kosten van deze bijkomende administratieve opvolging ten laste gelegd worden van de nalatige debiteur.

De raad is bevoegd het nieuwe retributiereglement vast te stellen.

Juridische gronden

Artikel 170§4 en 173 van de Grondwet;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 77, 78 17°/1 en 177.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht.

Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Advies/argumentatie

Overwegende dat de niet-tijdige betaling van belastingen, retributies en facturen extra  administratieve prestaties met zich meebrengen voor het OCMW;

Overwegende dat met de minnelijke invordering door een externe partner en de uitvaardiging van dwangbevelen naar aanleiding hiervan ook kosten gepaard gaan voor het OCMW;

Overwegende dat het is aangewezen deze kosten te recupereren bij diegene die de belasting of retributie is verschuldigd;

Gunstig advies om het nieuwe retributiereglement vast te stellen.

Financiële gevolgen

Het krediet is voorzien in het budget 2023 en de volgende jaren.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

74530000/01110

 

€0

BESLUIT

Artikel 1: definitie

Er wordteenretributiegehevenvoordeinnings-enaanmaningskostenvanopenstaande fiscale enniet-fiscaleschuldvorderingen.

De fiscale schuldvorderingen als bedoeld in dit reglement betreffen alle belastingen op basis    vande geldendebelastingreglementen.

De niet-fiscale schuldvorderingen als bedoeld in dit reglement betreffen alle vorderingen uithoofde van retributies, GAS-boetes, schadevergoedingen, … en alle andereschuldvorderingen van de gemeente van welke aard ook, met uitzondering van deze dievoortvloeienuit debelastingreglementen.

Het lokaal bestuur Meise: gemeente en OCMW

Het uitvoerende orgaan: college van burgemeester en schepenen (gemeente) of het vast bureau (OCMW)

Artikel 2: fiscale procedure

De inningsprocedurevoorde fiscaleschuldvorderingenverlooptalsvolgt:

        de betaaltermijn voor fiscale schuldvorderingen wordt bepaald op 2 maanden te rekenenvanaf deverzendingvanhetaanslagbiljet.

        minimum 5 kalenderdagen na het verstrijken van de vervaltermijn wordt aan de debiteur een kosteloze aanmaning verzonden.

        minimum 5 kalenderdagen na het verstrijken van de vervaltermijn van de eersteaanmaning wordt aan de debiteur een aangetekende aanmaning verzonden voor de openstaande schuldvordering verhoogd met de in artikel 4 bepaalde retributie voorport-enadministratiekosten.

        ten vroegste 1 maand na verzending van de eerste kosteloze aanmaning en tenvroegste 14 dagen na het verzenden van de aangetekende aanmaning wordt het dossier overgemaakt aaneen externe invorderingspartner voor een uitstaande schuld van minimum €25.

        De externe invorderingspartner zal eerst minnelijk en vervolgens gedwongen invorderen overeenkomstig artikel 177, 2° van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3: niet-fiscale procedure

De inningsprocedurevoorniet-fiscaleschuldvorderingenverlooptalsvolgt:

        de betaaltermijn voor niet-fiscale schuldvorderingen wordt bepaald op 30 dagen,  behoudenswettelijk bepaaldeuitzonderingen of vorderingen voor activiteiten/dienstverlening die vóór aanvang moeten betaald worden.

        minimum 5 kalenderdagen na het verstrijken van de vervaltermijn wordt aan de debiteur een kosteloze aanmaning verzonden.

        minimum 5 kalenderdagen na het verstrijken van de vervaltermijn van de eersteaanmaning wordt voor een uitstaande schuld van minimum €5 aan de debiteur een aangetekende aanmaning verzonden voor de  openstaande schuldvordering verhoogd met de in artikel 4 bepaalde retributie voorport- enadministratiekosten.

        ten vroegste 1 maand na verzending van de eerste kosteloze aanmaning en tenvroegste 14 dagen na het verzenden van de aangetekende aanmaning wordt het dossier overgemaakt aaneen externe invorderingspartner voor een uitstaande schuld van minimum €25.

        De externe invorderingspartner zal eerst trachten minnelijk in te vorderen. Bij gebreke aan een minnelijke regeling zal voor een uitstaande schuld van minimum €50 overgegaan worden tot een gedwongen invordering overeenkomstig artikel 177, 2° van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 4: retributie

        Eerste aanmaning per gewone brief of elektronische drager: €0.

        Tweede aanmaning per aangetekende brief of beveiligde elektronische drager: €10 voorport-enadministratiekostenmet uitzondering van schoolfacturen en facturen sociale dienst. Deze zijn vrijgesteld van deze retributie.

        Invordering via externe partner (momenteel Justified+) vanaf een uitstaande schuld van €25 gebeurt conform de wetgeving “Schulden van de consument” met een schadebeding en mogelijks verhoogd met een rente.

 Het “schadebeding” dekt alle kosten voor de minnelijke invordering van de schuld en wordt als volgt bepaald:

        € 20 als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan € 150 is.

        € 30 vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen € 150,01 en € 500 als het verschuldigde saldo tussen € 150,01 en € 500 euro is.

        € 65 vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven € 500 met een maximum van € 2000.

 De “rente” is de wettelijke rentevoet(*) voor betalingsachterstand bij handelstransacties.

 (*) 12% in het tweede semester 2023

        Dwangbevel: Indien de externe partner de schuld niet kan innen via minnelijke invordering zal een dwangbevel worden opgemaakt door de financieel directeur en in geval van niet-fiscale vorderingen voor uitvoerbaarverklaring aan het vast bureau worden voorgelegd. De kosten, aangerekend door deurwaarder/incassobureau/externe partner, vallen integraal ten laste van de debiteur.

Artikel 5: retributieplichtige

De retributieisverschuldigddoorde debiteur die in gebreke blijft voor tijdige betaling vandeopenstaandefiscaleenniet-fiscale  schuldvordering(en).

Artikel 6: afboeken

Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de volgens onderhavig retributiereglementaangerekende kosten aangezuiverd worden, en vervolgens de openstaande fiscale of niet-fiscale schuldvordering.

Artikel 7: onwaarden

Indien een attest van onvermogen wordt afgeleverd of indien de procedure debiteurenbeheer ten gronde werd gevoerd wordt de financieel directeur gemachtigd de (resterende) uitstaande schuld in onwaarde te boeken.

Artikel 8: betaaltermijnen

        Aanslagbiljet: 2 maanden.

        Factuur: 30 dagen.

        Eerste aanmaning: 15 dagen.

        Aangetekende zending: 15 dagen.

        Minimumtermijn tussen vervaldag en eerstvolgende herinnering of doorverwijzing: 5 dagen.

Artikel 9: Bezwaar

Klachten of bezwaren moeten voldoende gemotiveerd binnen een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum worden gericht aan het vast bureau.

Artikel 10 Speciale gevallen

Artikel 10.1.1 Schoolfacturen

De openstaande schoolfacturen worden verzameld per trimester en pas na de vervaltermijn van de 2de aanmaning voor minnelijke invordering aan de externe partner overgemaakt. Aan het einde van het schooljaar zal per leerling de uitstaande schuld worden opgelijst en overgemaakt worden aan een externe partner (deurwaarder, incasso, andere…) voor verdere invordering (minnelijk of via dwangbevel).

Warme maaltijden: om de schuldopbouw te beperken wordt het principe gehanteerd dat op het einde van elk trimester, pas als alle maandelijkse maaltijd- en opvangfacturen van het voorgaande trimester betaald zijn, er opnieuw de mogelijkheid bestaat om warme maaltijden te bestellen voor het kind in een volgend trimester. (d.w.z. alle facturen van het 1ste trimester moeten betaald zijn om warme maaltijden voor het 3de trimester te kunnen bestellen).

Artikel 10.1.2 Internationale invorderingen

Er wordt gebruik gemaakt van de internationale invorderingsprocedure (met daaraan gekoppeld de nodige kosten) als het verblijfs- of woonadres van de debiteur in het buitenland gekend is en dit vanaf een minimumbedrag van €250.

Artikel 10.1.3 Uitvoerend beslag

Indien de financieel directeur beslist om over te gaan tot uitvoerend beslag op onroerende goederen worden de hieruit voortvloeiende kosten integraal aangerekend aan de debiteur van zowel fiscale als niet-fiscale vorderingen.

Artikel 11 Interne procedures

De gedetailleerde procedures worden op dienstniveau verder uitgewerkt op basis van de beschikbare softwaresystemen en de interne werking en toegevoegd aan het organisatiebeheersingssysteem.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Het reglement treedt in voege op 1 november 2023 en vervangt alle voorgaande reglementen, inzake dezelfde materie.

Artikel 13 Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.

Met 18 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 5 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Kennisname schrijven Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025: herziening 2023/1

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

Goedkeuring huurovereenkomst studio 5 home J. Van Gysel

MOTIVERING

Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 17 juli 2023 de huurovereenkomst voor studio 5 van het home Jan Van Gysel met het SVK Webra goed.

Ingevolge de hervormingen van de sociale huisvestingsactoren moeten de huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren verplicht samenwerken en vormen zij thans een "woonmaatschappij".

Met de rechtspersoon SVK Webra kan dan ook geen huurovereenkomst meer aangegaan worden.

Er werd een ontwerphuurovereenkomst opgemaakt door de woonmaatschappij, de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting. Deze verhuur komt in aanmerking voor het bindend sociaal objectief.

Juridische gronden

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

Vlaamse Codex Wonen van 2021, boek 2, deel 3, titel 3.

Besluit Vlaamse Codex Wonen 2021, boek 2, deel 3, titel 2.

Besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 juli 2023.

Advies/argumentatie

De inhoud van de ontwerphuurovereenkomst met de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting stemt grotendeels overeen met de reeds door de raad voor maatschappelijk welzijn op 17 juli 2023 goedgekeurde huurovereenkomst. Enkel de bepalingen van artikel 2 met betrekking tot de opzeggingsmogelijkheden zijn verschillend maar de nieuwe bepalingen zijn gunstiger voor de verhuurder.

Financiële gevolgen

De huurontvangsten zijn voorzien in het budget 2023 en volgende jaren onder budgetsleutel 70600000/09500.

BESLUIT

Enig artikel

Artikel 2 van het besluit "opheffing reglement houdende vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzing bij de verhuring van studio's Home Jan Van Gysel, Krogstraat 111, 1860 Meise en goedkeuring huurovereenkomst studio 5 home Jan Van Gysel", zoals goedgekeurd op 17 juli 2023, wordt gewijzigd als volgt: ' De huurovereenkomst voor studio 5 van het Home Jan Van Gysel met de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting tegen de maandelijkse basishuurprijs van 450 euro, wordt goedgekeurd."

Met 21 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 2 onthoudingen (Thomas Goethals en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

GBO Oekraïne samenwerkingsovereenkomst

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van het Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap voor het jaar 2022 voor de uitvoering van de maatregelen in welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de Oekraïnecrisis – “versterken regierol binnen de samenwerkingsverbanden geïntegreerd breed onthaal teneinde de functies en werkingsprincipes van het GBO ten aanzien van Oekraïense vluchtelingen te realiseren” en het besluit van 10 maart 2023 tot verlenging van het project geïntegreerd breed onthaal (GBO) Oekraïnecrisis zal er een halftijds medewerker aangenomen worden voor de coördinatie van het project Oekraïne.

De Welzijnskoepel West-Brabant verzekert de proces- en coördinatiebegeleiding van het project geïntegreerd breed onthaal – Oekraïense vluchtelingen binnen de ELZ-regio Grimbergen.  De halftijds medewerker op B niveau wordt aangesteld voor de periode van 1 oktober 2023 tot en met 13 maart 2024. De overeenkomst kan verlengd worden in overeenstemming met de duurtijd van de toekenning van de subsidies.

Naast de coördinatie van het project zal deze persoon ook samenwerkingsverbanden opzetten in het teken van een betere dienstverlening naar Oekraïense vluchtelingen en het verlenen van praktische ondersteuning. 

De partners van de ELZ-regio Grimbergen verbinden zich ertoe de nodige faciliteiten en ondersteuning te bieden om de opdracht te vervullen (informatie, locatie, ...).

Juridische gronden

De Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976.

Het decreet Lokaal Sociaal Beleid van 9 februari 2018 meer bepaald artikelen 9, 10 en 11§1 D met daarin een aantal Vlaamse beleidsprioriteiten, met name: 'lokale besturen realiseren de functie en werkingsprincipes van een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal'.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2022 tot toekenning van een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap voor het jaar 2022 voor de uitvoering van de maatregelen in welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de Oekraïnecrisis – “versterken regierol binnen de samenwerkingsverbanden geïntegreerd breed onthaal teneinde de functies en erkingsprincipes van het GBO ten aanzien van Oekraïense vluchtelingen te realiseren”.

Het besluit van 10 maart 2023 tot verlenging van het project geïntegreerd breed onthaal (GBO).

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen voor het OCMW.

Er wordt een subsidie toegekend van €75.000 aan OCMW Grimbergen (als contactpersoon voor het samenwerkingsverband in het kader van het project geïntegreerd breed onthaal/ Oekraïnecrisis) door de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023.

De Welzijnskoepel West-Brabant engageert zich om de kosten gerelateerd aan dit project zoals opgemaakt volgens de projectbegroting als bijlage integraal te dragen.

Welzijnskoepel West-Brabant maakt twee subsidieafrekeningen op respectievelijk voor de periode van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2023 en voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 13 maart 2024 ter attentie van OCMW Grimbergen.

BESLUIT

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de samenwerkingsovereenkomst tussen de Welzijnskoepel West-Brabant en de ELZ Grimbergen in het kader van het project GBO- Oekraïne.

Artikel 2

De overeenkomst wordt ter ondertekening voorgelegd aan de algemeen directeur en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023
Overzicht punten

Zitting 16 10 2023

EM Security - prijsstijging voor de noodoproeptoestellen

MOTIVERING

Feiten en context

OCMW Meise heeft in 2008 vijftig noodoproeptoestellen aangekocht bij de firma EM Security, Zoniënwoudlaan 194 te 1640 Sint-Genesius-Rode en is sindsdien aangesloten bij de alarmcentrale van voorgenoemde firma.

In maart 2015 heeft het OCMW Meise een service- & monitoringscontract afgesloten met EM Security waarin afspraken over de samenwerking genoteerd werden.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikelen 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019 dat de regelgeving voor welzijn, wonen en zorg beter op elkaar afstemt en zo samenwerkingen vergemakkelijkt en aanmoedigt. Het decreet wil een kwaliteitsvol zorgcontinuüm scheppen, met aandacht voor sociale inclusie.

Advies/argumentatie

Gedurende al meer dan 10 jaar heeft EM Security, ondanks alle prijsstijgingen en de inflatiedruk, een continue prijs kunnen aanhouden voor de personenmeldkamer. Zij slaagden hierin door de optimalisatie van hun werking en investeringen in goede apparatuur.

Op 31 augustus 2023 ontving lokaal bestuur Meise een mail met de melding dat EM Security door de laatste indexverhogingen en verhoogde kosten van de hardware gedwongen wordt om de prijs per aansluiting te wijzigen naar €9,98 per maand (incl. btw). 

Deze prijsstijging gaat in vanaf 1 september 2023.

Financiële gevolgen

Het afgelopen half jaar kwamen er geen aansluitingen meer bij en waren er 14 van onze toestellen aangesloten bij de alarmcentrale van EM Security.

In de veronderstelling dat de dienst in de toekomst stopgezet wordt en er dus geen nieuwe aansluitingen meer bijkomen, zou dit het volgende betekenen op financieel vlak (alle vermelde prijzen zijn inclusief btw):

14 toestellen x € 9,98 per aansluiting =  € 139,72 + maandelijkse bijdrage voor het servicecontract € 107,69 + 1x € 10,89 extra voor een speciale aansluiting met SIMkaart (dit laatste wordt uiteraard doorgerekend aan de desbetreffende klant) = € 258,30.
x 4 maanden (september tem december 2023) = € 1.033,20 incl.btw.

Er is nog voldoende budget beschikbaar op de betreffende budgetsleutel om de prijsstijging voor 2023 te dragen.

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

09491 Noodoproep -
613000000 Huur en onderhoud installaties en aankoop materieel

4.2.1  Versterken van beleid om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen

€ 1.044,83

BESLUIT

Artikel 1

De prijs per aangesloten noodoproeptoestel dat lokaal bestuur Meise dient te betalen aan EM Security vanaf september 2023 op te trekken van € 7,20 incl. btw naar € 9,98 euro incl. btw.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Diana Tierens, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers, Peter Carriere en Marie-José De Cock), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 21/11/2023