Meise

Zitting van 19 09 2022

Van 22 uur tot 22.10

Aanwezig:

Virginie De Klippel, voorzitter;

Gerda Van den Brande, burgemeester;

Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;

Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Peter Carriere, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

Verontschuldigd:

Jacques Wouters, raadslid;

 

 

 

Overzicht punten

Zitting 19 09 2022

Goedkeuring notulen

BESLUIT

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 juli 2022 worden goedgekeurd.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Peter Carriere)

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting 19 09 2022

Meerjarenplan 2020-2025: opvolgingsrapportering eerste semester 2022

MOTIVERING

Feiten en context

Het meerjarenplan 2020-2025 werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 19 december 2019.

De beleidsindicatoren, die zullen gekoppeld worden aan de doelstellingenboom, werden bepaald op de raad van 20 juli 2020.

Overeenkomstig artikel 263 van het decreet Lokaal Bestuur moet vóór het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar ter kennisgeving voorgelegd worden aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

Deze geïntegreerde opvolgingsrapportering (gemeente en OCMW samen) omvat een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan. Ze is niet zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen.

Er zijn geen specifieke vormvereisten opgelegd voor deze rapportering, maar op basis van de regelgeving inzake de Beleids- en Beheerscyclus 2020 omvat deze minstens:

  1. een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
  2. een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (overzicht volgens schema’s J1 en T2)
  3. in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
  4. in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico’s.

Juridische gronden

Artikel 77 §2 van het decreet lokaal bestuur: de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

Artikel 78 4° van het decreet lokaal bestuur: de volgende bevoegdheden worden uitdrukkelijk aan de  raad voor maatschappelijk welzijn toevertrouwd: het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249.

Artikel 263 van het decreet lokaal bestuur: er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen deel 2 Titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 en latere wijzigingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid artikel 29.

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid artikel 5.

Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 januari 2022 houdende vaststelling van de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en goedkeuring van interne kredietaanpassingen.

Advies/argumentatie

Uiterlijk eind september 2022 moet het management aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn rapporteren over de uitvoering van het meerjarenplan. Deze rapportering heeft betrekking op het eerste semester van het lopende jaar.

Financiële gevolgen

Geen.

BESLUIT

Artikel 1

Kennis te nemen van de opvolgingsrapportering van het meerjarenplan met betrekking tot het eerste semester van 2022.

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting 19 09 2022

Vaststelling van het reglement SCP-toelage 2022

MOTIVERING

Feiten en context

De raad neemt kennis van de inhoud van het Koninklijk Besluit van 10 juli 2022 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2022.

Om de participatie en sociale activering van OCMW-cliënten te bevorderen heeft de federale regering in dit koninklijk besluit beslist om een subsidie van 15.587.995 euro te verdelen onder de OCMW’s. De verdeling van dit bedrag is opgenomen als bijlage bij het koninklijk besluit van 10 juli 2022 in het Belgisch Staatsblad.

Concreet beschikt OCMW Meise voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 over een bedrag van € 5.703.Deze uitgaven passen tevens in de doelstellingen zoals weergegeven in het meerjarenplan en het geïntegreerd breed onthaal ter bestrijding van de (kinder)armoede.

Tot de doelgroep behoren OCMW-cliënten in de ruimere zin van het woord. Naast leefloners en hun gezinsleden komen eveneens mensen die een financiële of aanvullende steun ontvangen, die tewerkgesteld worden, via budgetbegeleiding of budgetbeheer opgevolgd worden, thuishulp ontvangen,… in aanmerking. Mensen die over een laag inkomen beschikken maar geen cliënt zijn van het OCMW vallen buiten de doelgroep.

-> Welke initiatieven kunnen worden gefinancierd? (KB Art 2. §1, §2 en §3)

Om de participatie en sociale activering van OCMW-cliënten te bevorderen kunnen de volgende initiatieven worden gefinancierd:

Art. 2 §1:

 De volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door cliënten aan sociale, sportieve of culturele activiteiten.

Het OCMW kan tussenkomen in de deelnameprijs van een concert, een toneelvoorstelling, cultureel of muzikaal optreden, een voetbalwedstrijd, … van zowel bestaande erkende, culturele instellingen, sociale organisaties als privé-organisaties.

 

 De volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van het lidgeld en de voor de deelname  noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen.

Het OCMW kan de ledenbijdrage van cliënten om zich aan te sluiten bij een vereniging bv. jeugdbeweging, sportclub, kookcursus,… gedeeltelijk of volledig ten laste nemen. Ook de inschrijvingsprijs voor sportkampen, zwemlessen, taalkampen,… en de benodigdheden om hieraan deel te nemen, komen in aanmerking.

 

 De ondersteuning en financiering van initiatieven op sociaal, cultureel en sportief vlak, ingericht door of voor de doelgroep.

Het OCMW kan deze subsidie gebruiken voor het ondersteunen en financieren van initiatieven van en voor de doelgroep zelf. Het is de bedoeling dat het OCMW die initiatieven ondersteunt en financiert waaraan de cliënten zelf actief deelnemen of waartoe ze zelf het initiatief hebben genomen, dus niet dat het OCMW de middelen uitdeelt aan organisaties in de gemeente die enkele cliënten onder hun leden tellen.

Het OCMW kan op basis van artikel 61 van de organieke wet een overeenkomst sluiten met een vzw die participatie en sociale activering van kansarmen binnen haar opdrachten heeft.

 De ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen.

 

Art.2 §2:

Het organiseren van collectieve modules ter ondersteuning van de sociale begeleiding van OCMW-gebruikers volgens een trajectmatige aanpak (al dan niet in het kader van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie). (vb sollicitatie-training)

 

Art.2 §3:

Voor financiering van activiteiten en tussenkomsten in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.

 De volledige of gedeeltelijke financiering van activiteiten en sociale programma’s ter bevordering van de maatschappelijke participatie en integratie van kinderen van OCMW-gebruikers. (deelname aan sociale programma’s, onderwijsondersteuning, psychologische ondersteuning voor kind of ouders, paramedische ondersteuning, pedagogische ondersteuning.)

 De volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke deelname en integratie te bevorderen (kosten voor het opzetten van acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen).

 

-> Algemene richtlijnen

De volgende voorwaarden dienen vervuld te zijn tot de toekenning van deze steun en de verdeling van het budget onder het cliënteel:

- de activiteit dient plaats te hebben tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022,

- de betaling van de activiteit dient volledig uitgevoerd te zijn vóór 31 december 2022,

- het bewijs van deze betaling wordt bijgehouden als verantwoordingsstuk en voorgelegd aan de maatschappelijk werker bevoegd voor het dossier.

Er kan gewerkt worden met een verdeelsleutel van bijvoorbeeld 80/20 waarbij de cliënt dan zelf 20% van de kosten betaalt of er wordt gewerkt met een vast budget per persoon of per kind per jaar. Deze laatste formule is terug te vinden in het reglement SCP-toelage (cfr bijlage).

 

-> Conclusie:

OCMW Meise kan voor het jaar 2022 opnieuw vrij beslissen aan welke uitgaven dit budget kan worden aangewend. Vanuit de sociale dienst gaat de voorkeur uit naar de aanwending van dit budget aan activiteiten die vallen art.2 §1 en art.2 §3 van het KB nl. maatregelen om de participatie en sociale activering te bevorderen (SCP-toelage) en maatregelen ter bestrijding van kinderarmoede (SCP-kinderarmoede). Op deze wijze worden individuen en gezinnen in kansarmoede, individueel ondersteund. Er wordt geen groepsactiviteit uitgewerkt voor deze doelgroep.

Het reglement in bijlage is dan ook op deze principes gebaseerd.

Juridische gronden

Het Koninklijk Besluit van 10 juli 2022 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2022.

Het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2022.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

Het betreft een nuloperatie. De uitgaven alsook de ontvangsten zijn voorzien in het exploitatiebudget 2022 zoals weergegeven in onderstaande tabel.

 

Rekening

Actie

Beleidscode

Beschikbaar budget

AR 64814000

AR 64814001

SCP-toelage

SCP-toelage kinderarmoede

BI 09000

€ 2.851

€ 2.852

 

Uit de kennisgeving van de POD MI d.d. 18 augustus 2020 met de titel: “Onderrichting houdende de toelage ter bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-gebruikers voor de eerste zes maanden van het jaar 2020”, blijkt dat er werd besloten om de bestedingspercentages voor de luiken “collectieve modules en “ kinderarmoede” af te schaffen.

Art. 3 §3 van het KB van 29 juli 2019 inzake de voorwaarden tot besteding van de beschikbare middelen werd sinds 2020 geschrapt.

OCMW Meise kan vrij de middelen inzetten volgens het eigen huishoudelijk reglement.

Aangezien OCMW Meise over maximaal € 5.703 beschikt voor het jaar 2022 wordt er voorgesteld om opnieuw de verdeelsleutel toe te passen waarbij  de helft van het budget aan SCP-toelage (€ 2.851) en de andere helft aan SCP-kinderarmoede (€ 2.852) wordt gespendeerd. Momenteel werd er nog geen budget uitgegeven aan deze toelage. Indien in de loop van het najaar van 2022 blijkt dat er meer nood is aan de ondersteuning van uitgaven het kader van kinderarmoede kunnen de budgetten onderling bijgepast worden tot een maximum van €5.703.

De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven van 50%; een eerste schijf na ondertekening van het K.B. van 10 juli 2022. Een tweede schijf van 50% wordt uitbetaald na goedkeuring van het eindverslag (Uniek jaarverslag).

Vóór 28/02/2023 dient OCMW Meise via het Uniek Jaarverslag, elektronisch een overzicht van de activiteiten en een financieel overzicht over te maken aan de POD MI.

Het gedeelte van de middelen dat niet door het OCMW werd aangewend of verantwoord, dient ten laatste vóór 1 november 2023 aan de Staat terugbetaald te worden.

BESLUIT

Artikel 1

Het reglement ter besteding van de subsidie voor de bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-cliënteel, zoals toegevoegd in bijlage, vast te stellen.

Artikel 2

Het reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en bekend gemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Peter Carriere)

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting 19 09 2022

Aanpassing energiebudget 2.0

MOTIVERING

Feiten en context

Personen die hun energiefacturen niet meer kunnen betalen, ondervinden vaak ook bijkomende financiële moeilijkheden en dreigen in een situatie van overmatige schuldenlast terecht te komen.  De POD Maatschappelijke Integratie voorziet met deze regelgeving dat de OCMW ’s aan behoeftigen een beperkte financiële steun kunnen toekennen om hun uitgaven voor verwarming en elektriciteit te drukken. De omzendbrief waarin deze maatregel wordt toegelicht, richt zich nadrukkelijk op het ondersteunen van personen die financiële problemen hebben als gevolg van de hoge energieprijzen en die niet onder het SOCTAR-RVV- systeem vallen (begunstigden van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit).

Dit budget bestaat uit een éénmalige toelage als tussenkomst in de verwarmingskosten en wordt het energiebudget 2.0 genoemd.  Dit reglement regelt de uitgifte en bijbehorende modaliteiten van het energiebudget 2.0. Er zal maximaal € 8.000,00 uitgegeven worden voor de toepassing van dit reglement. 

Het reglement is van toepassing tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 april 2023. 

Elke inwoner van Meise die op 1 januari 2022 is ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsregisters en die behoort tot de doelgroep, kan een energiebudget ontvangen.  Dit op voorwaarde dat hij of zij op het moment van toekenning nog steeds is ingeschreven in het bevolkingsregister en voldoet aan de voorwaarden vermeld in het reglement.

Doelgroep, definities en toekenningsvoorwaarden:

Onder “kwetsbare doelgroepen” worden begrepen:

• Personen met een laag inkomen. Hieronder wordt begrepen gezinnen met een maandelijks netto gezinsinkomen van:

o maximaal 2.500,00 euro als gezin met kinderen ten laste,

o maximaal 2.150,00 euro als samenwonenden zonder inwonende kinderen,

o maximaal 1.650,00 euro als alleenstaande.

• Personen die nu reeds aanvullende steun krijgen vanuit de sociale dienst.

• Personen die geen recht openen op het sociaal tarief voor gas en of elektriciteit en geen eigenaar zijn van een woning waarvan zij het volle vruchtgebruik hebben en niet verwarmen op stookolie. Zij dienen daarnaast financiële moeilijkheden te ondervinden ten gevolge van de hoge elektriciteits- en gasprijzen.

Onder “gezinsinkomen” wordt verstaan:

Het netto belastbaar inkomen na aftrek van de extra legale voordelen die worden toegekend zoals gebruik tankkaart, leasing bedrijfsvoertuig, fietsvergoeding, maaltijdcheques, vergoeding woon- werkverkeer,…

Onder “energiebudget 2.0” wordt begrepen :

Een éénmalige energietoelage die vóór 30 april 2023 uitgekeerd wordt aan de personen die behoren tot een kwetsbare doelgroep en bedoeld is om de uitgaven voor de verwarming van de gezinswoning te verminderen. Zowel de uitgaven voor de verwarming op aardgas als de verwarming op elektriciteit komen in aanmerking.

Personen die het recht openen op de toepassing van het sociaal tarief voor gas en of elektriciteit worden uitgesloten van deze maatregel. Zij kunnen gebruik maken van de voordelen toegekend in het huishoudelijk reglement verwarmingstoelage.

Inwoners die verwarmen op stookolie kunnen geen gebruik maken van deze maatregel.

Personen die reeds een ‘energiebudget’ toegekend kregen op basis van het huishoudelijk reglement verwarmingstoelage of op basis van het reglement inzake de toekenning van het energiebudget voor kwetsbare doelgroepen zoals werd vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 28 februari 2022 komen niet in aanmerking voor het bekomen van het energiebudget 2.0.

Budget:

Het energiebudget heeft een waarde van € 300,00 voor een gezin met kinderen ten laste, van € 225,00 voor een samenwonende zonder inwonende kinderen en van € 150,00 voor een alleenstaande persoon. Afhankelijk van de aanvragen zal het bedrag pro rata worden berekend.

Wijze van financiering en verantwoording:

Na goedkeuring van de toekenning van een energiebudget 2.0 aan de aanvrager door het bijzonder comité voor de sociale dienst, wordt het bedrag van deze toelage rechtstreeks uitbetaald aan de maatschappij die de levering van aardgas en elektriciteit op zich neemt.

Wanneer de aanvrager het bewijs levert dat hij vóór de aanvraag reeds zelf de jaarlijkse afrekening betaalde, wordt de toelage aan de aanvrager uitbetaald.

Er dient volgens de omzendbrief gestreefd te worden naar een gebruik van het budget als volgt :

1) 1/2e voor het toekennen van financiële maatschappelijke hulp voor het aanzuiveren van facturen

2) 1/2e voor maatregelen te nemen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid Vb: Tegemoetkoming bij de aankoop van efficiëntere en veiligere apparaten (LED lampen, huishoudelijke apparaten met hoge energieklasse (cfr Fluvius kortingsbon voor aankoop van huishoudelijke toestellen)), energiescans/energieaudits in energieverslindende woningen (cfr. aanbod 3w+).

Deze middelen kunnen niet gebruikt worden voor de betaling van de personeelskosten verbonden aan de toepassing ervan. De personeelskost wordt reeds gesubsidieerd via artikel 6 van de wet 4 september 2002 inzake de besteding van de middelen van het gas- en elektriciteitsfonds.

Via het Uniek Jaarverslag dient de besteding van deze extra middelen tegen 28 februari 2023 verantwoord te worden bij de POD Maatschappelijke Integratie.

Juridische gronden

De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering, in het bijzonder artikelen 4 en 6.

Artikelen 2 en 3 van de wet van 15 december 2021 houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021.

De omzendbrief van de POD Maatschappelijke Integratie d.d. 23 december 2021 met als titel: “Gas en elektriciteitsfonds: Eenmalige verhoging met 16 miljoen” stelt in 2022 een bijkomend budget ter beschikking van de OCMW's om te spenderen aan energiearmoede.

Advies/argumentatie

Gunstig advies om de toepassing van het reglement energiebudget voor kwetsbare doelgroepen goed te keuren vanaf de vaststelling door de raad tot uiterlijk 30 april 2023.

Aan de duurzaamheidsambtenaar van het lokaal bestuur of een externe organisatie de opdracht te geven om met de helft van het budget van de POD Maatschappelijke integratie, nl. €1.355,60 bedoeld voor maatregelen in het kader van een preventief sociaal energiebeleid, een actie uit te werken. Er wordt hierbij gedacht aan het toekennen van een kortingsbon voor de aankoop van energiezuinig materiaal, een energieaudit of energiescans, het begeleiden van inwoners bij het overstappen naar een andere energieleverancier enz.

Financiële gevolgen

Het extra budget dat de POD Maatschappelijke Integratie in 2022 aan de OCMW's ter beschikking stelde vanuit het gas en elektriciteitsfonds om te spenderen aan energiearmoede, zal hiertoe aangewend worden, nl. €1.355,60 voor financiële steun en €1.355,60 voor energiebesparende maatregelen.  Het budget voor de financiële steun wordt aangevuld tot €8.000 door een aanpassing van de raming.

BESLUIT

Artikel 1

Het reglement inzake de toekenning van een energiebudget 2.0 vast te stellen.

Artikel 2

Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekend gemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1e lid van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 3

De bedragen die worden uitgekeerd volgens de modaliteiten vermeld in het reglement inzake de toekenning van een energiebudget 2.0, terug te vorderen via het Uniek Jaarverslag bij de POD Maatschappelijke Integratie tegen 28 februari 2023.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Karine Métens, Billie Kawende, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Peter Carriere)

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting 19 09 2022

Aanpassing huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - Toegevoegd punt

MOTIVERING

Feiten en context

Het huidig reglement voorziet in de volgende regeling om een plaatsvervanger aan te stellen:
-----

6 Het bijzonder comité voor de sociale dienst

Artikel 44.

§1. Er kunnen plaatsvervangers worden aangeduid die de effectieve leden van het bijzonder comité vervangen als die afwezig zijn.

Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de OCMW-raad en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtsakte hebben ondertekend van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

§2. De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst een ondertekende verklaring af te geven tegen ontvangstbewijs aan de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor een kennisgeving hiervan op de eerstvolgende OCMW- raad. De aanduiding is geldig vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs.
----


In het huidige reglement is een eenvoudige melding per mail niet voorzien niettegenstaande dit natuurlijk voor iedereen veel tijdverlies zou kunnen besparen.

Conform het aan de VVSG gevraagde advies kan deze ondertekende verklaring vervangen worden door de nodige verklaringen per mail ter attentie van de algemeen directeur voor zover het reglement in die zin aangevuld wordt. Dit punt betreft enkel de aanpassing van het reglement in die zin: het eveneens mogelijk maken een vervanger aan te duiden via mail.

In die zin vraag ik dan ook de aanvulling van het artikel 44 van voormeld reglement conform het hieronder volgend voorstel.

De gevraagde aanvulling wordt in "het vet" weergegeven.

6 Het bijzonder comité voor de sociale dienst

Artikel 44.

§1. Er kunnen plaatsvervangers worden aangeduid die de effectieve leden van het bijzonder comité vervangen als die afwezig zijn.

Deze plaatsvervangers moeten lid zijn van de OCMW-raad en worden aangewezen door een meerderheid van de leden van de raad die de voordrachtsakte hebben ondertekend van het effectieve lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

§2. De aanduiding van de plaatsvervangers gebeurt door per lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst: (1) een ondertekende verklaring af te geven tegen ontvangstbewijs aan de algemeen directeur of (2) een mail te verzenden ten aanzien van de algemeen directeur. De algemeen directeur zorgt voor een kennisgeving hiervan op de eerstvolgende OCMW- raad. De aanduiding is geldig vanaf de datum vermeld op het ontvangstbewijs.

BESLUIT

Niet akkoord te gaan met de gevraagde aanvulling van artikel 44 van het huidige huishoudelijk reglement voor de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Met 4 stemmen voor (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Erwin De Clerck en Billie Kawende), 15 stemmen tegen (Gerda Van den Brande, Virginie De Klippel, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Christine De Cubber, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Roel Baudewyns, Sonia Lathouwers en Peter Carriere), 5 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Karine Métens)

 

Publicatiedatum: 18/10/2022