Meise

Zitting van 19 okt 2020

Van 19.30 uur tot 23

Aanwezig:

Gerda Van den Brande, voorzitter;

Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux en Thomas Goethals, schepenen;

Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Herwig Cornelis, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Sonia Lathouwers, Diana Tierens en Roel Baudewyns, raadsleden;

Caroline De Ridder, algemeen directeur.

 

raadslid Marcel Belgrado verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Roger Heyvaert verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Herwig Cornelis verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Paul Aerts verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Virginie De Klippel verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Sonja Becq verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Emiel De Boeck verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Christine De Cubber verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Tom Heyvaert verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Jorn Lathouwers verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Ruben Algaba verlaat de vergadering vanaf punt 10.

raadslid Sonia Lathouwers verlaat de vergadering vanaf punt 10.

 

Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Goedkeuring notulen

BESLUIT

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 september 2020 worden goedgekeurd.

Met 25 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Herwig Cornelis, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Sonia Lathouwers, Diana Tierens en Roel Baudewyns)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Toelichting over de vooruitgang van de renovatiewerken van het home Jan Van Gysel

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Wijziging van de personeelsformatie

MOTIVERING

Feiten en context

Het is de intentie om jaarlijks de personeelsformatie te herzien. Volgende wijzigingen en aanpassingen aan de personeelsformatie worden voorgesteld:

- De functie van deskundige overheidsopdrachten op statutair niveau wordt omgezet in een contractuele functie.

- De functie van stafmedewerker op Bx-niveau wordt omgezet in Av-niveau.

- Er worden drie nieuwe halftijdse contractuele functies op Bv-niveau toegevoegd: 0,5 VTE deskundige integratie en inburgering, 0,5 VTE deskundige lokale economie en 0,5 VTE maatschappelijk werker.

- De functie van administratief medewerker voor de dienst sociale zaken op statutair niveau wordt omgezet in een contractuele functie.

- Teneinde te voldoen aan de RIZIV-norm, dient het verpleegkundig kader te worden opgetrokken met 1 VTE functie van verpleegkundige op contractueel niveau.

- De functie van centrumleider op statutair niveau wordt omgezet in een contractuele functie.

- In de extramurale poetsdienst zijn twee halftijdse personeelsleden uit dienst gegaan. 3 VTE technische beambten extramurale poetsdienst (Ev) worden 2 VTE technische beambten extramurale poetsdienst (Ev).

- 2,5 VTE technisch beambte poetsdienst zijn overgeplaatst vanuit het personeelskader van de gemeente in het kader van het arbeidsvolume te realiseren voor de sociale maribel in het OCMW.

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 december 2018 en 16 december 2019 - aanpassing van de personeelsformatie.

Advies/argumentatie

De personeelsformatie werd aan het syndicaal onderhandelingscomité en aan het managementteam voorgelegd.

De raad dient de personeelsformatie van het OCMW goed te keuren, deze is tevens de basis van het organogram.

Financiële gevolgen

De financieel directeur dient de financiële haalbaarheid aan te tonen.

BESLUIT

Artikel 1

De personeelsformatie van het OCMW personeel met ingang van 1 december 2020 aan te passen als volgt:

Algemene zaken

Statutair

1 VTE boekhouder (Bv)

1 VTE administratief hoofdmedewerker (Cx)

2,8 VTE administratief medewerkers (Cv)

1 VTE deskundige overheidsopdrachten (Cx)

1 VTE kwaliteitscoördinator/communicatieambtenaar (sociale maribel) (uitdovend) (Bv) (beheersovereenkomst afgesloten met de gemeente voor 1 VTE communicatieverantwoordelijke)

1 VTE technisch beambte keuken (uitdovend) (Ev)

Contractueel

1 VTE stafmedewerker (Bx) 

1 VTE stafmedewerker (Av)

1 VTE deskundige personeelszaken (Bv)

0,5 VTE deskundige integratie en inburgering (Bv) (toevoeging)

0,5 VTE deskundige lokale economie (Bv) (toevoeging)

1 VTE GIS-coördinator (Bv) (toevoeging)

1 VTE deskundige overheidsopdrachten (Cx)

1 VTE administratief medewerker financiën (Cv)

1 VTE administratief medewerker personeelszaken (Cv)

1 VTE kok (Cv)

1 VTE hulpkok (Dv)

2 VTE technisch beambten keuken (Ev)

1 VTE technisch beambte keuken (geblokkeerd) (Ev)

1 VTE communicatieverantwoordelijke (sociale maribel) (geblokkeerd) (Bv)

0,5 VTE administratief medewerker balie (Cv)

2,5 VTE technisch beambten poetsdienst (Ev) (toevoeging)

Sociale zaken

Statutair

0,5 VTE administratief medewerker (Cv) (Uitdovend)

Contractueel

4,5 VTE maatschappelijk werkers (Bv)

0,5 VTE maatschappelijk werker (sociale maribel) (Bv)

0,5 VTE maatschappelijk werker (sociale maribel toegekend vanaf 1/05/2020) (Bv)

0,5 VTE administratief medewerker (Cv) (geblokkeerd)

0,5 VTE technisch beambte (sociale maribel) (Ev)

Woonzorgcentrum

Statutair

1 VTE directeur (Av)

1 VTE administratief medewerker (Cv)

1 VTE hoofdverpleegkundige (uitdovend) (Bx/BV5)

4 VTE verpleegkundigen (uitdovend) (Cv/C1-C3 of Cv/C3-C4 of Bv/BV1-BV3)

Pool van 1 VTE verplegend personeel (uitdovend) (Cv/C1-C3 of Cv/C3-C4 of Bv/BV1-BV3)

1 VTE verantwoordelijke poetsdienst (uitdovend) (Dx) (beheersovereenkomst afgesloten met de gemeente voor 0,7 VTE)

Contractueel

1 VTE maatschappelijk werker (Bv)

0,5 VTE referentiepersoon dementie (Bv/BV1-BV3)

1 VTE hoofdverpleegkundige (geblokkeerd) (Bx/BV5)

4 VTE verpleegkundigen (geblokkeerd) (Cv/C1-C3 of Cv/C3-C4 of Bv/BV1-BV3)

1 2 VTE verpleegkundige (Cv/C1-C3 of Cv/C3-C4 of Bv/BV1-BV3) (Toevoeging)

Pool van 2,5 VTE verplegend personeel (waarvan 1 VTE geblokkeerd) (Cv/C1-C3 of Cv/C3-C4 of Bv/BV1-BV3)

17 VTE verzorgenden (Dv of Cv/C1-C2)

1,5 VTE logistiek medewerkers (Ev)

0,5 VTE logistiek medewerker (sociale maribel) (Ev)

0,5 VTE kiné (Av of Bv/BV1-BV3) 

1 VTE kiné of ergo (Av of Bv/BV1-BV3) 

0,5 VTE deskundige in animatie en activatie (Bv)

1 VTE animator (nu Cv/C1-C3, in de toekomst Cv/C1-C2)

1 VTE coördinator poetsdienst (geblokkeerd) (Dv)

4 VTE technisch beambten (Ev)

2,5 VTE technisch beambten (sociale maribel) (Ev)

Dienstencentrum

Statutair

1 VTE centrumleider (sociale maribel) (Av)

1 VTE administratief medewerker (Cv)

1 VTE technisch assistent vervoerdienst (Dv)

Contractueel

1 VTE centrumleider (sociale maribel) (Av)

0,5 VTE maatschappelijk werker (Bv)

0,5 VTE maatschappelijk werker (fiscale sociale maribel) (Bv)

1 VTE technisch beambten cafetaria (sociale maribel) (Ev)

1 VTE coördinator polyvalente ruimte (sociale maribel) (Dv)

2,8 VTE verzorgenden (uitdovend) (Dv of Cv/C1-C2)

3 2 VTE technisch beambten extramurale poetsdienst (Ev)

0,75 VTE technisch beambte aanvullende thuiszorg (Ev)

1 VTE technisch beambte warme maaltijdenbedeling (Ev)

Serviceflats

Statutair

1 VTE technisch medewerker (Cv)

Contractueel

0,75 VTE coördinator (sociale maribel) (Bv)

1 VTE technisch assistent (Dv)

Home

Contractueel

0,25 VTE coördinator (sociale maribel) (Bv)

Met 14 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Herwig Cornelis, Jacques Wouters, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Diana Tierens en Roel Baudewyns), 11 onthoudingen (Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Wijziging van het organogram

MOTIVERING

Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn van 18 mei 2020 keurde het geïntegreerd organogram voor het gemeentepersoneel en OCMW-personeel goed. Het organogram is gebaseerd op de personeelsformatie van de gemeente en het OCMW. Omwille dat in deze laatste enkele wijzigingen en aanpassingen worden voorgesteld, dient ook het organogram hierop afgestemd te worden.

In het organogram worden de hiërarchische lijnen weergegeven.

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

De raadsbeslissing van 18 mei 2020 houdende de aanpassing van het organogram.

Advies/argumentatie

Om het beste uit onze organisatie naar boven te halen, een optimale, efficiënte, resultaatsgerichte en klantvriendelijke (samen)werking te voorzien, zijn aanpassingen, verplaatsingen en toevoegingen noodzakelijk.

De personeelsformatie werd aan het syndicaal onderhandelingscomité en het managementteam voorgelegd.

De raad voor maatschappelijk welzijn dient het organogram van de gemeente goed te keuren.

Financiële gevolgen

De financieel directeur dient de financiële haalbaarheid aan te tonen.

BESLUIT

Artikel 1

Het organogram van het gemeentepersoneel en OCMW- personeel, zoals toegevoegd in bijlage, wordt met ingang van 1 december 2020 aangepast.

Met 14 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Herwig Cornelis, Jacques Wouters, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Diana Tierens en Roel Baudewyns), 11 onthoudingen (Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Sectoraal akkoord lokale besturen 2020 - Bepaling van de modaliteiten van toekenning van eco- en geschenkcheques

MOTIVERING

Feiten en context

In zitting van 20 juli 2020 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn in het kader van het sectoraal akkoord voor de lokale besturen 2020 over de verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques en toekenning van eco- en geschenkcheques.

Men verhoogde vanaf 1 juli 2020 de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques met 50 cent tot 6,91 euro. De totale waarde van een maaltijdcheque bedraagt 8 euro. Voor de regularisatie van de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020 besliste men om een ecocheque van 50 euro/VTE toe te kennen aan alle personeelsleden met uitzondering van de jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring.

Vanaf 1 januari 2020 ontvangen alle personeelsleden met uitzondering van de jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring jaarlijks een totaalbedrag van 200 euro/VTE in de vorm van een ecocheque ter waarde van 160 euro/VTE en een geschenkcheque ter waarde van 40 euro/VTE.

De modaliteiten van toekenning moeten bepaald worden door het bestuur.

Juridische gronden

Wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid de artikelen 40 en 41.

De Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008.

Het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009 (zoals van toepassing vanaf 1 januari 2019).

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2019 betreffende de tweede pensioenpijler: verhoging bijdragen voor contractuele medewerkers.

Het sectoraal akkoord 2020 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 8 april 2020.

Het RSZ-besluit (Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ), m.n. art. 19quater (ecocheques), art. 19ter (sport- en cultuurcheques) en art. 19 §2, 14° (geschenkcheques).

Advies/argumentatie

Het behoort tot de autonomie van het lokaal bestuur om de modaliteiten van toekenning te bepalen rekening houdende met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Het besluit dient voorgelegd te worden aan het HOC/BOC en de gemeenteraad.

Er wordt voorgesteld om in 2020 het totale bedrag van 200 euro/VTE  uit te betalen door middel van ecocheques. Vanaf 2021 zal 160 euro/VTE via ecocheques en 40 euro/VTE  via een geschenkcheque uitbetaald worden. De wijze van uitbetaling via een geschenkcheque dient nog uitgewerkt te worden. De vakbondsorganisaties gaan akkoord met dit voorstel.

Financiële gevolgen

Het krediet wordt voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. De financieel directeur verleende eerder reeds visum.

BESLUIT

Artikel 1

De eenmalige ecocheque van 50 euro/VTE, ter regularisatie van de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020, zal toegekend worden aan alle personeelsleden (uitgezonderd jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring) in dienst op 1 juli 2020. Het bedrag wordt berekend pro rata de tewerkstellingsbreuk tussen 1 januari 2020 en 30 juni 2020.

Voor de personeelsleden die uit dienst gegaan zijn voor 1 juli 2020 wordt het bedrag bepaald door het aantal verkregen MTC gedurende de periode van 1 januari 2020 tot de datum van uitdiensttreding te vermenigvuldigen met 50 cent. Dit bedrag kan nooit meer bedragen dan 50 euro/VTE pro rata de prestaties op de laatste dag van tewerkstelling.

Artikel 2

Voor de personeelsleden (uitgezonderd jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring) in dienst voor 1 oktober zal het te ontvangen bedrag in 2020 ingevolge de toekenning van de ecocheque van 200euro/VTE  berekend worden met toepassing van de referteperiode en berekeningswijze van de eindejaarstoelage.

De eindejaarstoelage wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

E = C x {F  + [2,5% x (L + H) x i]}

E: eindejaarstoelage

F: forfaitair bedrag

L: brutojaarsalaris van de maand oktober

H: haard- of standplaatstoelage

i: indexverhogingspercentage van oktober

C: verminderingscoëfficiënt: de coëfficiënt wordt gevormd door een breuk waarvan de teller de beloning is die het personeelslid werkelijk heeft ontvangen gedurende de referteperiode (01/01 – 30/09) en de noemer de beloning overeenstemmend met de fulltime bezoldiging gedurende dezelfde referteperiode.

Het salaris is het salaris op jaarbasis of, in voorkomend geval, het wachtgeld of de uitkering, uitbetaald in plaats van een salaris, eventueel aangevuld met de haard- of standplaatstoelage of de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering.

Het totaalbedrag van 200 euro/VTE zal vermenigvuldigd worden met de verminderingscoëfficiënt. Voor de personeelsleden (uitgezonderd jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring) die in dienst komen vanaf 1 oktober loopt de referteperiode van 1 oktober tot en met 31 december. Het bedrag van 50 euro/VTE zal vermenigvuldigd worden met de verminderingscoëfficiënt die in januari zal berekend worden. Het berekende bedrag zal uitgekeerd worden in de vorm van een ecocheque.

Artikel 3

Voor de personeelsleden (uitgezonderd jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring) in dienst voor 1 oktober zal het te ontvangen bedrag vanaf 2021 ingevolge de toekenning van de jaarlijkse ecocheque van 160 euro/VTE en geschenkcheque van 40 euro/VTE berekend worden met toepassing van de referteperiode en berekeningswijze van de eindejaarstoelage.

De eindejaarstoelage wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

E = C x {F  + [2,5% x (L + H) x i]}

E: eindejaarstoelage

F: forfaitair bedrag

L: brutojaarsalaris van de maand oktober

H: haard- of standplaatstoelage

i: indexverhogingspercentage van oktober

C: verminderingscoëfficiënt: de coëfficiënt wordt gevormd door een breuk waarvan de teller de beloning is die het personeelslid werkelijk heeft ontvangen gedurende de referteperiode (01/01 – 30/09) en de noemer de beloning overeenstemmend met de fulltime bezoldiging gedurende dezelfde referteperiode.

Het salaris is het salaris op jaarbasis of, in voorkomend geval, het wachtgeld of de uitkering, uitbetaald in plaats van een salaris, eventueel aangevuld met de haard- of standplaatstoelage of de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering.

Het totaalbedrag van 200 euro/VTE (ecocheque ter waarde van 160 euro/VTE en geschenkcheque ter waarde van 40 euro/VTE) zal vermenigvuldigd worden met de verminderingscoëfficiënt. Vier/vijfde van het berekende bedrag zal uitgekeerd worden in de vorm van een ecocheque en één/vijfde zal uitgekeerd worden in de vorm van een geschenkcheque.

Voor de personeelsleden (uitgezonderd jobstudenten en de medewerkers tewerkgesteld in Tijdelijke Werkervaring) die in dienst komen vanaf 1 oktober loopt de referteperiode van 1 oktober tot en met 31 december. Het bedrag van 50 euro/VTE zal vermenigvuldigd worden met de verminderingscoëfficiënt die in januari zal berekend worden. Het berekende bedrag zal uitgekeerd worden in de vorm van een ecocheque.

Met 17 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Herwig Cornelis, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Jacques Wouters, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Diana Tierens en Roel Baudewyns), 8 onthoudingen (Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Sonia Lathouwers)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Kennisname schrijven Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Leveren van vlees in keuken OCMW Meise (2021-2022) - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Leveren van vlees in keuken OCMW Meise (2021-2022)” werd een bestek met nr. 2020687 opgesteld door de Aankoopdienst.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 94.339,62 excl. btw of € 100.000,00 incl. 6% btw.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 24 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Juridische gronden

De Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en

latere wijzigingen.

Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17

juni 2016.

Het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en latere

wijzigingen.

Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de

overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake

overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten van werken, leveringen en diensten

 

Advies/argumentatie

Gunstig advies.

Financiële gevolgen

 De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op budgetcode 60000000/01195 en in het budget van de volgende jaren.

De uitgave is voorzien in het budget.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

60000000/01195

______________

€ 24.292,22

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 2020687 en de raming voor de opdracht “Leveren van vlees in keuken OCMW Meise (2021-2022)”, opgesteld door de Aankoopdienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 94.339,62 excl. btw of € 100.000,00 incl. 6% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op budgetcode 60000000/01195 en in het budget van de volgende jaren.

Met 25 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Herwig Cornelis, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Sonia Lathouwers, Diana Tierens en Roel Baudewyns)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Vaststelling reglement SCP-toelage 2020

MOTIVERING

Feiten en context

De raad neemt kennis van de inhoud van het Koninklijk Besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2020.

Om de participatie en sociale activering van OCMW-cliënten te bevorderen, heeft de federale regering in dit koninklijk besluit beslist om een subsidie van 7.834.396 euro te verdelen onder de verschillende OCMW’s. De verdeling van dit bedrag is opgenomen als bijlage bij het koninklijk besluit van 31 juli 2020 in het Belgisch Staatsblad.

Concreet beschikt OCMW Meise voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 over een bedrag van € 5.254. Deze uitgaven passen tevens in de doelstellingen zoals gekaderd in het meerjarenplan en het geïntegreerd breed onthaal (bestrijding (kinder)armoede).

Aangezien het KB van 31 juli 2020 van toepassing is op de eerste 6 maanden van het jaar 2020 ontvangt OCMW Meise voorlopig € 2.627, zijnde de helft van het jaarbudget. Gezien dit besluit genomen is om het bedrag van de toelage, equivalent aan de eerste zes maanden van het jaar, vast te leggen, zal er nog een ander besluit genomen worden om het resterende bedrag van de subsidie vast te leggen, equivalent aan de laatste zes maanden van het jaar.

Ter vergelijking 2019: voor het jaar 2019 beschikte OCMW Meise over een budget van € 4.882 te besteden gedurende de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2019. Het BCSD besliste in de zitting van 27 augustus 2019 om het beschikbare budget te verdelen over activiteiten die vallen onder art.2 §1 en art.2 §3 van het KB. Concreet: € 2.441 aan SCP-toelage en € 2.441 aan SCP-kinderarmoede.

Tot de doelgroep behoren OCMW-cliënten in de ruimere zin van het woord. Naast leefloners en hun gezinsleden komen eveneens mensen die een financiële of aanvullende steun ontvangen, die tewerkgesteld worden, via budgetbegeleiding of budgetbeheer opgevolgd worden, thuishulp ontvangen,… in aanmerking.

Mensen die over een laag inkomen beschikken maar geen cliënt zijn van het OCMW vallen buiten de doelgroep.

Welke initiatieven kunnen worden gefinancierd? (KB Art 2. §1, §2 en §3)

Om de participatie en sociale activering van OCMW-cliënten te bevorderen, kunnen de volgende initiatieven worden gefinancierd:

Art. 2 §1:

De volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door cliënten aan sociale, sportieve of culturele activiteiten.

Het OCMW kan tussenkomen in de deelnameprijs van een concert, een toneelvoorstelling, cultureel of muzikaal optreden, een voetbalwedstrijd, … van zowel bestaande erkende, culturele instellingen, sociale organisaties als privé-organisaties.

De volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van het lidgeld en de voor de deelname  noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen.

Het OCMW kan de ledenbijdrage van cliënten om zich aan te sluiten bij een vereniging bv. jeugdbeweging, sportclub, kookcursus,… gedeeltelijk  of volledig ten laste nemen. Ook de inschrijvingsprijs voor sportkampen, zwemlessen, taalkampen,… en de benodigdheden om hieraan deel te nemen komen in aanmerking.

De ondersteuning en financiering van initiatieven op sociaal, cultureel en sportief vlak, ingericht door of voor de doelgroep.

Het OCMW kan deze subsidie gebruiken voor het ondersteunen en financieren van initiatieven van en voor de doelgroep zelf. Het is de bedoeling dat het OCMW die initiatieven ondersteunt en financiert waaraan de cliënten zelf actief deelnemen of waartoe ze zelf het initiatief hebben genomen, dus niet dat het OCMW de middelen uitdeelt aan organisaties in de gemeente die enkele cliënten onder hun leden tellen.

Het OCMW kan op basis van artikel 61 van de organieke wet een overeenkomst sluiten met een vzw die participatie en sociale activering van kansarmen binnen haar opdrachten heeft.

De ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen.

Art.2 §2:

Het organiseren van collectieve ondersteuning van de sociale begeleiding van OCMW-gebruikers volgens een trajectmatige aanpak (al dan niet in het kader van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie).

(vb sollicitatietraining)

Art.2 §3:

Voor financiering van activiteiten en tussenkomsten in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.

De volledige of gedeeltelijke financiering van activiteiten en sociale programma’s ter bevordering van de maatschappelijke participatie en integratie van kinderen van OCMW-gebruikers. (deelname aan sociale programma’s, onderwijsondersteuning, psychologische ondersteuning voor kind of ouders, paramedische ondersteuning, pedagogische ondersteuning.)

De volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke deelname en integratie te bevorderen (kosten voor het opzetten van acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen)

De volgende voorwaarden dienen vervuld te zijn:

-de activiteit dient plaats te hebben tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020,

-de betaling van de activiteit dient volledig uitgevoerd te zijn vóór 31 december 2020,

-het bewijs van deze betaling wordt bijgehouden als verantwoordingsstuk en voorgelegd aan de maatschappelijk werker bevoegd voor het dossier.

Er kan gewerkt worden met een verdeelsleutel 80/20 waarbij de cliënt dan zelf 20% van de kosten betaalt of er wordt gewerkt met een vast budget per persoon of per kind per jaar. Deze laatste formule is terug te vinden in het reglement SCP-toelage.

Conclusie:

OCMW Meise kan voor het jaar 2020 opnieuw vrij beslissen aan welke uitgaven dit budget kan worden aangewend. Vanuit de sociale dienst gaat de voorkeur uit naar de aanwending van dit budget aan activiteiten die vallen art. 2 §1 en §3.

Op deze wijze worden individuen en gezinnen (in kansarmoede), individueel ondersteund. Er wordt geen groepsactiviteit uitgewerkt voor deze doelgroep.

Het reglement SCP-toelage in bijlage is dan ook op deze principes gebaseerd.

Juridische gronden

Koninklijk Besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2020.

Het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2020.

De akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 13 juli 2020.

Advies/argumentatie

Er werd geen advies uitgebracht.

Financiële gevolgen

Het betreft een nuloperatie. De uitgave alsook de ontvangst zijn voorzien in het exploitatiebudget 2020 zoals weergegeven in onderstaande tabel.

Rekening

Beleidsitem

Omschrijving

Budget

AR 64814000

AR 64814001

 

AR 74050026

BI 09000

SCP-toelage

SCP-toelage kinderarmoede

Subsidie SCP toelage art 6 kinderarmoede

2.441 euro

2.441 euro

 

5.000 euro

 

Uit de kennisgeving van de POD MI d.d. 18 augustus 2020 met de titel: “Onderrichting houdende de toelage ter bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-gebruikers voor de eerste zes maanden van het jaar 2020”, blijkt dat er werd besloten om de bestedingspercentages voor de luiken “collectieve modules en “ kinderarmoede” in 2020 af te schaffen.

OCMW Meise kan vrij de middelen inzetten volgens het eigen huishoudelijk reglement.

Aangezien OCMW Meise over maximaal € 5.254 beschikt voor het jaar 2020, wordt voorgesteld om de verdeelsleutel zoals toegepast voor het jaar 2019, nl. de helft van het budget aan SCP-toelage en de andere helft aan SCP-kansarmoede (zoals voorzien werd in het oorspronkelijke budget 2020), toe te passen.

De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven van 50%; een eerste schijf na ondertekening van het K.B. van 31 juli 2020, een tweede schijf na ondertekening van het K.B. dat vermoedelijk in november aan de bevoegde minister wordt voorgelegd.

Vóór 28/02/2021 dient OCMW Meise via het Uniek Jaarverslag, elektronisch een overzicht van de activiteiten en een financieel overzicht over te maken aan de POD MI.

Het gedeelte van de middelen dat niet door het OCMW werd aangewend of verantwoord, dient ten laatste vóór 1 november 2021 aan de Staat terugbetaald te worden.

BESLUIT

Artikel 1

De raad neemt kennis van de inhoud van het Koninklijk Besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2020.

Artikel 2

De raad keurt het reglement ter besteding van de subsidie voor het jaar 2020 voor de bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-cliënteel, zoals toegevoegd in bijlage, goed.

Artikel 3

De raad wenst het volledige budget SCP 2020 aan te wenden ter bestrijding van kinderarmoede binnen onze gemeente. De financiële dienst zal gevraagd worden om de budgetten 2020 desgevallend intern te verschuiven.

Met 25 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Herwig Cornelis, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Sonia Lathouwers, Diana Tierens en Roel Baudewyns)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Minimale levering aardgas - winter 2020-2021

MOTIVERING

Feiten en context

De budgetmeters voor aardgas beschikken niet over een minimale levering. Personen die hun budgetmeter niet opladen en ook hun noodkrediet hebben opgebruikt, vallen zonder aardgas tot ze opnieuw de budgetmeterkaart opladen.

Op 21 september 2020 ontving OCMW Meise een e-mail bericht van een medewerker van het Vlaams Energieagentschap van de Vlaamse Overheid waarin aan de OCMW’s wordt verzocht om opnieuw in te stappen in de regeling tot minimale levering van aardgas voor personen met een aardgasbudgetmeter gedurende de winterperiode 2020-2021. De winterperiode start vanaf 1 november 2020 en loopt tot 31 maart 2021.

De Vlaamse Overheid voorziet met deze regelgeving dat de OCMW ’s aan behoeftigen een beperkte financiële steun kunnen toekennen om op te laden en wil zo vermijden dat mensen die de middelen niet hebben om op te laden, in de winter zonder verwarming zouden zitten.

Deze financiële tussenkomst wordt vastgesteld aan de hand van een tabel voor een minimale hoeveelheid aardgas (60% van een gemiddeld verbruik), goed voor een minimaal comfort. Deze tabel wordt jaarlijks herzien bij ministerieel besluit.

Doelgroep:

Personen met een budgetmeter voor aardgas beschikken niet over een minimale levering. De personen die hun budgetmeter niet opladen en ook hun noodkrediet hebben opgebruikt, vallen zonder aardgas tot ze opnieuw de budgetmeterkaart opladen.

De Vlaamse Overheid voorziet met deze regelgeving dat de OCMW ’s aan behoeftigen een beperkte financiële steun kunnen toekennen om op te laden en wil zo vermijden dat mensen die de middelen niet hebben om op te laden, in de winter zonder verwarming zouden zitten.

Deze regeling is van toepassing  gedurende de winterperiode die loopt vanaf 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021. De minister van Energie kan deze periode verlengen in functie van de weersomstandigheden.

Budget:

Deze financiële tussenkomst wordt vastgesteld aan de hand van een tabel voor een minimale hoeveelheid aardgas (60% van een gemiddeld verbruik), goed voor een minimaal comfort. Deze tabel wordt jaarlijks herzien bij ministerieel besluit.

Voor de periode 2020-2021 gelden de bedragen in onderstaande tabel:

Woningtype

niet beschermde afnemer

Beschermde afnemer = recht op sociale maximumprijs

appartement

24,66 euro

10,66 euro

rijhuis of hoekhuis (max. 2 open gevels)

34,66 euro

14,66 euro

vrijstaand of halfopen (meer dan 2 open gevels)

41,66 euro

17,66 euro

Wijze van financiering en verantwoording:

Dit systeem werkt via halfmaandelijkse opladingen van de budgetmeterkaart.

Het OCMW betaalt de opladingen gedurende de winterperiode (1/11/2020-31/03/2021) en wordt nadien door de distributienetbeheerder Fluvius als volgt vergoed:
Het OCMW kan tot 70% van de tussenkomst recupereren bij de distributienetbeheerder Fluvius en het andere deel, zijnde 30%, kan teruggevorderd worden bij de hulpvrager of zelf ten laste worden genomen.

Voorbeeld:

Een niet-beschermde gebruiker van een budgetmeter voor aardgas die in een appartement woont, kan, na toepassing van dit systeem, om de twee weken € 24,66 (€ 49,32 per maand) opladen voor zijn aardgasverbruik.

Het OCMW betaalt de opladingen gedurende de winterperiode (1/11/2020-31/03/2021) en wordt nadien door de distributienetbeheerder Fluvius als volgt vergoed:

Het OCMW kan tot 70% van de tussenkomst recupereren bij de distributienetbeheerder en kan het andere deel terugvorderen bij de hulpvrager of kan het zelf ten laste nemen. 

Deze regelgeving voorziet echter niet in een tussenkomst in de personeelskost.

Beslissingen tot steunverlening worden steeds cliënt per cliënt voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Ter vergelijking:
In de periode 1/11/2019-31/03/2020 werd er aan 3 gezinnen in totaal voor een bedrag van € 802,18 aan opladingen uitbetaald. Hiervoor ontving het OCMW € 561,53 als vergoeding vanuit de distributienetbeheerder Fluvius (70% van € 802,18). Tot op heden werd de overige 30% niet bij de cliënten teruggevorderd. Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgesteld om het aandeel van de cliënt (30% van de toegekende steun) principieel niet terug te vorderen.

Juridische gronden

De Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en alle daaropvolgende wijzigingen.

De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en alle daaropvolgende wijzigingen.

De wet van 12 januari 1993 houdende het urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving en alle daaropvolgende wijzigingen.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen.

Het Energiebesluit van de Vlaamse Regering d.d. 19 november 2010, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode.

De wijzigingen aangebracht aan dit besluit via het Energiearmoedeprogamma van de Vlaamse Regering d.d. 4 maart 2016.

Het ministerieel besluit d.d. 21 september 2020 houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over minimale verwarming van de woning.

Advies/argumentatie

De toepassing van dit systeem goed te keuren vanaf 1 november 2020 tot het einde van de winterperiode (momenteel vastgelegd op 31 maart 2021, tenzij de minister van Energie deze periode verlengt in functie van de weersomstandigheden).

Financiële gevolgen

De uitgave is voorzien in het exploitatiebudget 2020.

Rekening

Actie

Beleidsitem

Budget

64810004

 

09000

1000 euro

BESLUIT

Artikel 1

De toepassing van dit systeem tot minimale levering van aardgas via de budgetmeter voor aardgas goed te keuren vanaf 1 november 2020 tot het einde van de winterperiode (momenteel 31 maart 2021, tenzij de minister van Energie deze periode verlengt in functie van de weersomstandigheden).

Artikel 2

De bedragen vermeld in de tabel betreffende de bepaling van de kost van de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning, goedgekeurd bij ministerieel besluit op 21 september 2020 van de Vlaamse Regering, toe te passen.

Artikel 3

Het aandeel van 70% van de toegekende bedragen bij Fluvius, terug te vorderen.

Artikel 4

Het aandeel van 30% van de toegekende bedragen niet bij de personen die in aanmerking komen voor deze maatregel, terug te vorderen.

Met 25 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Marcel Belgrado, Roger Heyvaert, Herwig Cornelis, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Sonia Lathouwers, Diana Tierens en Roel Baudewyns)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020
Overzicht punten

Zitting ma 10 2020

Vaststelling reglement ter ondersteuning van het consumptiebudget

MOTIVERING

Feiten en context

COVID-19: Subsidie voor armoedebeleid.

Covid-19 startte als een gezondheidscrisis maar werd al snel ook een economische crisis. Zelfstandigen en ondernemers moesten de deuren sluiten en vele werknemers verloren al dan niet tijdelijk hun job. Voor kwetsbare huishoudens betekent dit inkomensverlies waardoor zij in de problemen kunnen raken. Doordat zij geen financiële buffer hebben, dreigen zij in armoede terecht te komen.

De lokale besturen waren zoals steeds de eerste om deze signalen oppikken. Hun OCMW’s zagen de afgelopen weken het aantal aanvragen om financiële ondersteuning immens toenemen. Leeflonen werden toegekend en voedselpakketten uitgedeeld. De Vlaamse regering besliste daarom om werk te maken van een corona-armoedeplan dat bestaat uit drie maatregelen waarvoor 45 miljoen vrij gemaakt wordt.

Twee van de drie maatregelen en 30 miljoen euro zijn daarbij rechtstreeks voor de lokale besturen bestemd. Dat zij als eerste armoedesignalen oppikken bewijst immers dat zij het best weten wat de noden zijn van hun inwoners en bijgevolg ook het best geplaatst zijn om te voorkomen dat kwetsbare huishoudens geconfronteerd worden met armoede. Om die reden worden de lokale besturen ook maximaal vrij gelaten om invulling te geven aan beide maatregelen.

a. 15 miljoen voor lokaal sociaal beleid

De eerste 15 miljoen is gericht op de versterking van het lokale sociale beleid. Hiermee kunnen projecten uitgebreid of uitgerold worden die gericht zijn op kwetsbare huishoudens. Steden en gemeenten kunnen hier op verschillende manieren mee aan de slag gaan. Zo kunnen initiatieven gericht zijn op (bijkomende) financiële ondersteuning, maar evengoed ook op een versterking van de trajectbegeleiding op maat. Daarbij kan uiteraard op zoek gegaan worden naar samenwerking met andere lokale partners zoals armoedeorganisaties om zo werk te maken van een outreachende aanpak en rechtenverkenning.

https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/nieuws/covid-19-lokale-besturen-krijgen-30-miljoen-euro-voor-armoedebeleid-update-22-juni

Meise zal hiervoor 23.193,32 euro ontvangen.

Hiervoor zal nog een systeem/ reglement worden aangereikt door het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Er is voor het verkrijgen van gegadigden wel een artikel in de infokrant van september 2020 verschenen waarbij wordt aangegeven dat mensen zich moeten melden!

b. 15 miljoen voor consumptiebudget

De tweede 15 miljoen voorziet in een consumptiebudget voor kwetsbare huishoudens. Steden en gemeenten kunnen dit budget gebruiken om via lokale voucherbonnen kwetsbare gezinnen en alleenstaanden met een laag inkomen tijdelijk financieel te ondersteunen. Wat de financiering betreft, zal nog in overleg gegaan worden met de VVSG voor de nodige praktische afspraken. Maar er zijn al verschillende praktijkvoorbeelden voorhanden.  

Verschillende lokale besturen hebben immers al initiatieven genomen om de lokale economie te ondersteunen via een consumptiebonnensysteem, een voordelenpas, of dergelijke. In dat geval kan dit bestaande vouchersysteem ingezet worden voor kwetsbare huishoudens. Maar evengoed kan ook een nieuw systeem uitgewerkt worden. Het is aan de steden en gemeenten om ook hier weer op maat van hun specifieke noden de contouren van de kwetsbare doelgroepen, de wijze van toekenning en de waarde van de bonnen vast te leggen.

https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/nieuws/covid-19-subsidie-ter-ondersteuning-van-het-consumptiebudget-voor-kwetsbare-doelgroepen

Meise zou hiervoor 24.481,84 euro ontvangen. Dit trekkingsrecht van 24.481,84 euro zal nog worden ingeschreven in het budget 2020.

Om het bedrag van dit trekkingsrecht te ontvangen, werd reeds een aanvraag ingediend. Vóór 31 oktober 2020 dient er nog een reglement te worden overgemaakt om de aanvraag volledig te maken.

Juridische gronden

Decretale basis 17 juni 2020 Vlaams Parlement.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Advies/argumentatie

Positief advies.

Dit reglement werd voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst van 6 oktober 2020.

Financiële gevolgen

De uitgave ten belope van 24.481,84 euro zowel als de ontvangst van deze subsidie zal worden voorzien in het exploitatiebudget 2020. Het heeft een financieel neutraal gevolg.

BESLUIT

Artikel 1

Het reglement, dat samen met deze notulen één geheel vormt en zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.

Artikel 2

Deze beslissing overeenkomstig artikelen 285, 286 en 330 van het decreet Lokaal Bestuur bekend te maken en over te maken aan de toezichthoudende overheid.

Met 13 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Marie Jeanne Thaelemans, Erwin De Clerck, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Jacques Wouters, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Karine Métens, Billie Kawende, Diana Tierens en Roel Baudewyns)

 

Publicatiedatum: 19/11/2020