Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Paul Aerts Roel Baudewyns Marie Jeanne Thaelemans Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Christine De Cubber Ruben Algaba Billie Kawende Emiel De Boeck Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Sonja Becq Karine Métens Jo Van Den Brande Charlotte Meulemeester Jacques Wouters Jonathan De Valck Thomas Goethals Erwin De Clerck Tom Heyvaert Diana Tierens Roel Anciaux aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De notulen van de gemeenteraad van 18 november 2019 worden goedgekeurd.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Christine De Cubber Karine Métens Gerda Van den Brande Ruben Algaba Billie Kawende Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Roel Anciaux Tom Heyvaert Jonathan De Valck Diana Tierens Marcel Belgrado Emiel De Boeck Thomas Goethals Erwin De Clerck Jorn Lathouwers Paul Aerts Jo Van Den Brande Jacques Wouters Sonja Becq Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De beheersovereenkomst betreffende de integratie van gemeente en OCMW Meise goed te keuren.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marcel Belgrado Gerda Van den Brande Roel Anciaux Jonathan De Valck Jacques Wouters Thomas Goethals Jorn Lathouwers Ruben Algaba Katrien Uyttersprot Karine Métens Billie Kawende Roel Baudewyns Paul Aerts Erwin De Clerck Marie Jeanne Thaelemans Emiel De Boeck Christine De Cubber Charlotte Meulemeester Diana Tierens Tom Heyvaert Jo Van Den Brande Sonja Becq aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De personeelsformatie van het gemeentepersoneel met ingang van 1 januari 2020 aan te passen als volgt:
Bestuursadministratie
Decretaal
•1 VTE algemeen directeur (decretale graad)
Statutair
•0,2 VTE juridisch expert (A10a)
•2,5 VTE administratief medewerkers (Cv)
Contractueel
•2 VTE gemeenschapswachten - vaststellers (Cv)
◦Toevoeging
Burger en welzijn
Statutair
•0,8 VTE coördinator burger en welzijn (A10a)
•1 VTE bestuurssecretaris (Av)
•3 VTE administratief medewerkers (Cv)
Contractueel
•2,79 VTE administratief medewerkers (Cv)
Financiën
Decretaal
•1 VTE financieel directeur (decretale graad)
Statutair
•1 VTE boekhouder (Bv)
•1 VTE administratief medewerker (Cv)
•2 VTE administratief medewerkers (Cv) (uitdovend)
Contractueel
•1 VTE deskundige overheidsopdrachten (Cx)
•1 VTE administratief medewerker (Cv)
•0,89 VTE administratief medewerker (Cv) (uitdovend)
•0,5 VTE administratief medewerker (Cv) (geblokkeerd)
Vrije tijd
Statutair
•1 VTE bibliothecaris (Av)
•1 VTE assistent dienstleider (Bv)
•1 VTE jeugdconsulent (Bv)
•1 VTE sportfunctionaris (Bv)
•2 1 VTE administratief medewerker (Cv)
•0,39 VTE medewerker bibliotheek (Cv) (uitdovend)
•1 VTE theatertechnicus (Cv)
•1 VTE technisch assistent (Dv)
Contractueel
•1 VTE diensthoofd vrije tijd (Av)
•2 VTE deskundige programmatie gemeenschapscentrum (Bv)
•1 VTE assistent dienstleider (Bv)
•1 VTE deskundige vrije tijd (Bv)
•12 VTE administratief medewerkers (Cv)
•3,39 VTE medewerker bibliotheek (Cv)
◦0,5 VTE medewerker bibliotheek (geblokkeerd)
•1 VTE theatertechnicus (Cv)
•1 VTE ploegbaas zwembad (Dx)
•5 VTE redders (Dv)
•1 VTE technisch beambte (Ev) (uitdovend)
◦1 VTE medewerker/conciërge GC de Muze (Cv) (geblokkeerd)
•0,16 VTE conciërge sportschuur (Ev)
Ondersteunende diensten
Contractueel
•1 VTE beleidsmedewerker (Av)
ICT
Statutair
•1 VTE systeembeheerder (Bx) (geblokkeerd)
•1 VTE systeembeheerder (Bv) (uitdovend)
Contractueel
•1 VTE systeembeheerder (Bv)
•1 VTE technisch medewerker ICT (Cv)
Communicatie en onthaal
Contractueel
•1 VTE communicatieverantwoordelijke (Bv)
•1,5 VTE baliemedewerkers (Cv waarvan 1 VTE uitdovend)
◦0,5 VTE baliemedewerker Cv (geblokkeerd)
Personeel en onderwijs
Statutair
•1 VTE bestuurssecretaris (Av)
•3 VTE administratief medewerkers onderwijs (Cv waarvan 1 VTE uitdovend)
•1 VTE administratief medewerker (Cv) (uitdovend)
Niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel
•0,84 VTE initiatie Akademie voor Muzische Kunsten (weddeschaal gesubsidieerd onderwijzend personeel)
•0,37 VTE administratief medewerker Akademie voor Muzische Kunsten (weddeschaal gesubsidieerd onderwijzend personeel)
Economaat
Statutair
•1 VTE bode (Ev) (uitdovend)
Contractueel
•0,79 VTE bode (Cv)
Archief
Contractueel
•1 VTE administratief medewerker archief (Cv)
Logistiek
Statutair
•0,5 VTE coördinator (Cv)
Contractueel
•1 VTE verantwoordelijke poetsdienst (Dx)
•1 VTE verantwoordelijke toezicht kinderopvang (Dx)
• 9,67 11,48 VTE toezicht (Dv/C1-C2)
◦2 ,30 VTE toezicht/buswacht (Dv)
◦1,58 VTE toezicht Klim-op (Dv/C1-C2)
◦2,65 VTE toezicht GBS Rode (Dv/C1-C2)
◦2,83 VTE toezicht de Leertuin (Dv/C1-C2)
◦2,12 VTE toezicht de Fusieschool (Dv/C1-C2) (waarvan 1 VTE uitdovend)
•0,74 VTE hulpkok (Dv) (uitdovend)
•36,7 VTE poetsman/poetsvrouw (Ev)
•4 VTE buschauffeurs (Dv)
•0,4 VTE administratief medewerker Plantentuin (Cv)
Grondgebiedszaken
Statutair
•0,8 VTE coördinator grondgebiedszaken (A10a)
Leefmilieu
Statutair
•1 VTE milieuambtenaar (Av)
•1 VTE duurzaamheidsambtenaar (Bv)
•1 VTE administratief medewerker (Cv)
•3 VTE technisch assistenten (Dv)
•1 VTE technisch assistent (Dv) (uitdovend)
Contractueel
•1 VTE werkleider (Bv)
•0,66 VTE groenambtenaar (Bv)
•2 1 VTE ploegbaas groen (Dx)
•1311 VTE technisch assistenten (Dv)
•0,5 VTE technisch assistent (Dv) (geblokkeerd)
•2 VTE technisch beambten (Ev)
Ruimtelijke ordening
Statutair
•2 VTE stedenbouwkundigen (Av)
Contractueel
•2 VTE beleidsmedewerker ruimtelijke ordening ( Bv)
•12 VTE administratief medewerker (Cv)
Technische dienst
Statutair
•2 VTE ingenieurs (Av)
•2 1 VTE administratief medewerker (Cv)
•1 VTE ploegbaas openbare werken (Dx) (uitdovend)
•1614 VTE technisch assistenten (Dv)
•1 VTE administratief assistent (Dv) (uitdovend)
Contractueel
•2 VTE technisch deskundige (Bv)
•1 VTE werkleider (Bv)
•12 VTE administratief medewerkers (Cv)
•1 VTE ploegbaas gebouwen (Dx)
•1 VTE ploegbaas magazijn-uitleendienst (Dx)
•1 VTE ploegbaas openbare werken) (Dx)
•13,8413,5 VTE technisch assistenten (Dv)
• 0,5 VTE technisch assistent (Dv) (uitdovend)
Mobiliteit
Contractueel
•0,75 0,8 VTE mobiliteitsambtenaar (Av) (Bx)
•1 VTE administratief medewerker (Cv)
Noodplanning/GIS-coördinatie
Contractueel
• 0,25 0,2 VTE GIS-coördinator/noodplanningscoördinator (Av) (Bx)
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jo Van Den Brande Ruben Algaba Roel Anciaux Sonja Becq Katrien Uyttersprot Tom Heyvaert Charlotte Meulemeester Erwin De Clerck Emiel De Boeck Jorn Lathouwers Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Roel Baudewyns Christine De Cubber Thomas Goethals Karine Métens Billie Kawende Marcel Belgrado Diana Tierens Paul Aerts Jonathan De Valck Gerda Van den Brande aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het organogram van het gemeentepersoneel en OCMW-personeel, zoals toegevoegd in bijlage, wordt met ingang van 1 januari 2020 aangepast.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Ruben Algaba Jonathan De Valck Jo Van Den Brande Emiel De Boeck Thomas Goethals Diana Tierens Billie Kawende Tom Heyvaert Karine Métens Sonja Becq Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Roel Baudewyns Roel Anciaux Gerda Van den Brande Charlotte Meulemeester Paul Aerts Katrien Uyttersprot Marcel Belgrado Christine De Cubber Erwin De Clerck Jorn Lathouwers aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Aan alle personeelsleden van de gemeente Meise het recht te verlenen om de vijf feestdagen die in 2020 op een zaterdag of een zondag vallen, namelijk zaterdag 11 juli 2020, zaterdag 15 augustus 2020, zondag 1 november 2020, zondag 15 november 2020 en zaterdag 26 december 2020, op te nemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks verlof.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Roel Baudewyns Gerda Van den Brande Jorn Lathouwers Marie Jeanne Thaelemans Marcel Belgrado Billie Kawende Katrien Uyttersprot Tom Heyvaert Jacques Wouters Jo Van Den Brande Diana Tierens Ruben Algaba Emiel De Boeck Paul Aerts Sonja Becq Thomas Goethals Karine Métens Jonathan De Valck Christine De Cubber Erwin De Clerck Roel Anciaux aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad verhoogt zijn aanvullend pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden vanaf 1 januari 2020 met uitzondering van de jobstudenten en het tijdelijk onderwijzend personeel.
Artikel 2
De gemeenteraad verhoogt zijn aanvullend pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden vanaf 1 januari 2021 met uitzondering van de jobstudenten en het tijdelijk onderwijzend personeel.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van 9 december 2009 (en zoals van toepassing vanaf 1 januari 2019), dat in bijlage wordt toegevoegd.
Artikel 4
De gemeenteraad is de inrichter van het aanvullend pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden.
Artikel 5
De pensioentoelage bedraagt 2% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2020.
Artikel 6
De pensioentoelage bedraagt 3% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2021.
Artikel 7
De gemeenteraad stelt het pensioenreglement, met name dit gemeenteraadsbesluit en het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten (bijlage), ter beschikking van zijn contractuele personeelsleden.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jo Van Den Brande Roel Anciaux Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Jacques Wouters Thomas Goethals Katrien Uyttersprot Sonja Becq Karine Métens Christine De Cubber Gerda Van den Brande Tom Heyvaert Ruben Algaba Billie Kawende Diana Tierens Marcel Belgrado Emiel De Boeck Charlotte Meulemeester Erwin De Clerck Paul Aerts Jonathan De Valck Jorn Lathouwers aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt voor de aanslagjaren 2020 en 2021 vastgesteld op 8,2% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
De belasting wordt voor het aanslagjaar 2022 vastgesteld op 8,1% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
De belasting wordt voor het aanslagjaar 2023 vastgesteld op 8,0% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
De belasting wordt voor de aanslagjaren 2024 en 2025 vastgesteld op 7,9% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 4
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286§1,1° van het decreet lokaal bestuur en wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet en aan de FOD Financiën overeenkomstig de Omzendbrief KB/ABB 2019/2.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jonathan De Valck Marcel Belgrado Thomas Goethals Emiel De Boeck Marie Jeanne Thaelemans Karine Métens Roel Anciaux Jo Van Den Brande Sonja Becq Roel Baudewyns Diana Tierens Tom Heyvaert Gerda Van den Brande Charlotte Meulemeester Jacques Wouters Erwin De Clerck Billie Kawende Paul Aerts Christine De Cubber Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Ruben Algaba aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente 755 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet en aan VLABEL overeenkomstig de Omzendbrief KB/ABB 2019/2.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Katrien Uyttersprot Karine Métens Jonathan De Valck Thomas Goethals Emiel De Boeck Marcel Belgrado Diana Tierens Erwin De Clerck Gerda Van den Brande Roel Baudewyns Jacques Wouters Roel Anciaux Marie Jeanne Thaelemans Charlotte Meulemeester Sonja Becq Billie Kawende Jorn Lathouwers Ruben Algaba Paul Aerts Christine De Cubber Tom Heyvaert Jo Van Den Brande aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de wegwijzers geplaatst op de openbare weg of zichtbaar vanaf de openbare weg, op initiatief van een nijverheids- of handelsbedrijf.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de persoon of zakelijk gerechtigde op wiens initiatief de wegwijzer werd geplaatst. De belasting wordt niet pro-rata berekend. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt. Toestand 1 januari van het belastingjaar.
Artikel 3
De belasting is niet verschuldigd voor de wegwijzer geplaatst op het terrein zelf van het bedrijf of van de instelling.
Artikel 4
De jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1 januari van het aanslagjaar en bedraagt per wegwijzer 100 euro.
Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 5
De belastingplichtige is verplicht jaarlijks bij het gemeentebestuur aangifte te doen van de op zijn verzoek geplaatste wegwijzers op een door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld formulier dat voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen is gehouden uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 6
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van een berekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen kan een vrijstelling van deze belasting verlenen aan:
• scholen, sociale en gemeentelijke instellingen.
• private en publiekrechtelijke rechtspersonen, die omwille van een beslissing van een overheid, genoodzaakt zijn om (bijkomende) bewegwijzering te plaatsen. Deze rechtspersonen kunnen maximaal voor 5 bijkomende wegwijzers een vrijstelling bekomen.
Hiervoor dient de belastingplichtige een schriftelijk verzoek aan het college van burgemeester en schepenen te richten.
Artikel 8
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen, t.a.v. de dienst Financiën.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 11
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 12
Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Het belastingreglement van 10 september 2013 wordt opgeheven van zodra onderhavig belastingreglement in werking is getreden.
Artikel 13
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Roel Anciaux Thomas Goethals Billie Kawende Erwin De Clerck Jacques Wouters Diana Tierens Charlotte Meulemeester Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Gerda Van den Brande Karine Métens Jonathan De Valck Katrien Uyttersprot Emiel De Boeck Jo Van Den Brande Marcel Belgrado Paul Aerts Ruben Algaba Sonja Becq Christine De Cubber Jorn Lathouwers Tom Heyvaert aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
De definities uit artikel 1.2. van het decreet Grond- en Pandenbeleid en artikel 2, § 1 van de Vlaamse Wooncode zijn van toepassing. Leegstaande gebouwen en leegstaande woningen zijn gebouwen en woningen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Voor toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het leegstandsregister wordt verstaan onder:
1° Administratie: de financiële dienst, belast met de inkohiering van de gemeentelijke belastingen.
2° Administratieve akte: deze genummerde akte bestaat uit een fotodossier, een beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de leegstand staven en als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister;
3° Beschrijvend verslag:dit werkinstrument wordt gebruikt ter voorbereiding van de administratieve akte en laat de administratie toe ter plekke vaststellingen te noteren en deze eventueel later aan te vullen met gewijzigde informatie alsook met bezwaren van de zakelijk gerechtigde;
4° Gebouw:elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
5° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande:
Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.
Appartement/studio: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich meerdere woningen bevinden.
Kamer of studentenkamer:een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
6° Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie, hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.
7° Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het persoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
8° Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
9° Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom, het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik.
10° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze.
een aangetekend schrijven/een (elektronisch) aangetekende zending; een afgifte tegen ontvangstbewijs, elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.
11° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.
12° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in artikel 2.2.6, § 1 van het grond- en pandendecreet van 27 maart 2009.
13° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen.
14° Verjaardag:het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
Artikel 2. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen
§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. De definities van woning, gebouw, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1.
§ 2. De belastingen voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblijk dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijkt de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 3. Belastingplichtige
§ 1. De belasting is voor het eerst verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§ 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars een deel van de belasting verschuldigd, elk naar rata van hun aandeel.
§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) stelt de administratie, via een (digitale) beveiligde zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs, binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
§ 4. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van § 1, als belastingplichtige beschouwd voor de volgende belastingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden gevestigd.
Artikel 4. Tarief van de belasting
§ 1. Het bedrag van de eerste gemeentelijke leegstandsbelasting bedraagt.
1.1.500,00 euro voor leegstaand gebouw;
2.Voor een leegstaande woning:
a)1.500,00 euro voor een eengezinswoning;
b)100,00 euro voor een kamer of studentenkamer;
c)500,00 euro voor een appartement/studio.
§ 2. Het bedrag van de belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal volle ononderbroken jaren dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, rekening houdend met een maximum van 5 jaar, waarbij de eerste belasting als beginpunt van de belastinghistoriek wordt beschouwd.
Artikel 5. Vrijstellingen van de belasting
§ 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks aangevraagd te worden via (digitale) beveiligde zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
De administratie onderzoekt de aanvraag tot vrijstelling en legt deze voor aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag.
Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling.
§ 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij de rechtbank van eerste aanleg beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling (artikel 569, eerste lid Gerechtelijk Wetboek; artikel 10 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen).
§ 3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
Persoonsgebonden vrijstellingen (gaan niet over op nieuwe zakelijke gerechtigden in geval van overdracht)
1)De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. De vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 5 belastbare termijnen. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening moet worden voorgelegd.
2)De belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische – of andere instelling. Deze vrijstelling gelet voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een attest van verblijf in de instelling moet worden voorgelegd.
3)De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. De vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd;
4)De belastingplichtige van de woning waarvoor volgens de bepalingen van het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven belasting betaald wordt. Onder tweede verblijf wordt verstaan elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het dienstjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.
5)De belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw/woning is één belastbare termijn vrijgesteld van leegstandsbelasting. De vrijstelling begint te lopen bij aanvang van de belastbare termijn waarin de aanvrager zijn zakelijk recht verkregen heeft.
Deze vrijstelling geldt niet voor:
1) overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;
2) de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel.
6) Wanneer de belastingplichtige deel uitmaakt van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning/gebouw. De vrijstelling geldt voor een maximale duur van drie jaar.
Gebouw- of woning gebonden vrijstellingen (gaan over op nieuwe zakelijke gerechtigden in geval van overdracht)
Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1)Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan. Deze vrijstelling kan jaarlijks worden aangevraagd zolang het onteigeningsplan niet opgeheven is;
2)Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3)Krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
4)Deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap;
5)Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, …; met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
6)Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een gerechtelijk vonnis of een overheidsbeslissing onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van maximum 2 jaar volgend op het aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure.
7)Gerenoveerd wordt. Een woning of gebouw wordt gerenoveerd als:
a)Het gaat om handelingen, die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, een niet-vervallen omgevingsvergunning kan worden voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar volgend na datum verlening van de omgevingsvergunning
b)Het gaat om niet vergunningsplichtige handelingen, een renovatienota wordt voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 2 jaar en kan maar eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.
De renovatienota moet gedetailleerd, gedateerd en ondertekend zijn. Deze moet door de administratie goedgekeurd zijn en minstens volgende elementen omvatten:
-een overzicht van de voorgenomen werken die stedenbouwkundig niet vergunningsplichtig zijn;
-een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning/gebouw gerenoveerd wordt;
-bestekken of facturen ten bedrage van minimaal 10.000 euro. Deze facturen en bestekken mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;
-schetsen en foto’s van de te renoveren vertrekken;
-indien van toepassing, het akkoord van alle mede-eigenaars.
8) Panden in beheer van sociale verhuurkantoren, sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMW’s, gemeenten en de privé-sector die volgens het sociaal huurbesluit ter beschikking zijn gesteld van woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar.
Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt mogelijks eveneens een vrijstelling verleend.
Als er een vrijstelling wordt verleend, dan is de belastingplichtige vrijgesteld van belasting voor de toegekende periode.
Vrijstellingen van de leegstandsbelasting die toegekend zijn op basis van het reglement van 10 maart 2015 blijven met hun oorspronkelijke begin- en einddatum gelden bij de toepassing van dit reglement.
Artikel 6. Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.
Artikel 7. Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8. Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen, t.a.v. de dienst Financiën.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 9
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de heffingen), hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover deze niet specifiek de heffingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 10: Inwerkingtreding
Onderhavig belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Het gemeentelijk belastingreglement van 10 maart 2015 wordt opgeheven van zodra onderhavig reglement in werking is getreden.
Artikel 11
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Roel Anciaux Marie Jeanne Thaelemans Katrien Uyttersprot Roel Baudewyns Gerda Van den Brande Jacques Wouters Erwin De Clerck Diana Tierens Jonathan De Valck Thomas Goethals Charlotte Meulemeester Billie Kawende Karine Métens Tom Heyvaert Jorn Lathouwers Emiel De Boeck Christine De Cubber Jo Van Den Brande Paul Aerts Ruben Algaba Marcel Belgrado Sonja Becq aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2019 nr 2 goed.
Artikel 2
Deze beslissing overeenkomstig artikelen 285, 286 en 330 van het decreet Lokaal Bestuur bekend te maken en over te maken aan de toezichthoudende overheid.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Gerda Van den Brande Billie Kawende Roel Anciaux Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Jonathan De Valck Roel Baudewyns Erwin De Clerck Jacques Wouters Thomas Goethals Diana Tierens Ruben Algaba Sonja Becq Marcel Belgrado Tom Heyvaert Paul Aerts Christine De Cubber Emiel De Boeck Jorn Lathouwers Jo Van Den Brande aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1) Bouwgronden:
gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 Vlaamse codex ruimtelijke ordening en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor verbouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
2) Kavels:
de in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen.
3) Onbebouwd:
beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning.
4) Perceel:
wordt in dit reglement zowel onbebouwde kavel als onbebouwde grond mee bedoeld.
5) Register van onbebouwde percelen:
het ROP register, vermeld in artikel 5.6.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
6) Collectieve voorzieningen:
voorzieningen die door de overheid zijn geregeld en iedereen ten goede komen. Zijn goederen die door de overheid worden betaald en onderhouden, maar waar de burger gratis gebruik van mag maken.
Artikel 2: Belastbare grondslag
Volgens het huidig reglement wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen.
Artikel 3: Belastingplichtige
§1De activeringsheffing is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel.
Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal of erfpacht op 1 januari van het aanslagjaar.
Wanneer de erfpachter of de opstalhouder niet gekend is door de gemeente zal de eigenaar belast worden. Het is aan de eigenaar, opstalhouder of erfpachter om de correcte gegevens door te geven aan de bevoegde diensten.
§2Zo er meerdere belastingsplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.
§3In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent.
Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.
§4Zowel de nieuwe als de laatst gekende eigenaar is verplicht aangifte te doen van de eigendomsoverdracht voor 1 januari van het jaar volgend op de eigendomsoverdracht, en dit met opgave van:
• de datum van de akte;
• de identiteit van de vorige eigenaar en nieuwe eigenaar;
• het betrokken perceel.
Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn van 30 dagen na verzending van de aangifte, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige zal de gemeente de laatst gekende gegevens bij de dienst ruimtelijke ordening gebruiken om te belasten.
Artikel 4: Berekening van de belasting
• Het bedrag van de belasting voor elk onbebouwd perceel wordt als volgt vastgesteld:
- 15,00 euro per lopende meter voor de eerste 10 lopende meters;
- 25,00 euro voor de resterende lopende meters van hetzelfde perceel;
- de minimumaanslag voor elk perceel bedraagt 200,00 euro.
• Indien een onbebouwde bouwgrond of kavel paalt aan twee of meer straten zal de grootste perceellengte langsheen één van die straten als berekeningsgrondslag in aanmerking komen.
• Indien het een hoekperceel betreft, wordt de langste perceellengte evenwijdig met de openbare weg in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.
• De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd.
• Bij meerdere percelen zal de vrijstelling starten bij het kleinste perceel/kavel.
Bepaling voor de daaropvolgende jaren:
De in dit artikel vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van december 2019. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. De geïndexeerde prijs per lopende meter wordt steeds afgerond naar het hogere decimaal. (bvb.: 15,02€/lm wordt 15,10€/lm).
Artikel 5: Vrijstellingen:
§1 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente. Artikel 3.2.6 van het Decreet grond- en pandenbeleid laat gemeenten hierin vrij.
§2 Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:
• Gemeentebestuur Meise en OCMW Meise.
• De eigenaars van een enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland. Het bewijs van enige eigendom afgeleverd door de registratie dient hiertoe voorgelegd te worden.
• Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwde bouwgrond in woongebied of 1 onbebouwde kavel per kind ten laste wordt tevens toegekend aan de ouders.
Het bewijs van kinderbijslag door het kinderbijslagfonds dient hiertoe voorgelegd te worden.
• Een vrijstelling wordt verleend aan de houders (= oorspronkelijke verkavelaar) van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning en dit gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, vanaf de datum van de verkavelingsvergunning.
Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, verrekend.
§3De activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd ingevolge:
• hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden;
• een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut, die woningbouw onmogelijk maakt;
• een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgrond of kavel, of hun ligging, vorm of fysieke toestand.
Artikel 6: Aangifteplicht
De belastingplichtige moet uiterlijk 30 dagen na het versturen van het aangifteformulier door de gemeente, het formulier ingevuld en ondertekend terugzenden.
Wanneer het aangifteformulier na deze termijn wordt verzonden of binnengebracht wordt op het gemeentebestuur, zal voor dit aanslagjaar bij de inkohiering geen rekening gehouden worden met dit aangifteformulier.
Artikel 7: Inkohiering
De activeringsheffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 8: Betaling van de heffing
De activeringsheffing moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9: Bezwaar en beroep tegen de aanslag
§1De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven door een bevoegd personeelslid.
§2Het beroepsschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 10:
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 11: Inwerkingtreding
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 november 2013.
Dit reglement treedt in werking op 01/01/2020.
Artikel 12: Bekendmaking
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Karine Métens Jacques Wouters Billie Kawende Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Roel Anciaux Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Gerda Van den Brande Charlotte Meulemeester Thomas Goethals Sonja Becq Diana Tierens Marcel Belgrado Erwin De Clerck Christine De Cubber Jo Van Den Brande Ruben Algaba Jorn Lathouwers Paul Aerts Tom Heyvaert aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 6 Goedgekeurd
Artikel 1 Heffingstermijn belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Meise.
Artikel 2 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van het reglement moet er onder “nachtwinkel” verstaan worden: elke winkel die uitsluitend in algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen handelt en tussen 18.00 uur 's avonds en 1.00 uur 's morgens open is, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn.
Artikel 3 Belastingplichtige
De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteiten gehouden worden.
Artikel 4 Berekeningsgrondslag en tarief
§1 De aanslagvoet van de éénmalige openingsbelasting is vastgesteld op 6000,00 EUR. De belasting is verschuldigd voor iedere nieuwe opening van een handelsactiviteit. Iedere wijziging van uitbater of uitbatingsvorm wordt gelijkgesteld met een nieuwe opening.
§2 Inrichtingen welke onder toepassing van dit reglement vallen en die hun activiteit gestart zijn voor de goedkeuring van dit reglement zijn vrijgesteld van de openingsbelasting.
§3 De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1500,00 EUR. De jaarlijkse belasting is verschuldigd vanaf 1 januari volgend op het jaar van de inkohiering van de openingsbelasting of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van deze beslissing.
§4 De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn verschuldigd voor het gehele burgerlijke jaar, ongeacht de openingsdatum van de uitbating, de stopzetting van de activiteit of de verandering van uitbater of uitbatingsvorm in de loop van het aanslagjaar. Er wordt geen enkele korting verleend of proportionele teruggave gedaan van deze belastingen.
§5. De voormelde tarieven worden gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 5 Aangifteplicht - verplichte meldingen
§1 De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 september van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
§2 Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden medegedeeld aan het gemeentebestuur.
Artikel 6 Ambtshalve belasting
Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 7
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9 Bezwaarschrift
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 10
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake de exploitatie van nachtwinkels, private bureaus voor telecommunicatie (phoneshops), goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 november 2016.
Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Artikel 12
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marcel Belgrado Marie Jeanne Thaelemans Jonathan De Valck Paul Aerts Diana Tierens Tom Heyvaert Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Karine Métens Erwin De Clerck Sonja Becq Roel Anciaux Ruben Algaba Jacques Wouters Jorn Lathouwers Gerda Van den Brande Roel Baudewyns Emiel De Boeck Billie Kawende Jo Van Den Brande Christine De Cubber Thomas Goethals aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1 - Definities
Voor dit belastingreglement zijn de definities van toepassing zoals opgenomen in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de exploitatie van de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen en activiteiten, die opgenomen zijn in de lijst van de als hinderlijk beschouwde inrichtingen, als bedoeld in bijlage 1 bij Vlarem II en die behoren tot de eerste, tweede en/of derde klasse.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De jaarlijkse belasting als bedoeld in artikel 1 is verschuldigd door de exploitant, zijnde de houder van de vergunning op 1 januari van het aanslagjaar of die gehouden is tot het indienen of aanvragen van de omgevingsvergunning. Ingeval van niet betaling door de exploitant, is de eigenaar op 1 januari hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 – Jaarlijkse belasting op ingedeelde inrichtingen en activiteiten
§1 De jaarlijkse belasting op ingedeelde inrichtingen en activiteiten wordt als volgt vastgelegd:
A = B x C + D
Waarbij A = de jaarlijkse gemeentebelasting, B = het basisbedrag, C = de correctiefactoren (indien meerdere van toepassing zijn, gelden deze cumulatief) en D = bijkomende bedragen (indien meerdere van toepassing zijn, gelden deze cumulatief).
Onafgezien van onderstaande bepalingen is het minimumbedrag € 25.
§2 Het basisbedrag B wordt als volgt vastgelegd:
* per rubriek gerangschikt in de eerste klasse: € 500
* per rubriek gerangschikt in de tweede klasse: € 250
* indien gerangschikt in de derde klasse, ongeacht het aantal rubrieken in klasse 3: € 100.
§3 De correctiefactor C wordt als volgt vastgelegd:
* indien de inrichting behoort tot de landbouw- of tuinbouwsector (minstens één van volgende rubrieken: 9.x, 28.x en/of 43.1 of indien adequaat aangetoond en in zoverre niet vrijgesteld als bepaald in artikel 5): x 0,10 voor de som van de basisbedragen als bepaald in §2
* indien de inrichting gebruik maakt van motoren: x 1,50 voor de basisbedragen, als bepaald in §2, ingedeeld op basis van geïnstalleerde drijfkracht, met uitzondering van thermische.
§4 Het bijkomend bedrag D wordt als volgt vastgelegd:
* indien de inrichting betrekking heeft op installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen, ingedeeld in de tweede klasse en uitsluitend voor eigen voertuigen: € 300
* indien de inrichting betrekking heeft op installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen, ingedeeld in de tweede en niet uitsluitend voor eigen voertuigen: € 1.500
* indien opslag van schroot of afgedankte, geaccidenteerde en andere niet-rijklare voertuigen en voertuigwrakken ingedeeld in de derde klasse: € 150
* indien opslag van schroot of afgedankte, geaccidenteerde en andere niet-rijklare voertuigen en voertuigwrakken ingedeeld in de tweede klasse: € 300
* indien opslag van schroot of afgedankte, geaccidenteerde en andere niet-rijklare voertuigen en voertuigwrakken ingedeeld in de eerste klasse: € 600
* indien de inrichting ingedeeld is als een zogenaamde “kleine Seveso-inrichting”: € 5.000
* indien de inrichting ingedeeld is als een zogenaamde “grote Seveso-inrichting” en/of MER- of VR-plichtig is: € 8.000.
§5. Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
Zijn vrijgesteld van de belastingen als bedoeld in artikel 4:
* een ingedeelde inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk voor bewoning wordt gebruikt
* een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een Beschuttende Werkplaats, een opvang- en verzorgingscentrum voor gekwetste, verdwaalde en verzwakte wilde dieren of een vogelopvangcentrum
* een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een openbare dienst of openbaar bestuur
* een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een belastingplichtige die op grond van een wet, decreet of besluit vrijgesteld is van gemeentebelastingen voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd.
* een tijdelijke inrichting
* een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een autonoom gemeentebedrijf voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd.
* een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een landbouwbedrijf, waarbij minstens dieren, groenten of fruit gekweekt worden, bedoeld voor menselijke consumptie (aan te tonen door de aanvrager).
Artikel 6 – Betalingswijze jaarlijkse belasting
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 maart van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Bij gebreke van een aangifte, laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast comform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van beroep.
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 – Bezwaar en beroepschrift
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Het beroepschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 8 - Toepassingsbepalingen
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 9 - Inwerkingtreding
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement op hinderlijke inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 maart 2017. Het reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 10 – Bekendmaking
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Diana Tierens Jacques Wouters Katrien Uyttersprot Jo Van Den Brande Jonathan De Valck Marcel Belgrado Karine Métens Billie Kawende Tom Heyvaert Emiel De Boeck Gerda Van den Brande Charlotte Meulemeester Erwin De Clerck Thomas Goethals Ruben Algaba Marie Jeanne Thaelemans Jorn Lathouwers Sonja Becq Roel Anciaux Roel Baudewyns Paul Aerts Christine De Cubber aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025 een retributie gevestigd op het weghalen door het gemeentebestuur van afvalstoffen achtergelaten of beheerd in overtreding van artikel 12 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Onder sluikstorten dient tevens te worden verstaan het achterlaten van de voormelde afvalstoffen:
•op niet-reglementaire plaatsen en / of
•op niet-reglementaire tijdstippen en /of
•in niet reglementaire recipiënten
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft. Desgevallend is diegene die daartoe opdracht gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
Artikel 3
De retributie bestaat uit de volgende onderdelen en wordt als volgt bepaald:
1.Retributie op het opruimen van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:
A) Opruimen door de gemeentelijke diensten:
•verplaatsingskosten: 50 euro
•loonkost werklieden: 50 euro /uur/persoon.
B) Opruimen door derden in opdracht van de gemeente:
•verplaatsingskosten: 50 euro
•de kosten aangerekend aan de gemeente met een minimum van: 180 euro
•mogelijk verhoogd met loonkost gemeentewerklieden: 100 euro /uur/persoon.
2.Retributie op het afvoeren, de overslag, het verwerken en sorteren of verbranden van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en het met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:
A)Uitvoering door de gemeentelijke diensten:
•vervoerkosten naar de overslag-,stort of verbrandingsinstallatie: 150 euro
•overslag-, verwerking-, stort of verbrandingskosten: 200 euro /ton afvalstoffen.
•loonkosten werklieden tijdens het afvoeren van de achtergelaten afvalstoffen: 100 euro/uur/persoon.
B)Uitvoering door derden in opdracht van de gemeente:
•verplaatsingskosten: 50 euro
•de kosten aangerekend aan de gemeente met een minimum van 180 euro
•mogelijk verhoogd met loonkost gemeentewerklieden: 100 euro /uur/persoon.
C) Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 4
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling, wordt de retributie ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Artikel 5
Het retributiereglement vervangt het retributiereglement inzake het opruimen van sluikstorten, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 april 2016.
Het reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 6
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Christine De Cubber Jonathan De Valck Sonja Becq Tom Heyvaert Charlotte Meulemeester Billie Kawende Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Katrien Uyttersprot Paul Aerts Erwin De Clerck Diana Tierens Emiel De Boeck Roel Baudewyns Gerda Van den Brande Ruben Algaba Marcel Belgrado Karine Métens Jo Van Den Brande Roel Anciaux Thomas Goethals Jorn Lathouwers aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1 Haalmethode (huis-aan-huisinzameling)
A. Huisvuil:
De ophaling van huisvuil gebeurt uitsluitend en verplicht in huisvuilzakken die het kenmerk van INCOVO dragen.
De distributie van de voorgeschreven huisvuilzakken gebeurt in samenwerking met INCOVO. Zij worden te koop aangeboden bij INCOVO en bij de handelsondernemingen aan het vastgesteld tarief.
De huisvuilzakken worden verkocht tegen volgende prijs:
•voor PMD- afval (plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons), in pakken van 10, tegen de prijs van 0,15 euro per zak met een inhoudsvermogen van 60 liter;
•voor GFT-afval (groente-, fruit- en tuinafval), in pakken van 10, tegen de prijs van 0,25 euro per zak met een inhoudsvermogen van 15 liter; en 1,20 euro per zak met een inhoudsvermogen van 60 liter;
•voor restafval, in pakken van 10, tegen de prijs van 0,90 euro per zak met een inhoudsvermogen van 30 liter; en 1,80 euro per zak met een inhoudsvermogen van 60 liter.
B. Tuincontainer
Inwoners kunnen voor de ophaling van tuinafval beroep doen op tuincontainers die door Incovo worden ter beschikking gesteld.
Het ledigingstarief voor deze dienstverlening is als volgt:
•Voor containers van 240 liter:
oLedigingsprijs voor de eerste container: 4.91 euro
oLedigingsprijs voor volgende containers op hetzelfde adres: 3.18 euro.
•Voor containers van 360 liter:
oLedigingsprijs voor de eerste container: 5.54 euro
oLedigingsprijs voor volgende containers op hetzelfde adres: 3.57 euro
C. Groot huisvuil - AEEA - snoeihout
De ophaling van groot huisvuil gebeurt in samenwerking met INCOVO op afroep, en tegen de prijs van 22,50 euro per begonnen m³.
Voor AEEA (elektrische apparatuur) geldt een vaste ophaalkost van 15 euro, ongeacht de aangeboden hoeveelheid.
Snoeihout wordt één keer in het voorjaar en één keer in het najaar gratis ingezameld tot een maximale hoeveelheid van 2 m³. Boven deze hoeveelheden geldt een tarief van 10 euro per m³.
De wijze van betaling gebeurt uitsluitend op de door INCOVO voorgeschreven wijze, door middel van een betaalbewijs of door betaling via Bancontact.
D. Platenzak voor gebonden asbesthoudend bouwmateriaal
De ophaling van de platenzak gebeurt in samenwerking met INCOVO op afroep en tegen een tarief van 30 euro per platenzak met afmetingen 3.10 -1.10 - 0.30 meter (voor ongeveer 50 m² golfplaat). Bij de platenzak worden ook veiligheidspak, handschoenen en een stofmasker bijgeleverd.
De platenzak kan worden aangekocht op de recyclageparken van INCOVO of op de hoofdzetel. De wijze van betaling gebeurt uitsluitend op de door INCOVO voorgeschreven wijze, door middel van een betaalbewijs of door betaling via Bancontact.
Artikel 2 Brengmethode (recyclagepark)
Het groot huisvuil, groenafval, houtafval, harde plastics, steenpuin alsook gemengd bouw- en sloopafval kunnen tegen betaling aangeboden worden op het recyclagepark in samenwerking met en volgens de voorschriften van INCOVO. De wijze van betaling geschiedt op de door INCOVO voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INCOVO of door elektronische betaling via Bancontact.
De basis van de tarifering wordt gevormd door de afmetingen van de laadruimte van het voertuig dat wordt gebruikt voor het aanbrengen van afval. Bij ontstentenis van een afgescheiden laadruimte worden de maximale afmetingen het afval in rekening gebracht.
Volgende categorieën worden onderscheiden:
Categorie 1: Laadruimte met maximale lengte van 1,5 meter.
Categorie 2: Laadruimte met maximale lengte tussen 1,5 en 2 meter.
Categorie 3: Laadruimte met maximale lengte groter dan 2 meter.
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro:
| cat 1 | cat 2 | cat 3 |
Groenafval | 2,5 | 7,5 | 15 |
Hout, harde plastics, zuiver steenpuin | 0 | 10 | 20 |
Gemengd bouw en sloop | 7,5 | 20 | 40 |
Groot huisvuil | 7,5 | 20 | 40 |
In afwijking van bovenstaande tarieven kan groot vuil wanneer aangevoerd in categorie 2 en 3 ook per stuk worden afgerekend à 7,5 euro per onderscheiden stuk. PMD dient ook op het recyclagepark verplicht te worden aangevoerd in de blauwe huisvuilzak van ophaling aan huis.
Artikel 3: Ondergrondse inzameling (uitsluitend voor de bewoners rondom afvalstraten)
Het bedrag van de contantbelasting voor de ondergrondse inzameling wordt als volgt vastgesteld:
Fractie Tarief
A) Restafval
Per dumping van restafval in de 30 liter trommel 0,90 euro
De contantbelasting vermeld, is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van restafval.
B) Gft
Per dumping van gft in de 15 liter trommel 0,25 euro
De contantbelasting vermeld, is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van gft.
De personen die gebruik maken van de bij hun woning horende ondergrondse containers voor inzameling van restafval en gft zijn de contantbelasting verschuldigd bij het openen van de trommel van de container door middel van de door INCOVO verstrekte badge. Via het klantenportaal van INCOVO kan een geldelijk tegoed worden opgeladen op de klantenrekening geassocieerd met de badge. Het correcte belastingbedrag wordt dan afgetrokken bij het openen van de trommel.
C) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies 5 euro
De contantbelasting vermeld, is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde adres een badge voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt.
De personen die gebruik maken van de bij hun woning horende ondergrondse containers voor inzameling en hiervoor bij herhaling (tweede, derde, vierde …keer ) een toegangsbadge aanvragen zijn dit bedrag verschuldigd bij de aanvraag van de badge via het klantenportaal. Dit bedrag wordt voor verzending afgetrokken van het tegoed op de klantenrekening geassocieerd met de badge.
Artikel 4
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband INCOVO wordt gemachtigd om de contantbelasting zoals vermeld te innen met ingang van 1.1.2014.
Artikel 5
Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Artikel 6
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift dient, schriftelijk te worden ingediend en te worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Deze indiening dient, op straffe van verval, te gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na indiening ervan.
Artikel 7
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Artikel 8
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke stoffen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2013.
Het reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 9
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Incovo en Ovam.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jo Van Den Brande Erwin De Clerck Sonja Becq Christine De Cubber Paul Aerts Katrien Uyttersprot Marcel Belgrado Marie Jeanne Thaelemans Gerda Van den Brande Billie Kawende Roel Baudewyns Roel Anciaux Thomas Goethals Emiel De Boeck Charlotte Meulemeester Diana Tierens Jorn Lathouwers Jacques Wouters Ruben Algaba Jonathan De Valck Karine Métens Tom Heyvaert aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt een reglement goedgekeurd voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025 waarbij een gemeentelijke retributie wordt toegepast voor de beschadiging of de verwijdering van straat- en laanbomen op het openbaar domein van de gemeente op verzoek van natuurlijke personen en rechtspersonen (publiek- of privaatrechtelijk) of naar aanleiding van een ongeval.
Artikel 2
§1 De kosten voor de verwijdering door of in opdracht van de gemeente van straat- en/of laanbomen op het openbaar domein van de gemeente op verzoek van natuurlijke personen en rechtspersonen, vallen volledig ten laste van de aanvrager.
De kosten zijn samengesteld uit de boomwaarde en een vaste forfaitaire vergoeding voor administratieve en loonkosten.
1) de boomwaarde:
De financiële waarde van een boom (boomwaarde W) wordt berekend volgens de uniforme methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein, zoals uitgewerkt door de Vereniging voor Openbaar Groen V.V.O.G. welke raadpleegbaar is op hun website.
De boomwaarde W wordt berekend aan de hand van 6 factoren volgens de formule
W = B x S x St x C x P x M
De boomwaarde (W) bestaat uit de basiswaarde (B) vermenigvuldigd met coëfficiënten voor de soortwaarde (S), de standplaatswaarde (St), de conditiewaarde (C), de plantwijzewaarde (P) en de meerwaarde inzake ecologie en/of erfgoed (M).
Als eenheidsprijs voor de basiswaarde geldt deze zoals vermeld op de website van de V.V.O.G. (voor 2019: 5,84€/cm²).
2) een vaste forfaitaire vergoeding voor administratieve en loonkosten:
•50 euro administratiekosten + 50 euro/u/personeelslid bij uitvoering door de gemeente
•de kostprijs van de aannemer bij uitvoering in opdracht van de gemeente
•30 euro administratiekost bij uitvoering door de aanvrager en mits goedkeuring door de gemeente.
§2 De kosten voor de verwijdering conform §1 blijven beperkt tot de vaste forfaitaire vergoeding indien de aanvrager zelf in een passende compensatie voorziet.
§3 Een compensatie wordt als passend beschouwd indien gelijktijdig aan volgende bepalingen wordt voldaan:
•de heraanplant bestaat uit minstens één hoogstammige boom die in soortwaarde minstens gelijk is aan deze van de te vellen / verwijderen boom en een diameter heeft van 16-18 of een door de gemeente goedgekeurde diameter of het betreft de te verplaatsen boom mits de gezondheidstoestand na verplaatsing gewaarborgd blijft.
•de heraanplant gebeurt op het openbaar domein in harmonie met de overige laanbomen, zo kort mogelijk aansluitend bij de vorige locatie of op de locatie die door de gemeente voorgesteld wordt en dit volgens de richtlijnen van de gemeente
of
uitzonderlijk de heraanplant of compensatie gebeurt op een locatie en een wijze in harmonie met de omgeving en volgens de richtlijnen van de gemeente (bvb in de private tuin, aanpalend aan de locatie van en in harmonie met de straatbomen). Bij heraanplant kan een compensatie door meerdere hoogstammige bomen opgelegd worden.
•de heraanplant gebeurt uiterlijk het volgende plantseizoen. Bij niet tijdige uitvoering geldt § 1 en dient het totale bedrag betaald te worden.
•het college van burgemeester en schepenen stemt in met de voorgestelde compensatie.
§4 De kosten voor de verwijdering conform §1 blijven beperkt tot de vaste forfaitaire vergoeding indien het bouwperceel bouwrijp is, maar de locatie van de straatbomen een normale toegang tot het perceel verhindert.
§5 De kosten voor de verwijdering vallen ten laste van het gemeentebestuur in volgende gevallen:
•de kapping is hoogdringend om veiligheidsredenen (hetgeen moet blijken uit een schriftelijk advies van de milieudienst).
•de te vellen boom bevindt zich op minder dan 1 meter van bewoonde gebouwen of minder dan 0,5 meter van perceelseigendommen (de rooilijn).
•de kapping is als dusdanig voorzien in de planning van de gemeente.
Artikel 3
De boomwaarde W wordt bij elk verzoek van een natuurlijke persoon of rechtspersoon tot verwijdering van een straat/laan boom door de milieuambtenaar en/of een personeelslid van de milieudienst of technische dienst berekend, conform de uniforme methode voor de waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein van de gemeente.
Artikel 4
Bij de opmaak van een ontwerp van een nieuw te bouwen constructie of gebouw, dienen de bouwheer en de architect rekening te houden met de bestaande toestand van het te bebouwen terrein, het aangrenzende voetpad, de bestaande straat/laan bomen ter hoogte van het betrokken perceel, openbare verlichting, elektriciteitspalen e.d.
Artikel 5
Toegangen die ontworpen worden voor nieuw te bouwen constructies of gebouwen dienen aangepast te worden aan de bestaande toestand van het te bebouwen terrein, met dien verstande dat geen toegang wordt ontworpen op de plaats waar een bestaande straat/laan boom een belemmering kan vormen voor een vlotte toegang.
Artikel 6
De waardebepaling, zoals bedoeld in artikel 2 §1, wordt ook gebruikt bij het vaststellen van een eis tot schadevergoeding bij schade aan bomen. In overeenstemming met de uniforme methode wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen volledige vernieling van de boom en gedeeltelijke beschadiging.
Artikel 7
De retributie is verschuldigd door diegene die de uitvoering van de werken aanvraagt.
Artikel 8
De retributie moet betaald worden bij de beëindiging van de werken en vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9
Bij gebreke aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.
Artikel 10
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Artikel 11
Het gemeentelijk retributiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 november 2013 met betrekking tot de toepassing van een retributie bij de verwijdering van straat- of laanbomen op het gemeentelijk domein op vraag van natuurlijke personen en rechtspersonen wordt opgeheven bij inwerkingtreding van dit reglement.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Emiel De Boeck Tom Heyvaert Sonja Becq Diana Tierens Roel Baudewyns Katrien Uyttersprot Roel Anciaux Erwin De Clerck Jo Van Den Brande Billie Kawende Jonathan De Valck Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Paul Aerts Ruben Algaba Christine De Cubber Karine Métens Charlotte Meulemeester Thomas Goethals Jacques Wouters Jorn Lathouwers aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeente-wegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
-telecommunicatie,
-radiodistributie en kabeltelevisie,
-de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,
-alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro/m², voor werken in voetpaden 1,64 euro/m² en voor werken in aardewegen 0,99 euro/m². Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 - Inwerkingtreding
Het retributiereglement vervangt het retributiereglement inzake werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein, goedgekeurd door de gemeenteraad op 18 februari 2019.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 6 – Definitief karakter
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Roel Anciaux Gerda Van den Brande Diana Tierens Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Emiel De Boeck Erwin De Clerck Katrien Uyttersprot Sonja Becq Karine Métens Jo Van Den Brande Billie Kawende Marcel Belgrado Jacques Wouters Christine De Cubber Jorn Lathouwers Charlotte Meulemeester Jonathan De Valck Tom Heyvaert Paul Aerts Thomas Goethals Ruben Algaba aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een belasting geheven op de openbare markten en kermissen.
Artikel 2
De belasting is ten laste van de gebruiker en wordt vastgesteld als volgt: voor de marktkramers, houders van een abonnement van 6 maanden: 30 euro per lopende meter per standplaats per semester en 35 euro als vergoeding voor elektriciteitsverbruik per semester.
Voor de marktkramers zonder abonnement: 1,40 euro per lopende meter per standplaats met een minimum van 15 euro per standplaats, vergoeding voor elektriciteitsverbruik inbegrepen.
Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 3
De opmeting der ingenomen oppervlakte geschiedt door de zorgen van het gemeentebestuur. De belasting moet als volgt betaald worden: voor de marktkramers, houders van een abonnement van 6 maanden: op voorhand per semester. Voor de marktkramers zonder abonnement: onmiddellijk bij de inname van de standplaats
Artikel 4
De belasting moet contant betaald worden tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting van ambtswege ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Artikel 5
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. De indiening van het bezwaarschrift moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning van de belasting of indien de belasting werd ingekohierd, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 6
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 7
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van markten, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 november 2013.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 8
Het belastingsreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Sonja Becq Roel Anciaux Paul Aerts Thomas Goethals Gerda Van den Brande Jacques Wouters Jorn Lathouwers Emiel De Boeck Roel Baudewyns Marie Jeanne Thaelemans Ruben Algaba Karine Métens Christine De Cubber Erwin De Clerck Katrien Uyttersprot Diana Tierens Jo Van Den Brande Marcel Belgrado Billie Kawende Jonathan De Valck Tom Heyvaert aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op het weghalen en bewaren door de gemeentediensten van: goederen aan het bestuur afgegeven overeenkomstig artikel 1 van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, goederen bedoeld in artikel 2, 2de lid van dezelfde wet, van door de gemeentepolitie in beslag genomen voertuigen, van verkeersbelemmerende voertuigen, behalve wanneer de bestuurder afwezig is en het voertuig reglementair is geparkeerd.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het goed of voertuig.
Artikel 3
De belasting wordt vastgesteld op 100 euro. Het bedrag van de belasting wordt vermeerderd met de kosten van ophaling als volgt berekend: ingeschakeld gemeentepersoneel : 50 euro /uur/man, administratiekosten: 30 euro.
Het bedrag van de belasting wordt verhoogd met de kosten van bewaring als volgt berekend: voor voertuigen: 3 euro/dag, voor goederen in openlucht: 0,30 euro/m²/dag, voor goederen in gesloten bouw: 0,60 euro/m³/dag.
Het bedrag van de belasting wordt verhoogd met de kosten voor het afvoeren en storten van niet- meegenomen goederen als volgt berekend: a) ingeschakeld gemeentepersoneel: 50 euro/uur/man en b) stortkosten: de aangerekende kosten aan de gemeente zullen doorgerekend worden aan de belastingplichtige.
Artikel 4
Het weghalen en bewaren van goederen waarvan sprake is in artikel 1408,§ 1, van het Gerechtelijk Wetboek, is vrijgesteld van de belasting.
Artikel 5
De belasting moet contant worden betaald bij de terugname van het goed of het voertuig tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Artikel 6
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Het bezwaarschrift moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de inning van de belasting, of wanneer de belasting een kohierbelasting wordt binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag na datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 7
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 8
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake het weghalen en bewaren van goederen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 november 2013.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 9
Het belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jacques Wouters Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Erwin De Clerck Jonathan De Valck Thomas Goethals Charlotte Meulemeester Roel Anciaux Billie Kawende Katrien Uyttersprot Diana Tierens Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Jorn Lathouwers Paul Aerts Christine De Cubber Ruben Algaba Tom Heyvaert Sonja Becq Jo Van Den Brande Emiel De Boeck aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1 - Definities
Voor dit belastingreglement zijn de definities van toepassing zoals opgenomen in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
Er wordt voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op het indienen of melden van omgevingsvergunningsprojecten of de aanvraag, de melding, het verzoek of de mededeling van andere ruimtelijke attesten of vergunningen.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de omgevingsvergunning, het attest of plan.
De belastingschuld ontstaat op het ogenblik dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning ontvankelijk wordt verklaard.
Ingeval van niet betaling door de aanvrager, wordt voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, de exploitant en bij gebreke hiervan en in alle andere gevallen, de eigenaar van het onroerend goed, hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de belasting. Ingeval van onverdeeldheid zijn de onverdeelde eigenaars van het gebouw hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 – Belasting - verantwoording
De gemeentebelasting wordt geheven voor het opzoekingswerk, de publicatie, de kennisgeving, het samenstellen en het afleveren door het gemeentebestuur van de administratieve stukken.
Artikel 5 –Belastingtarieven
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
A) voor omgevingsvergunningsprojecten voor stedenbouwkundige handelingen
Aard van het dossier | Kostprijs |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen volgens de gewone procedure | €120,00 €100,00 indien tevens dossier onder B) |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen volgens de vereenvoudigde procedure | €60,00 €50,00 indien tevens dossier onder B) |
Meldingen van stedenbouwkundige handelingen | €30,00 €25,00 indien tevens dossier onder B) |
B) voor omgevingsvergunningsprojecten voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten
Aard van het dossier | Klasse | Kostprijs |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie, voor het hernieuwen, voor het veranderen of het bijstellen van de vergunning volgens de gewone procedure | 1, 2 | €120,00 €100,00 indien tevens dossier onder A) |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie, voor het hernieuwen, voor het veranderen of het bijstellen van de vergunning volgens de vereenvoudigde procedure | 1, 2 | €60,00 €50,00 indien tevens dossier onder A) |
Meldingen van ingedeelde inrichtingen of activiteiten | 3 | €30,00 €25,00 indien tevens dossier onder A) |
Meldingen van de verandering van ingedeelde inrichtingen of activiteiten | 3 | €30,00 €25,00 indien tevens dossier onder A) |
Meldingen van de overdracht van ingedeelde inrichtingen of activiteiten | 2, 3 | €30,00 |
Meldingen van de stopzetting van ingedeelde inrichtingen of activiteiten | 2, 3 | €0,00 |
C) voor omgevingsvergunningsprojecten voor kleinhandelsactiviteiten
Aard van het dossier | Kostprijs |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten volgens de gewone procedure | €120,00 €100,00 indien tevens dossier onder A) of B) |
Aanvraag van een omgevingsvergunning voor kleinhandelasctiviteiten volgens de vereenvoudigde procedure | €60,00 €50,00 indien tevens dossier onder A) of B) |
D) voor omgevingsvergunningsprojecten voor het verkavelen van gronden
Aard van het dossier | Kostprijs |
Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden | €120,00 per kavel |
Omgevingsvergunning voor het bijstellen of wijzigen van een verkaveling van gronden | €120,00 per te wijzigen kavel |
E) voor andere aanvragen, meldingen, uittreksels, verzoeken
Aard van het dossier | Kostprijs |
Aanvraag van een stedenbouwkundig attest | €30,00 |
Aanvraag van een stedenbouwkundig of planologisch uittreksel | €60,00 |
Verzaken van een verkaveling | €30,00 |
F) voor het indien in het omgevingsloket van analoog ingediende omgevingsprojecten
Aard van het dossier | Kostprijs |
Indien melding of omgevingsvergunning als bedoeld onder A of B volgens vereenvoudigde procedure | €240,00 |
Indien omgevingsvergunning als bedoeld onder A of B volgens gewone procedure | €480,00 |
G) Supplementen in functie van aard en type
Aard van het dossier | Kostprijs |
Indien milieueffectrapportage plichtig of veiligheidsrapportage plichtig | €300,00 |
H) Supplementen ten gevolge de organisatie van een openbaar onderzoek of adviesaanvraag
Aard van het dossier | Kostprijs |
Indien openbaar onderzoek met publicatie in een dag- of weekblad (op basis van factuur of facturen of verzending) | effectieve kosten voor publicatie |
Indien openbaar onderzoek met individuele kennisgeving (op basis van factuur of facturen of verzending) | effectieve kosten voor individuele kennisgeving |
I) Supplementen in functie van het bouwvolume
Aard van het dossier | Kostprijs |
indien aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor het bouwen, herbouwen en/of verbouwen | 0,60 € /m³ met inbegrip van de bruikbare ondergrondse gedeelten doch met uitsluiting van de eigenlijke grondvesten 0,30 € /m³ voor de aanhorigheden zoals werkplaatsen, magazijnen, stallen, garages voor beroepsdoeleinden en dergelijke, alsmede voor fabrieken, werkhuizen, stapelplaatsen, serres en loodsen, op voorwaarde dat ze los van het hoofdgebouw worden opgetrokken. Elk gedeelte van een kubieke meter wordt beschouwd als een gehele kubieke meter. Ingeval van verruiming van een gebouw zonder verbouwing van de bestaande constructies wordt enkel de belasting voor het nieuwe gedeelte aangerekend op voorwaarde dat de belasting reeds betaald is voor het bestaande gebouw.
|
De in dit artikel onder A tot en met I bedoelde bedragen gelden cumulatief indien van toepassing.
Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 6 - Vrijstellingen
Zijn vrijgesteld van de belastingen als bedoeld in artikel 5 A-I:
* aanvragen, meldingen, verzoeken en uittreksels afkomstig van de staat, het gewest, de provincie, gemeenten en/of van andere openbare instellingen
* aanvragen, meldingen, verzoeken voor het bouwen van gebouwen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen
* een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een Beschuttende Werkplaats, het opvangcentrum Levedale, een opvang- en verzorgingscentrum voor gekwetste, verdwaalde en verzwakte wilde dieren of een vogelopvangcentrum
* een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een belastingplichtige die op grond van een wet, decreet of besluit vrijgesteld is van gemeentebelastingen
* een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit uitgebaat door een autonoom gemeentebedrijf.
Zijn vrijgesteld van de belastingen als bedoeld in artikel 5 A-F: een omgevingsvergunning waarbij de Vlaamse regering, de deputatie of de door hen aangestelde omgevingsambtenaar de vergunningverlenende overheid is.
Artikel 7 – Betalingswijze
De belasting als bedoeld in artikel 5 A-G moet contant worden betaald, binnen de 30 dagen na ontvankelijk- en volledigverklaring van het dossier met vermelding van het verschuldigde bedrag of na eenvoudig schriftelijk verzoek van de gemeente, al dan niet via overschrijvingsformulier. De betaling kan tegen afgifte van een betalingsbewijs (via overschrijving).
De belasting als bedoeld in artikel 5 H moet pas betaald worden binnen de 30 dagen na ontvangst van een verzoek tot betaling, vergezeld van een kopie van de factuur voor de publicatie.
De belasting als bedoeld in artikel 5 I, alsmede wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Het bedrag van de belasting als bedoeld in artikel 5 I wordt op verzoek teruggestort bij weigering van de omgevingsvergunning in laatste aanleg of aangepast indien het vergunde bouwvolume niet overeenstemt met het aangevraagde volume.
Artikel 8 – Bezwaar en beroepschrift
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, schriftelijk of elektronisch worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
Het bezwaar kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:
per e-mail aan belastingen@meise.be
per post aan college van burgemeester en schepenen, Tramlaan 8, 1861 Meise
door overhandiging aan de infobalie of de dienst financiën, Tramlaan 8, 1861 Meise
via andere elektronische weg indien het daartoe vereiste platform ter beschikking wordt gesteld door het gemeentebestuur.
De indiening moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de contante inning of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Het beroepschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 9 - Toepassingsbepalingen
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 10 - Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Aanvragen welke zijn ingediend vóór de inwerkingtreding, of aanvragen welke lopende zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding, worden verder afgehandeld overeenkomstig de respectievelijke reglementen, als bedoeld in artikel 13.
Artikel 11 - Opheffingsbepalingen
Dit belastingsreglement heft, bij inwerkingtreding, volgende belastingsreglementen op:
* het belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 maart 2017, zoals gewijzigd op 13 juni 2017 alsmede de belastingsreglementen welke door dit reglement werden opgeheven.
Artikel 12 – Bekendmaking
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 13 - Bekendmaking
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Emiel De Boeck Karine Métens Marcel Belgrado Billie Kawende Paul Aerts Tom Heyvaert Charlotte Meulemeester Katrien Uyttersprot Jacques Wouters Jo Van Den Brande Diana Tierens Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Erwin De Clerck Christine De Cubber Roel Baudewyns Jorn Lathouwers Ruben Algaba Gerda Van den Brande Sonja Becq Thomas Goethals Jonathan De Valck aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt een belasting geheven op de aansluiting op het openbaar riolerings- en grachtenstelsel voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag doet, tenzij deze beschikt over een geschreven overeenkomst welke de verplichting legt bij de vruchtgebruiker, de erfpachter, de opstalhouder of de gerechtigde.
Artikel 3
§1 De belasting wordt aangerekend per rioolaansluiting en per hemelwateraansluiting per afzonderlijke woongelegenheid en/of afzonderlijke bedrijfsentiteit.
Een woongelegenheid is een gebouw (huis, …) of een deel van een gebouw (appartement, studio, …) dat ingericht en bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande. Een bedrijfsentiteit is een gebouw of een deel van een gebouw dat ingericht en bestemd is als kantoor (ook vrij beroep), winkel, café, stalling, ….
§2 De belasting wordt als volgt vastgesteld per aansluiting:
• € 600, excl. btw, voor de aansluiting van het hemelwater van een woongelegenheid
• € 600, excl. btw, voor de aansluiting van het huishoudelijk afvalwater van een woongelegenheid
Indien via één aansluiting van het huishoudelijk afvalwater meerdere woongelegenheden worden aangesloten, wordt dit bedrag verhoogd met € 300, excl. btw, per bijkomende woongelegenheid.
• € 900, excl. btw, voor de aansluiting van het hemelwater van een bedrijfsentiteit
• € 900, excl. btw, voor de aansluiting van het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit.
Indien via één aansluiting van het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit tevens één of meerdere woongelegenheden worden aangesloten, wordt dit bedrag verhoogd met 300 €, excl. btw, per bijkomende woongelegenheid.
§3 Indien voor de woongelegenheid of bedrijfsentiteit voornoemde belasting reeds werd betaald:
• wordt dit bedrag gehalveerd indien de noodzaak het gevolg is van werken of aanpassingen door de eigenaar.
• vervalt de belasting indien de noodzaak het gevolg is van rioleringswerken door de gemeente of de rioolbeheerder.
Indien meer dan 2 aansluitingen, zijnde één voor hemelwater (RW) en één voor huishoudelijk afvalwater (DWA), worden gevraagd, bedraagt de belasting het bedrag van de aansluiting als vermeld in §2 en 3, verhoogd met 600 €, excl. btw, per aansluiting.
§4 Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 4
Indien de rioolaansluiting werd uitgevoerd door of in opdracht van de eigenaar of vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of gerechtigde zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de gemeente en/of zonder conformiteitsattest, wordt het bedrag als vermeld in artikel 3 verdubbeld, onverminderd de eventuele kosten voor controle en aanpassing door of in opdracht van de gemeente of rioolbeheerder. Dit artikel geldt voor de nog uit te voeren rioolaansluitingen waarvan de stedenbouwkundige vergunning dateert van na 1 augustus 2008. Ten bewijze geldt de datum van de vergunning of de factuurdatum.
Artikel 5
De belasting wordt aangerekend bij afgifte van het conformiteitsattest, het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning of - indien niet vergunningsplichtig – bij schriftelijke of tegen duurzame drager aanvraag van aan aansluiting.
De belasting moet contant worden betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Artikel 6
De belastingplichtige, die zich onterecht belast acht, kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, schriftelijk of elektronisch of via een duurzame drager worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet door verzending of door overhandiging.
Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 7
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 8
Het belastingreglement vervangt het belastingreglement inzake riool- en hemelwateraansluitingen , goedgekeurd door de gemeenteraad op 10 mei 2016.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.
Artikel 9
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Roel Baudewyns Thomas Goethals Marie Jeanne Thaelemans Charlotte Meulemeester Diana Tierens Karine Métens Katrien Uyttersprot Roel Anciaux Gerda Van den Brande Jonathan De Valck Erwin De Clerck Billie Kawende Jacques Wouters Christine De Cubber Paul Aerts Tom Heyvaert Emiel De Boeck Marcel Belgrado Jorn Lathouwers Ruben Algaba Jo Van Den Brande Sonja Becq aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 9 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1.
Er wordt voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025 een retributie gevestigd op de uitvoering van werken en/of logistieke ondersteuning door de gemeente voor derden, tenzij deze uitvoering aanleiding geeft tot de toepassing van een ander belasting- of retributiereglement of plaats heeft op grond van een ander reglement of specifieke overeenkomst tussen de derde en het gemeentebestuur.
Artikel 2
Onder “uitvoering van werken en logistieke ondersteuning” worden begrepen: werken die uitgevoerd worden op verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon, werken die uitgevoerd worden ter herstelling van schade aan het openbaar domein/eigendom van de gemeente of werken die uitgevoerd worden in de plaats van diegene die ze zou moeten uitvoeren.
Voor zover de werking van de gemeentelijke diensten dit toelaat kunnen lokale verenigingen en organisaties, die voldoen aan de bepalingen vermeld in artikel 3 van huidig reglement , beroep doen op gemeentelijke personeelsleden voor logistieke ondersteuning en voor de uitvoering van werken.
Artikel 3
Opdat verenigingen of organisaties beroep kunnen doen op de logistieke ondersteuning of voor uitvoering van werken dienen ze in hun werking duidelijk te maken dat ze de beginselen van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (E.V.R.M.) onderschrijven en dienen ze zich politiek neutraal op te stellen.
Enkel verenigingen en organisaties wiens maatschappelijke zetel in de gemeente Meise gevestigd zijn of wiens activiteiten doorgaan op het grondgebied Meise kunnen gebruik maken van de dienstverlening van logistieke ondersteuning of uitvoering van werken.
Verenigingen of organisaties die gebruik wensen te maken van de dienstverlening van logistieke ondersteuning of uitvoering van werken voor de organisatie van een evenement waardoor winsten verworven worden die hoger zijn dan 5000 € per evenement (waarbij gelijkaardige evenementen binnen een periode van 1 maand als 1 evenement worden aanzien) of waarvan de winsten deels of volledig aangewend worden voor een "goed doel" of voor het ondersteunen van andere organisaties, dienen samen met hun aanvraag voor ondersteuning een summier financieel verslag in te dienen dat weergeeft welke winsten en winsten er het voorafgaande jaar werden verworven, welke de bronnen zijn van deze winsten en op welke wijze deze winsten werden/worden besteed of in een werkingsreserve werden/worden ondergebracht. Indien de winsten deels of volledig aangewend worden voor een “goed doel” of voor het ondersteunen van andere organisaties, moet de aanwending op een objectieve en transparante wijze gebeuren en moet dit worden aangetoond.
Bij niet-naleving van de voorwaarden van huidig reglement of bij vaststelling van onregelmatigheden kan de ondersteuning door de gemeente onmiddellijk stopgezet worden.
Artikel 4
A.Het bedrag van de uurvergoeding voor geleverde prestaties door de gemeentelijke personeelsleden wordt vastgesteld op 50 euro per werkuur.
Naast de uurvergoeding zullen voor iedere prestatie volgende forfaitaire bedragen aangerekend worden:* verplaatsingskosten: 50 euro
*administratiekosten: 30 euro
Wanneer de werkelijke verplaatsingskosten hoger zijn dan het forfaitaire bedrag van 50 euro, zullen de effectieve verplaatsingskosten worden doorgerekend.
Wanneer het werk wordt uitbesteed wordt de prijs van de aannemer doorgerekend, verhoogd met 30 euro administratiekosten.
Indien bij de uitvoering van werken materialen dienen gebruikt te worden, worden deze materialen doorgerekend aan kostprijs. De doorrekening van de kostprijs gebeurt eveneens voor de vervanging van beschadigde materialen.
Voor verenigingen en organisaties, die medewerking van de gemeente vragen aan een evenement waarvan de winst lager ligt dan het bedrag van 5.000 euro en waarvoor de retributie bij toepassing van huidig reglement het bedrag van 250 euro overschrijdt, wordt de retributie beperkt tot een forfaitair bedrag van 250 euro.
Artikel 5
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon / rechtspersoon/ organisatie voor wie de werken worden uitgevoerd of voor wie de logistieke ondersteuning wordt geleverd.
Artikel 6
De retributie die onmiddellijk kan berekend worden, wordt betaald bij de aanvraag. Indien later blijkt dat deze berekening niet juist is, kan deze worden aangepast.
De retributie die niet onmiddellijk kan berekend worden, wordt betaald bij de beëindiging van de werken.
De beëindiging van de werken en het bedrag van de retributie wordt vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen.
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering geschieden langs burgerrechtelijke weg.
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich ten alle tijden het recht om aanvragen tot prestaties voor derden te weigeren.
Artikel 8
A. Volgende prestaties voor verenigingen en organisaties zijn volledig vrijgesteld van toepassing van dit retributiereglement:
*Alle prestaties die gebeuren voor organisaties en evenementen waarvan de gemeente medeorganisator is;
*Alle prestaties die voortvloeien uit de reguliere dienstverlening van de uitleendienst, met uitzondering van de verplaatsingskosten;
*Alle prestaties die betrekking hebben op de verkeersmaatregelen voor de organisatie van een evenement (bv. parkeerverbod instellen, afsluiten van straten, enzovoort);
*Alle prestaties verricht om de (openbare) veiligheid te waarborgen;
* Kampvervoer van jeugd-, sport- en cultuurverenigingen erkend door de Jeugd-, Sport- en Cultuurraad;
B. Volgende prestaties voor verenigingen en organisaties zijn sowieso niet vrijgesteld:
* Noodzakelijke reinigingsbeurten van het openbaar domein na een evenement ten gevolge van dat evenement voor zover de gemeente geen medeorganisator is;
*Het opzetten of opruimen van materialen voor evenementen waarvan de gemeente niet medeorganisator is;
*Herstellingen van schade op of van het openbaar domein ten gevolge van nalatigheid door organisatoren van evenementen waarvan de gemeente niet medeorganisator is;
C. De gemeentelijke diensten zetten of bouwen geen materiaal (bvb. Tenten, Podia,…) op;
D. De gemeentelijke diensten verzorgen het transport naar en van de door de ontlener gemelde locatie. De ontlener moet voorzien in voldoende mensen om het materiaal op het afgesproken tijdstip af te laden en in ontvangst te nemen én na het evenement terug op te laden. Indien de ontlener nalaat zich conform deze afspraak te organiseren zal de levering doorgaan met toepassing van de uurvergoeding voorzien in artikel 4 van dit reglement.
Artikel 9
Het retributiereglement vervangt het retributiereglement inzake de uitvoering van werken en/of logistieke ondersteuning voor derden door de gemeente, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 november 2013.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 10
Dit retributiereglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286§1,1° van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Thomas Goethals Jacques Wouters Roel Baudewyns Emiel De Boeck Erwin De Clerck Gerda Van den Brande Roel Anciaux Katrien Uyttersprot Diana Tierens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Marie Jeanne Thaelemans Marcel Belgrado Sonja Becq Jonathan De Valck Karine Métens Jo Van Den Brande Jorn Lathouwers Paul Aerts Christine De Cubber Tom Heyvaert Ruben Algaba aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:
1°Administratie: de financiële dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de inkohiering van de gemeentelijke belastingen;
2°Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a)een aangetekend schrijven;
b)een afgifte tegen ontvangstbewijs
c)elke andere door de administratie toegelaten berekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;
3°Beroepinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4°Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
5°Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;
6°Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;
7°Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen/gebouwen: het register opgemaakt overeenkomstig het reglement opname verwaarloosde woningen/gebouwen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2019;
8°Verwaarloosde gebouw of woning: een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoond aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten;
9°Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten:
a)de volle eigendom;
b)het recht van opstal of van erfpacht;
c)het vruchtgebruik.
HOOFDSTUK 2. BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
Artikel 2. Belasting
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. De belasting voor een verwaarloosde woning of een verwaarloosde gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 3. Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op het ogenblik dat de belasting van het betrokken aanslagjaar verschuldigd wordt.
§2. Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingpichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid.
§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
De overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar stelt de administratie binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde.
§4. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de volgende belastingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden gevestigd.
Artikel 4. Tarief van de belasting
§1. De belasting bedraagt:
1500 euro voor een verwaarloosd gebouw;
1500 euro voor een verwaarloosde woning.
§2. Vanaf de tweede belasting is het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van de formule: het bedrag van de belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal volle ononderbroken jaren dat de woning of het gebouw in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen of woningen staat, rekening houdend met een maximum van vijf jaar waarbij de eerste belasting als beginpunt van de belastingshistoriek wordt beschouwd.
Artikel 5. Vrijstellingen van de belasting
§ 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks aangevraagd te worden via (digitale) beveiligde zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
De administratie onderzoekt de aanvraag tot vrijstelling en legt deze voor aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag.
Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling.
§ 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij de rechtbank van eerste aanleg beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling (artikel 569, eerste lid Gerechtelijk Wetboek: artikel 10 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen).
§3. Van de verwaarlozingsbelasting zijn vrijgesteld:
Vrijstellingen gebonden aan persoonlijke factoren
1)De belastingplichtige is minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde van de woning/ het gebouw. Deze vrijstelling geldt voor het belastingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
2) De eigenaars-bewoners van een enkele bewoning, met een beperkt inkomen, leefloon of vervangingsinkomen (inkomensgrens: 30.000 euro gezamenlijk belastbaar inkomen);
3) De belastingplichtig die deel uitmaakt van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning/gebouw. De vrijstelling geldt voor een maximale duur van 3 jaar.
Een vrijstelling wordt verleend aan de woning of het gebouw
1)dat gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.
2)dat geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.
3)dat vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximum 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
4)dat onmogelijk effectief gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van maximum 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.
5)dat wordt gerenoveerd of er worden sloopwerkzaamheden voorzien.
a.De werken zijn wel vergunnings- of meldingsplichtig en de zakelijk gerechtigde kan een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning of melding voorleggen. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximum 5 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of melding.
b.De werken zijn niet vergunnings- of meldingsplichtig en de zakelijk gerechtigde kan een renovatienota voorleggen. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximum 2 jaar en kan eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend.
Dergelijke renovatienota moet ondertekend en gedateerd zijn en bevat:
-Een omschrijving van de voorgenomen werken
-Een stappenplan waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 2 jaar de werken worden uitgevoerd
-Eventueel bestekken en facturen
6)dat het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18 § 2 van de Vlaamse Wooncode
7)dat het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.
Indien de belastingsplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingsplichtige niet kan worden toegerekend, wordt mogelijks eveneens een vrijstelling verleend.
Als er een vrijstelling wordt verleend, dan is de belastingplichtige vrijgesteld van de heffing voor de periode toegekend door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6. Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7. Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8. Bezwaar
§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, ter attentie van de dienst financiën.
§2. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 9. Toepasselijke regelgeving
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 10. Cumul met leegstandsregister
Indien een woning of een gebouw in het aanslagjaar opgenomen is in zowel het leegstandsregister, vermeld in artikel 2 van het gemeentelijk reglement opname leegstandsregister Meise, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2019, als in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen/gebouwen, dan geeft deze toestand aanleiding tot ofwel de belasting op leegstaande woningen/gebouwen, vermeld in hoofdstuk 2 van het gemeentelijk belastingreglement leegstandsregister woningen/gebouwen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2019, ofwel de in hoofdstuk 2 van onderhavig reglement vermelde belasting op verwaarloosde woningen/gebouwen, waarbij van rechtswege gekozen wordt voor de belasting die het eerst verschuldigd was ingevolge de opname in het respectievelijk register.
Artikel 11. Invoegetreding
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020.
Artikel 12. Bekendmaking
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 1° van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jorn Lathouwers Jonathan De Valck Sonja Becq Marie Jeanne Thaelemans Katrien Uyttersprot Marcel Belgrado Jo Van Den Brande Diana Tierens Roel Anciaux Erwin De Clerck Emiel De Boeck Karine Métens Christine De Cubber Tom Heyvaert Jacques Wouters Charlotte Meulemeester Billie Kawende Paul Aerts Ruben Algaba Thomas Goethals Gerda Van den Brande Roel Baudewyns aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1: Belastbaar feit en begripsomschrijvingen:
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de geheel of gedeeltelijk leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten gelegen op het grondgebied van de gemeente.
§2. Voor de toepassing van dit gemeentelijk belastingsreglement leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten wordt verstaan onder:
1)Administratie: de administratieve dienst belast met de inkohiering van de gemeentelijke belastingen;
2)Bedrijfsruimte: de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, die als één geheel te beschouwen zijn en die toebehoren aan dezelfde eigenaar en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt.
Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren.
De ruimte wordt niet beschouwd als bedrijfsruimte indien de woning van de eigenaar er een niet-afsplitsbaar onderdeel van uitmaakt en effectief wordt benut als verblijfsplaats;
3)Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: een aangetekend schrijven; een afgifte tegen ontvangstbewijs; elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;
4)Economische activiteit: iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw-, opslag of administratieve activiteit.
5)Leegstaand en/of verwaarloosd bedrijfsgebouw: gebouw waarvan meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden;
6)wat beschouwen als gehele of gedeeltelijke verwaarlozing:
• één of meer uitgesproken gebreken vertonen aan buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften van het bedrijfsgebouw;
• vochtindringing in het bedrijfsgebouw;
• gevaar voor veiligheid of stabiliteit van het bedrijfsgebouw;
• uitzonderlijk lang onafgewerkt blijven.
7) Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik.
8) Gemeentelijk register leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten: Het register opgemaakt overeenkomstig het reglement opname leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2019;
Artikel 2: Belasting op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen
§1 Volgens het huidig reglement wordt een gemeentelijke belasting gevestigd op de geheel of gedeeltelijke leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het register voor de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten gelegen op het grondgebied Meise.
§2 De belasting voor leegstaand en/of verwaarloosd bedrijfsgebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat het leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsgebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
Zolang het bedrijfsgebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Arikel 3: Belastingsplichtige
§1 De belasting is door de zakelijk gerechtigde van het leegstaand of verwaarloosd bedrijfsgebouw, voor het eerst verschuldigd 12 maanden na de datum van de eerste vaststelling van de voortdurende toestand van leegstand of verwaarlozing. Zolang de toestand van leegstand of verwaarlozing blijft bestaan is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
§2 De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen op de gemeentelijke lijst van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.
Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de authentieke overdrachtsakte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden ervan. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
• naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;
• datum van de akte, naam en standplaats van de instrumenterende ambtenaar;
• nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
§3 Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijke recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Wanneer de erfpachter, de opstalhouder of vruchtgebruiker niet gekend is bij de gemeente zal de eigenaar belast worden. Het is aan de eigenaar, de erfpachter, de opstalhouder of vruchtgebruiker om de correcte gegevens door te geven aan de gemeente.
§4 In geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Ingeval er meerdere andere houders zijn van een zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Artikel 4: Tarief van de belasting.
De belasting bedraagt 2.500 euro per bedrijfsruimte.
De belasting wordt vermeerderd met 500 euro per bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat de bedrijfsruimte op de gemeentelijke lijst van leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten staat.
Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 5: Vrijstellingen.
§ 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks aangevraagd te worden via (digitale) beveiligde zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
De administratie onderzoekt de aanvraag tot vrijstelling en legt deze voor aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag.
Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling.
§ 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij de rechtbank van eerste aanleg beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling (artikel 569, eerste lid Gerechtelijk Wetboek: artikel 10 decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen).
§3 De nieuwe houder van het zakelijk recht, voor het aanslagjaar volgend op de verwerving is vrijgesteld van de belasting.
Een vrijstelling wordt verleend voor het bedrijfsgebouw:
1)Dat geheel of gedeeltelijk leeg staat ingevolge bedrijfseconomische omstandigheden maar in goede staat wordt gehouden zodat het onmiddellijk in gebruik kan genomen worden.
Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van 1 jaar.
2)Waarop een onteigeningsbeslissing rust of waarvoor een procedure tot onteigening is ingezet.
3)Dat in het kader van het decreet van 3 maart 1976 beschermd is als monument of stads- en dorpsgezicht of dat bij ministerieel besluit is opgenomen in een ontwerp van lijst tot bescherming in het kader van dit decreet.
4)Waarvoor een aanvaarde vernieuwing geldt, overeenkomstig artikel 34 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen, laatst gewijzigd bij decreet van 22 juni 2012. Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar.
5)Dat het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant, definitief gesloten overeenkomstig hoofdstuk III van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten, voor zover de eigenaar actor is bij het Brownfieldconvenant. Deze vrijstelling geldt tot aan de beëindiging van het Brownfieldconvenant, overeenkomstig artikel 10 §3, van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten. Op het einde van deze periode moet de verwaarlozing en/of leegstand zijn beëindigd.
6)Dat het voorwerp uitmaakt van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject overeenkomstig titel III, hoofdstuk V, van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. Deze vrijstelling geldt vanaf de datum van de aanvraag van de opschorting tot aan de datum van de eindverklaring van de OVAM overeenkomstig artikel 68 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, evenwel met een maximumtermijn met vijf jaar vanaf de conformverklaring van het bodemsaneringsproject. Op het einde van deze periode moet de verwaarlozing en/of de leegstand zijn beëindigd.
7)Dat vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
Artikel 6: Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: Bezwaarprocedure
De belastingsplichtige kan bezwaar indienen tegen deze beslissing bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en worden gemotiveerd.
De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen 15 kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 9: Verwijzing naar het W.I.B.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, (Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen: treedt in werking: aanslagjaar 2020 en gepubliceerd volgens de wettelijk opgelegde verplichtingen.
Artikel 10. Invoegetreding
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020.
Artikel 11: Bekendmaking
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 1° van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Paul Aerts Roel Baudewyns Ruben Algaba Marie Jeanne Thaelemans Christine De Cubber Roel Anciaux Charlotte Meulemeester Thomas Goethals Karine Métens Jacques Wouters Jonathan De Valck Gerda Van den Brande Diana Tierens Erwin De Clerck Emiel De Boeck Jo Van Den Brande Tom Heyvaert Billie Kawende Sonja Becq Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Marcel Belgrado aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het bestek met nr. 2019570 en de raming voor de opdracht “Aankoop collecties bib 2020 en 2021”, opgesteld door de Aankoopdienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming voor twee jaar bedraagt € 54.545,44 excl. btw of € 65.999,99 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
De uitgave voor deze opdracht zal worden voorzien in het exploitatiebudget van 2020, op budgetcode GEM/60406000/0703.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Tom Heyvaert Paul Aerts Jo Van Den Brande Emiel De Boeck Marcel Belgrado Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Jacques Wouters Karine Métens Ruben Algaba Gerda Van den Brande Sonja Becq Charlotte Meulemeester Christine De Cubber Roel Baudewyns Erwin De Clerck Jorn Lathouwers Thomas Goethals Diana Tierens Billie Kawende Jonathan De Valck Katrien Uyttersprot aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad aanvaardt voorlopig de hieronder voorgestelde straatnamen:
-Zijstraat langsheen de Stoeterijstraat (verkaveling 724) Kerkepoortweg
-Zijstraat langsheen de Kapellelaan (verkaveling 728) Jeanne Struelensweg
-Zijstraat langsheen de Barbierstraat (verkaveling 734) De Gronckelweg
-Zijstraat langsheen de Mankevosstraat (verkaveling 769)Edwin Ganzweg
Artikel 2
De dienst ruimtelijk ordening start een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen waarbij alle betrokken aanwonenden (18+ en alle eigenaars woonachtig in België) worden aangeschreven. Een bericht wordt aangeplakt aan het gemeentehuis en ter hoogte van de nieuwe straat.
Het bericht zal eveneens gepubliceerd worden op de gemeentelijke website.
Artikel 3
De voorlopig vastgestelde straatnamen worden voor advies overgemaakt aan de gemeentelijke cultuurraad.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Paul Aerts Billie Kawende Sonja Becq Erwin De Clerck Jo Van Den Brande Jacques Wouters Thomas Goethals Roel Baudewyns Diana Tierens Gerda Van den Brande Jorn Lathouwers Christine De Cubber Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Emiel De Boeck Karine Métens Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Marcel Belgrado Ruben Algaba Tom Heyvaert aantal voorstanders: 20 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1: Begripsomschrijvingen:
§1. Voor de toepassing van dit reglement opmaak van het register van de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten wordt verstaan onder:
1) Administratie: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de opbouw en het beheer van het gemeentelijk register voor de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten;
2) Bedrijfsruimte: de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, die als één geheel te beschouwen zijn en die toebehoren aan dezelfde eigenaar en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt.
Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren.
De ruimte wordt niet beschouwd als bedrijfsruimte indien de woning van de eigenaar er een niet-afsplitsbaar onderdeel van uitmaakt en effectief wordt benut als verblijfsplaats;
3) Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: een aangetekend schrijven; een afgifte tegen ontvangstbewijs; elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;
4) Economische activiteit: iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw-, opslag of administratieve activiteit.
5) Leegstaand en/of verwaarloosd bedrijfsgebouw: gebouw waarvan meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden;
6) wat beschouwen als gehele of gedeeltelijke verwaarlozing:
• één of meer uitgesproken gebreken vertonen aan buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften van het bedrijfsgebouw;
• vochtindringing in het bedrijfsgebouw;
• gevaar voor veiligheid of stabiliteit van het bedrijfsgebouw;
• uitzonderlijk lang onafgewerkt blijven.
7) Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik.
Artikel 2: Register leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten
De administratie houdt een register bij van de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. In dit register worden de volgende gegevens opgenomen:
• het adres van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten;
• de kadastrale gegevens van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten;
• de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);
• het nummer en de datum van de administratieve akte.
Artikel 3: Opname van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsgebouwen
Een leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimte wordt opgenomen in het register aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto's en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand/verwaarlozing staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand/verwaarlozing en geldt als opnamedatum.
De leegstand wordt beoordeeld op basis van de volgende objectieve indicaties:
• meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen wordt niet effectief benut conform de functie van het gebouw;
• de verzameling van percelen behoren aan één en dezelfde eigenaar toe;
• een economische activiteit heeft plaatsgevonden of vindt plaats;
• de verzameling van de percelen heeft een minimale oppervlakte van 5 aren;
• de woning van de eigenaar (wanneer aanwezig) is afsplitsbaar en wordt niet benut door de eigenaar als zijn verblijfsplaats.
De verwaarlozing wordt beoordeeld op basis van volgende één of meerdere objectieve indicaties:
• er is geheel of gedeeltelijke verwaarlozing;
• er is/zijn één of meer uitgesproken gebreken aan buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften van het bedrijfsgebouw;
• er is vochtindringing in het bedrijfsgebouw;
• er is gevaar voor veiligheid of stabiliteit van het bedrijfsgebouw;
• het gebouw blijft uitzonderlijk lang onafgewerkt.
Artikel 4: Kennisgeving van registratie
De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het register van de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. De kennisgeving bevat:
• de administratieve akte eventueel met inbegrip van het beschrijvend verslag en het fotodossier (= de elementen die blijk geven van leegstand of verwaarlozing);
• het belastingreglement, met de tarieven en mogelijke berekening van de heffing, evenals de vrijstellingsgronden;
• informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister.
Artikel 5: Beroep tegen registratie
§1 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de derde dag volgend op de verzending van de kennisgeving, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Dit beroepschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, bevat minimaal de volgende gegevens:
• de identiteit en het adres van de indiener;
• de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft;
• één of meer bewijsstukken die aantonen dat de opname van het bedrijfsgebouw in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.
Als het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaatstagiair.
De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.
Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken beschouwd wordt.
§2 De beroepsinstantie registreert elk inkomend beroepschrift in het leegstandsregister en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift.
De beroepsinstantie toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:
• het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 5;
• het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde als vermeld in artikel 2;
• het beroepschrift is niet ondertekend.
Als de beroepsinstantie vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.
§3 De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door opsporing van leegstaande, onafgewerkte en/of bedrijfsruimten, gebouwen en woningen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een bedrijfsruimte, een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat binnen de termijn van negentig dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in de gemeentelijke inventaris.
§4 Indien de beslissing tot opname in de gemeentelijke inventaris niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie de bedrijfsruimte, het gebouw of de woning in de gemeentelijke inventaris op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand, onafgewerktheid en/of verwaarlozing.
Artikel 6: Schrapping uit het leegstandsregister
§1 Het bedrijfsgebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1,7° aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden of als het gebouw gesloopt werd.
De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie of de dag van de sloop. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.
§2 Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
• de identiteit en het adres van de indiener;
• de vermelding van het nummer van de administatieve akte en het adres van het bedrijfsgebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
• de bewijsstukken overeenkomstig §1 die aantonen dat het bedrijfsgebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.
Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde verzending gehanteerd.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de zakelijk gerechtigde op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.
Artikel 7. Invoegetreding
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020.
Artikel 8. Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marcel Belgrado Sonja Becq Roel Anciaux Jacques Wouters Emiel De Boeck Roel Baudewyns Jonathan De Valck Thomas Goethals Diana Tierens Gerda Van den Brande Erwin De Clerck Billie Kawende Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Christine De Cubber Jo Van Den Brande Jorn Lathouwers Tom Heyvaert Ruben Algaba Paul Aerts aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De definities uit artikel 1.2. van het decreet Grond- en Pandenbeleid en artikel 2, § 1 van de Vlaamse Wooncode zijn van toepassing. Leegstaande gebouwen en leegstaande woningen zijn gebouwen en woningen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid.
Voor toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het leegstandsregister wordt verstaan onder:
1° Administratie: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.
2° Administratieve akte: deze genummerde akte bestaat uit een fotodossier, een beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de leegstand staven en als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister.
3° Beschrijvend verslag:dit werkinstrument wordt gebruikt ter voorbereiding van de administratieve akte en laat de administratie toe ter plekke vaststellingen te noteren en deze eventueel later aan te vullen met gewijzigde informatie alsook met bezwaren van de zakelijk gerechtigde.
4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
5° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande:
Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.
Appartement/studio: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich meerdere woningen bevinden.
Kamer of studentenkamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;
6° Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie, hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.
7° Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
8° Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
9° Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom, het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik.
10° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze:
een aangetekend schrijven/een (elektronisch) aangetekende zending; een afgifte tegen ontvangstbewijs, elke andere door de administratie toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.
11° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.
12° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in artikel 2.2.6, § 1 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009.
13° Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen.
14° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
Artikel 2. Leegstandsregister
§1. De administratie houdt een leegstandregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:
1° een lijst “leegstaande gebouwen”;
2° een lijst “leegstaande woningen”;
Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.
§2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:
1 °het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
3° de identiteit en het (de) adres (sen) van de zakelijk gerechtigde (n);
4° het nummer en de datum van de administratieve akte;
5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.
Artikel 3. Registratie van leegstand
De administratieve eenheid van de Woonwinkel KLM bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, voor de opsporing en registratie van de leegstand.
§1. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte bestaande uit:
•één of meerdere foto’s;
•een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven.
De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.
§2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve opsomming:
•het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf, en er is – volgens het vergunningenregister- geen recente stedenbouwkundige vergunning gekend van maximum 5 jaar oud;
•de onmogelijkheid om het gebouw en/of terrein te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang of verzegeling;
•het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;
•het ontbreken van aansluitingen op de nutsvoorzieningen;
•een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;
•de vermindering van het kadastraal inkomen naar aanleiding van leegstand of improductiviteit overeenkomstig artikel 15 WIB 1992;
•tekenen van verwaarlozing van het gebouw (vb. ramen stuk/gaten in dak/woning niet meer water en/of winddicht) en/of verwaarlozing omgeving (vb. verwaarloosde tuin);
•tekenen van niet-bewoning (vb. rolluiken steeds af, sterk bevuilde ramen; uitpuilende brievenbus…);
•getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;
•... .
Een gebouw of een woning wordt niet opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister:
*wanneer de zakelijk gerechtigde kan aantonen dat het gebouw of de woning effectief aangewend kan worden conform de functie;
*gedurende een periode van maximum 2 jaar waarin het gebouw of de woonentiteit als “te huur” of “te koop” wordt aangeboden. De startdatum van de periode vangt aan voor nieuwbouw projecten aan op de datum van inschrijving in het bevolkingsregister van de eerste woonentiteit binnen het gebouw. Voor bestaande gebouwen start de periode vanaf de datum uit het bevolkingsregister;
*gedurende een periode van maximum 5 jaar wanneer het gebouw of de woning een afwerkte of nieuwbouw betreft en voor zover de woning nog niet in gebruik geweest is overeenkomstig de vergunde functie.
§ 3. Een ander gebruik van een woning dan effectieve bewoning wordt niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning. Als effectieve bewoning geldt zowel het gebruik als hoofdverblijfplaats als het gebruik als tweede verblijfplaats.
Het gebruik van tweede verblijfplaats wordt beoordeeld op basis van een plaatsbezoek en het verbruik van nutsvoorzieningen. Om als tweede verblijfplaats beoordeeld te worden, dient het waterverbruik minimum 30 m³ per jaar te bedragen, het elektriciteitsverbruik minimum 600 kWh per jaar te bedragen of het gasverbruik minimum 2.316 kWh per jaar te bedragen.
Artikel 4. Kennisgeving van registratie
De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:
•de administratieve akte eventueel met inbegrip van het beschrijvend verslag en het fotodossier
•informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister
•informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister
•informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister
Artikel 5. Beroep tegen registratie
§ 1. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per (digitale) beveiligde zending of door afgifte tegen ontvangstbewijs, betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
•de identiteit en het adres van de indiener;
•de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
•de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;
Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de (digitale) beveiligde zending gehanteerd.
Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
Aan de indiener van het beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.
Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:
*als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of
*als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;
* als het beroepschrift niet ondertekend is.
Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.
Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van § 1 niet verstreken is.
De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
§ 2. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
§ 3. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte.
Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister
§ 1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de woonfunctie of als de woning gesloopt werd.
De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie of de dag van de sloop. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte het gebouw ten minste zes opeenvolgende maanden in overeenstemming met de functie wordt gebruikt of wanneer het gebouw gesloopt werd.
De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie of de dag van de sloop. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.
§ 2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
•de identiteit en het adres van de indiener;
•de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
•de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.
Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde verzending gehanteerd.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de zakelijke gerechtigde op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.
§ 3.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 6, voldaan is.
Artikel 7
Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Het gemeentelijk reglement van 10 maart 2015 wordt opgeheven van zodra onderhavig reglement in werking is getreden.
Artikel 8
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 9
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Thomas Goethals Charlotte Meulemeester Diana Tierens Roel Anciaux Marcel Belgrado Sonja Becq Roel Baudewyns Katrien Uyttersprot Gerda Van den Brande Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Billie Kawende Emiel De Boeck Erwin De Clerck Jacques Wouters Jonathan De Valck Tom Heyvaert Ruben Algaba Jorn Lathouwers Christine De Cubber Jo Van Den Brande Paul Aerts aantal voorstanders: 16 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:
1°Administratie: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de opbouw en het beheer van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, alsmede de administratieve eenheid van de woonwinkel KLM (intergemeentelijk samenwerkingsverband);
2°Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
a)een aangetekend schrijven;
b)een afgifte tegen ontvangstbewijs
c)elke andere door de administratie toegelaten berekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;
3°Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4°Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
5°Opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;
6° Verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;
7°Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;
8°Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;
9°Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 2 van dit reglement;
10°Verwaarloosde gebouw of woning: een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoond aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten;
11°Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten:
a)de volle eigendom;
b)het recht van opstal of van erfpacht;
c)het vruchtgebruik.
HOOFDSTUK 2. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
De administratie bezit de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden voor de opsporing en registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 2. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen
De administratie houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.
In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
1°het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;
2°de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;
3°de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;
4°het nummer en de datum van de administratieve akte;
5°de gebreken en tekenen van verval die aanleiding geven tot de opname ...
Artikel 3. Vaststelling van de verwaarlozing
De verwaarlozing van een gebouw of woning wordt vastgesteld van op openbaar domein. De vaststelling gebeurt in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 12 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.
Artikel 4. Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, wordt opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen op datum van de administratieve akte.
§2. Zowel een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen als een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Artikel 5. Kennisgeving van de registratie
Alle zakelijk gerechtigden worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de opname van de woning of het gebouw in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Deze kennisgeving bevat:
1° de genummerde administratieve akte eventueel met inbegrip van het technisch verslag;
2° informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;
3° informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;
4° informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Artikel 6. Beroep tegen de registratie
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 5, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:
•de identiteit en het adres van de indiener;
•de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
•de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed en verklaring op eer;
Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.
§2. Een laattijdig ingediend beroep tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.
§3. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.
§4. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het beroepschrift.
§5. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Als er niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen op datum van de administratieve akte.
Artikel 7. Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Een woning of een gebouw wordt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen geschrapt wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 3, 9 punten zouden opleveren. In geval van sloop moet alle puin zijn geruimd.
§2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:
•de identiteit en het adres van de indiener;
•de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
•de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen; de beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed en verklaring op eer.
Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de zakelijk gerechtigde op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving van haar beslissing niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
§3. De beroepinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling.
§4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.
§5. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Artikel 8. Invoegetreding
Dit reglement treedt in voege vanaf 1 januari 2020.
Artikel 9
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 eerste lid van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Tom Heyvaert Emiel De Boeck Roel Anciaux Karine Métens Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Christine De Cubber Marie Jeanne Thaelemans Sonja Becq Roel Baudewyns Erwin De Clerck Paul Aerts Gerda Van den Brande Billie Kawende Marcel Belgrado Jonathan De Valck Diana Tierens Thomas Goethals Jacques Wouters Charlotte Meulemeester Ruben Algaba Jo Van Den Brande aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
REGLEMENT AANGAANDE DE NALEVING VAN DE KEURING VAN DE PRIVÉWATERAFVOER EN HET TOEZICHT OP HET OPENBAAR DOMEIN
Toepassingsgebied:
Huidig reglement is van toepassing op de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt afgeleverd en geldt onverminderd de verplichtingen inzake keuring van de privéwaterafvoer opgelegd door de Vlaamse regering.
HOOFDSTUK 1 : KEURING OP DE PRIVE-WATERAFVOER
1.1
De keuring van de privé-waterafvoer ingevolge toepassing van het besluit van 8 april 2011 van de Vlaamse Regering en latere wijzigingen, dient te gebeuren door een erkend keurder en houdt minstens volgende controlepunten in:
a. correcte scheiding van het private afval- en regenwatercircuit;
b. correcte aansluiting van toestellen(toilet, bad, ... ) op de circuits;
c. correcte aansluiting van de afvoer van het hemelwater van verharde oppervlaktes;
d. correcte aansluiting van de infiltratie- en drainagevoorzieningen;
e. aanwezigheid en grootte van een septische put;
f. aanwezigheid en grootte van een hemelwaterput, indien verplicht;
g. correcte aansluiting en grootte van de individuele afvalwaterbehandelingsinstallatie (IBA).
1.2
Het door de erkende keurder afgeleverd positief keuringsattest wordt aan de gemeentelijke dienst openbare werken bezorgd. Pas na ontvangst van een positief keuringsattest wordt de aansluiting op de openbare riolering door de gemeente ingepland en uitgevoerd. De aanrekening van de kosten van de aansluiting op de openbare riolering gebeurt volgens het terzake geldende belastingreglement.
HOOFDSTUK 2: TOESTAND VAN HET OPENBAAR DOMEIN
2.1
Uiterlijk bij de melding van de aanvang der werken, wordt een plaatsbeschrijving van het openbaar domein dat grenst aan het (bouw)perceel waarop de omgevingsvergunning is afgeleverd, overgemaakt aan de gemeente. Bij gebreke aan overmaken van een plaatsbeschrijving van het openbaar domein, wordt het openbaar domein geacht in onberispelijke staat te zijn.
HOOFDSTUK 3: WAARBORG
3.1
De naleving van de verplichtingen vermeld in hoofdstukken 1 en 2 inzake keuring op de privé-waterafvoer en de toestand van het openbaar domein, wordt ondersteund door de betaling van een waarborg.
De waarborg, waarvan de modaliteiten hierna bepaald, dient door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de omgevingsvergunning is afgeleverd, gestort te worden voor de aanvang van de uitvoering van de omgevingsvergunning.
3.2
Het bedrag van de waarborg wordt afzonderlijk vastgesteld:
a.Voor de keuring op de privé-waterafvoer
b.Voor de toestand van het openbaar domein
Indien van toepassing, zijn beide waarborgen te cumuleren.
3.3
De volgende waarborgen zullen moeten gesteld worden:
A.Voor een conforme keuring en aansluiting van de privé-waterafvoer :
a. -€ 300 voor de aansluiting van het hemelwater van een woongelegenheid
-€ 300 voor de aansluiting van het huishoudelijk afvalwater van een woongelegenheid
Indien via één aansluiting van het huishoudelijk afvalwater meerdere woongelegenheden worden aangesloten, wordt dit bedrag verhoogd met € 150 per bijkomende woongelegenheid.
Onder “wooneenheid” wordt verstaan: elke eenheid in een onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
b.Voor omgevingsvergunningen voor gebouwen of gebouweenheden die niet bestemd zijn voor wonen, wordt de waarborg als volgt bepaald:
- € 450 voor de aansluiting van het hemelwater van een bedrijfsentiteit
- € 450 voor de aansluiting van het huishoudelijk of bedrijfsafvalwater van een bedrijfsentiteit.
B. voor de toestand van het openbaar domein
Ter garantie van de toestand van het openbaar domein dient een forfaitaire som van 500 euro gestort te worden.
3.4 : Teruggave van de waarborg
a.De waarborg voor de conforme keuring en aansluiting van de privé-waterafvoer wordt door de gemeente teruggestort na overmaken van het positief keuringsattest, aansluiting van de privé-wateraanvoer en na ontvangst van de betaling van de kosten van de aansluiting op de openbare riolering.
b.De waarborg voor de toestand van het openbaar domein wordt vrijgegeven na de melding van beëindiging van de werken waarvoor de vergunning werd afgeleverd en nadat door de gemeente werd vastgesteld dat er geen (bijkomende) schade aan het openbaar domein is aangebracht. Bij vaststelling van (bijkomende) schade aan het openbaar domein, zal een vorderingsstaat opgemaakt worden voor het herstel van de schade, waarbij de waarborg – zonder dat hiervoor het uitdrukkelijk akkoord van de waarborgsteller vereist is- kan aangewend worden voor betaling van de vorderingsstaat.
HOOFDSTUK 4: BEKENDMAKING EN INWERKINGTREDING
Dit reglement zal worden bekend gemaakt overeenkomstig de artikelen 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur en treedt in werking voor omgevingsvergunningen afgeleverd vanaf 1 januari 2020.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Ruben Algaba Tom Heyvaert Charlotte Meulemeester Gerda Van den Brande Jorn Lathouwers Katrien Uyttersprot Roel Baudewyns Paul Aerts Emiel De Boeck Billie Kawende Diana Tierens Erwin De Clerck Thomas Goethals Jo Van Den Brande Karine Métens Jonathan De Valck Marcel Belgrado Christine De Cubber Sonja Becq Jacques Wouters aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de verkoop van deel van het perceel grond gelegen aan de Klepperstraat, kadastraal gekend als Meise, 2°afdeling, sectie F 556/B,voor de plaatsing van een nieuwe elektriciteitscabine, met een oppervlakte van 177,40 m² aan de prijs van 1330,5 euro.
Artikel 2
Het opmetingsplan en de aangepaste verkoopsovereenkomst worden goedgekeurd.
Artikel 3
De burgemeester en algemeen directeur worden gemachtigd de verkoopsovereenkomst namens de gemeente te tekenen.
Artikel 4
Aan Fluvius worden de opmerkingen aangaande de bestemming van het onroerend goed en de voorgestelde aanpassingen aan de verkoopsovereenkomst overgemaakt.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marcel Belgrado Katrien Uyttersprot Christine De Cubber Karine Métens Gerda Van den Brande Thomas Goethals Roel Anciaux Ruben Algaba Diana Tierens Charlotte Meulemeester Erwin De Clerck Jonathan De Valck Roel Baudewyns Emiel De Boeck Jorn Lathouwers Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Billie Kawende Jo Van Den Brande Tom Heyvaert Paul Aerts Sonja Becq aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De ontwerpovereenkomst zoals opgesteld door de technische dienst wordt goedgekeurd en overgemaakt aan de aanvrager.
Artikel 2
De algemeen directeur en burgemeester worden gevraagd deze overeenkomst namens het bestuur te ondertekenen.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Ruben Algaba Tom Heyvaert Marie Jeanne Thaelemans Katrien Uyttersprot Thomas Goethals Jorn Lathouwers Sonja Becq Roel Anciaux Marcel Belgrado Jacques Wouters Charlotte Meulemeester Billie Kawende Jonathan De Valck Christine De Cubber Paul Aerts Emiel De Boeck Erwin De Clerck Gerda Van den Brande Diana Tierens Roel Baudewyns Karine Métens Jo Van Den Brande aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan de verrekening voor de hoogspanningscabine zwembad en aanpassingen bestrijding legionella van de opdracht “Onderhouds- en energieprestatiecontract voor de gemeentelijke gebouwen van Londerzeel en Meise” voor het totaal bedrag in meer van € 101.296,53 excl. btw of € 122.568,80 incl. 21% btw.
Artikel 2
De uitgave voor deze verrekening is te voorzien in het budget 2020 en het meerjarenplan.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Diana Tierens Paul Aerts Thomas Goethals Christine De Cubber Tom Heyvaert Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Katrien Uyttersprot Sonja Becq Erwin De Clerck Marcel Belgrado Jacques Wouters Jorn Lathouwers Roel Anciaux Ruben Algaba Karine Métens Jo Van Den Brande Jonathan De Valck Charlotte Meulemeester Gerda Van den Brande Billie Kawende Emiel De Boeck aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De aangepaste raming van € 129.047,93 excl. btw of € 156.148,00 incl. 21% btw voor de opdracht “Afbraakwerken site Sancta Maria” wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De uitgave voor deze opdracht is te voorzien in het investeringsbudget van 2020.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Karine Métens Jonathan De Valck Katrien Uyttersprot Roel Baudewyns Tom Heyvaert Christine De Cubber Jo Van Den Brande Billie Kawende Thomas Goethals Emiel De Boeck Sonja Becq Jorn Lathouwers Marcel Belgrado Charlotte Meulemeester Ruben Algaba Jacques Wouters Marie Jeanne Thaelemans Diana Tierens Gerda Van den Brande Roel Anciaux Paul Aerts Erwin De Clerck aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het bestek met nr. 2019572 en de raming voor de opdracht “Restauratie van de beschermde St-Elooikapel”, opgesteld door de Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 210.730,00 excl. btw of € 254.983,30 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2019, op budgetcode GEM/22199500/0720 (actie 1419/007/002/002/007).
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Paul Aerts Marie Jeanne Thaelemans Thomas Goethals Christine De Cubber Jorn Lathouwers Karine Métens Marcel Belgrado Charlotte Meulemeester Ruben Algaba Jonathan De Valck Jacques Wouters Roel Anciaux Tom Heyvaert Emiel De Boeck Jo Van Den Brande Katrien Uyttersprot Gerda Van den Brande Roel Baudewyns Sonja Becq Erwin De Clerck Billie Kawende Diana Tierens aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het contract met Haviland ter ondersteuning van de gemeentelijke noodplanningscoördinator wordt verlengd voor 1 jaar.
Artikel 2
Intercommunale Haviland wordt van deze beslissing in kennis gesteld.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jacques Wouters Christine De Cubber Marcel Belgrado Jonathan De Valck Karine Métens Charlotte Meulemeester Ruben Algaba Emiel De Boeck Tom Heyvaert Roel Baudewyns Paul Aerts Gerda Van den Brande Thomas Goethals Jorn Lathouwers Erwin De Clerck Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Katrien Uyttersprot Billie Kawende Sonja Becq Diana Tierens Jo Van Den Brande aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het "Gemeentelijk subsidiereglement voor lokale sportverenigingen " goed.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Katrien Uyttersprot Charlotte Meulemeester Marcel Belgrado Roel Anciaux Jonathan De Valck Emiel De Boeck Erwin De Clerck Thomas Goethals Karine Métens Jacques Wouters Gerda Van den Brande Paul Aerts Billie Kawende Marie Jeanne Thaelemans Jorn Lathouwers Roel Baudewyns Tom Heyvaert Diana Tierens Ruben Algaba Christine De Cubber Jo Van Den Brande Sonja Becq aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de retributies voor de sportpromotionele evenementen 2020, georganiseerd door de gemeentelijke sportdienst, als volgt goed:
25°Petanquetornooi Meise: 12,00 euro / triplet (incl. 3 consumpties / triplet + gadget)
3° Petanquetornooi Wolvertem: 12,00 euro / triplet (incl. 3 consumpties / triplet)
31° Recreatlon: 15,00 euro / deelnemer of 20,00 euro / team (incl. 1 consumptie / deelnemer + 1 herinneringsmedaille)
19° Het Lint van Meise: 3,00 euro / kind
3° Springkastelenfestival: gratis (samen met de Buitenspeeldag)
6° Kleuterhappening: 3 euro / kind
25° Start to fit: 2,50 euro / deelnemer / les (incl. gadget)
24° Sporteldag : 10 euro / deelnemer (incl. 2 koffies, 1 aperitief, 2 belegde broodjes, 1 stuk taart, 1 consumptie).
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jacques Wouters Jonathan De Valck Gerda Van den Brande Roel Anciaux Marcel Belgrado Erwin De Clerck Tom Heyvaert Marie Jeanne Thaelemans Jo Van Den Brande Ruben Algaba Billie Kawende Diana Tierens Christine De Cubber Charlotte Meulemeester Thomas Goethals Roel Baudewyns Katrien Uyttersprot Sonja Becq Paul Aerts Jorn Lathouwers Emiel De Boeck Karine Métens aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1: Publiek zwemmen
Inwoners Meise en Merchtem | Eenmalige zwembeurt | 10 beurtenkaart | Jaarabonnement |
Baby | gratis | gratis | gratis |
Kind / Volwassene (lid Gezinsbond) / Senior | € 1,70 | € 13,00 | € 65,00 |
Kind (lid Gezinsbond) | € 1,30 | € 10,00 | € 50,00 |
Volwassene | € 2,60 | € 20,00 | € 100,00 |
Daluren | - | € 10,00 | - |
Houder EDC | gratis | gratis | gratis |
Niet inwoners Meise | Eenmalige zwembeurt | 10 beurtenkaart | Jaarabonnement |
Baby | gratis | gratis | gratis |
Kind / Volwassene (lid Gezinsbond) / Senior | € 3,00 | € 23,00 | € 115,00 |
Kind (lid Gezinsbond) | € 2,00 | € 18,00 | € 90,00 |
Volwassene | € 4,50 | € 36,00 | € 180,00 |
Houder EDC | € 2,00 | € 18,00 | € 90,00 |
• De leeftijdsgrenzen worden als volgt vastgelegd:
◦ Baby: min 3 jaar
◦ Kind: 3 - 15 jaar
◦ Volwassene: 16 - 59 jaar
◦ Senior: plus 60 jaar
• De gemeente Merchtem past een deel van de inkomprijs van haar inwoners bij. Dit is het verschil tussen het tarief "Inwoners Meise en Merchtem" en het tarief "Niet inwoners Meise".
• De voorwaarden voor het gebruik van een daluren 10 beurtenkaart worden als volgt vastgelegd:
◦ Voorbehouden voor inwoner Meise
◦ Dinsdag van 16u00 tot 17u00 + donderdag en vrijdag van 15u00 tot 17u00
◦ Toegang met daluren 10 beurtenkaart wordt toegestaan tot 16u30
◦ Tijdens schoolvakanties worden geen daluren 10 beurtenkaarten aanvaard
Artikel 2: Schoolzwemmen
School binnen de gemeente Meise | € 1,00 |
School buiten de gemeente Meise | € 1,80 |
• Een zwembeurt voor het schoolzwemmen duurt in regel 30 minuten.
◦ De scholen/klassen die op dit moment langer zwemmen (school St. Donatus, technische school Merchtem en 1e leerjaar VBS Sinte Maarten) behouden deze uitzondering, voor zover dit kan ingepast worden in het uurrooster. Bij nieuwe aanvragen wordt de duur van een zwembeurt vastgelegd op 30 minuten.
Artikel 3: Zwemmen speelplein De Spin
| Eenmalige zwembeurt per kind |
Kind (buiten publieke uren, redder gemeente Meise) | € 1,00 |
Artikel 4
Dit retributiereglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Billie Kawende Paul Aerts Karine Métens Ruben Algaba Jorn Lathouwers Gerda Van den Brande Jo Van Den Brande Roel Anciaux Emiel De Boeck Sonja Becq Tom Heyvaert Marcel Belgrado Charlotte Meulemeester Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Katrien Uyttersprot Erwin De Clerck Thomas Goethals Jonathan De Valck Diana Tierens Roel Baudewyns Christine De Cubber aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2020 een retributie gevestigd die verschuldigd is voor het lidmaatschap van de openbare bibliotheek, het ontlenen van bepaalde materialen, het gebruik van bepaalde materialen ter plaatse en het verstrekken van bepaalde diensten in de openbare bibliotheek van Meise en de jeugdbibliotheek van Westrode.
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de persoon die zich als lener in één van de vestigingen van het bibliotheeknet Vlaams-Brabant inschrijft.
Artikel 3
Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:
a)Inzake het lidmaatschap :
-Personen tot en met 17 jaargratis
-Personen vanaf 18 jaar5 euro per jaar
-Vernieuwing lidkaart ingevolge verlies of beschadiging3 euro
b)Inzake het ontlenen van materialen :
-Ontlenen van e-readers en e-boeken2,5 euro per keer
-Overschrijding van de uitleenperiode0,10 euro per dag en per exemplaar vanaf de eerste dag van laattijdigheid
-Niet terugbrengen van ontleend materiaalkostprijs van het materiaal
-Terugbrengen van ontleend materiaal in ernstigkostprijs van het materiaal beschadigde toestand
-Terugbrengen van ontleend materiaal in gedeeltelijkdoor de bibliothecaris beschadigde toestand bepaalde schade
c)Inzake het gebruik van bepaalde materialen : - Fotokopie/print zwart/wit 0,10 euro per blad - Fotokopie/print kleur 0,50 euro per blad
d)Inzake het verstrekken van bepaalde diensten door de bibliotheek : - reserveren van uitgeleende werken of exemplaren 0,80 euro per exemplaar - aanvragen van werken uit een andere openbare 2,50 euro per exemplaar bibliotheek - aankopen van afgevoerde werken 0,50 euro per materiaal
Artikel 4
De volgende administratiekosten worden aangerekend : - - versturen van een herinneringsbrief via de post kostprijs postzegel - zendingen via e-mail gratis - aangetekende zendingen kostprijs aangetekende zending
Artikel 5
Het bedrag van de retributie, eventueel verhoogd met de administratiekosten wordt contant of met bancontact betaald in de bibliotheek totdat er een dossier wordt overgemaakt inzake nalatige leners aan de gemeentelijke dienst financiën.
Artikel 6
Dit retributiereglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Ruben Algaba Karine Métens Emiel De Boeck Tom Heyvaert Marcel Belgrado Jacques Wouters Sonja Becq Paul Aerts Billie Kawende Marie Jeanne Thaelemans Roel Anciaux Roel Baudewyns Erwin De Clerck Katrien Uyttersprot Christine De Cubber Gerda Van den Brande Jorn Lathouwers Charlotte Meulemeester Jo Van Den Brande Thomas Goethals Diana Tierens Jonathan De Valck aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2008 houdende een gemeentelijk reglement inzake het ter beschikking stellen van gratis huisvuilzakken en het toekennen van subsidies voor herbruikbare luiers en het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2015, houdende de aanpassing van voormeld reglement, worden opgeheven vanaf 1 januari 2020.
Artikel 2
Voor de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2025 worden volgende bepalingen vastgesteld in verband met het toekennen van sociale tegemoetkomingen: het ter beschikking stellen van gratis huisvuilzakken en het toekennen van herbruikbare luiers.
Artikel 3
Bij de geboorte van een kind of de adoptie van een kind jonger dan 2 jaar biedt het gemeentebestuur de volgende keuze aan:
* ofwel éénmalig 40 huisvuilzakken voor restfractie met een inhoud van 30 liter.
* ofwel een éénmalige subsidie van 50 euro na voorlegging van het betalingsbewijs van een pakket herbruikbare luiers ter waarde van minstens 100 euro.
Artikel 4
Aan erkende onthaalmoeders in de gemeente wordt volgende keuze aangeboden:
* ofwel jaarlijks 40 huisvuilzakken voor de restfractie, met een inhoud van 30 liter
* ofwel een jaarlijkse subsidie van 50 euro na voorlegging van het betalingsbewijs van een pakket herbruikbare luiers ter waarde van minstens 100 euro.
Artikel 5
Aan nierbehandelingspatiënten die een thuisbehandeling krijgen, worden 40 huisvuilzakken voor de restfractie met een inhoud van 30 liter gratis ter beschikking gesteld. Te bewijzen aan de hand van een doktersattest.
Artikel 6
Aan stomapatiënten en gezinnen waarvan minstens één inwonende persoon een blijvende incontinentie heeft, worden 40 huisvuilzakken voor de restfractie met een inhoud van 30 liter gratis ter beschikking gesteld. Te bewijzen aan de hand van een doktersattest.
Artikel 7
Het Schepencollege wordt belast met de uitvoering van dit reglement.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Jorn Lathouwers Katrien Uyttersprot Marcel Belgrado Marie Jeanne Thaelemans Charlotte Meulemeester Tom Heyvaert Roel Baudewyns Erwin De Clerck Roel Anciaux Paul Aerts Emiel De Boeck Christine De Cubber Jonathan De Valck Diana Tierens Gerda Van den Brande Karine Métens Billie Kawende Sonja Becq Jo Van Den Brande Thomas Goethals Jacques Wouters Ruben Algaba aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2008, houdende de vaststelling van een gemeentelijk reglement inzake de toekenning van een tussenkomst aan erkende instellingen voor gehandicaptenzorg die inwoners uit Meise opnemen, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2020.
Artikel 2
Voor de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2025 wordt een toelage toegekend aan erkende instellingen voor mensen met een beperking die inwoners uit Meise opnemen.
Artikel 3
De tussenkomst bedraagt 250 euro per inwoner, indien deze het voorbije jaar gedurende minstens 200 kalenderdagen gebruik heeft gemaakt van de instelling. De toelage wordt jaarlijks aangevraagd door de rechthebbende instelling.
Artikel 4
Het voormelde tarief wordt gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van december 2019. Ze wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.
Formule: [huidig tarief] x gezondheidsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / gezondheidsindexcijfer van december 2019. Het bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
Artikel 5
Het Schepencollege wordt belast met de uitvoering van dit reglement.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Emiel De Boeck Thomas Goethals Tom Heyvaert Jonathan De Valck Erwin De Clerck Roel Anciaux Paul Aerts Marie Jeanne Thaelemans Charlotte Meulemeester Gerda Van den Brande Ruben Algaba Marcel Belgrado Christine De Cubber Katrien Uyttersprot Sonja Becq Karine Métens Billie Kawende Jacques Wouters Jo Van Den Brande Roel Baudewyns Diana Tierens Jorn Lathouwers aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De beslissing van het schepencollege van 7 oktober 2019, houdende de belasting op het afleveren van administratieve stukken burgerzaken 2020-2025, in te trekken.
Artikel 1
De beslissingen van de gemeenteraad de dato 20 december 2016, houdende de belasting op het afleveren van administratieve stukken en identiteitskaarten en de dato 12 februari 2013, houdende de belasting op het afleveren van een Europees rijbewijs in bankkaartmodel, in te trekken op 1 januari 2020.
Artikel 2
Vanaf 1 januari 2020 tot met 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van administratieve stukken voor burgerzaken, opgesomd onder artikel 4.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4
Het bedrag wordt vastgesteld als volgt:
1) Totale kostprijs voor de elektronische identiteitskaarten (gemeentebelasting + kosten FOD):
a) NORMALE PROCEDURES
* eIK voor Belgische kinderen onder de 12 jaar: € 9 (aanmaakkosten: € 6,40)
* eIK Belgen: € 21 (aanmaakkosten € 16,10)
* eIK en verblijfsdocumenten van vreemde onderdanen: € 21 (aanmaakkosten € 16,10)
* biometrische kaarten en verblijfstitels voor vreemde onderdanen van derde landen: € 21 (aanmaakkosten € 16,60)
b) SPOEDPROCEDURES MET LEVERING VAN DE KAART EN PIN/PUK OP DE GEMEENTE
* eIK voor Belgen en eIK verblijfskaarten voor vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven: € 110 (aanmaakkosten € 98,60)
* eIK voor Belgische kinderen onder de 12 jaar: € 100 (aanmaakkosten € 88,60)
c) SPOEDPROCEDURES MET GECENTRALISEERDE LEVERING bij de FOD Binnenlandse Zaken - Brussel
* eIK voor Belgen en eIK verblijfskaarten voor vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven: € 140 (aanmaakkosten € 129,80)
* eIK voor Belgische kinderen onder de 12 jaar: € 130,00 (aanmaakkosten € 120,10)
2) Voor de overige documenten (identiteitsbewijzen)
* afgifte van kartonnen identiteitsbewijzen (met foto) voor vreemdelingen onder de 12 jaar: € 2
* attest van immatriculatie: € 15
* bijlage 35: € 5
* aankomstverklaring / bijlage 3ter: € 5
* heraanvraag pin- en pukcode voor eIK: € 5
3) Afgifte van paspoorten:
•gratis voor kinderen - 18 jaar••
•€ 10 gemeentebelasting voor een nieuw paspoort - gewone procedure
•€ 20 gemeentebelasting voor een nieuw paspoort - dringende en superdringende procedure
Daarnaast is er ook nog te innen ten gunste van hogere overheden:
* consulaire taks (vanaf 18 jaar):
•voor Belgen: € 30
•voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen: € 20
* de kosten voor de opmaak bij gewone procedure:
•voor Belgen: € 35
•voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen: € 41
* de kosten voor de opmaak bij dringende procedure:
•voor Belgen: € 210
•voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen: € 210
* de kosten voor de opmaak bij superdringende procedure:
•voor Belgen: € 270
•voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen: € 270
4) Afgifte van rijbewijzen:
•internationaal rijbewijs (boekje) : € 5
•elektronische rijbewijzen en elektronische voorlopige rijbewijzen: € 5, ongeacht of het gaat om een eerste aflevering, duplicaat of vervanging van een rijbewijs omwille van een nieuw doktersattest (medische schifting - groep 2 - beroepsredenen).
Daarnaast is er ook nog te innen ten gunste van de FOD Mobiliteit en Vervoer: € 16 voor een internationaal rijbewijs en € 20 voor een elektronisch rijbewijs.
Zijn vrijgesteld van deze belasting de personen die door de FOD Mobiliteit vrijgesteld zijn overeenkomstig de onderrichtingen.
5) Afgifte andere documenten:
* slachtbewijs: € 10
* uittreksels burgerlijke stand: gratis
* getuigschriften, uittreksels bevolking, wettiging handtekening, enz. die ambtshalve of op verzoek uitgereikt worden: gratis
Artikel 5
De bedragen vermeld in artikel 4 worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex. De vermelde bedragen stemmen overeen met de index van december 2019. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand die de aanpassing voorafgaat en afgerond naar het hogere decimaal. (bvb. 15,02€ wordt 15,10€). De aangepaste basisbedragen worden jaarlijks in de loop van de maand september meegedeeld aan de gemeente door de Minister van Binnenlandse Zaken.
Artikel 6
De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren van het document contant of elektronisch betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan onmiddellijke betaling wordt de belasting ingekohierd.
Artikel 7
De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante belasting of, wanneer de belasting een kohierbelasting wordt, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het aanslagbiljet wordt een ontvangstmelding verstuurd binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 8
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 9
Dit belastingreglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Tom Heyvaert Billie Kawende Erwin De Clerck Gerda Van den Brande Katrien Uyttersprot Jonathan De Valck Charlotte Meulemeester Thomas Goethals Christine De Cubber Marcel Belgrado Jacques Wouters Diana Tierens Karine Métens Jo Van Den Brande Roel Baudewyns Jorn Lathouwers Ruben Algaba Sonja Becq Roel Anciaux Marie Jeanne Thaelemans Paul Aerts Emiel De Boeck aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het retributiereglement inzake de procedure voornaamswijziging zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 11 september 2018 - zonder vermelding van een einddatum - wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 2
Vanaf 1 januari 2020 tot 31 december 2025 wordt er een retributie geheven op de aanvraag tot voornaamswijziging.
Artikel 3
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de voornaamswijziging, nl. de betrokkene zelf of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Artikel 4
De retributie wordt vastgesteld op 50,00 euro. Voor de tweede en volgende aanvraag bedraagt de retributie 300,00 euro. De gemeentelijke retributie bedraagt 10% van het normale tarief in geval van een persoon die de overtuiging heeft dat het geslacht vermeld in zijn geboorteakte niet overeenkomt met zijn innerlijke beleefde genderidentiteit (verklaring op eer).
Artikel 5
Vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken zijn vrijgesteld van de retributie.
Artikel 6
De inning van het bedrag van de retributie gebeurt bij het indienen van het verzoek tot voornaamswijziging.
Artikel 7
De bekendmaking van dit reglement gebeurt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Sonja Becq Emiel De Boeck Charlotte Meulemeester Roel Baudewyns Gerda Van den Brande Roel Anciaux Jonathan De Valck Billie Kawende Tom Heyvaert Erwin De Clerck Jorn Lathouwers Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Christine De Cubber Jo Van Den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Ruben Algaba Katrien Uyttersprot Thomas Goethals Paul Aerts Karine Métens aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De beslissing van de gemeenteraad dd. 10 april 2018, houdende vaststellen van het tariefreglement voor de grafconcessies en hernieuwingen, wordt ingetrokken.
Artikel 2
Het tarief voor de grafconcessies, ongeacht of het om een oorspronkelijke concessie dan wel om een hernieuwing gaat, wordt vastgesteld als volgt:
a) concessie met kelder:
• inwoners van de gemeente: 1.100 euro
• geen inwoners van de gemeente: 7.500 euro
• 1 persoon inwoner en 1 persoon geen inwoner van de gemeente: 4.500 euro
b) concessie in volle grond:
• inwoners van de gemeente: 650 euro
• geen inwoners van de gemeente: 2.600 euro
c) concessie nis in columbarium:
• inwoners van de gemeente: 550 euro
• geen inwoners van de gemeente: 4.500 euro
• 1 persoon inwoner en 1 persoon geen inwoner van de gemeente: 2.500 euro
d) concessie op urnenveld:
• inwoners van de gemeente: 550 euro
• geen inwoners van de gemeente: 2.200 euro
• 1 persoon inwoner en 1 persoon geen inwoner van de gemeente: 1.600 euro
Artikel 3
Genieten het tarief als zijnde inwoners van de gemeente:
a) De personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood werden aangetroffen.
b) De personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood werden aangetroffen en die in haar bevolkingsregisters of vreemdelingenregisters zijn ingeschreven.
c) De personen die, op het ogenblik dat zij ingeschreven waren in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister, om gezondheids- of ouderdomsredenen genoodzaakt waren zich te laten inschrijven in een andere gemeente en er overleden zijn.
d) De personen die gedurende 25 jaar de gemeente bewoond hebben en deze niet langer dan 10 jaar verlaten hebben.
e) De personen die inwoner zijn van een aangrenzende gemeente doch die kerkelijk tot een parochie van de gemeente behoren.
Artikel 4
ln geval van hernieuwing van de concessie voor het verstrijken ervan, wordt het tarief proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt.
Artikel 5
De prijs van de concessie moet betaald worden bij de kennisgeving van het besluit tot toekenning van de concessie of de hernieuwing.
Artikel 6
Dit retributiereglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Karine Métens Billie Kawende Charlotte Meulemeester Marcel Belgrado Katrien Uyttersprot Thomas Goethals Jacques Wouters Gerda Van den Brande Ruben Algaba Erwin De Clerck Jo Van Den Brande Christine De Cubber Diana Tierens Tom Heyvaert Jorn Lathouwers Marie Jeanne Thaelemans Emiel De Boeck Jonathan De Valck Paul Aerts Roel Baudewyns Roel Anciaux Sonja Becq aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
De beslissing van de gemeenteraad dd. 10 april 2018, houdende vaststellen van het tariefreglement voor de grafkelders en gedenkstenen, wordt ingetrokken.
Artikel 2
De prijs van de grafkelder ter begraving van 1 of 2 personen wordt vastgesteld op 600 euro.
Artikel 3
lndien men opteert voor een opschrift op de asverstrooiingszuil wordt volgend tarief aangerekend:
• inwoners van de gemeente: 100 euro
• niet inwoners van de gemeente: 200 euro.
Artikel 4
De prijs moet betaald worden bij de kennisgeving van het besluit tot toekenning van de grafconcessie met kelder of bij de aanvraag tot het plaatsen van een opschrift op de asverstrooiingsweide of bij de aanvraag tot het plaatsen van de grafsteen met opschrift op het urnenveld.
Artikel 65
Dit retributiereglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het lokaal decreet.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Ruben Algaba Charlotte Meulemeester Billie Kawende Diana Tierens Jonathan De Valck Tom Heyvaert Jo Van Den Brande Marie Jeanne Thaelemans Jorn Lathouwers Roel Anciaux Erwin De Clerck Roel Baudewyns Katrien Uyttersprot Christine De Cubber Gerda Van den Brande Jacques Wouters Emiel De Boeck Thomas Goethals Karine Métens Sonja Becq Paul Aerts Marcel Belgrado aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Visie:
Onze gemeenschappelijke visie aangaande klachten is dat er constructief wordt omgegaan met klachten. Dit betekent dat klachten gezien worden als kansen op verbetering en oplossingsgericht benaderd dienen te worden.
Elke gebruiker van de dienstverlening van de gemeentelijke en/of OCMW-diensten die een klacht uit, heeft recht op een objectieve, klantvriendelijke en grondige behandeling van zijn klacht. De personen, betrokken bij de behandeling van klachten, dienen een strikte neutraliteit in acht te nemen en de regels van het beroepsgeheim te respecteren.
Artikel 2
Definities:
§1. Een "klacht" wordt gedefinieerd als de uiting van ontevredenheid van een burger of gebruiker over het (niet-) optreden van de gemeentelijke/ OCMW-diensten.
Een handeling van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente/ het OCMW, wordt beschouwd als een handeling van de gemeente/ het OCMW.
§2. Onder “melding” wordt verstaan een mondeling, schriftelijk of elektronisch bericht van een toestand waarbij een tussenkomst van een gemeentelijke/ OCMW-dienst gewenst is.
§3. Onder “klachtindiener” wordt verstaan het individu, de rechtspersoon, groep, vereniging of andere overheid, optredend in zijn hoedanigheid als klant van het bestuur.
Artikel 3
Toepassingsgebied systeem klachtenbehandeling:
§1. Onder het toepassingsgebied van het systeem van klachtenbehandeling vallen alle klachten, zoals hiervoor geformuleerd.
§2. Behoren niet tot het toepassingsgebied: vragen om informatie, verzoeken tot inzage, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren, beleidsvragen, klachten van personeelsleden over de eigen werksituatie, de arbeidsbetrekkingen en de rechtspositieregeling.
Artikel 4
Wijze van indienen:
Iedereen heeft het recht om kosteloos een klacht in te dienen bij de gemeente of het OCMW.
Dit kan schriftelijk via het online klachtenformulier, per brief of per e-mail (klachten@meise.be). Het klachtenformulier is beschikbaar op de website.
Klachten kunnen ook mondeling overgebracht worden via de baliemedewerkers van het OCMW of de gemeente. Indien een klacht mondeling wordt geuit, wordt gevraagd de klacht schriftelijk te formuleren.
Artikel 5
Centraal klachtenmeldpunt:
Het OCMW en de gemeente richten een centraal klachtenmeldpunt in onder de coördinatie van de klachtencoördinator.
De burger kan een klacht doorgeven op dit centraal klachtenmeldpunt.
Klachten worden genoteerd in het centraal klachtenregister en worden dan via de klachtenprocedure behandeld.
De bestuurssecretaris wordt belast met de taak van klachtencoördinator. De klachten worden geregistreerd door de klachtencoördinator, tenzij de klacht betrekking heeft op de bestuurssecretaris zelf.
Hierbij dienen alle relevante gegevens te worden opgenomen (datum ontvangst klacht, identificatie klachtindiener, omschrijving klacht, ontvankelijkhied, beoordeling klacht, ondernomen of te nemen maatregelen).
Elk personeelslid die een klacht heeft ontvangen, bezorgt deze onmiddellijk aan de klachtencoördinator. Elke medewerker van de gemeente of het OCMW die zelf een klacht heeft over het (niet-)optreden van gemeentelijke of OCMW-diensten, kan deze eveneens bezorgen aan de klachtencoördinator.
Artikel 6
Ontvankelijkheid klacht:
Vooraleer een klacht wordt behandeld, oordeelt de klachtencoördinator of deze ontvankelijk is. Bij onontvankelijkheid van de klacht stuurt de klachtencoördinator een antwoord aan de klachtindiener met vermelding van de reden van niet verdere afhandeling.
Indien de klacht onvoldoende duidelijk en concreet omschreven werd en daardoor onontvankelijk, wordt aan de klager gemeld dat hij zijn klacht opnieuw kan indienen mits duidelijker omschrijving.
Indien de klacht ernstige feiten betreft of feiten die dringende maatregelen vergen, wordt de algemeen directeur daarvan dadelijk in kennis gesteld.
Opdat de klacht inhoudelijk wordt behandeld, moet voldaan zijn aan volgende ontvankelijkheidsvereisten:
§1. Met betrekking tot het voorwerp van de klacht:
De klacht moet betrekking hebben op handelingen, niet-handelen of gedragingen van een personeelslid of een dienst van het gemeentebestuur.
De feiten waarop de klacht betrekking heeft moeten duidelijk zijn omschreven.
De klacht mag geen betrekking hebben op de wettigheid of opportuniteit van een beleidsbeslissing of beleidsintentie.
De klacht mag niet kennelijk onredelijk zijn.
De klacht mag geen betrekking hebben op feiten die langer dan 1 jaar voor de indiening van de klacht hebben plaatsgevonden.
De klacht mag geen betrekking hebben op feiten waarover al eerder door dezelfde persoon een klacht is ingediend die ontvankelijk werd verklaard, tenzij nieuwe feiten aan het licht komen.
De klacht mag niet tot doel hebben de herziening, intrekking of opheffing van een beslissing van het gemeentebestuur, voor zover er tegen deze beslissing een administratief beroep mogelijk is of was of voor zover er al een klacht werd ingediend bij de toezichthoudende overheid tegen deze beslissing.
De klacht mag niet slaan op feiten of beslissingen waarover een gerechtelijke procedure of een procedure voor de Raad van State loopt of werd gevoerd.
De klachtindiener geen belang kan aantonen op verzoek van de klachtenbehandelaar.
§2. Met betrekking tot de klachtindiener:
De klachtindiener moet zijn identiteit, nl. naam en adres bekendmaken.
Worden m.a.w. beschouwd als niet ontvankelijk in de klachtenprocedure: anonieme klachten, vage klachten, klachten die het voorwerp zijn van een gerechtelijke procedure, klachten die betrekking hebben op gebeurtenissen die zich meer dan 1 jaar geleden voordeden.
Artikel 7
Klachtenbehandelaar:
Acht de klachtencoördinator de klacht ontvankelijk, dan wijst hij binnen de 5 werkdagen de behandeling ervan toe aan een klachtenbehandelaar. De klachtenbehandelaar is in principe de hiërarchisch overste van de dienst of van het personeelslid tegen wiens gedraging, handeling, niet-handelen, de klacht gericht is en die zelf niet betrokken is bij de gedraging waarover geklaagd wordt.
De klachtenbehandelaar stelt een onderzoek in naar de gegrondheid van de klacht. Het onderzoek gebeurt op basis van informatie, aangebracht door de betrokken dienst en informatie van de klachtindiener. De klachtenbehandelaar verzamelt en analyseert deze informatie en bezorgt, binnen de tien werkdagen na de dag van ontvangst van de klacht een rapport en een voorstel van antwoord aan de klachtencoördinator. De klachtencoördinator kan een aanvullend onderzoek laten instellen. In dit geval kan de termijn verlengd worden met maximum vijf werkdagen.
Is de klacht gericht tegen een ambtenaar van niveau A, dan wordt de klacht behandeld door de algemeen directeur.
Heeft de klacht betrekking op de algemeen directeur zelf, wordt de klacht behandeld door een bijzondere gemeenteraadscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 37 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 8
Ontvangstmelding:
De klachtencoördinator stuurt de indiener van de klacht binnen de 14 werkdagen een ontvangstmelding, waarin de procedure wordt toegelicht die bij de behandeling van de klacht zal worden gevolgd.
Een beslissing over de gegrondheid van de klacht wordt in principe getroffen binnen de 30 werkdagen. Bedraagt de tijd, nodig voor het beantwoorden van de klacht meer dan 30 werkdagen, dan wordt dit door de klachtencoördinator gemeld aan de klachtindiener.
Artikel 9
Vast bureau/ College van Burgemeester en Schepenen:
Wanneer een onderzoek volledig is afgerond, wordt het verslag, samen met het voorstel van antwoord aan de klachtindiener, door de klachtencoördinator aan het vast bureau en/of het college van burgemeester en schepenen voorgelegd.
De indiener van de klacht ontvangt binnen de vijf werkdagen na kennisneming door het vast bureau / het college van burgemeester en schepenen een brief met mededeling van het gevolg dat aan de klacht is gegeven. Bij gegronde of deels gegronde klachten moet in de brief een oplossing of compromis geformuleerd worden.
Artikel 10
Registratie afwerken:
Om een klacht af te sluiten, kan ze in het registratiesysteem op volgende manieren worden gecatalogeerd:
Gegrond: de gedraging van de gemeente/ het OCMW is in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. De klachtindiener heeft gelijk.
Deels gegrond, deels ongegrond: zowel gemeente/ het OCMW als klachtindiener waren deels in fout.
Ongegrond: de gemeentelijke/ OCMW-diensten hebben geen fouten begaan.
Onontvankelijk: de klacht was niet ontvankelijk.
Artikel 11
Rapportering:
Alle klachten, evenals het gevolg dat er werd aan gegeven, worden in een centraal databestand geregistreerd. Jaarlijks wordt door de klachtencoördinator, zoals opgenomen in het organisatiebeheersingssysteem, een rapport met betrekking tot de behandelde klachten aan de gemeente- en OCMW-raad voorgelegd.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Thomas Goethals Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Tom Heyvaert Gerda Van den Brande Christine De Cubber Karine Métens Sonja Becq Charlotte Meulemeester Jonathan De Valck Jacques Wouters Marie Jeanne Thaelemans Roel Baudewyns Diana Tierens Roel Anciaux Marcel Belgrado Billie Kawende Paul Aerts Jo Van Den Brande Erwin De Clerck Ruben Algaba aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Het professionaliseringsbeleid, voor het schooljaar 2019-2020, van de Akademie voor Muzische Kunsten goed te keuren.
Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Caroline De Ridder Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Charlotte Meulemeester Billie Kawende Christine De Cubber Erwin De Clerck Emiel De Boeck Katrien Uyttersprot Jorn Lathouwers Sonja Becq Jonathan De Valck Marie Jeanne Thaelemans Tom Heyvaert Thomas Goethals Gerda Van den Brande Marcel Belgrado Diana Tierens Roel Baudewyns Ruben Algaba Jacques Wouters Roel Anciaux Paul Aerts Jo Van Den Brande Karine Métens Marie Jeanne Thaelemans Jacques Wouters Charlotte Meulemeester Karine Métens Roel Baudewyns Jo Van Den Brande Jonathan De Valck Marcel Belgrado Billie Kawende Paul Aerts Erwin De Clerck Jorn Lathouwers Christine De Cubber Gerda Van den Brande Tom Heyvaert Emiel De Boeck Sonja Becq Katrien Uyttersprot Roel Anciaux Diana Tierens Thomas Goethals Ruben Algaba aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1
Akkoord te gaan om een licentieovereenkomst af te sluiten met SEMU voor de Akademie voor Muzische Kunsten voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2022.
Artikel 2
De burgemeester en de algemeen directeur de licentieovereenkomst te laten ondertekenen.
Artikel 3
De financiële dienst van deze beslissing in kennis te stellen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.